Nummer 53. Zondag 2 Juli 1916. 39e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. IVadlwijksche Stoomdrukken] Antoon Tieten Eerste Blad. Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. BEKENDMAKING. VERSLAG FEUILLETON. Abonneert U op en Adverteert dit blad. Telefoonnummer 88. Telegram-Ad es: ECHO. LANDSTORM. Be Echo van het Zuiden, Waalwykschc en Langstraatsche Courant, Dit Blad Tunohjjnt Woansdag- en Zaterdagavond, Abonnementsprijs per 8 maanden f0.75. Franco per poit door het geheele ryk f 0.90» Brieven, ingebonden stukken, gelden enz., franco te zonden Uitgaver. aan deo UITGAVE Fnus dkr AdvibtbntiSn 10 cent per regel; minimum 6 regels; groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven worden t maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per rege De Bargemeeeter der Gemeente Waalwijk maakt aan de landstormplichtigeD der jaarklasse iy 16 bekend, dat zij zich vóór 6 Juli aanstaande op de Secretarie dier Gemeente kunnen opgeven voor indienntatelling bij de Marine of bij de Veld-Artillerie. Deze aanmelding brengt op zich zelf niet mede, dat aan den wensch van den landstormplichtige zal worden voldaan. Voor toewijzing aan de zeemacht en aan de Veldartil lerie komen op de eerste plaats in aaomerking zij, die voor den dienst daarbij het meest geschikt worden geacht. Voor de veldartillerte znllen bij voorkeur worden gekozen dienstplichtigen, die met paarden kunnen omgaan eu vertrouwd of althans bekend zijn met bun verzorging. Zij moeten ten minste 1.62 il. lang zijn. Waalwijk, den 28 Juni 1916. De Burgemeester voornoemd, Til. DB SURMONT DB BAS SmEELE. der Kamer van Koophandel en Fa brieken te WAAL WIJK, betreffende den toestand van den handel, de nijver heid, de scheepvaart en van den land en tuinbouw over het jaar iqtj. I Leerlooierijen. Het jaar 1915 behoort zeker tot een der allerbeste, welke de leerlooierij ooit gekend heeft. Reeds in de laatste maan den van 1914, toen plotseling een alge- meene verbetering in den sinds jaren gedrukten toestand van dit bedrijf zich openbaarde, was het duidelijk, dat die bloei en herleving in den nieuwen jaar kring zich in nog toenemende mate zou voortzetten. Met koortsachtlgen ijver werd gepro duceerd en verkocht aan prijzen, die men nog geen jaar geleden onmogelijk zou geacht hebben. Allen, zonder onder scheid, de een wat meer dan de ander, hebben van dien gunstigen toestand ge profiteerd. Geen wonder dus, dat ver- scheidenen dezer industrieëltn, bekoord door den vlotten verkoop en de hooge prijzen van het artikel, tot uitbreiding hunner bedrijven besloten. Toen echter Vau „DE ECHO VAN HET ZUIDEN.' Eene geschiedenis uit de Ëngelsche rechtspleging. 4) lil By myn zi&l Gij hebt gelijk, seide Robert, het is CharlesLyoe, boe is die arme joegen bier gekotnen Eli8abotb, fluisterde Charlos en ksek verwonderd na&r de beide bderen, toen h\ meer en meer uit syn bedwelming ontwaakte Hector bad syn liefdewerk reeds gestaakt, alsof bet slimme dier wist, dat syn taak bier geëindigd was. Robert bemerkte tbans, dat Charta's wond aan bet voorhoofd niet gevaarlijk waa, en dat hij verder niet gekwetst Bcheen, Hij liet hem uit siju veldflesch eeu teug wyn drinken, en de jonge, krachtvolle m&D bad sich weldra in zooverre hersteld, dat by op de vragen der vrienden bon antwoorden. Mijne bruid Elisabeth is verdwenen, begon CbarleB terstond, en syn gelaat zag er weer zeer bedrukt uitgij kent immers dat ichoone meisje wel seide by tot Robert, eu dese antwoordde op zyn bedaard koele wijse Bedoelt gij Elisabeth Canning, die voor twse jaren bij ons gediend beeft Charles knikte bevestigend. Zy is Zondagmorgen naar Londen gegaan om barau oom te bezoeken eu sou 'a avonds om negen nor terug syn. Ik heb haar vergeefs gewacht, eu ben iu myu angst midden in den u&cht naar den ouden ColJey gegaanaijno vrouw seide