L k „NOORD-BRABAND" GELDDORST. 3(1 FEUILLETON. Gemeenteraad. Maatschappij van Verzekering op het Leven. NUMMER 13. DONDERDAG 14 FEBRUARI 1918. 41c JAARGANG. Dit blad verschijnt Woensdag- enZaterdagavond- Abonnementspfijs per 3 maanden f 1, franco p. post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Telef. 38. WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT. UitgaveWaalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen. Telegr.-AdresECHO. Prijs der Adverteutiën 12 cent per regel; minimum 75 cent. Advertentiën 3 maal ter plaatsing opge geven worden tweemaal berekend. Reclames 20 cent per regel. Vastenbrief. Mgr. d. Ven zegt o. m. in zijn vasten brief. Gedurende den ontzettenden oorlog, die reeds zoolang de wereld met allerlei ellen den vervult, klinkt voortdurend uit den mond van de priesters, van de hoogste be dienaren der H. Kerk en niet het minst van Z.H. den Puns het woord van den profeet Exechiël: Bekeert u en doet boete over al uwe ongerechtigheden en de ongerechtigheid zül u niet ten ondergang zijn. Mochten de toonen door\ werken van godsdienstigheid en naastenliefde. menschen eindelijk inzien, dat de geesels, E 01 ch 182 n- vai nus waarmede God de menschen slaat, een ge volg zijü van de schrikkelijke boosheden, die als een zondvloed de wereld overstroo- men mocht er ten minste een einde gesteld worden aan de hemeltergende gruwelen, die schaamteloos en openlijk worden bedreven MochteB de menschen zich bekeeien en boete doen, opdat de gesmade Majesteit God hare grenzelooze karmhartigheid zoude kon- nen toonen, zich over de wereld ontfermen en het n&melooze wee, waarmede de aarde overgoten is. veranderen in vrede, rust en welvaart. Z.H. wijst er op dat wy, hoewel gespaard van den vreeselijken krijg, toch hou langer hoe meer de gevolgen van den wereldkryg moeten vatdragen en vraagt zich af of de oorzaak daarvan wellicht niet bij ons moet worden gezocht. Want velen ook in ons bisdom leven alsof zij met de leer van Christus geheel gebroken hebben. Op vaderlijke wyze maant de gryza Herder dan tot boete doening aan. Met genoegen constateert Z.D.H, de geest drift, die bij velen ontvlamd is voor de buitenlandsche Missiën. Onder de treurige gevolgen van den wereldoorlog bejammeren wij ten zeerste het nadeel, dat de verkondiging van ons heilig geloof in de heidenBshe landen ondergaat. Vela Missionarissen toch zyn genoodzaakt geworden hun edelmoedigen arbeid te staken, hun missieveld te verlaten, zelfs velen hunner en ook anderen, die zich tot den Missiearbeid voorbereidden, zijn ter verde diging van hun vaderland gestorven, Daaren boven de geldelijke steuD, die voor de ver breiding van het geloof onontbeerlijk is, vloeit uit sommige landen, die in oorlog zijn, niet meer in zoo mime mate toe. Met voldoening wijst Z. D. H. op de laatst te Nymegon gehouden Katholieken dag al waar eene buitengewone belangstelling voor het MiiBiewerk ia levendig gemaakt. Z.D.H. spoort allen aan, zooveel mogelijk het Mis siewerk te bevorderen en zegt dan: Wy vertrouwen, B. G., dat gij bereid vaardig gevolg zult geven, zooals reeds velen gedaan hebben, aan de opwekkingen uwer Geestelyken en dat gij zult toetreden tot het Genootschap tot Voortplanting des Ge- loofs en dat al uwe kinderen zullen inge schreven werden in het Genootschap der H. Kindsheid. Wy herhalen hetgeen Wij vroegar reeds zeiden, dat het ons nadrukkelijk ver langen is, dat deaa Vereenigingen in elke parochie opgericht en tot bloei zullen ge bracht worden en dat tevens da Missiën van onze Indiën en andere