Nummer ^7.
Donderdag 31 Augustus 1916.
39e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
IM wllhchE StoomdruHerii Antoon Tielen
DE OORLOG.
t
FEUILLETON.
Telefoonnnmmer 38. Telegram-Ad;*óm ECHO.
Efne geschiedenis uit de Engelsche rechtspleging.
Waalwiihsche
strtalsrkf Courant
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f 0.90.
Franco per post door het geheele ryk f 1.05
Briefen, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
UITGAVE
Prijs dik ADY**T«»mSN 10 cent per regel; minimum 8 regels; groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regel» en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclame* 15 cent per rege
DE TOESTAND.
Sedert het verschijnen van ons vorig
nummer zija gewichtige zaken gebeurd.
Italië verklaarde den oorlog aan
Dultschland en Roemenië verklaarde den
oorlog aan Oostenrijk. Zondagmorgen
werd bericht dat In Boekarest des na
middags een kroonraad gehouden zou
worden, waaraan ministers, oud-ministers,
voorstanders en tegenstanders zouden
deelnemen. En Maandagmorgen reeds
kwam de tijding dat Roemenië den
oorlog verklaard had.
Het zal begrijpelijk zijn dat we voor
al hierover een en ander schrijven. Dat
Italië den oorlog verklaarde aan Duitsch-
land doet aan den feltelijkeii staat van
zaken weinig of niets afmaar wel de
oorlogsverklaring van Roemenië aan
Oostenrijk, (die nu al gevolgd is door een
oorlogsverklaring van Dultschland aan
Roemenië) waarop Italië, vooral een
grooten invloed schijnt te hebben uit
geoefend. Roemenië dus begeeft zich
geheel vrijwillig op 't oorlogspad, stort
zijn volk zonder eenigen noodzaak in den
poel dezer ellende. Welk motief zal
gelden is niet bekend, maar iedereen
weet het, omdat het gebiedsuitbreiding
wenscht, omdat het iets wil hebben wat
Oostenrijk toebehoort nl. Zevenburgen
en 't op andere wijze niet kan knj^èrt.
Het meent dat thans de tijd rijp Is om
het met behulp van andere, het ver
zwakte Oostenrijk-Hongarije te ontne
men. Dat is de nuchtere werkelijkheid.
De stilte, die ia de laatste dagen op
het Oostelijk oorlogsterrein heerschte
en die nu, door de beslissing van
Roemenië volkomen verklaard wordt,
er moesten natuurlijk de noodige
militaire schikkingen getroffen worden,
zal waarschijnlijk plaats makep voor
een grootere levendigheid en een groo-
tere actie.
Want het ingrijpen van Roemenië zal
wel geheel op verrassingen zijn geba
seerd en op een snel en zoo vlug mo
gelijk doortasten, om met zoo weinig
mogelijk offers te pogen het doel, dat
men zich voorstelt te bereiken. De
oorlogsverklaring, die, ondanks de tal
rijke en herhaalde geruchten omtrent
Van »DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
21)
een partijkiezen van Roemenië en de
aanwijzingen daarvoor toch nog ver
rassend kwam, zal waarschijnlijk door
een verrassende militaire actie gevolgd
worden.
Men heeft den tijd gehad om de noo
dige maatregelen te treffen en men
heeft blijkbaar ook te zamen met den
toekomstigen Russlschen bondgenoot de
noodige maatregelen reeds genomen;
Roemenië zal nu zoo spoedig mogelijk
aan de Hongaarsche en Rusland aan
de Bulgaarsche grens van het oogen-
bllk van verwarring gebruik gaan maken,
om dadelijk de grootst mogelijke voor
deden te behalen.
Maar het behoeft niet gezegd, dat
men ook van den anderen kant de noo
dige maatregelen getroffen heeft om
zich tegen Roemenië te weer te stellen.
Zoowel in het ruwe berggebied van
Zevenburgen als langs de Bulgaarsche
grens zullen de noodige troepen wel
zijn samengetrokken. In Hongarije vooral
zal de oorlogsverklaring van Roemenië
een storm van verontwaardigden harts
tocht wekken en een algemeenen g ,.A
van verzet en tegenweer, zooals de oor
logsverklaring van Italië dien wekte in
Tirol.
