L
k
„NOORD-BRABAND"
GELDDORST.
3(1
FEUILLETON.
Gemeenteraad.
Maatschappij van Verzekering op het Leven.
NUMMER 13.
DONDERDAG 14 FEBRUARI 1918.
41c JAARGANG.
Dit blad verschijnt
Woensdag- enZaterdagavond-
Abonnementspfijs per 3 maanden f 1,
franco p. post door het geheele rijk f 1,15.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.,
franco te zenden aan den Uitgever.
Telef. 38.
WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT.
UitgaveWaalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen.
Telegr.-AdresECHO.
Prijs der Adverteutiën
12 cent per regel; minimum 75 cent.
Advertentiën 3 maal ter plaatsing opge
geven worden tweemaal berekend.
Reclames 20 cent per regel.
Vastenbrief.
Mgr. d. Ven zegt o. m. in zijn vasten
brief.
Gedurende den ontzettenden oorlog, die
reeds zoolang de wereld met allerlei ellen
den vervult, klinkt voortdurend uit den
mond van de priesters, van de hoogste be
dienaren der H. Kerk en niet het minst van
Z.H. den Puns het woord van den profeet
Exechiël: Bekeert u en doet boete over al
uwe ongerechtigheden en de ongerechtigheid
zül u niet ten ondergang zijn. Mochten de
toonen door\ werken van godsdienstigheid
en naastenliefde.
menschen eindelijk inzien, dat de geesels,
E
01
ch
182
n-
vai
nus
waarmede God de menschen slaat, een ge
volg zijü van de schrikkelijke boosheden,
die als een zondvloed de wereld overstroo-
men mocht er ten minste een einde gesteld
worden aan de hemeltergende gruwelen, die
schaamteloos en openlijk worden bedreven
MochteB de menschen zich bekeeien en
boete doen, opdat de gesmade Majesteit God
hare grenzelooze karmhartigheid zoude kon-
nen toonen, zich over de wereld ontfermen
en het n&melooze wee, waarmede de aarde
overgoten is. veranderen in vrede, rust en
welvaart.
Z.H. wijst er op dat wy, hoewel gespaard
van den vreeselijken krijg, toch hou langer
hoe meer de gevolgen van den wereldkryg
moeten vatdragen en vraagt zich af of de
oorzaak daarvan wellicht niet bij ons moet
worden gezocht. Want velen ook in ons
bisdom leven alsof zij met de leer van Christus
geheel gebroken hebben. Op vaderlijke wyze
maant de gryza Herder dan tot boete
doening aan.
Met genoegen constateert Z.D.H, de geest
drift, die bij velen ontvlamd is voor de
buitenlandsche Missiën.
Onder de treurige gevolgen van den
wereldoorlog bejammeren wij ten zeerste het
nadeel, dat de verkondiging van ons heilig
geloof in de heidenBshe landen ondergaat.
Vela Missionarissen toch zyn genoodzaakt
geworden hun edelmoedigen arbeid te staken,
hun missieveld te verlaten, zelfs velen
hunner en ook anderen, die zich tot den
Missiearbeid voorbereidden, zijn ter verde
diging van hun vaderland gestorven, Daaren
boven de geldelijke steuD, die voor de ver
breiding van het geloof onontbeerlijk is,
vloeit uit sommige landen, die in oorlog
zijn, niet meer in zoo mime mate toe.
Met voldoening wijst Z. D. H. op de laatst
te Nymegon gehouden Katholieken dag al
waar eene buitengewone belangstelling voor
het MiiBiewerk ia levendig gemaakt. Z.D.H.
spoort allen aan, zooveel mogelijk het Mis
siewerk te bevorderen en zegt dan:
Wy vertrouwen, B. G., dat gij bereid
vaardig gevolg zult geven, zooals reeds velen
gedaan hebben, aan de opwekkingen uwer
Geestelyken en dat gij zult toetreden tot
het Genootschap tot Voortplanting des Ge-
loofs en dat al uwe kinderen zullen inge
schreven werden in het Genootschap der H.
Kindsheid. Wy herhalen hetgeen Wij vroegar
reeds zeiden, dat het ons nadrukkelijk ver
langen is, dat deaa Vereenigingen in elke
parochie opgericht en tot bloei zullen ge
bracht worden en dat tevens da Missiën van
onze Indiën en andere Missie-vereenigiBgen
door u krachtig zullen onderateund worden.