Missie-vereenigiBgen door u krachtig zullen onderateund worden. Wordt ons vurig verlangen vervuld, dan hdbben Wij de zekerheid, dat het heilig geloof ook in ons gezegend Bisdom hooger zal opbloeien, zich immer krachtiger zal 45 DRUNEN. (Vervolg.) Elshout-van Gercum. Met dit antwoord tnoet ik thans wel tevreden zijn, daar kan ik me niet tegen verzetten, maar dan hoop Ik ook dat het ook spoedig gebeurt. Voorzitter. Ik zal volledig antwoord geven. Elshout-van Gorcum. Hoe langer dat men met de zaak wacht, hoe moeilijker cn onduidelijker dat bet wordt want ik beloof u dat er heel wat te ontmaskeren is. Brok. Denkt u dat het dus niet in orde is. Elshout-van Gorcum. Ik geloof dat u mij toch goed hebt kunnen velgen en dat ik nogal duidelijk ben geweest. Voorzitter. Op het oogenblik kan ik In deze niet verder gaan. Van der Geld. Gisteren zijn de reke ningen nog met veel zorg onderzocht. We hebben er zeker 3 volle uren over gedaan en we hebben niet het minste gevonden. Alles geschiedtlregelmatlg. Elshout-van Gorcum. Daar zal ik me het zwijgen maar over opleggen. De com missie kan dat immers niet. Er Is nog veel meer. Voorzitter. Is er nog iets? Elshout-van Gorcum. Me dunkt dat het nogal wel is. Van Son. Hij zegt dat er nog meer is. Ik zou hem maar volmondig laten spreken, dat is beter. Voorzitter. Beter is het dat Burg. en Weth. de zaak eerst eens goed onder de oogen zien en dan iu de eerstvolgende vergadering verder zien. Elshout-v. Gorcam. Het spijt me dat Ik het moet zeggen, maar 't is een feit dat er niemand van ons in staat is de boeken en al wat er mee samenhangt goed te onderzoeken. Ik stel voor direct een accountant te benoemen. Voorzitter. In de eerstvolgende ver gadering. Burg. en Weth. moeten eerst de zaak kunnen bespreken. Elshout-v. Gorcum. U kan toch wel intusschen vernemen naar de onkosten daarvan. Waarom moeten er eerst slacht offers vallen. Dan Is het verschrikkelijk. Denkt er wel a3n dat hoe langer het duurt, hoe erger het wordt. Voor ons zelve zijn we dan toch gerustgesteld en tegenover het publiek ook. Voorzitter. U hebt toch zelf ook ge zegd om eerst eens naar de onkosten te informeeren. Elshout-van Gorcum. Ik zou er nu al toe overgaan. Van Speijk. Je weet nu nog van niets af en dan kan je toch maar niet aan het benoemen gaan. Van der Geld. Ik zou eerst willen weten wat het kost. Elshout-v. Gorcum. De kosten wegen niet op tegen de slachtoffers die zouden kunnen vallen. Voorzitter. Binnen 14 dagen hebben wij vergadering en dan zullen B. W. is de zaak hebben onderzocht. Oordeelt de raad het dan noodzakelijk dat op het voorstel van Elshout moet worden in gegaan, dan kan er de meeste spoed achter worden gezet. Elshout-van Gorcum. Dan stel ik nu voor over te gaan tot benoeming van een tijdelijke wethouder, want L. Elshoat heeft wettelijk opgehouden lid van den raad te zijn. Tegenwoordig is er veel te veel werk aan den winkel om maar met een wethouder te zitten. De Voorzitter. Dat is nog maar de vraag. U zegt dat nu wel en nu zeg ik niet dat u ongelijk hebt, maar anderen beweren weer het tegendeel en daarom acht ik het gewenscht het eerst eens grondig te onderzoeken. Elshout-van Gorcum. Het is verre gaand. De hooge heeren in den Bosch hebben het toch zelf verklaard. Moet den Haag er nu ook weer eens aan te pas komen. Voorzitter. Eerst zullen wij de zaak onderzoeken en in het Dag-Btfstuur be spreken. In de volgende vergadering zal ik dan zoo breedvoerig mogelijk alles bespreken. Elshout-van Gorcum. Een wethouder kan nu worden benoemd. Dat hoort en kan