Zoo gemakkelijk als in 1913, aan het
elude van den tweeden Balkanoorlog,
zal de «militaire wandeling» in de rich-
t,ng van Sofia en in de richting nu ook
van Boedapest, voor Roemenië niet
wezen en zwaardere offers zal het in
grijpen in den oorlog nu aan Roemenië
wel kosten.
Maar van den anderen kant valt ook
de invloed, dien Roemenië op de be
slissing van den oorlog 'uit kan oefenen,
niet te onderschatten. Het heeft een
sterk, frisch leger, waarschijnlijk in vol
doende mate toegerust, terwijl de ligging
van het land verschillende strategische
voordeelen met zich brengt. En Roe
menië werpt zijn zwaard in de schaal op
een oogenbllk, dat toch reeds de cen-
tralen.te wankelen begonnen onderden
gemeenschappeltjken druk van de en-
tentelegers en aan dien druk geen weer
stand meer konden bieden.
De pets der entente-landen juicht be
grijpelijkerwijze om het besluit van
Roemenië, terwijl de Duitsche en Oos-
tenrijksche bladen zeggen, dat dit ver
raad hun niet verrast, en maatregelen
genomen waren. Vooral de Hongaren
betuigen zich woedend, en beloven dat
de Hongaren tot den laatsten man zul
len vechten om dezen roofzuchtigen
overval op zijn gebied af te slaan. En
zoo zijn ons dus opnieuw groote ver
schrikkingen op het oorlogsterrein te
wachten en brokkelt bet kleine getal
der neutralen steeds af:.
BOEDAPEST, 29 Aug. (Wolff.) De
Pester Lloyd meldt uit Weenen. De
nota van de Roemeensche regeering,
die Zondagavond om kwarto voor negen
is overhandigd, deelde rmede, dat Roe
menië zich om 9 uur, dus over een
kwartier, met Oostenrijk-Hongarije als
ia oorlogstoestand zou beschouwen. Deze
nota was door Porumbaro, den Roe-
meenschen minister van buitenlandsche
zaken, onderteekend. Daardoor treedt
duidelijk het voornemen van een over
rompeling aan den dag, die met de
grofste middelen werd beproefd.
Dat overrompeling het oogmerk was,
blijkt nog uit eenige andere omstandig
heden. Bijvoorbeeld daaruit dat de
oorlogsverklaring juist'op Zondag werd
cn'erhandigd. Dat beeft Italië indertijd
ook gedaan.
Men ging waarschijnlijk van de ver
onderstelling uit, dat er op de Ballhaus-
platz geen ambtenaar aanwezig zou zijn,
bevoegd om een oorlogsverklaring in
ontvangst te nemen, zoodat de oorlogs
verklaring tot éém Volgenden morgen
zou blijven liggen, waardoor dan een
voorsprong van eenige uren zou worden
verkregen, die allicht niet zonder mill
talr belang zou zijn.
Thaos kan worden meegedeeld, dat
Roemenië sedert dertig jaar door een
(geheim) verdrag van bondgenootschap
aan ons was verbonden. Dit is voor de
laatste maal in 1912 vernieuwd. Dit
verbond had tot grondslag het verbond
tusschen Duitschland en Oostenrijk-
Hongarije en niet het drievoudig ver
bond.
De Bulgaren in Macedonië vooruit.
Ia het Grieksch-Macedonische terrein,
oostelijk van de Stroema, hebben de ge
allieerden zoo goed als niets meer te
vertellen. Langs de Engelsche Zee
tot aan Orfano, even oostelijk van de
uitmonding van de Stroema, zijn de
Bulgaren, die van den Bunar Dagh naar
het St'aod afdaalden, heer en meester.
