Mummer 32.
Donderdag 20 4piil 1916.
39e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Waalvijkscbe Stoomdrukkerij Antoon Tielen
ffl
i
I
Lei
Liefde Overwint.
FEUILLETON.
Binnenland.
5ei
Vakonderwijs
•raa
el
E!
Telefoonnummer 38. Telegram-Ad jb: ECHO.
voor de schoenindustrie.
:STEi
ETS
De Echo van het Zuiden
fi Liisslrailsrlf Courant,
Dit Blad versoüynt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f0.75.
Franco per poat door het geheele rijk f 0.90-
Brieven, ingezonden stokken, gelden enz.,
Uitgever.
franco te zenden aan den
UITGA VB
Prijs dbr Advertuwtiën 10 cent per regel; minimnm 6 regels; groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
?eeloten. Reclames 15 cent per rege
Sedert tal van jaren is de schoenin
dustrie in Noord-Brabant een van de
hoofdtakken van bestaan geweest, en
speciaal de «Langstraat* is een district
waar de schoenmakerij een groote vlucht
heeft genomen en duizenden in dit vak
een bestaan vinden.
Het Noord-Brabantsche handwerk was,
en is voor een deel nog, in het geheele
land en zelfs ver daarbuiten bekend en
beroemd, en ook nadat de fabriekmatige
productie zijn intrede deed, is het product
zijn ouden roem blijven handhaven en
behoeft meestal voor het beste buiten-
landsche niet onder te doen, ja overtreft
gj het dikwijls.
De oude handwerkers werden met de
liefde voor het vak als het ware geboren,
en streefden er naar het best mogelijke
product te maken, en het tot den hoog-
|j sten trap van volmaking op te voere
Wel kan Diet ontkend dat het handwerk
thans nog slechts een bescheiden deel
van de totaalproductie uitmaakt, en zich
thans In hoofdzaak tot het maatschoeisel,
het luxe werk en het zware visch- en
jachtschoelsel bepaalt, een terrein dat
het wel nooit geheel zal verliezen, doch
een niet te loochenen feit is dat ook de
uitstekende kwaliteit van het fabrieks-
schoeisel een gevolg is van de omstan
digheid dat het overgroote deel der
werklieden uit de goede handwerkers
gerecruteerd is dat vooral de z.g. leideDde
personen in de fabriek, uit de beste
krachten die het handwerk opleverde,
zijn voortgekomen.
Aan de omstandigheid zich personeel
te kunnen verschaften uit de werkelijke
vaklieden, dankt de schoenfabrikatie dus
een groot deel van de gunstige conditie
waarin zij thans verkeert, en allen die
het wel meenen met de bevordering van
den bloei van onze industrie, zullen be
seften dat al het mogelijke gedaan moet
worden dat dit ook in de toekomst zoo
blijve.
Voor ieder die met nuchterheid de
toestanden in onze industrie beschouwt
moet het echter duidelijk zijn dat ten
deze voor de toekomst gevaar dreigt.
Elk jaar wordt het aantal lieden van
de «oude garde* minder, en de om-
IJl Van sDE ECHO VAN HET ZUIDEN.1
15)
ZEVENDE HOOFDSTUK.
Naar de terechtzitting verwezen, en door de
rechten en gezworenen ter dood veroordeeld 1
riep By nit. Dat overleeft zy niet. en
Koenraad ook niet. Zoover mag bet niet
komenMaar ala bet eens zoover komt
vervolgd® zij peinaend. Sedert ik dezen rechter
ken, ben ik op alles voorbereid 1 Zy moet
een verdediger hebben, na herinner ik my.
Op hem komt alles aan, de beste die er is,
of missohien meer dan esn, als dat kan.
Daar moest ik maar dadelyk naar omzien.
Koenraad zal zeker zeggen Dat heeft den
tyd nog, als wy weten hoe de zaak afloopt,
maar ik kan niet wachten. Men waoht niet
met den dokter tot de zieke zoo erg is, dat
herstel onmogelyk wordt, en zoo zul het met
salk een verdediger ook wel zyn. Wie weet
of hij wel tijd beeft, en of h(j niet lang te
voren moet worden aangenomen. Ik zal myn
ouden vriend om raad vragen die zal my
wel een goeden verdediger kannen bezorgen,
sprak ze, en trok aan het koord, dat diende
om den koetsier een teeken van stilhoaden
te geven.
Naar den raadsheer King, in de
Marktgravenstraat No. 48. gebood zjj den
bediende, die aan het portier haar bevelen
kwam vernemen.
ACHTSTE HOOFDSTUK.
