urnmer 73
Zondag 10 September 1916.
39e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
1Yddlwi|kscbe Stoomdrukken'! Antoon Tielen
J
ILS
Eerste Blad.
Ir.
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
FEUILLETON.
Een blik op den toestand
der Langstraat in de
Middeleeuwen.
Telefoonnummer 88. Telegram-Ad/dzECHO.
èle
ten
len
iel.
md
.00
,20
1.80
1.86
1.26
1,10
,30
1,65
),60
1,30
),80
1,80
3,75
,70
,70
i,65
IBK
1,
d.
iop-
tied
>del
ijzen
N)
xii.
De Echo van het Zuiden,
ffaalwpsche en Langslraatsck Courant,
Dit Blad verzchynt Woensdag- en Zaterdagavond,
abonnementsprijs per 3 maanden f0.90
Franco per post door het geheele ryk f 1.05
Brieveningezonden «takkengelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
UITGAVE
Prijs dm ADV«*TiimSN 10 cent per regel; minimam 6 regels; groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8 maal ter plaatsing opgegeven
worden 2 maa) berekend. Voor plaatsing van een gToot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 16 cent per rege
1,90
1,80
,25
,20
,20
,20
>.10
),85
,90
5,85
3,80
3,62
5,16
0,56
0.58
1.40
1,10
4,00
ïalvi
a ton
siteri
wjj
rr»ag
3446
ii.
Op het einde der 14e eeuw was de
toestand der dijken, ook van dien van
den Zuidhollandschen Waard, zeer ge
vaarlijk geworden. In het We-ten van ge-
melden Waard lag het ambacht Broek,
eenlgszins ten zuidwesten van Wieldrecht
en ongeveer een uurtje ten Westen van
het tegenwoordige Willemsdorp. In den
oraringdijk bij deze plaats, nl. bij Broek,
lagen eenige sluizen, om het overtollige
water van den Waard af te voeren in
den aangrenzenden zeeboezem. De lan
derijen rondom Broek, dus binnen den
evengenoeraden omrlngdijk, waren in
den loop der eeuwen en vooral in de 14e
teuw meer en meer uitgeveend, zoodat
er talrijke diepe kuilen en putten bin
nendijks waren ontstaan. Daardoor had
oatuurlijk de dtjk van lieverlede zijn
noodige kracht en stevigheid verloren,
federeren wist, dat dit punt een kritieke
plaats was, ea daarom was men ook
steeds beducht voor doorbraken, die 10,
20 jaren geleden reeds meermalen ge
schied waren. Besloten werd daarom een
nieuwen dijk te leggen, en wel zuid
waarts, van Strijen langs de Roode Vaart,
naar Zevenbergen. Dit geschiedde van
de'jaren 1410 tot 1412. Door dezen
nieuwen dijk, die den Zuidhollandschen
Waard aan de westzijde dubbel moest
beschermen tegen het zeewater, werd
echter wat men te laat schijnt inge
zien te hebben de geregelde aflos
sing van het overtollige water van ge-
melden Waard door de Broeksche sluizen
belemmerd. Bij eene handvest van 19
December 1413 werd daarom door graaf
Willem VI aan Dordrecht, Geertruiden-
berg en de Ingezetenen van den Grooten
Waard de vergunning verleend, om den
bovengenoemdeo, van 1410 tot 1412
ge'egden dijk, op, dat is weg te graven,
voor zoover hij de uitwatering der Broek
sche sluizen belemmerde. Deze gedeelte
lijke weggraving geschiedde. 1
Tot November 1421, dus ongeveer 7
jaren, bleef deze gevaarvolle toestand
duren, zonder dat er eenige moeite werd
gedaan het gevaar weg te nemen. Den 17
Nov. 1421 woei een verschrikkelijke storm
uit het Westen en Noordwesten, die den
ganschen dag en ook den Dacht den
St. Elisabetksnacht aanhield, het zee
water buiteogewoon hoog opstuwde, zoo
dat eindelijk de dijk bij Broek be
zweek. Den volgenden dag, den 18 No
vember, was het Westelijk gedeelte van
den Zuidhollandschen Waard als in een
zee herschapen. Tot overmaat van ramp
bezweek ook, door het hooge opper-