Kavalla de belangrijke havenstad in
Grleksch-Macedonië, verder naar het
oosten, dus ver achter den Bulgaarschen
slagboom gelegeo, hebben de Bulgaren
bezet. De Grieken gaven op bevel uit
Athene alle forten om de stad, op één
na, volkomen ongeschonden aan den
Bulgaarschen bevelhebber over. De mo
gelijkheid voor de Entente om In den
rug van het Bulgaarsche leger Kavalla
als vlootbasis of als steunpunt voor hun
landingstroepen te gebruiken, is hier
mede verdwenen Onmiddelijk gevolgvan
dit Bulgaarsche optreden was, dat een
smaldeel van de vloot der geallieerden,
bestaande uit een .paar monitors en een
kruiser, Kavalla beschoot.
Op den Westelijken vleugel schieten
de Bulgaren niet op.
Van het Stroema-front en de linie in
de buurt van het Doiranmeer wordt ver
ader door Havas niet gemeld dan Fransch
en Eogelsch artillerie-vuur, dat goede
uitwerking had en waardoor o.a, een
bataljon Bulgaarsche infanterie werd uit
eengedreven.
^Van 1 tot 20 Augustus zijn volgens
de Neue Ztiicher Nachrichten, 22 Itali-
aansche schepen met een inhoud van
46.Q00 ton in de Middellandsche Zee in
den grond geboord.
De Engelsche hulpkrulser „Duke of
Albany", groot ongeveer 2000 ton, is in
de Noordzee getorpedeerd. De kapitein
en 23 man zijn omgekomen, 87 man
zijn gered.
De strijdkrachten van Roemenië.
In verband met de oorlogsverklaring
van Roemenië aan Oostenrijk-Hongarije
is het interessant de sterkte van het
Roemeensche leger wat meer in bijzon
derheden na te gaan.
We laten daarom hier nog eens volgen
wat onze militaire medewerker indertijd
in ons blad over dit onderwerp schreef.
Roemenië, dat een bevolking heeft
van 7.5 mlllioen, heeft een leger, dat
volgens nieuwste opgaven op 700.000
man wordt geschat. De diensttijd is 10
jaar bij het actieve leger en 10 jaar bij
de reserve, zoodat het dus mannen heeft
van 20 tot 40 jaar. Van alle Balkan-
staten bezit dit rijk het langst een mili
taire organisatie in modernen zin, zoodat
XI.
Ik heb n evenwel gezien, Elisabeth, en
dat wu8 mjj goroeg. Ik wist self niet, dat ik
n beminde, dat gij myn baste deel waart,
aprak by verder, terwyl by siob naait baar
aette en bare band vatteeerst toen ik n
voor my verloren achtte, gevoelde ik hoe lief
ik u bad on dat ik zonder n niet leven kon
Zjj schudde twijfelachtig het hoofd.
Wees niet ongeloovig, geliefde, smeekte
hjj, en hoe langer hjj sprak, das te meer ge
raakte hij weer onder den invloed van den
waaniinnigen hartstocht, die hem rnBteloos
rondgedreven had, zoolang hy baar voor sioh
onbereikbaar bad geacht. Toen Robert Wintle-
bnry in de Abdy bet berioht bracht ven nw
onverklaarbaar verdwynen, was het alsof my
de oogen opengingen, nadat ik zoolang in
duisternis bed verkeerd. Ik bemin baar ik
bemin haar! klonk het in myn binnenste, ik
moet baar zoeken en aal niet rnsten, eer ik
haar gevonden heb Het ging my als Hamlet,
die ook eerst zjjne liefde voor Ophelia kende,
toen zy voor ham verloren was.
Ik heb booren vertellen, dat gy naar
mij gezocht hebt, zeide zij kalm, onverschillig,
alsof -zjj niet van ziobaelve, maar van eene
andere sprak.
Ik h?b u gesocht, en sou u mijn leven
lang de geheeld wereld door gezooht hebben l
ging hy opgewonden voort. Menigmaal betreur
ik het, dat gy teruggevonden zijt zonder mijc
toedoenik zou zoo gaarne in het hol inge
drongen syu, waar de roover u heengesleept
hadik sou soo gaarne met hem om den
kostbaren bnit hebben gestreden
O neen, neen, om Godswil niet riep zjj,
en strekte afwerend de handen nit alsof zjj
een spook voor zich zag.