Ofohoon mijnheer Zier reeds lang lijdende
was geweest, zoodat zyn plotseling overlijden
standigheden die hen gelegenheid gaven
goed vakman te worden zijn voor het
jonge geslacht, dat hun plaats moet in
nemen, niet aanwezig.
Wel komen ieder jaar jonge menschen
het fabrieksgebouw bionen, maar zonder
eeolge vakopleidingzóó van de lagere
school in de fabriek, waar zij eerst «hand
en spandiensten* verrichten als handlan
ger van de arbeiders, tot dat zij eindelijk,
wanneer zij voldoend lichamelijk ontwik
keld zijn, aan een of enkele machines
worden afgericht en dan als «verlengstuk
van de machine» hun verder leven kun
nen slijten.
Afgedacht van de vraag of zulke
menschen die slechts een enkel onderdeel
beheerschen dit zoo goed kunnen als
iemand die «vakman* is, en dus het
geheel van de fabrikatie van het product
met oordeel kan volgeo, mag gevraagd
worden of het in het belang van de in
dustrie, van den fabrikant en van den
arbeider is dat op dezeD weg wordt
voortgegaan.
De ondervinding (en die is immers de
beste leermeesteres) heeft geleerd dat
de Brabantsche schoenindustrie er wel
bij gevaren is vakkundige werklieden in
het fabrieksbedrijf te hebben, en voor
het oogenblik moge kortzichtigheid som
mige fabrikanten tot de conclusie bren
gen dat «ongeschoold* personeel voor-
deeliger is, omdat het zich door zijn
eenzijdige opleiding minder vrij bewegen
kan, en daardoor minder hooge eischen
kan stellen, op den duur zal men, vooral
wanneer het vakkundige deel der arbei
ders uitgestorven is. tot zijn schrik ont
waren dat men niet verder heeft gezien
dan zijn neus lang was.
Hier en daar moge in de fabriek een
niet vakkundig arbeider zonder bezwaar
een plaatsje <unnen vinden, geen enkel
fabrieksbedrijf kan het op den duur
zonder een staf van vakkundige arbei
ders stellen, wil het een product leveren
dat zijn weg op de markt vindt.
In het buitenland begint men al te
klagen over het gebrek aan deskundige
arbeiders, en deze leemte zal zich hoe
langer hoe meer openbaren als het oude
personeel wegvalt en er niet beter voor
de opleiding van het jonge geslacht
wordt gezorgd.
Voor den werkman heeft algemeene
geen verwondering kon baren, vond de
overheid in het samenvallen van zyn dood
met dien van mevrouw Keohling aanleiding
om zijn lijk te laten onderzoeken. Dr-ze
maatregel ach'te men nog te eerder noodig,
aangezien Constance aanhondnnd jammerde
dat haar broeder reeds too lang cognac
gebraikt had zonder daarvan eenig nadeel te
ondervinden b-t was das mcgelyk dat een
oogelakkig toeval in het spel was, die den
dood der beide overledenen had veroorzaakt.
Het enderzoek bevestigde echter bet oordeel
van den bnisdokter lijdende aao een hart
kwaal was Zier gestorven, tengevolge van
heftige gemoedsaandoening. Vau vergift was
geen spoor te ontdekken en daardoor werd
tegen Valentine de verdenking nog versterkt,
dat ejj mevrouw Recbling vergift had ingegeven.
Behalve het vergift, dat in bet lichaam van
het ongelukkig slachtoffer gevonden was, viel
nergens iets te ontdekken, dat als een hewys
tot die verdenking kon gelden. Volgens de
bestaande voorschriften had men Valentine's
kleederen nauwkeurig onderzocht, voor zy in
haar cel werd opgesloten doch men vond
geen fl"scbje by baar of iets, dat atropine kon
bevat hebben. Een onderzoek in de woning
te Wilmersdorf had eveneens niets opgeleverd
en de flescb cognac die de commissaris in
beslag bad genomen, was ook vry van vergift
gevonden.
Zoo had men alleen het feit, dat mevronw
Recbling aan vergift gestorven was en dat sy
op baar sterfbed Valentine beschuldigd had.
Maar was dit voldoende om een vervolging
in te stellen tegen een jonge dame. van wie
de schitterendste getuigenissen inkwamen
En dit terwyl alle getnigen de overledene
ongunstig beoordeelden Y Aangenomen dat zij
goed by haar verstand was geweest, kon dan
de haat tegen Valentioe en baar doodsangst
baar de vreeselyke besobnldiging niet in den
mond gelegd hebben Verkeerde zy eenige
oogenblikken te voren ook niet bijna in een
even groote dwaling toen zy Valentine van
diefstal beschuldigde
Wel was Valentine's gedrag geschikt geweest
om de verdenking te versterken, maar kwam
dat niet op rekeniDg van haar vreeselyke
aandoening na al het gebeurde met deze
vakkennis wellicht nog grooter waarde.