Wordt ons vurig verlangen vervuld, dan
hdbben Wij de zekerheid, dat het heilig
geloof ook in ons gezegend Bisdom hooger
zal opbloeien, zich immer krachtiger zal
45
DRUNEN.
(Vervolg.)
Elshout-van Gercum. Met dit antwoord
tnoet ik thans wel tevreden zijn, daar
kan ik me niet tegen verzetten, maar
dan hoop Ik ook dat het ook spoedig
gebeurt.
Voorzitter. Ik zal volledig antwoord
geven.
Elshout-van Gorcum. Hoe langer dat
men met de zaak wacht, hoe moeilijker
cn onduidelijker dat bet wordt want ik
beloof u dat er heel wat te ontmaskeren is.
Brok. Denkt u dat het dus niet in
orde is.
Elshout-van Gorcum. Ik geloof dat u
mij toch goed hebt kunnen velgen en
dat ik nogal duidelijk ben geweest.
Voorzitter. Op het oogenblik kan ik
In deze niet verder gaan.
Van der Geld. Gisteren zijn de reke
ningen nog met veel zorg onderzocht.
We hebben er zeker 3 volle uren over
gedaan en we hebben niet het minste
gevonden. Alles geschiedtlregelmatlg.
Elshout-van Gorcum. Daar zal ik me het
zwijgen maar over opleggen. De com
missie kan dat immers niet. Er Is nog
veel meer.
Voorzitter. Is er nog iets?
Elshout-van Gorcum. Me dunkt dat
het nogal wel is.
Van Son. Hij zegt dat er nog meer
is. Ik zou hem maar volmondig laten
spreken, dat is beter.
Voorzitter. Beter is het dat Burg. en
Weth. de zaak eerst eens goed onder de
oogen zien en dan iu de eerstvolgende
vergadering verder zien.
Elshout-v. Gorcam. Het spijt me dat
Ik het moet zeggen, maar 't is een feit
dat er niemand van ons in staat is de
boeken en al wat er mee samenhangt
goed te onderzoeken.
Ik stel voor direct een accountant te
benoemen.
Voorzitter. In de eerstvolgende ver
gadering. Burg. en Weth. moeten eerst
de zaak kunnen bespreken.
Elshout-v. Gorcum. U kan toch wel
intusschen vernemen naar de onkosten
daarvan. Waarom moeten er eerst slacht
offers vallen. Dan Is het verschrikkelijk.
Denkt er wel a3n dat hoe langer het
duurt, hoe erger het wordt. Voor ons
zelve zijn we dan toch gerustgesteld en
tegenover het publiek ook.
Voorzitter. U hebt toch zelf ook ge
zegd om eerst eens naar de onkosten
te informeeren.
Elshout-van Gorcum. Ik zou er nu al
toe overgaan.
Van Speijk. Je weet nu nog van niets
af en dan kan je toch maar niet aan het
benoemen gaan.
Van der Geld. Ik zou eerst willen
weten wat het kost.
Elshout-v. Gorcum. De kosten wegen
niet op tegen de slachtoffers die zouden
kunnen vallen.
Voorzitter. Binnen 14 dagen hebben
wij vergadering en dan zullen B. W.
is
de zaak hebben onderzocht. Oordeelt
de raad het dan noodzakelijk dat op het
voorstel van Elshout moet worden in
gegaan, dan kan er de meeste spoed
achter worden gezet.
Elshout-van Gorcum. Dan stel ik nu
voor over te gaan tot benoeming van
een tijdelijke wethouder, want L. Elshoat
heeft wettelijk opgehouden lid van den
raad te zijn. Tegenwoordig is er veel te
veel werk aan den winkel om maar met
een wethouder te zitten.
De Voorzitter. Dat is nog maar de
vraag. U zegt dat nu wel en nu zeg ik
niet dat u ongelijk hebt, maar anderen
beweren weer het tegendeel en daarom
acht ik het gewenscht het eerst eens
grondig te onderzoeken.
Elshout-van Gorcum. Het is verre
gaand. De hooge heeren in den Bosch
hebben het toch zelf verklaard. Moet den
Haag er nu ook weer eens aan te pas
komen.