water, de Merwededijk bij Werken
dam op twee plaatsen, zoodat het door
den wind opgezweepte water op drie
punten den Waard overstroomde. Dit was
evenwel nog niet het einde. De gaosche
Zuider-Merwededijk begon ladgzamer-
hand af te kabbelen en af te brokkelen,
en eer een paar dagen verloopen waren,
was de geheele dijk van Werkendam naar
Dordrecht op enkele onbeteekenende
punten na weggeslagen. Ontzettend
waren de gevolgen. Langs de Merwede
natuurlijk laags de zuidzijde wer
den de volgende plaatsen geheel ver
woest, zonder dat ze ooit weder bo
ven ziju gekomenHouweningen,
C o r t-A mbacht, Giessenmon-
de, Sliedrecht en Die Merwe-
d e, dus 5 plaatsen. Van Die Mer
wede is nog alleen een dikke muur
overgebleven, het >Huis te Merwede*
genaamd, de bakermat der Heeren van
Merwedeen wat Sliedrecht aangaat,
diene, dat er vóór 1471 twee dorpen
van dien naam bestonden Sliedrecht
bezuiden de Merwede, ook Kraaiestein
ge he et en, en Over-Sliedrecht benoorden
de Merwede. Het eerstgenoemde verging
natuurlijk. Verder werden bedolven
Hoecke, Amkerke, Wolle-
brandskerkeen Erkentruden-
kerke, beide liggende aan de Dubbel,
Tolleuzen, Lan g-a mbacht, be
nevens de volgende plaatsen, die aan de
Maas (noordzijde) gelegen waren L e y
derkerke, Tiezelineskerke,
Vaa .DE EOHO YAN HET ZUIDEN.''
Kene gesekiedeais uit de Bnjelsche rechtspleging.
Hebt gij daaraan konoen twjjfelen vroeg
hij, en drakte baar vast aan zjjn hart, maar
wederom rnkte tjj zich lo».
Wat heb ik gedaaa, ik ongelakkigef mikte
«ij. O, ik heb mjj v> rraden Neen Charles,
neeD, gij moogt niet medegaan. Ik mag nwe
oudere niet van bun eenigen aoon berooven
lij aalt mij vergoten en met eeae andere
vroaw gelukkig zijn Laat mjj rampialige,
UQ mijn lot over
Nooit, nooit aal ik van a afzien, want
on weet ik dat gij mjj bemint
Opnieuw sloot bjj baar in zjjuo armen en
iin veriette zij zich niet meer.
Zij had, sooals zij Charles deed vermoeden,
uit edelmoedigheid willen weigeren, maar baar
voornemen was weggesmolten voor bare gren-
wlooze liefde tot hem, die aiob een weg gebaand
htd in weerwil der palen, waarbinnen haar
veratand die had beperkt.
Nog lang saten de minnenden by elkander
bespraken de toekomst. Charles wilde xjjne
ouders reeds morgen bekend maken mat zjjn
Milnit om syn vaderland te verlaten hij
verwaohtte een hevigen tegenstand, maar bjj
»«b zeker dian ta zullen trotseeren en alle
■isderpalen te overwinnen, want zyn liefde
tttakte hem sterk.
Indien wij maar spoedig, heel spoedig
v*u hier weg konden komen, flnisterda zy
w grond brandt mij onder de voeten, ik heb
B'*r te veel geleden.
Hij streek haar liefkozend over de blonde
Almsvoet, Eme- of Eemsker-
ke, Harredeskerke, Voren-
zaterwaert en Nieuwerkerke
op die Alme, en verscheidene kloosters,
o. a. het klooster E e m s t e ij n. Al deze
ambachten en dorpen lagen ten Noorden
van de Maas, dus tusschen Maas en
Merwede. Al wat van deze bedolven
heerlijkheden en kloosters Is overgeble
ven, Is niet anders, dan een boek met
misliturgién uit het pas genoemde kloos
ter Eemsteyn, hetwrlk gebruikt werd bij
kranken, die van den duivel bezeten
waren 1 Het dreef naar het Oosten en
werd al heel spoedig in de buurt van
Veen of Aalburg opgevlscht. Bovendien
gingen ten Zuiden der Maas verloren
Wieldrecht, Dubbe.l monde, Al-
monde, Cloosteroord, Stand
hazen, Twintighoeven, Weede
en Broek, waar de noodlottige door
braak geschiedde. Eindelijk vloeide een
groot gedeelte der Langstraat onder.