niet anders worden uitgelegd. Voorzitter. Ik wil dat alles eerst beter weten. Elshout-van Gorcum. Een mooie boel hoor. Daar straks moest de gemeente wet worden gehaald om iets na te dij ken en nu ligt de wet daar en men wil er niet in kijken. Daar straks moest nog naar gezocht worden ook en ik geef de artikelen aan en nog wil men kijken. Dat is pracht werk zoo. Van der Geld. Elshout mag dan toch de keus nog worden gelaten welke be trekking hij zal behouden. Elshout-van Gorcum. Dat kan niet. Hij heeft door aanvaarding van het ambt van leider der distributie, het recht op lidmaatschap van den raad verloren. Als hij bedankt als leider van het levens middelen bedrijf, dan moet hij weer op nieuw worden gekozen. Van Son. Het is een krekelige zaak om zoo maar een besluit te nemen Daar wil ik eerst wel eens meer van weten. Elshout-van Gorcum. Wees voorzichtig hoor dat ik er niet mee naar Den Haag moet. Ik waarschuw je nu nog, Van Son. Wij hebben er hoogerhand eens 1 over geschreven Elshout-van Gorcum. Zeker en toen er op geantwoord en weer over ge schreven en weer geantwoord en toen zijn ze toch duidelijk geweest. Voorzitter. Tamelijk- Van Son. Wat ze toen geantwoord hebben, is heelemaal in strijd met wat u hebt gezegd. Elshout-van Gorcum. Ik heb niets ge zegd. De wet zegt het en daaraan valt niets te veranderen. Voorzitter. Ik acht het gewenscht eerst te informeeren, dan weten we wat meer en zal het voor eenieder wat dui delijker zijn. Elshout-van Gorcum. 't Is toch bar. De wet ligt daar. Ik geef de artikelen aan en nog kijkt men het niet na. Is het te gevaarlijk soms om de wet aan te raken. Weten jullie het nou nog niet. Er zitten hier twee gediplomeerden, laat die dan spreken. Voorzitter. Wat zegt u er van, se cretaris. Secretaris. Dat de heer L. Elshout eerst zijn meening maar zegt. L. Elshout. Het is een twijfelachtige zaak, zooals ze In den Bosch ook zeggen. Voorzitter. In den Bosch zeggen ze ook dat het niet zoo duidelijk is. L. Elshout. De heer Elshout-van Gor cum doet wel alsof hij in den Bosch om inlichtingen is geweest, doch dat is niet zoo. Wij weten wel waar u uw licht hebt opgestoken. Van Son. Het is te begrijpen. Toen de Gemeentewet Is gemaakt, heeft men met geen distributie rekening kunnen ïoudcn, toen is daar nog niet aan ge dacht. Elshout-van Gorcum. Nu de gemeente een zetwinkel heeft geopend b de zaak nog ernstiget geworden. Die heeft al heel wat stof doen opwaaien. Voorzitter. Over 14 dagen is het weer vergadering en dan zal ik intusschen onderzoeken en ik beloof u dat die maat regelen zullen worden genomen welke noodlg zijn. I Elshout-van Gorcum. Dat moet u ook. Maar nu stel ik nog voor om de zet winkel direct op te heffen. Door den raad is daartoe ook niet besloten. En hoe zit dat zaakje met Bergmans. Die heeft al dikwijls gevraagd om erkend leverancier te worden van aardappelen en groenten. Hij is daarvoor al meer malen geweest. Kan daar nu onderhand eens een definitief besluit over worden genomen. Door den burgemeester is hij Opgericht3* WAALWIJK. 1843 Verzekerd Kapitaal18.299.263.— Reserve 2.786.500.