In de eerste plaats uit een zedelijk
oogpunt, wijl zijn vakkennis hem veel
meer onafhankelijk maakthij is niet
aan zijn machine gekluisterd zooals de
□iet vakkundige.
Hij kan in het vak verschillende wegen
uit, hij is vrijer.
In de tweede plaats uit een financieel
oogpunt, hij komt juist omdat zijn vak
kennis voor het bedrijft waarde heeft,
het eerst in aanmerking voor een meer
„leidende" positie, die altijd en overal
beter betaald wordt dan het werk van
een „domme kracht".
Het is dus in 't belang van de indu
strie, van den fabrikant en van den werk
man dat de arbeiders vakkundig zijn.
Zoowel voor de machinale fabrikatie
als voor het handbedrtjf.
Dit laatste heeft thans nog alleen recht
van bestaan voor dat schoeisel dat door
de bijzondere eischen welkè er aangesteld
worden beter of mooier met de hand
gemaakt kan worden.
Hieruit volgt dat voor dit deel van het
vak juist zeer hooge eischen aan de
akbekwaamheid der werklieden en pa
troons gesteld moeten worden.
Is die vakkennis ontoereikend, dan
verliest het vanzelf bestaansmogelijkheid
en bestaansrecht.
Uit het aangevoerde blijkt dus dat het
noodzakelijk is dat er oor de vakop
leiding van de jeugd gezorgd wordt.
Het fabrieksbedrijf biedt daarvoor niet
de mogelijkheid.
In de fabriek gaat het er uitsluitend
en alleen om, de productie met de minste
onkosten zoo goed en zoo groot mogelijk
te maken,
Voor opzettelijke vakopleiding is in het
fabrieksbedrijf geen plaats en geen tijd.
Het handbedrijf is van te beperkte
omvang geworden om de noodlge krach
ten voor de machinale fabrikatie te vor
men, ja ook voor het handbedrijf kunnen
de noodige krachten in het bedrijf zelf
niet meer in voldoende mate worden
gekweekt, en althans niet zoo stelsel
matig en vlug.
Om deze reden zijn dan ook de vak
scholen gesticht en het aangewezen in
stituut geworden om de industrie nieuw
bloed toe te voeren.
vragen kwelde de reobter zich den gebeelen
dag, toen by de schouwing bijwoonde van
mevrouw Rechlings lijk en rapport bad ODt-
vangen van de huiszoeking en van bet schei-
kundig onderzo k van den cognac. Zyn positie
wnrd nog pijnlyker, toen bij de dienstboden
angmasls verboord bad en zoowel Lonise als
Mina zoo mogelyk met nog meer lof dan te
voren van Valentine hadden gesproken. Da
huisknecht toonde meer terughouding, doch
eeide toch Diets dat in baar nadeel kon zyn.
En nn kwamen mevronw Von Be ren en
Koenraad Recbling l Was bet mogelijk dat
een dame nit de hoogste kringen zicb voor
een misdadigster in de bres stelde, dat zij
zicb zelfs tot onbezonnenheden liet meeslee-
pen Kon een bedaard menscb als Koenraad
k cbliDg sicb zoo door zyn hartstocht laten
verblinden, dat by de moordenares van zyn
hartelijk geliefde moeder zyn geliefde brmd
noemde, en elke verdenking tegen Valentine
terugwees als een beleedigiog hem persoonlijk
aangedaan
Het verboor der arme tante CoDstauceleverde
ook niets op dan betuigingen van de onschnld
barer nicht. Daarbij kwam zy er telkens op
terng, dat haar broeder reeds gedurende
langen tijd gewoon was cognac te drinken voor
hy 's avonds slapen ging. Wel moest zij toe
geven, dat de flesoh den vorigen avond was
I«mii geworden en Valentine voor mevronw
Rwchlina een nieuwe fLscb bad ontknrt, docb
dit was van weinig beteekenis, daar in dese
flescb geeD vergift was gevonden. Ook was de
rechter van meening, dat bet vergift in het
drinkglas gedaan kon zyn bij nam zich das
voor, Valentine by pen volgend verboor bier-
over soherp te ondervragen. Eerst moest bij
nog den beer Bauerlich verhooren, daar deze
in de woning van deu beer Zier was aange
troffen, toen Valentine naar 't gerechtsgebouw
gevoerd was.