my, dat Elisabeth deB avonds om kalf acht vertrokken was, en dat sy baar tot Houndsditch baddeu vergezeld. Waarschijnlijk bad banna nicht nog bet de voorradige hulden eu looistoffen grootendeels of geheel verwelkt waren en men tot den inkoop van den inmid dels buitengewoon in prijs gestegen lool- materialen moest overgaan, werd men aedachtzamer. Alleen voor veel geld en onder zeer bezwarende N O. T. bepa lingen, bleek het mogelijk iets te krijgen en vaak oog niet datgene, wat men zoo vurig verlangde. Zoo waren b.v. West- ndische huiden zoo goed als niet of slechts in inférieure soorten aan nog maar geringe quantums te bekomen. Voor de zoolleerlooierijen was dit een slag, die des te meer gevoeld werd, toen, wegens de zeer hooge zoolleerprijzen hier te lande, verscheidene importeurs Amerikaansche Croupons invoerden, wel ke door de schoenfabrikanten gretig aan Detrekkelijk billijke prijzen gekocht wer den. Door die concurrentie zette meer dan een zoollederfabrlkaut zijne zaak om in eene riem- en luigleerfabriek of voegde er deze b anche op bescheiden schaal bij, want wegeos den uitvoer naarDuitsch- land, bestond er ook hier te lande groote behoefte daaraan. Of deze nieuwe proe ven steeds gunstige resultaten opgeleverd hebben, willen wij voor het oogenbllk in het midden laten, doch eea feit is het dat de invoer van ongeveer 100,000 K.G. Amerikaansch zooileder, onze lederin dustrie een scherpe concurrentie aan deed. Doordat de leerlooierijen nu bijna uitsluitend inlandsche hulden moesten verwerken, welke schromelijk duur waren en daarbij ~geen voldoend rende ment gaven, terwijl de prijzen der nog te verkrijgen looistoffen (vaak van zeer inferieure kwaliteit) twee-, drie- tot zelfs viermaal zoo duur geworden waren, zag men in het najaar den toestand mindèr rooskleurig in. Wijl de vraag naar leder verflauwde, doch de grondstoffen en materialen maar aldoor rezen, begonnen sommige industrleelen hunne productie in te krimpen en eenige concessiefs op de lederprijzen te doen. Dat .de prijzen van inlandsche slachting werkelijk te hoog waren, niet in overeenstemming met de in den lande aanwezige voorraden daarvan, bleek uit de bekende geschiedenis der 100,000 huiden in de maand December, welke maandenlang de looierswereld, en niet ten onrechte, in eene koortsachtige stemming gehouden heeft Zoo werd dus 1915 aan het einde nog met gemengde gevoelens van tevredenheid en teleurstelling gesloten. Wat den toestand der voornaamste bedrijven in onze gemeente betreft, kuonen wij o. m. het volgende mede- deeleo Zoo schrijft b.v. de.firma van Iersel Witlox Co. Het resultaat voor de vacheleerfa- brleken kan zeer zeker voor het jaar 1915 heel bevredigend genoemd worden. Het afgeloopen jaar kenmerkte zich door vlotten afzet aan loonende prijzen. Speciaal geldt dit voor de eerste acht maanden. De Is Van eVler maanden kenmerkten zlchf.n we' gedeeltelijken stilstand in zaké^Tege daarmede in nauw verband, he van 0 kunnen hand haven der bestaande Jzen. Begia 1916 is h Ao nog geen verandering gekomen Voor zoover het zich thans laat aanzien, belooft 1916 niet zoo rooskleurig te worden. Met vastheid is dit natuurlijk niet te zeggen, daar men in deze tijden zeer zeker aan groote verrassingen blootstaat. Een zeer groote moeielijkheld, waarmede de looierij te kampen heeft, is het vinden der geschikte grondstoffen en het aanvoeren daarvan. De firma Gragtmans Wiesman. Het jaar 1915 was voor de looierij een gelukkig jaar. D%prijzen van het laatst van 1914 konden niet gehand haafd blijven, Januari begon al dadelijk met een vermindering van prijs, en de prijzen zijn blijven afbrokkelen tot de zomermaanden. Toen werd de prijs weder vast en die prijzen hebben wij kunnen behouden. Jammer, dat wij niet genoeg konden fabriceeren. Gebrek aan wilde bulden en looistoffen deed zich zeer