Dikwijls is beweerd en ook neergeschre
ven, dat ook Waspik, Capelle, Besoijen
en Waalwijk werden bedolven en ver
woest. Met Besoijen kan dit het geval
zijn geweest. Overigens is die bewering
wel wat overdreven. Uit archiefstukken
van het bisdom Luik, waartoe de Lang
straat kerkelijk behoorde, staat het nu
echter vast, dat de kerken van Raams-
donk. Waspik, Capelle en Waalwijk, be
nevens een gedeelte der^*. "jen van die
plaatsen, werden verwo/ -jiff >r die dor
pen zelf, al werden ver
legd naar het Zuiden, H iïen spoedig
weder boven. Geheel vert^/enen de am
bachten O v e r-W aspik en Neder-
veen, achtereenvolgens liggende ten
Noorden van Waspik en Capelle. Bij
traditie wordt gewoonlijk opgegeven, dat
in 't geheel 72 dorpen door den St.
Elisabethsvloed werden vernield. Dit is
echter geheel onwaar. Zeker is het echter,
dat er minstens 26 plaatsen, zoowel dorpen
als ambachten, werden verzwolgen en dat
het aantal gemeenten, die bij den eersten
stoot zijn ondergevloeid, ongeveer 72 uit
maakt. Dus 26 plaatsen verwoest en
bovendien nog 46 ondergeloopen en ten
deele gehavend. De uitgestrektheid lands,
die verloren ging, bedroeg het respecta
bele getal van 50000 H. A.
Gelijk boven reeds is gezegd, was de
doorbraak van 1421 voor Geertruiden-
berg de doodsteek. Bovendien was een
jaar van te voren, nl. op St. Lambertus-
avond (16 Sept. 1420) deze stad door
den kastelein van het slot geheel in de
asch gelegd. Een dubbele ramp dus In
een jaar tijds
Hoe vreemd het ook moge klinken,
waar is het, dat de St. Elisabethsvloed
de Langstraat in het leven riep. Vóór
dat jaar lagen de verschillende parochiën
en ambachten niet door een weg of
dijk, of althans maar zeer primitief
aaneeogesloten. Wel kon men van Geer-
truidenberg over Waalwijk 2) naar 's-
Bosch komen, maar dat ging vooral
in den winter, met groote moeilijkheden
gepaard. Slechts een drie- of viertal
dorpen lagen door een tamelijk fllnken
weg aaneengesloten, nl. Besoijen, Waal
wijk en Baardwijk en vermoedelijk ook
Drunen. Va 1 een volledigen winterdijk
die thans het oosteinde van Baardwijk
met Geertru'denberg verbindt, was hee*
lemaal geen sprake.
Bij eene oirkonde van Jan van Bey-
eren vm 6 April 1422 werd door hem
bevolen, dat binnen 8 dagen moest
worden begonnen met herdijken en ook
met het aanleggen van een weg of laag
dijkje van Geertruldenberg door de Lang
straat. Het volgende jaar, in eene oir
konde van 24 April 1423, zien wij hem
er over klagen, dat die van Heusden,
Altena, Sprang, 's Gravemoer en Be
soijen onwillig waren kan het ook
zijn onmachtig bij de herdijking te
hulp te komen.
Dit getalm of gescharrel duurde nog
tot 1461, toen een zware dijk werd ge
legd vaa Werkendam, langs Almkerk
en Dussen, naar Drongelen en Doeveren.