Hy glimlaohte vroolyk, daar hy haar angst
in zjjn voordeel nitlegde. Op mijne armen
bad ik n nit den donkersten afgrond door
water en vnnr willen dragen- Gy aoudt niet
in het geheim, zooals gy verdwenen zjjt, weer
tot het daglioht zjju opgestegen.
Niet in het geheim, bet is allrs dnidelyk
en bewezen, viel zjj snel in. Usze misplaatste
aanmerking, die aan de gerechtszaal deed
denken, was als een konde waterstraal op ejjn
gloeiende geestdrift. Lly kromp ioeen, maar
wilde ziob niet nit den waan laten brengen
met alle inspanning hield hij er zich aan vast.
Zoo hot aan my gelegen had, dan bad ik n
nog op dienzelfden ovond, toan ik u te Alder-
manbnry terngzag, naar myn vaderlijk bnis
gebraoht, sprak bij kalmer, maar toch met
veel gevoelik moest de wereld, waarin ik
leef en waarin gij met my lsven solt, naar
de~oogen zien, maar thans is da (yd van
dralen voorby. Geen dag langer wilde ikmyn
geluk uitatellen, ging bij steeds vuriger voort,
heden avond nog moest ik tot u komen om
n te vragen: Elisabeth, wanneer wilt gij mij
als mijne vrouw naar Chesny-Wood volgen?
Zij ontstelde en zette groote oogen op,
swaar ademend verhief zich hora borst en
sprakeloos Blaarde zy hem eenige oogenblikken
aan
Is het n ernst Wilt gij mij werkeljjk
tot nwe vrouw nemen? vroeg sjj.
Gy beleedigt mij door daaraan te twijfelen,
antwoordde hjj, en wederom voer hem eene
hnivering door de leden.
En uw vader en uwe snater
Myn vader keurt het goed, by aal n
met blydschap als zijne dochter welkom heeten,
hernam hy, terwyl hy de laatste vraag onbe
antwoord liet.
Wat son sqnire Wintlebury en syne
vrouw en miB3 Mary daarvan zeggen
Het was William, of by een steek door
het hart kreeg, toen hy den naam van de
vriendin zijner jengd boorde. Het was hem
onaangenaam, dat Elisabeth dien nitsprak, en
deze nu als geheel gereed te beschouwen
Is. In 1877 was het reeds het Roemeen
sche leger, onder den lateren Koning
Carol dat het groote Russische rijk te
hulp snelde en wist te voorkomen, dat
Rusland door de Turken onder Osman
Pacha Chazi bij Plewna overwonnen werd.
Het leger telt, volgens betrouwbare
gegevens, de laatste twee jaren niet
minder dan 5.500 beroeps-officieren,
waarvan bekend is, dat ze een aaneen
gesloten goed gedisciplineerd korps
vormen, dat bezield is met een uitste
kenden geest,. De gewone vredesterkte
van het leger is 110,000 man.
De lichting, die ieder jaar bij 't leger
wordt ingelijfd en waartoe allen behooren
die de wapens kunnen dragen, zoodat
alleen zij zijn vrijgesteld, die physlek
ongeschikt zijn, bedroeg de laatste jaren
5760.000 man. Een 2000 hiervan be
komen eenige vrijstelling, maar slechts
zoodanig, dat zij in den loop van vier
jaar, toch nog ruim anderhalf jaar-troe-
pendlenst verrichten. Deze 2000 worden
ingedeeld bij de Kolaraschreglmenten,
waarvoor het een eisch is, dat zij een
eigen paard niet bijbehoorenmeebrengen.
Sedert 1912, toen een nieuw korps
werd opgericht, bestaat het leger uit 6
legerkorpsen, die ruim van artillerie,
volgens de eischen van den modernen
oorlog, voorzien zijn. Bij ieder korps
vindt men dan ook, behalve het groote
aantal veld-, berg- en rijdende artillerie,
de vereischte houwltser-afdeelingen en
de batterijen zware belegeringsartillerie.