gevoelen. De firma N. V. Stoomlederfabrlek v/h R. Delhaye Wij hadden reden over 1915 tevreden zijo. Toch zijn, door de hooge prijzen der huiden, looistoffen en andere benoodlgde materialen, de winsten niet zoo groot geweest als sommlgeD, meest buitenstanders, zoo lulde verkon digd -hebben. De in het najaar 1915 aangevangen vergrooting onzer fabriek nadert hare voltooiing. Hoewel wij den toestand volstrekt niet donker Inzien, gelooven wij toch, dat over het algemeen, de resultaten van 1916 ver beneden die van '15 zullen blijven. De kuiplooierijen, welke nog voor een gedeelte volgens de oude methode werken, hebben in 1915 niet zoo'n goede goede zaken als in 1914 gemaakt. Van hetgeen in. '14 ingewerkt was, een kleiner quantum evenwel dan in de daaraan voorafgaande jaren, is buiten gewoon geprofiteerd. Later echter, toen zij zooveel duurder moesten inkoopen en zooveel langer op de gereede fabricage wachten, werden, in verband met de concurrentie van het Ameri kaansche zoolleder, de winsten niet weinig besnoeid. De overleerloolerijen waren mede zeer goéd tevreden, wat alleszins begrijpe lijk is, als men weet, dat de bultenland- sche Invoer daarvan gestadig vemlnderde om ten slotte zoo goed als geheel stil te staan. De Waalwyksche Chroomlederfabriek, Van Dooren de Greeff alhier, meldt ons dienaangaande Wij kunnen over 1915 niet anders dan tevreden zijn. Het gaf ons geregeld handen vol werk. Ofschoon de prijsver- hooging der ruwe huiden, het gebrek aan iooimlddelen, kosten en moeielijk- heden van de N. O. T. de looikosten zeer verhoogden, werd toch ook van den anderen kant in de verhoogde lederprijzen geregeld en nogal gewillig toegastemd. Na zooveel jaren van malaise, die wij hebben moeten doormaken, stemmen de resultaten van 1915 ons blijmoedig en tot goed vertrouwen in 1916. En de firma H. H. Jansen Chroom- laklederfabriek Het jaar 1915 zette voor ons bedrijf onder de meest gunstige omstandig heden in. Vooral in het artikel lakleder voor militaire doeleinden, waren we zoo van orders overstelpt, dat er van particuliere leveranties zoo goed als niets disponibel bleef. Tot begin Juni bleef die drukte aan houden, toen door de totale afbrandiug der fabriek, ons bedrijf Ineens geheel stil stond. Eerst einde November konden we in kerkhof «ao Whitefidd bezocht, vaar baar vader begraven ligt, eu was ray daardoor misgeloopeDay son on wel al lang thuis syn. Ik ijlde tersg. verhaalde de jooge Lyon verder, meer en mser opgewonden, maar wie ik niet te bnis vond, was Elisabeth. Na begaf ik m\j op nieuw op weg, ofschoon mijn vader mü niet wilde laten gaan ik had geen rust, en dsoht baar bier op bet kerk hof ta vinden, maar boe ik ook baar naam riep, sy was er niet. Dat sij hier niat meer syn sou, kon ieder wel denken, sy Robert droogjes. J i. als ik nog maar denken kon, her nam Charles, on utreek met de band over bet voorhoofd, waardoor hij eerst tbans syn wond gewaar werd hy scheen er self over verbaasd, boe bij daaraan gekomen wus. Gij suit van afmatting en ontsteltenis in onmacht en met bet boofd op den kant van de grafserk gevallen syn. daar syn immers nog de bloedvlekken, merkte Robert op. Ach wat bekommer ik mij om mijselven mompelde de jonge timmerman, diep badrnkt. Ik denk er nog maar alleen aan, wat er van mijne Elisabeth is geworden, ik heb er een voorgevoel van, dat sy ontvoerd of vermoord isen hij- staarde somber en troosteloos voor sich heen. Wie denkt ook ierstend het ergste? seide Robert op kouden en drogen toon. Terwyl gij bier treurig het boofd laat hangen, is Elisabeth seker reeds lang te hais, on vroolyk en goedsmoeds. Dat geloof ik niet, want ik kan de gedachte niet van my afletten Ga gerust heon, viel de jonge Wintle- bmy hem in de rede, gij suit het schoone kind spoedig terugvinden. Charles door desb vertroostende toespraak opgebeurd, beproefde