Ook Bauerlich, die door zijn optreden den
gnnstigsten indrnk op den rechter maakte,
sprak levendig ten gUDSte van Valentine's
onscbnld en hield een verdedigingsrede in
optima forma. By klaagde daarbij mevronw
Recbling aan bd schilderde met heldere kleuren
hoe zij bet goede, fijngevoelige meisje op de
teederste punten gekwetst had. In z(jn ijver
In de vakscholen heeft men alleen de
opleiding op het oog, en tracht deze
juist zoo te doen zijn als de industrie
ze behoeft, en beoogt men daar het
jonge geslacht in den kortst mogelijken
tijd zoo veel mogelijk te leeren.
Vooral mogen wij hier wijzen op eene
inrichting in het hart van de Langstraat,
de Rijksschool voor leetlooiers en schoen
makers te Waalwijk.
Aan deze school door de Regeering
ten bate van de schoenindustrie gesticht,
kan men een opleiding bekomen zooals
de tijd die verelscht. Deze vakschool
mag onder de Vakscholen voor schoen
makers zoowel wat inrichting als leerplan
betreft, de eerste van ons land en een
der eersten van Europa genoemd worden.
In het bijzonder kan thans gewezen
worden op een cursus in het schoen
maken welke 1 Mei a.s. aan deze school
geopend wordt. Zie hieromtrent de cir
culaire van den directeur der school
gericht aan de ouders van jongens welke
dit voorjaar de lagere school verlaten,
welke io het nummer van dit blad van
Zondag 2 April is geplaatst.
Uit deze circulaire blijkt, dat door dezen
cursus thans ook aan de Rijksschool
gelegenheid gegeven wordt om jongens
die de lagere school verlaten en een
degelijke vakopleiding te verschaffen
vóór zij in het bedrijf komen.
Iets wat wij van harte toejuichen.
Het zou o f. zeer gewenscht zijn dat
de jongens, alvorens zij in het bedrijf
komen, dezen cursus volgen.
Het financieele bezwaar wordt tot een
minimum beperkt, doordat geheele ot
gedeeltelijke vrijstelling van de betaling
van schoolgeld kan worden verleend,
en dat, waarnoodlg, een uitkeering aan
de leerlingen kan worden gegeven.
Hierdoor wordt het gemis van het loon
dat de jongen zou verdienen wanneer
hij in het bedrijf werkzaam was eenig-
zins vergoed, wat voor vele arbeiders
gezinnen een bepaling van groot belang
is. Doch al zal het naar de school zenden
de ouders eenige financieele opoffering
kosten, laten zij bedenken dat de toe
komst van hun jongens er meê ge
moeid is.
De mindere verdiensten in de eerste
jaren, wordea ruimschoots vergoed door
de beter betaalde, meer onafhankelijke
begreep hy niet, dat hij daarmoe Valentine
een slechten dienst bewees, waDt alle pnnten
die hij aanvoerde, zon een rechter niet beter
hebben knDnen in bet liebt stellen en samen
voegen om ze als bewijs te doen dienen voor
de schold der aangeklaagde. De rechter bleef
dan ook niet iD gebreke om bet noodige
gewicht toe te kennen aan de woorden van
dezen man, die nog wel als getuige it décharge
was opgekomen.
Terloops vroeg hy naar de gewoonte van
den beer Zier om eiken avond voor hy naar
bed ging. een glaaije cognac te drinken, en
Bauerlich bevestigde lachend, dat bij daarvan
wel gehoord, maar bet nooit gezien had,
aangezien by zoo laat niet meer aanwezig was.
Dat beeft bier echter niets mea nit te staan,
voegde bij er luchtigjes bij, want gesteld, dat
Valentine bet vergift aan mevronw Recbling
heeft toegediend wat ik onmogelyk kan
gelooveo dan is toch niet aan te namen,
dat zy bet vergift in een volle flescb zal gedaan
bebbea.
Daar sprak hy precies nit, wat de rechter
dacht en deze liet zicb daardoor verleiden tot
de vraag U denkt das, dat zij het vergift
gemengd moet hebben in bet glas water met
cognac, dat zy voor mevrouw RechÜDg gereed
maakte
Neem me niet kwalijk, mynheer, ant
woordde Banerlich en by trad eenige schreden
terng, dat denk ik niet Hoe zou mejnffronw
zoo op eens aan atropine gekomen zijn Zij
behoort niet tot de dames, die zalke middelen
noodig hebben om baar schoonheid te ver
boogen haar oog-n schitteren zonder middel
genoeg. U hebt t«ker geen gelegpnbeid gebad
dit op te merken, want baar oognn zullen nn
wel droevig en rood geschreid zijn, voegde
bij er bij, terwijl hij steelsgewijze met den
zakdoek langs de oogen streek en niet bemerkte
dat zyn verdediging niet veel van eene be -
schnldiging verschilde.