Voorzitter. Eerst zullen wij de zaak
onderzoeken en in het Dag-Btfstuur be
spreken. In de volgende vergadering zal
ik dan zoo breedvoerig mogelijk alles
bespreken.
Elshout-van Gorcum. Een wethouder
kan nu worden benoemd. Dat hoort en
kan niet anders worden uitgelegd.
Voorzitter. Ik wil dat alles eerst beter
weten.
Elshout-van Gorcum. Een mooie boel
hoor. Daar straks moest de gemeente
wet worden gehaald om iets na te dij
ken en nu ligt de wet daar en men wil
er niet in kijken. Daar straks moest
nog naar gezocht worden ook en ik geef
de artikelen aan en nog wil men
kijken. Dat is pracht werk zoo.
Van der Geld. Elshout mag dan toch
de keus nog worden gelaten welke be
trekking hij zal behouden.
Elshout-van Gorcum. Dat kan niet.
Hij heeft door aanvaarding van het ambt
van leider der distributie, het recht op
lidmaatschap van den raad verloren. Als
hij bedankt als leider van het levens
middelen bedrijf, dan moet hij weer op
nieuw worden gekozen.
Van Son. Het is een krekelige zaak
om zoo maar een besluit te nemen
Daar wil ik eerst wel eens meer van
weten.
Elshout-van Gorcum. Wees voorzichtig
hoor dat ik er niet mee naar Den Haag
moet. Ik waarschuw je nu nog,
Van Son. Wij hebben er hoogerhand
eens
1 over geschreven
Elshout-van Gorcum. Zeker en toen
er op geantwoord en weer over ge
schreven en weer geantwoord en toen
zijn ze toch duidelijk geweest.
Voorzitter. Tamelijk-
Van Son. Wat ze toen geantwoord
hebben, is heelemaal in strijd met wat
u hebt gezegd.
Elshout-van Gorcum. Ik heb niets ge
zegd. De wet zegt het en daaraan valt
niets te veranderen.
Voorzitter. Ik acht het gewenscht eerst
te informeeren, dan weten we wat
meer en zal het voor eenieder wat dui
delijker zijn.
Elshout-van Gorcum. 't Is toch bar.
De wet ligt daar. Ik geef de artikelen
aan en nog kijkt men het niet na. Is
het te gevaarlijk soms om de wet aan
te raken. Weten jullie het nou nog niet.
Er zitten hier twee gediplomeerden, laat
die dan spreken.
Voorzitter. Wat zegt u er van, se
cretaris.
Secretaris. Dat de heer L. Elshout
eerst zijn meening maar zegt.
L. Elshout. Het is een twijfelachtige
zaak, zooals ze In den Bosch ook zeggen.
Voorzitter. In den Bosch zeggen ze
ook dat het niet zoo duidelijk is.
L. Elshout. De heer Elshout-van Gor
cum doet wel alsof hij in den Bosch om
inlichtingen is geweest, doch dat is niet
zoo. Wij weten wel waar u uw licht hebt
opgestoken.
Van Son. Het is te begrijpen. Toen
de Gemeentewet Is gemaakt, heeft men
met geen distributie rekening kunnen
ïoudcn, toen is daar nog niet aan ge
dacht.
Elshout-van Gorcum. Nu de gemeente
een zetwinkel heeft geopend b de zaak
nog ernstiget geworden. Die heeft al
heel wat stof doen opwaaien.
Voorzitter. Over 14 dagen is het weer
vergadering en dan zal ik intusschen
onderzoeken en ik beloof u dat die maat
regelen zullen worden genomen welke
noodlg zijn. I
Elshout-van Gorcum. Dat moet u ook.
Maar nu stel ik nog voor om de zet
winkel direct op te heffen. Door den
raad is daartoe ook niet besloten. En
hoe zit dat zaakje met Bergmans. Die
heeft al dikwijls gevraagd om erkend
leverancier te worden van aardappelen
en groenten. Hij is daarvoor al meer
malen geweest. Kan daar nu onderhand
eens een definitief besluit over worden
genomen. Door den burgemeester is hij
Opgericht3* WAALWIJK. 1843
Verzekerd Kapitaal18.299.263.—
Reserve
2.786.500.-
Van al)E ECHO VAN HET ZUIDEN".
erkend ea nog is er niets van gekomen.
De .middenstanders raken wel in de knel.