ook werkelijk syn krachten te versameleu maar sleohts met moeite koD hij s'ch voortslepen. William bood hem medelijdeed den arm. Langsaam verliet men het kerkhoftoen alle drie aan het kleine poortje gekomen waren, sprak Robert tot syn vriend Nu, Willy, willen wy eindelijk* ons jachtgelak beproeven Zouden we niet eerst den armen jongen naar buis brengen? fly is nog s^er swak, vroeg William sacht Waartoe De breedgeschouderde sterke knaap zal wel alleen den weg naar huis vinden, was bot antwoord van Robertkom, wy hebben geen tyd meer te verliesen Neen, ik wil bess niet alleen laten, ik heb medelijden met den braven jongen. Zooals gij wilt, Wiliy, hernam zyn vriend, gij weit dat ik gaarne myn eigen weg ga. en daarom ook anderen den hunnen laat volgen. Hy knikte William nog eens vriendelijk toe, wierp bot geweer over den schonder, fLot sijn hond, en was weldra naar de tegenovergestelde sijde verdwenen. Charles was werkelijk nog seer swak hy kon zich nauwelijks voortbewegen, en de kloeke, sterk gebouwde man moest semtyds op den joDgeu baronet lennen, die hem op de vrieudelykste wyze syne zwakke sohouders ter balps bood. Ia weerwil van Bijna groote afmatting sprak de jonge Lyon onder weg van niets anders dan van syne bruidde vrees voor hetgeen haar wedervaren was, scheen hem geheel alleen te vervullen in de overdrevenste uitdrukkingen roemde hy baar sohoonheid, en vroeg dan telkens aan William of bij ook niet bekennen moest, dat Elisabeth bet eoboonste meisje was, dat de aarde ooit had gedragen, Een prins zou sich niet behoeven te schamen haar tot syn vrouw te maken, vervolgde Charles met si de spraakzaamheid van een verliefde, en moet gij ook niet tos- stemmen, dat sy schooner is dan alle meisjes tien mijlen in den omtrek Op de bovendien gemakkelijk op te wekken verbeelding van den jongen Davistown maakten deze gloeiende schilderingen een eigenaardigen indruk, Toen Elisabeth nog in de abdy diende, bad by haar dikwijls gesien, en ofschoon hem de ontluikende sohoonheid van bet toenmaals nauwelijks zestienjarige meisje wel in het oog was gevallen, was hi toch te trotssh geweest, om er verder op te letten. Eerst voor eenige weken had het toeval hem weder voor eenige oogenblikken in de tegenwoordigheid van Elisabeth ge bracht en hy was een weinig verrast geweest, de nieuwe fabriek, den arbeid hervatten. Wij mogen vertrouwen, dat 1916 voor ons gunstig verloopen zal. De looierijen van paardenledcr en rund box werkten, naar wij uit goede bron vernamen, eveneens met zeer gunstige resultaten. Dat 1916 door velen om redenen van gebrek aan looistoffen met zorg aanvaard is, behoeft verder wel geen betoog. Van een niet te onderschatten belang is het daarom, dat het proefstation onzer Rijks vakschool voor de lederindustrie zich met het onderzoek der looistoffen onledig houdt en de resultaten daarvan ter kennis van belanghebbenden brengt. Meer dan een industrieel heeft van die mededee- lingen profijt getrokken. Doch ook op het gebied der looime thoden zal deze inrichting ongetwijfeld veel nul stichten. Daarom juichen wij het toe, dat fabrikanten zeiven of althans hunne zonen de voor dat doel gehouden cursussen volgen. De looierij is nu een maal in nieuwe banen geleid, is een we tenschap geworden, weshalve degene, die de eerlang weer optredende concur rentie, met goed gevolg het hoofd wil bieden, toegerust zal moeten zijn met theoretische en practische kennis. Wat zal 1916 ons brengen In geen geval lage lederprijzen. Eerst geruimen tijd na den oorlog zullen waarschijnlijk leder, en dus ook hulden en looistoffen, hun hoogste punt bereiken. Met ijver zal er geproduceerd worden, en de huidenpro ductie zal hier en elders, een tijdperk van bloei bereiken. Vastberadenheid bij het doen van in koopen zal dus dan meer dan ooit een gebiedende eisch zija. Intusschen