Ook werd toen een primitief dijkje ge
legd van Geertruldenberg. langs Raams-
donk, Waspik, Capelle, Labbegat, Be
soijen, Waalwijk en Baardwijk, naar Oud-
heusden. Dat was feitelijk het begin van
de Langstraat. In 1516 of 1519 was ge
noemde dijk evenwel nog van niet veel
beteekenls. Veel meer dan een kade
zal hij wel niet geweest zijn. Uit een
groot aantal stukken over de Hooge
VaartRechtvaart en de Egmondsche
moeren, voorkomende In de hiervoor
genoemde registers en berustende in
het archief van het kasteel van Loon-
op-Zand, blijkt ten duidelijkste, dat pas
haren en sprak toen
Reeds morgen zal ik met mijn vader
spreken het geld, dat hy wilde geven om
my hier te vestigen, aal ook wel toereikend
zyn voor den overtocht en voor de eerste
inriohting daar gindi, leide by met vertronwen
uien bouwt daar nog maar hnizen dan hier,
en een timmerman, die zyn vak voretaat, ia
daar eerst reoht op zijn plaats reeds gedu
rende de reis is er op hst schip genoeg voor
mij te doen.
O, waren wy maar daar, opdat ik ook
voor kon zorgen als awe liefhebbende vronw
In verrnkking over dit oitsicht trok hjj
haar weder tot zioh, maar zij weerds hem af.
Gy moet thane heengaan, Caurles zeide
«ij. het ie zeer laat; wat moet Nanoy Forbes
wel van mij denken
De oude is immers stokdoof on hoort
das niets.
Des te ergerajj ziet zoo scherp als
eene kat in het donker en zal zich na haar
eigen gedachten vormen.
Dan ial ik haar als met du basninen
van Jericho in het oor sohreeBwen, dat gij
myne braid zjjt, hernam Charles, en wendde
zich naar da dear maar «ij hield hem tegen.
Om Gods wil niet, Charles buiten nwe
onders mag niemand wat van ons plan weten.
Waarom niet, vroeg de eerljjke jongen
verbaasd.by ion zoo gaarne 3ijn gelnk aan
de geheele wereld hebben verkondigd.
Ik vrees voor William, ik vruea voor de
heidenen, die kan makkers op my zonden
knnnen wreken, fluisterde zij indien zij wisten
dat gy met mjj verloofd waart, kon hunne
wraak op nw geliefd hoofd vallen. Charles,
ik bid n, wees bedachtzaam, en bewaar het
geheim van onze liefde, om n zeiven niet in
govaar te brengen.
Gy ziet het te donker in, aside hy, haar
gernstetellende, en overgelukkig door het
bewijs van liefde, dat hij in deze overdreven
beiorgdheid meende te zien.
Neen, neen. ik smeek, ik besweer u,
beloof mij te zwygen, ik verga anders van
angst.
Lief zottinnetje, ik beloof u, daar hobt
gy myn hand er op.
Zy greep die en drakte haar aan hare lippen.
tusschen 1519 en 1600 de wloterdijk
door de Langstraat van eenige beteeke-
nis werd. En later in 1766 bij
den aanleg van den Baardwijkschen
Overlaat, moest de dijk nog minstens
een meter opgehoogd worden.
Volgens dezen nieuwen aanleg van
1461 werden Waalwijk, Besoijen, Hen
drik Knoppen-ambacht 3) en Zuidewijn
vermoedelijk een kwartiertje zuidwaarts
verlegd. Ook Sprang schijnt een paar
honderd meters naar het zuiden verlegd
te zijn. Om dit feit te bewijzen, zijn nog
geen vaste en ontwijfelbare gegevens
gevonden. Alleen het feit, dat in de
oudere stukken over Waalwijk, Besoijen
en Sprang, van jf 1450—1550, tel
kens sprake is van de Nieuwe Straat in
tegenstelling met de vroegere Oude
Straat, moet als bewijs dienen. In een
klein documentje over Sprang van 1560,
bevattende het aantal hulzen aldaar, die
in'de belasting waren aangeslagen, wor
den genoemd 250 gezinshoofden, welke
woonden in die Nieuwe straet, 68 in
die Oude Straet en 14 op die Vaert.