Met dea verkoop van brandstoffen ook
al. Dat is niet billijk met dat hout. Daar
moet den brandstoffenhandelaar gelegea-
held voor worden gegeven. Zoo ook
met de kaarsen. Laat die de winkeliers
verkoopen, dat kan goed, want daar is
geen onderwicht bij, zoodat verlies op
kaarsen is uitgesloten. Ik dring er op
aan dat de winkel zoo spoedig mogelijk
wordt opgeheven en dë middenstander
niet langer in den hoek wordt gedrukt.
Voorzitter. U spreekt nogal bout.
L. Elshout. Bergmans is eens bij mij
geweest en toen heb Ik hem naar den
burgemeester verwezen om te vragen
een bewijs te schrijven dat bij voor den
oorlog reeds handelaar was. Na dien tijd
is hij nooit meer bij me geweest en üu
behoef ik de menschen toch niet na te
loopen. En wat de kaarsengeschiedenis
betreft, ik handel volgens de voorschrif
ten van de Regeering en daar wijk ik
niet van af.
Elshout-van Gorcum. Wijk je dahr
niet vanaf. En de Zusters dan. Of is
dat soms ook industrie.
L. Elshout. Zeker is dat industrie. Het
is boerderij en ook nog gasthuis.
Elshout-van Görcum. Mooi en de
werkelijke industrie in het donker.
L. Elshout. Dat is uw eigen schuld.
Dan had je op tijd moeten aanvragen
als alle anderen.
Elshout-van Gorcum. Dat kon Ik niet
omdat Ik in het Ziekenhuis te Breda was.
L. Elshout. U had toch wel een
plaatsvervanger.
Elshout-van Gorcum. Ik kon toen aan
alles niet deoken.
L. Elshout. Je dacht toch wel aan
meer andere zaken. Maar nu schijnt ge
daarover een beetje kwaad te zijn en
daar kan ik niets aan doen. Mij is de
leiding gegeven en nu handel ik rechi
en dan kijk Ik naar geen personen.
Voorzitter. Ik heb Bergmans een bewijs
gegeven en dat kan ik doen.
Elshout-van Gorcum. Dau i9 hij toch
erkend.
Voorzitter. Ik geef alleen bewijs af
dat ik hem erken.
Elshout-van Gorcum. U ls toch ver
antwoordelijk.
L. Elshout. U moet de zaken eerst
beter weten voor je er mede voor den
dag komt.
Elshout-van Gorcum. Een mooie boel.
Industrie krijgt schemerlichten en een
arbeider die een eerlijk stuk brood moet
verdienen wordt geforceerd schemer
lichten te nemendie krijgen geen
kaarsen.
L. Elshout. Wie
Elshout-van Gorcum. Wel Doru» Ver
hoeven en Kee van den Hoek, die zeien
toch dat ze verrekken met d r rommel.
Die kregen alleen schemerlichten en de
Zusters niet, die behoeven geen schemer
lichten te nemen. Zoo past ge alles on
billijk toe.
L. Elshout. U weet toch niet wat ze
nog te goed hebben.
Elshout-van Gorcum. Bakker Brok
van de Broeders de winst ook
alleen op en bij de Zusters zijn
strijkt
maar
vaarwel 1 Morgen
EERSTE DEEL.
XI.
HIT GRAF.
Ia 't niet, gij jaagt mij niet weg Kijk,
ik sal in dit kleine hoekje blijven, ik zal nie
mand in den weg zijn. O, grootmama, be—
Bcherm my, neem mij bij n, noem mij in uw
armen
Mejuffrouw 1 klonk aaeht een ruwe, dooh
ontroerde stem. Kom juffrouw
Want, vervolgde de ongelukkige, zonder
deze woorden te hooren, wat moet er van my
worden, als gü mij ook wegstuurt O, moet
men niet een beetje medelijden mat my heb
ben V Bij u, by mijn goed grootmoedertje, zal
ik minder lijden, maar als gij mij ook verjaagt,
ben ik bang... o, ik ben bang
Kom, mijn kind l G(j moet naar mij
luisteren... j
De item waz ruw. doch er klonk ïeti goed-
^Difmaï' legde de man «Sn hand op Louise'z
arm en beurde haar zacht op.