meenen wij daarin, versterkt door de lessen van het verleden, dat er voor onze looierijen, mits ze op de hoogte van den tijd blijven, I nog een gunstig decennium aanstaande is. toen bij gesien had, hoe de veelbelovende knop zich inmiddels tot eene schoon bloeiende toob had ontwikkeld. Nu verkreeg haar beeld in syne herinnering door de dweperij van den jongen Lyon nog geheel andere schitterende kleareD. Hoe levendiger Charles sprak, des te stiller was William geworden, en eerst toen Charles sijs vraag herhaalde, seide hy ontwijkend, om ajjn groote opgewondenheid niet te verraden Ja, sij is inderdaad lief. Slechts lief riep de andera geraakt uit, hebt gij ooit schooner oogen gezien Zoo sohittereD geen sterreD aan den hemel als die in baar hoofden hebt gij ooit schooner gelaat aangetroffen Ia het niet zoo fijn en voornaam als dat eener voretin Ach. myn heer, gy hebt myn Elisabeth nooit nauwlet tend beschouwd, omdat zij voor n slechts een dienstmaagd was maar ik went toch, dat sij de schoonste in het geheele laDd was, en ru ia sy voor eeowig voor my verloren/ i)d jonge man liet weder treurig en moede loos bet hoofd hangen. Missohien had Robert gelijk on is sy reeds lang te hnis. Neen, neen, daar zal ik haar niet vinden, klaagde Charles, mijn voorgevoel zal my niet bedriegen; en als wilde hij eindelijk zekerheid hebben, stapte hy ondanks syne groote zwakheid, zoo snel voort, dat William moeite had hem te volgen. Weldra was Aldermanbnry bereikt, eu kreeg men bet eenvoudige, maar stevig gobonwdo haie van den wakkeren timmerman in het oog. Nog eer Charles den drempel der ouderlijke woning kon overstapper, sohoot eene krachtige, buitengewoon kloeko vrouw naar buiteD, en sloot in hevige vervoering den aangekomene in de armen. Zijt gij daar eindelijk terng, Charles r U, wat heb ik om uwentwil een angst uitge staan En aij drukte haar soon met onbedwongen liefde Dog vaster aan baar hart, zonder op sijn metgesel te.letten. Elisabeth terng vroeg Charles terstond, en sloeg sijne oogen vol onrust op het gelaat ifiner moeder, wier buitendien eenigasins ruwe trekken by dase woorden hUDne blyda uitdrukking verloren en sich snel samen trokken. Spreek mij niet meer van die slechte deern, seide sy kortaf en verwijtend. Das is sij niet teruggekeerd, seide de soon, zonder zich door den opkomende toorn zijner moeder te laten afschrikken, ofschoon hij anders niet licht s«lfs baar geringste misnoegen durfde opwekken. Neen, hernam ay wrevelig, dat zal sij ook niet meer doen, die landloopster en indien s'y het nog cods waagde, sou ons hnis voor haar gesloten blijven. Moeder spreek zoo niet van mijn bruid 1 Bruid herhaalde dese hoonend gy «uit toch niet soo dwaas zijn. u ora die lichtzinnige deerne nog verder te bekomme ren Als sij werkelijk een fatsoenlijk meisje was, dan zon sij gisteren op den bepaalden tyd naar huis gekomen sijn. Maar ik heb de huichelaarster nooit recht vertrouwd, en Zy is niet gekomen, omdat baar een verschrikkelijk ongeluk beeft getroffen dat is zoo zek^r als dat ik bier myn hand naar den hemel ophef, en Charles strekte syn rechterband omhoog, - De timmermansvrouw taohte bitter. Gij kent de meid weinig, maar ge zult wel tot overtuiging komen. Aob, en wat siet gij er ellendig uit, en hebt ge een groote wond aan het voorhoofd Laten we apoedig in hnis gaan dan kont gij uwe krachten herstellen en indhn miinheer Davistown one de eer wil aandoen. Zij scheen thana eerst William te hebben opgemerkt en maakte tegen hem eene uitnoodigende beweging met de band, zonder daarbij eene groote onderdanigheid aan den dag te leggen. Door het geheele wezen van de vrouw liep oen harde trek die, van energie getuigdeay besat haar burger trots en boog sich n^oit gaarne voor menscheo van hoogeren stand. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1916 | | pagina 1