De rechter liet den zonderlingen getuige 4
décharge gaan en liet nu Valentine binnen
leiden Haar verblijf in de gevangenis, nn
reeds twee dagen en de gebeurtenissen daaraan
voorafgegaan, hadden di°pe sporen op hanr
gelaat achter gelaten baar oogen lagen als
nitgedoofd diep in de kassen, baar bonding
positie, die een vakkundig werkman in
het bedrijf kan verwerven.
Van hun bezoek aan de vakschool
trekken zij hun geheele verder leven
het profijt.
H.
Engeland en het kolenvervoer.
Reuter seint uit Londen
Het Engelsch ministerie vaa bulten-
landsche zaken deelt mede Teneinde
misverstand te vermijden, wenscht Zijner
Majesteits regeering de neutrale reeders
te waarschuwen, dat alle kolen van
Dultschen oorsprong, hetzij als lading,
hetzij als bunkerkolen vervoerd, welke
door neutrale schepen worden getrans
porteerd, aan inbeslagneming en vast
houding onderhevig zijn op gelijke
wijze als andere goederen, vallende
onder de «order in Council* van 11
Maart 1915.
De eigenaars van neutrale schepen
zullen dus In de toekomst goed doen
zich er van te verzekeren, dat de kolen,
die hun als bunkerkolen worden verstrekt
niet van Duitschen oorsprong Is en
zich voorzien van certificaten van Zijner
Majesteits consulaire beambteD, waaruit
blijkt, de aard der bunkerkolen, aan
boord van hun schepen vervoerd,
benevens van een consent van Zijner
Majesteits consul in de haven, waar
gebunkerd wordt.
Engeland belemmert den graanuitvoer
naar ons land.
De Engelsche regeering weigert
thans de levering van bunkerkolen
aan booten die Regeeringsgraan in
Argentinië gaan halen, tenzij deze
booten met lading van La Plata
terugkomen. Dit blijkt uit zoodanige
weigering om kolen af te leveren aan
het s.s. «Ittersum* van de Maatschappij
«Oostzee*, dat te Sunderland ligt om
kolen in te nemen.
Zoodoende maakt de Engelsche
regeering den invoer van tarwe in ons
land door de Nederiandsche Regeering
onmogelijk.
Niet per spoor
De beperkende bepaling ia de nieuwe
verlofsregelingverboden per spoor
was mat. Op alle vragen van den reebter
antwoordde zij beden zoo kalm alsof de zaak
haar niet aanging en de mededeeling, dat in
de flesoh cognac geen vergift was gevonden,
ontlokte baar slechts een zwakke glimlaeb-
Hoe zon er dat ook in gekomen zijn
mompelde zij, meer tot zicbzelve dan tot den
reebter sprekende
Juist Voor een glas waren eenige drop
pels voldoende; bet zon zeer onhandig geweest
zijn de geheele fLscb te vergiftigen.
O God riep zij nit en hield met beids
banden haar hoofd vast. Doch spoedig dwong
«y zicb weer tot kalmte en sprak Hoe
zon ik zoo spoedig aan vergift gekomen zijn?
Men draagt zoo ietz toch niet iD zyn zak.
Zou u dan niet weten, dat atropine, in
kleine boeveelbedeD gebruikt, de oogen
schooner doet glinsteren, vroeg de reobter
met loerende blikken.
Ja, dat w«et ik, antwoordde zy vrij
moedig, maar ik heb er nooit aan gedacht
zulk een middel te gebraiken.
Ik kan a niet dwingen Iets anders te
zeggea, U blijft er das bij, dat a mevrouw
Reohling geen vergift hebt toegediend.
Met myn weten niet.
Uw vader dronk gewoonlijk eiken
avond een glas cognac met water. Maakte a
dat voor h6m g»reed
Naeo, dat deed mjjn tante. Ik was
-zelden tbnis.
Hoe kwam u dan op de gedaobte,
mevronw R ciiling van den cognac te geven
Zij verlanadJ ïe's om bij te komen.
Dan bad u haar beter wyn kunnen
geven.
Valentine werd verlegen, Er was geen
flegcb wyn aangebroken, en bet moest ving
gaan.
Een arglistige glimlach vloog over bet
gelaat van den rechter nn bad hij baar
toch op een lengen betrapt. U schijnt te
vergeten, dat o een fleseh cognac tocb ook
eerst moet opentrekken.
Zij sloeg de oogen neer 81 scheen een
inwendige stryd te voeren*
(Wordt vervolgd.)