- Van al)E ECHO VAN HET ZUIDEN". erkend ea nog is er niets van gekomen. De .middenstanders raken wel in de knel. Met dea verkoop van brandstoffen ook al. Dat is niet billijk met dat hout. Daar moet den brandstoffenhandelaar gelegea- held voor worden gegeven. Zoo ook met de kaarsen. Laat die de winkeliers verkoopen, dat kan goed, want daar is geen onderwicht bij, zoodat verlies op kaarsen is uitgesloten. Ik dring er op aan dat de winkel zoo spoedig mogelijk wordt opgeheven en dë middenstander niet langer in den hoek wordt gedrukt. Voorzitter. U spreekt nogal bout. L. Elshout. Bergmans is eens bij mij geweest en toen heb Ik hem naar den burgemeester verwezen om te vragen een bewijs te schrijven dat bij voor den oorlog reeds handelaar was. Na dien tijd is hij nooit meer bij me geweest en üu behoef ik de menschen toch niet na te loopen. En wat de kaarsengeschiedenis betreft, ik handel volgens de voorschrif ten van de Regeering en daar wijk ik niet van af. Elshout-van Gorcum. Wijk je dahr niet vanaf. En de Zusters dan. Of is dat soms ook industrie. L. Elshout. Zeker is dat industrie. Het is boerderij en ook nog gasthuis. Elshout-van Görcum. Mooi en de werkelijke industrie in het donker. L. Elshout. Dat is uw eigen schuld. Dan had je op tijd moeten aanvragen als alle anderen. Elshout-van Gorcum. Dat kon Ik niet omdat Ik in het Ziekenhuis te Breda was. L. Elshout. U had toch wel een plaatsvervanger. Elshout-van Gorcum. Ik kon toen aan alles niet deoken. L. Elshout. Je dacht toch wel aan meer andere zaken. Maar nu schijnt ge daarover een beetje kwaad te zijn en daar kan ik niets aan doen. Mij is de leiding gegeven en nu handel ik rechi en dan kijk Ik naar geen personen. Voorzitter. Ik heb Bergmans een bewijs gegeven en dat kan ik doen. Elshout-van Gorcum. Dau i9 hij toch erkend. Voorzitter. Ik geef alleen bewijs af dat ik hem erken. Elshout-van Gorcum. U ls toch ver antwoordelijk. L. Elshout. U moet de zaken eerst beter weten voor je er mede voor den dag komt. Elshout-van Gorcum. Een mooie boel. Industrie krijgt schemerlichten en een arbeider die een eerlijk stuk brood moet verdienen wordt geforceerd schemer lichten te nemendie krijgen geen kaarsen. L. Elshout. Wie Elshout-van Gorcum. Wel Doru» Ver hoeven en Kee van den Hoek, die zeien toch dat ze verrekken met d r rommel. Die kregen alleen schemerlichten en de Zusters niet, die behoeven geen schemer lichten te nemen. Zoo past ge alles on billijk toe. L. Elshout. U weet toch niet wat ze nog te goed hebben. Elshout-van Gorcum. Bakker Brok van de Broeders de winst ook alleen op en bij de Zusters zijn strijkt maar vaarwel 1 Morgen EERSTE DEEL. XI. HIT GRAF. Ia 't niet, gij jaagt mij niet weg Kijk, ik sal in dit kleine hoekje blijven, ik zal nie mand in den weg zijn. O, grootmama, be— Bcherm my, neem mij bij n, noem mij in uw armen Mejuffrouw 1 klonk aaeht een ruwe, dooh ontroerde stem. Kom juffrouw Want, vervolgde de ongelukkige, zonder deze woorden te hooren, wat moet er van my worden, als gü mij ook wegstuurt O, moet men niet een beetje medelijden mat my heb ben V Bij u, by mijn goed grootmoedertje, zal ik minder lijden, maar als gij mij ook verjaagt, ben ik bang... o, ik ben bang Kom, mijn kind l G(j moet naar mij luisteren... j De item waz ruw. doch er klonk ïeti goed- ^Difmaï' legde de man «Sn hand op Louise'z arm en beurde haar zacht op. Gij moet gaan, juffrouw, t i« tyd, Tyd atotterde Louise. Gaan Ja, we gaan aluiten 1 De man waz een oppasser van het kerkuoi. 'tW« avond en kond. De wegen waren eenzaam. Bahoedaaam en zacht nam de oppasser Louise bij de hand Arm kind, zei hy, gy ayt by na bevro ren l Kom, ga gauw naar hnis Naar hnis 1 herhaalde Loans met bit terheid. De oppasser voerde haar mee. Zy liet zich willooB leiden, zonder tegenstand to bieden. Slechts stamelden haar lippen io het heen gaan Vaarwel, grootmama kom ik terng Zij weende niit meer. 