In het leger is in vredestijd een over
compleet aan kader, dat aangewezen is
om bij mobilisatie de reserve te encra-
dreeren. Deze reserveformatie, waarvoor
dus het geraamte geheel klaar is, is op
1 April 1913 gebracht op 5 divisies,
leder van 16 bataljons, Behalve over
cavalerie en andere hulpwagens,beschikt
iedere reservedivisie over 5 snelvuurbat
terijen en een 12 c.M. houwitserbatterij.
Voor de algemeene arlllleriereserve
heeft men wel is waar geen modern
maar toch nog zeer bruikbaar Krupge-
schut van 1881.
De mobilisatie van het Roemeensche
leger tijdens den tweeden Balkanoorlog,
die dit rijk op onbloedige wijze een
gebiedsuitbreiding met de stad Sillstria
gaf, ten koste van Bulgarije, leverde
bovendien het bewijs van de schitterende
evenwel seide hy Mary Wintlebury heeft mij
beloofd nwe vriendin, nwe znstar te zullen
syn, heeft sij n dat niet reeds bewesen
Zy en miss Hetty zijn zeer gosd voor
my geweeBt, mompelde Elisabeth, en liet bet
hoofd hangen, alsof z(j sich schaamde over
de vriendelijkheid, die de dames baar betoond
hadden.
Zijn nn al nwe beswaren nit den weg
geruimd, geliefde vroeg William met teederen
aandrang
Elisabeth antwoordde niet. Zy zag omhoog
naar de soldering, en haar gelaat nam een
fiere, verheven nitdtnkking aar. Beelden van
een schoone, schitterende toekomst scheen voor
het oog harer ziel voorby te zweveD.... Hare
bleeke wangen klenrden sich hoogrood, bare
oogen straalden. William sloeg haar zwijgend
Bade hy meende op hare wangen en in bare
oogen het morgenrood en den zonsopgang van
eyn gelnk te sien.
Maar langzaam, onmerkbaar sonk haar
hoofd al dieper en dieper, tot bet geheel op
de boret gevallen was evenals een licht wolkje,
eerst Blechts gelijk aan doorschijnende nevel,
langzaam opstijgt, zich steeds meer verdicht,
tot.het den geheelen horizon bedekt en de
zon verbergt, zoo betrok ook haar voorhoofd,
de glans der oogen vordoofde onder een slaier
van tranen, de wangen werden doodsbleek en
om den mond vertoonden ziob trekken van
diepe, onuitsprekelijke smart. Zy strekte de
handen nit, alsof sij met geweld en tegen haar
zin iets van zich wilde afweron en snikte
Ik kan uwe vrouw niet worden, mr.
Davistown, ik kan niet
William Btond als uit de wolken gevallen.
Hy had «nik een^geheel ander antwoord ver
wacht, de overgang was te plotseling geweest.
Elisabeth, bszio n, dat kan nw laatste
woord niet syn 1 smeekte hij.
Zij knikte.
Gy zijt verrast, ontsteld, overleg het
met uzolve.
Nooit, nooit, ik kan nooit nwe vrouw
worden.
Haat gy my
Neen, neen, ik heb n immers sooveel te
danken
Wys my nog niet af, Elisabeth.
Ik kan niet anders
Zeg mij dan tenminste de reden
Dat kan ik nietdat mag ik DietLaat
mij alleen, bid ik n, en kwel mjj niet langer 1
Zy keerde zich van hem af, hy zag, dat er
voor beden geen ander antwoord van haar te
verwachten was.
Ik zal thans heengaan, zeide hy, omdat
gij het verlangt, maar ik zal torngkomen.