Een bewijs, dat de Oude Straat te Sprang
eens een druk bevolkte straat de hoofd
straat moet geweest zijn Ook in of
omstreeks bovengenoemd jaar 1461
het begin der Langstraat schijnt de
tegenwoordig nog bestaande kerk aan
de Waalwijksche haven vroeger ge-
me ene vaart genoemd gebouwd te
zijn. Dus ongeveer gelijk met de Sprang-
sche kerk, die in 1475 voltooid werd.
Besoijen. J. v. D. Hammen NlCZ.
Aanteekeningen.
Al wie.op een moolen zomerdag
eens een boottochtje maakt van Gorln-
chem naaf Dordrecht en Papendrecht is
genaderd, neme eens de moeite zijne
oogen naar links te wenden hij zal
deze ruïne dadelijk bespeuren. Ik zelf,
toen ik in mijne jeugd een 4-tal geluk
kige jaren in die streken doorbracht,
heb menigmaal >die dikke steenklomp*
uit een grijs verleden beklommen.
2) De >keistraat« van Waalwijk dag-
teekent pas van 1544 en die van Be
soijen van 1699.
3) Het lag tusschen Labbegat en Be
soijen.
Dank Duizendmaal dank Maar ga nu
heen I Zy drong kern Baar de deur.
Morgen aie ik n weder.
Ook daarin moeten wy voorziohtig ayn.
Zy liet hem uit. De maan was ondergegaan,
diepe duieternie omgaf haar Lniaterend bleef
zij staan tot het gelaid zyner schreden weg
stierf toen loosde zy een diepen auoht.
Gevonden t Gevonden Dat is de brng,
die mij overvoeren zal naur een land, waar
niemand mij kent, waar niemand iets van my
weet. Zyn we maar eerst daar giBds, dan
zullen wij verder sien.
Toen Charles den volgenden dag den uitslag
van zyn onderhond met Elisabeth aan syn
vader mededeelde, wilde meester Lyon aan -
vanbelijk van dit plan niets hooren. Het viel
hem reeds moeilijk genoeg zioh ta gewennen
aan de gedachte, dat zyn soon zyn bail zou
verlaten; maar dat deze de zee wilde over
steken, soheen hem volstrekt ondenkbaar. Tot
groote verbazing van Charles vond deze eobter
gosdkenring en hulp by zyn moeder, die er
ook zeer mede ingenomen was, dat over de
verloving het diepste stilzwijgen zou worden
in acht genoiaen.
Het verheugt mjj, dst niemand er iets
▼an vernemen zal, en uw vader is ook geen
vriend van veel praten, zeide ay het is tyds
genoeg, indien de menschen bet hooren,
wanneer gij samen op zee zwalkt-
De afkeer van joffronw Lyon tegen haar
aanstaande schoondochter moest wel zeer groot
zyn, dat zij liever haar eenigen zoon naar
Amerika zag gaan, dan zioh bloot te stellen
aan de mogelykheid zijne vronw te ontmoeten.
XIII.
Yrooljjk soheen de zon op een helderen
Octobermorgen ia de kleine eetzaal te Cbesney
Wood waar beden wat niet dikwyls ge
beurde Sir Ralph Davrstown met zjjne
beide kinderen aan de ontbijttafel sat. Da
baronet was voor zijn doen zeer opgeruimd
Dan vorigen avond waren hem belangrijke
waarnemingen gelakt, en daardoor was eens
weer een van de zeldzamer wordende oogen
blikken gekomen, waarin hy syn denkbeeldige
wereld in het werkelyk leven trad en op syne
wijze daaraan deelnam.
Hetty bad door de ondervinding geleerd de
gnnatige gelegenheid waar te nemen, en van
de oogenblikken, wanneer hy in ban midden
versoheen en men met hem spreken kon,
gebruik te maken om zijn toestemming te
verkrijgen tot zoodaoige sohikkizgen, waartoe
zijn gezag onmisbaar was.
Terwyl sy voor hem thee schonk en brood
roosterde, hem de schotels toereikte, en in
alle opzichten voor zyn gemak en genoegen
zorgde, braoht zy, onder den eohyn van een
onbeduidend gesnap, de belangrijkste huis
houdelijke aangelegenheden ter sprake, en
kreeg daarop een jniet en afdoend antwoord.