Gij moet gaan, juffrouw, t i« tyd,
Tyd atotterde Louise. Gaan
Ja, we gaan aluiten 1
De man waz een oppasser van het kerkuoi.
'tW« avond en kond.
De wegen waren eenzaam.
Bahoedaaam en zacht nam de oppasser Louise
bij de hand
Arm kind, zei hy, gy ayt by na bevro
ren l Kom, ga gauw naar hnis
Naar hnis 1 herhaalde Loans met bit
terheid.
De oppasser voerde haar mee. Zy liet zich
willooB leiden, zonder tegenstand to bieden.
Slechts stamelden haar lippen io het heen
gaan
Vaarwel, grootmama
kom ik terng
Zij weende niit meer.
't Soheen of haar zwarte oogen nog don
kerder waren. Haar geiieht was onbeweeglijk
als marmer.
Opeens zsg zy zich buiten het kerkhof.
Tegen het gesloten hek herhaalde zy met
een doffe stem, all een afsoheii van 't leven
en het geluk
Grootmams, vaarwel, vaarwel I Neen,
tot wedersisni Ik zal terugkomen I
Zij liep met langzamen tred, eenigszms ge
bogen, rillende van koude en in baar koorts
achtige oogen lichtte een vreemd vuur.
Waar ging ze heen
Zij wiBt het zelf niet.
ZU liep, dat was alles En, uit kracht der
gewoonte, richtten zich haar schreden werk
tuigelijk naar den boulevard de Llieby,
eengepakte menigte, een gewiemel van uit
gelaten feestvierende menschen, bet roffelen
van trommels, het getoeter door spreektrom
petten voor de tenten, waar mannen en vrouwen
in trioot dansten sn muiiek maakten, bel
gedreun van armzalige orgeltjes voer deklsine
tenten, het geschetter van de reuxenorgela in
de weelderig ingerichte bipodromes en groote
oaroussels, een dooreengesehetter van fanfare»,
een gegil van llniten, een gebons op groote
trommen, een tumult om hooren en zien te
doen vergaan dat was het feest, hf;t feea
van Montmartre 1
Louise was tc midden van de kermis van
Montmartre, voor den Moulin—Rouge.
Alles draaide om haar heen.
nevel trok voor haar oogen... urt„„a-
En radeloos van smart, uitgeput door honger
en koude, gebroken door de verschrikbelyke
ellende, door 't bewustzyn, geheel alleen te
midden van dat gewemel te zyn, stortte de
ongelukkige bewusteloos ter aarde
Te midden van een kring van nieuwsgieri-
gen, te midden van 't gesobutter der orgels
hot geroep en geschreeuw, het gejoel en gelach
der feestvierenden, xn het verblindend lieht
van duizenden lampen, lag ty in den modder,
in het Blijk der ontdooide straten, buiten
kennis neder...
Een donkore
rekeriog mee te honden, of hy van eigen
middelen of het geld van anderen leeft.
Zoo ook de omstandigheden van den markies
Da Kermor. Wie tar wereld had er oenig
denkbeeld van, dat deze zijn fiuancwelen
ondergang zoo nabij was, ja, zelfs gevaar liep Wan
«Hn r.natatie tovens te verhezen i En _de P!p3a"
BeideB koesterden hetzelfde verlangen, ta
melijk zoo spoedig mogelijk vry en meetor
van hnn doan en laten te zyn,.. Op dien
leeftijd komt do toekomst ons voor als een
paradijs
aün reputatie tovens
poritie van barou De Bresusu, zyn redder
slechts door wonderen in stand gehouden, door
een scta'aamtelooze reclame, een enormen bint,
wie kon een flauw vermoeden hebben van den
waren toestand van dea bankroetier Ka wat
beatond er van de fabelachtige honderden
millioenen, vau de schitterende S.donia f...