Zy sohadde het hoofd, zonder nogmaals naar
hem om te zien
Weldra hoorde zy den hoefslag van een
weggaloppeerend paard. Zjj opende bet venster
en ging er nit liggen
Mevrouw Davistown, lady Davistown
als die onde tooverknnstenaar eens nit den
weg sal syn, flaisterde zij, heerlyk, schitte
rend vooruitzicht Ha 1 Hoe ion dan de
arme dienstmaagd nit de hoogte hebben koDnen
neerzien op allen, die haar zoo trotscb behan
deld hebben Zaster, vriendin van miss Da
vistown en miss Wintlebury.' Wat zou tante
Colley daarvan zeggen en mijn meesteres, wie
ik niet goed genoeg was voor baar Caarles 'i
Waarom beb ik geen ja gezegd Waarom heb
ik het gelak door de vingers laten glippen?
Waarom heb ik het niet vastgehouden
Elisabeth staarde in baar zonderlinge droc-
merijen, waaraan zij zioh Blechts dan overgaf,
wanneer zy gehsel alleen was, naar buiten in
den nachteerst na een lange poos giDg zy
met hare alleenspraak voort en bief het huofd
op. Ik kaD bet geluk nog grjjpen, één wenk
en hjj komt terng Maar ik durf het niet
te wagen weg, weg met die gedachteHet
is te gevaarlijk Nooit, nooit wordt ik de
vronw van William Davistown!
In hare steeds aangroeiende opgewondenheid
had si) de laatste woorden Inid uitgeroepen
Omdat gij mjjne vrouw wordt, omdat
gjj mjj toebehoort, Elisabeth, omdat ik u
nimmer weer loslaat riep een juichende stem
achter haar. Eer ay wist wat haar overkwam,
voelde «ij ziob door twee sterke armen omvat.
Coarles Lyon riep zij, terwyl zij zich
trachtte los te makeD, maar by hield haar
steeds des te steviger vast.
Ik ben de uwe, en gij zijt de mjjne
snikte de krachtige jongeling als een kind
ik heb ulles gehoord: gjj wilt WilliamDavis
town niet huwen, omdat ik nw woord heb,
Elisabeth, dat zal ik nooit vergeten, vader
en moeder zal ik verlaten om uwentwil I
XII.
In bet hnis van den timmerman Lyon was
na den terngkeer nit Londen een hevig tooneel
voorgevallen. Charles had van syne ondersde
bevestiging gevraagd van de hem reeds vroeger
verleende toestemming tot syn huwelyk met
Elisabeth Canning.
Eer meester Lyon had kunnen aztwoordea,
was syne vronw uitgevaren met den uitroep:
Nooitnooit, zoolang ik leef, zal ik
dolden, dat gy die deerne onder onz dak
brengt
Maar moeder, bedenk toch, dat gjj hem
reeds nwe toestemming gegeven hebt, zeide
de meeeter, die veel meer op de hand van
zjjn zoon was, dan by tegenover zyBC vronw
dnrfde laten merken. De timmerman suchtta
onder de pantoffel, welk een door en door
brave vrouw zijne wederhelft overigens ook
wae.
Omdat gjj ze door vleien en dringen van
m|j hebt weien te verkrijgen, zeide cy, maar
ik beb niet van harte myn woord gegeven, en
daDk God, dat er niets van de zaak gekomen
is. liet was Zjjn vinger dió dit verhinderd
beeft, en gij zijt beiden verblind, dat gy dien
niet sien wilt.
Ik zie Gods vinger daarin, dat Hy Elisa
beth, de verlorene, weer in dit buis terugge
bracht beeft, antwoordde Cbarlca; ik bid u,
moeder, Deern haar daarin als doohter op 1 De
forsohe, jooge man sprak teeder en smeekend
als een kind, maar juffrouw Lyon werd
daardoor ni*«t bewogeD.
Neen 1 zeide zy kond, gy bidt en grjjnst
nn juist, zooals gij deed els joDgen, wanneer
gij nog een stnk koek wildet hebben, nadat
gij er u aan verzadigd bad maar ik gaf het
n evenmin als ik u nn die deerne zal geven,
want ik wiet dat bet niet goed voor u was I
Maar ik gaf het hem achter nw rug
moeder, meesmuilde de timmerman, en bat
heeft hem nooit eenig kwaad gedaan.
(Wordt vervolgd)