Ala men den baronet eenmaal zoover bad
gebraoht, dat hjj Bieb met de zaken van bet
dageljjksch leven bemoeide, dan wist hij zioh
daarin uitnemend te schikken later kwam
gewoonlijk weer de verwarring, en lang voor
dat de bespreking ewner zaak was ten einde
gebracht, was hjj weer in aicbzelven gekeerd
en liet allee gaan sooals het wilde.
Bij dit alles wist hjj in ajjne heldere oogen
blikken indien men den terugkeer tot dat
gedeelte van bet bnis, dat zjjne kinderen
bewoonden, eens zoo noemen mag zeer goed
wat hij deed. en legde hjj eene bjjna kinderlijke
dankbaarheid aan den dag voor zijne dochter,
die den geheelen laat der hnishonding op hare
schouders had genomen, en met krachtige hand
den scepter voerde.
Terwjjl zjj juist weder bet gesprek bracht
op een ingewikkelde finaocieele qnaeetie. die
dringend regeling vereisohte, streelde by haar
langs de wangen en «oide Heb sleobta
geduld, mijn arme kleine Hetty, lang zallen
dese bange zorgen u niet meer drukkennog
slechtB weinige maanden, dan stort ik u een
vollen goudstroom in den schoot.
Hetty loosde een bjjna onhoorbare znoht.
Hoe dikwfjls bod sjj dion troost aan hare
moeder hooren toebrengendeze was er bijna
onder bezweken; sou ook zy daar bjj te gronde
gaan t- -•
Zonder goudstroom zou het huishonden
ook nog wel gaan, papa, seide sy met een
onveranderd, vrooljjk gelaat, terwjjl zij bare
mismoedigheid mot gewold onderdrukte, als
ik bet slechts in den grond verstond. Er
ontbreekt de band van een man, gjj hebt hst
te drnk.
Ik kan mij daarmee niet ophonden. Ik
heb hoogere plichten, viel de baronet haar ia
de rede, maar ik meende, dat William siok
die zaak aantrok. Wat voert gjj dan uit, mjjn
toon? Op de sterrewaebt heb ik u sadart
maanden ook niet meer gesien, gjj moet dat
thans niet verzuimen. Hjj had zich bjj deze
woorden tot den jongen man gewend, dit
zwijgend aan tafel zat en het ontbjjt nauweljjks
had aangeroerd.
Ook het gesprek tussshen vader en
anster scheen hjj niet te hebben gevolgd, en
met zyn gedachten geheel ergens elders tt
aij 0 geweest want by die aanspraak sohriktt
bij als nit een diep gepeins op en sag den
baronet zoo verstrooid aan, dat dazelaohendt
ajjne vraag herhaalde.
Gjj weet immers, vader, wat mjj besig
gebonden beeft, antwoordde hjj, ik heb Eli
sabeth Canning gezocht
Sir Ralph streek met d« hand over zjjm
voorhoofd, alsof hjj daar iets moest wegwis—
eohen, dat zijn herinneringsvermogen belem
merde; daarop knikte hij. Juist, jnist, de
dochter van Canningeen edel werk, nw
voorvaderen waardig. Maar ik hoop, dat gij
haar znlt gevonden hebben
Zjj is nit aichzelve bij hare meesteres terug
gekomen, haastte sicb Hetty te antwoorden,
en wij hebben voor haar gezorgd.
Joist, daaraan berken ik mijne kinderen.
Zjj was door Heidenen ontvoerd en in een
ellendigen kerker opgesloten, voegde Willizm
er bjj.
Een werk van de Hannoveranen, mom
pelde de baronet.
Hatty scbodde bet hoofd. Gisteren zjjn
driaheideneu wegensdien maagdenroof ter dood
veroordeeld, en eene vrouw gebrandmerkt,
zeide zij scherp.
Zie, zie, hernam de baronet, wat hand
haaft de Hanneveraan het reoht.' Nu dan il
die zaak immers afgedaan.
De episode «Elieabeth Canning" had met
haar terugvinden allo belaog voor hem ver
loren, en wae nu geheel nit de wereld.
(Wordt vervolgd.)