De bruid in 't goud t
Wel neen... de publieke opinie van Paryi,
van geheel Partie, was desè
Kermor Zeer groot heer Werpt het
geld met handenvol weg. Schatryk Bres
sieu? Da grootste bankier. Gooohelt met
millioenen. Zeer solide 1
de aanstaande verbinding der twee
Wanneer huu atudieuren afgeloopen waren,
en zü zieh ^ver te geven aan hun toe—
komstdroomen... da één droomende.van zyn
lievelingsdenkbeeld studie en t onderzoeken
der koloniën... waarvan da ander droomde,
dat zullen wij dadelijk zien
Da oude Delrna was een eersnohtige, eigen-
«innige boer, dia - mot bet vooroordeel, dat
velen tagen hun eigen beroep hebben zich
in het hoofd gezet had, dat zyn zoon, zyn
Audré, een beer zou wordeD
Na het verlaten dor kostschool en toon zyn
diensttijd, die hem ook aardig wftt
gekost, was afgeloopon, vroeg de goede mou
ziin veelbeloovenden zoon
Welnu, nu zijn wij or nog niet Wat
gaat g 5 nu aanvangen
O, als ik eenmaal in
Parijs ben, zal ik
famüiëo iu de groots kringen bekend werd, I goüVgenóeg weten te vinden, vader,
nen nog de rijkdommen, lnde m<n weg «ww g een kwos'ia van een
Plotseling werd zij uit haar Bombere ge—
dachten wakker geschud door een uitbundig
gelaob. En zij voelde zich, zy wist niet met
wat, bedekt.
Het was een voorbyganger, die haar eenige
handenvol veelkleurige confetti in t gelaat
had geworpen.
Door dit veorval opgesohrikt, zag zy om
zieh heen en ontdekte tot baar verrassing,
waar zy ziob bevond
Tien, twintig, honderd, duizenden menschen
die door elkaar damten en hosten, lachten,
sohreeuwdep, elkaar van onder tot boven met
confetti en serpentines bedekten.
Een onafiienbare see van liohten, gele gas
lichten, hel wit eleetrisoh licht, een oorver—
doovend geschreeuw en gejoel, een dicht op-
TWEEDE DEEL.
PARIJSCHE MONSTERS.
I.
HET VERLEDEN VAN DE LRU E.
Parijs is aeker de wereldstad, waar me e het
minst op de hoogte is van de omstandigheden
van aijq buurman een ondergang ol de val
van iemand, die gisteren nog g*aeht ofbenijd
was, baart u nog bijna altjdde grootste ver
wondering. Wat, zegt gtf, kom, dat is met
mogelijk... En took is ,t een feit.
Doch men is nu eenmaal gewend, alias naai
den uiterltiken sch^n te beoordeelep. Men
beoordeelt iemand naar zyn levenswyze, «yn
voorkomen, zyn goede manieren, zonder or
overdreef men a
Jockey - olub... en op de beurs, zelfs de grootste
twijfelaars bogen voor dat milliard, het ver
blindende milliard.
't Hooren van die meemngen, Uansobou-
wen van die bewondering deed Dalrue glim
lachen met zijn gewonen, boosaardigen glim
lach.
Alvorens den loop van dit verhaal tei ver-
volgen, is het noodig, dat wy tot dati per
sonoge, dat daarin zulk een noodlottige rol
In td0tcr«te"laats wie wss by en vanwaar
kl33riM had timmer zijn moeder gekend,
wat in veel opziohten een verontschuldiging
voor hem zou kunnen zijn. Zyn vader, een
landbouwer, getroostte zieh alle
kleedde zich om zoo te zeggen geheel uit, om
den zoon esn sohitterende opvoeding op een
kostsohool te Rennes te doen geven, waar by
den jongen graaf De Kermor tot medeleerling
had, denzelfde, die later bij het regiment zyn
kameraad was.
beloofde Andié. Dat
P*AnSê°wMDte Parijs op het k®ntodor T®?
invloedrijken advocaat geplaatst, den'af8®
vaardigde voor bet district, waar de onde
Delrue woonde. Hij was er als secretaris
werkzaam gesteld en zou verder destudseain
de reehten aanvangen.
Na èen korten tyd te Parys te zijn geweest
en enkele lessen te hebben fvolgd gaf And
den brui aan de studie in de reehlsn, om in
de medicijnen te beginnen, terw&l hö tevens
zijn betrekking bij den invloedryken afge
V^^0."^'^vierdr .un vader
dat hij nu zijn weg bad hevonden. t Lenig
was - zooalt dat altijd in zulke omstandig--
heden gebeurt - by had geld poodig. eeU
laatste offer en bij zou nooit meer isti vragen
Welke ouders kennen dezen aanhef rist
(Wordt vervolgd.
DE ECHO VAN HET ZUIDEN,
a
i.
22