't Soheen of haar zwarte oogen nog don kerder waren. Haar geiieht was onbeweeglijk als marmer. Opeens zsg zy zich buiten het kerkhof. Tegen het gesloten hek herhaalde zy met een doffe stem, all een afsoheii van 't leven en het geluk Grootmams, vaarwel, vaarwel I Neen, tot wedersisni Ik zal terugkomen I Zij liep met langzamen tred, eenigszms ge bogen, rillende van koude en in baar koorts achtige oogen lichtte een vreemd vuur. Waar ging ze heen Zij wiBt het zelf niet. ZU liep, dat was alles En, uit kracht der gewoonte, richtten zich haar schreden werk tuigelijk naar den boulevard de Llieby, eengepakte menigte, een gewiemel van uit gelaten feestvierende menschen, bet roffelen van trommels, het getoeter door spreektrom petten voor de tenten, waar mannen en vrouwen in trioot dansten sn muiiek maakten, bel gedreun van armzalige orgeltjes voer deklsine tenten, het geschetter van de reuxenorgela in de weelderig ingerichte bipodromes en groote oaroussels, een dooreengesehetter van fanfare», een gegil van llniten, een gebons op groote trommen, een tumult om hooren en zien te doen vergaan dat was het feest, hf;t feea van Montmartre 1 Louise was tc midden van de kermis van Montmartre, voor den Moulin—Rouge. Alles draaide om haar heen. nevel trok voor haar oogen... urt„„a- En radeloos van smart, uitgeput door honger en koude, gebroken door de verschrikbelyke ellende, door 't bewustzyn, geheel alleen te midden van dat gewemel te zyn, stortte de ongelukkige bewusteloos ter aarde Te midden van een kring van nieuwsgieri- gen, te midden van 't gesobutter der orgels hot geroep en geschreeuw, het gejoel en gelach der feestvierenden, xn het verblindend lieht van duizenden lampen, lag ty in den modder, in het Blijk der ontdooide straten, buiten kennis neder... Een donkore rekeriog mee te honden, of hy van eigen middelen of het geld van anderen leeft. Zoo ook de omstandigheden van den markies Da Kermor. Wie tar wereld had er oenig denkbeeld van, dat deze zijn fiuancwelen ondergang zoo nabij was, ja, zelfs gevaar liep Wan «Hn r.natatie tovens te verhezen i En _de P!p3a" BeideB koesterden hetzelfde verlangen, ta melijk zoo spoedig mogelijk vry en meetor van hnn doan en laten te zyn,.. Op dien leeftijd komt do toekomst ons voor als een paradijs aün reputatie tovens poritie van barou De Bresusu, zyn redder slechts door wonderen in stand gehouden, door een scta'aamtelooze reclame, een enormen bint, wie kon een flauw vermoeden hebben van den waren toestand van dea bankroetier Ka wat beatond er van de fabelachtige honderden millioenen, vau de schitterende S.donia f... De bruid in 't goud t Wel neen... de publieke opinie van Paryi, van geheel Partie, was desè Kermor Zeer groot heer Werpt het geld met handenvol weg. Schatryk Bres sieu? Da grootste bankier. Gooohelt met millioenen. Zeer solide 1 de aanstaande verbinding der twee Wanneer huu atudieuren afgeloopen waren, en zü zieh ^ver te geven aan hun toe— komstdroomen... da één droomende.van zyn lievelingsdenkbeeld studie en t onderzoeken der koloniën... waarvan da ander droomde, dat zullen wij dadelijk zien Da oude Delrna was een eersnohtige, eigen- «innige boer, dia - mot bet vooroordeel, dat velen tagen hun eigen beroep hebben zich in het hoofd gezet had, dat zyn zoon, zyn Audré, een beer zou wordeD Na het verlaten dor kostschool en toon zyn diensttijd, die hem ook aardig wftt gekost, was afgeloopon, vroeg de goede mou ziin veelbeloovenden zoon Welnu, nu zijn wij or nog niet Wat gaat g 5 nu aanvangen O, als ik eenmaal in Parijs ben, zal ik famüiëo iu de groots kringen bekend werd, I goüVgenóeg weten te vinden, vader, nen nog de rijkdommen, lnde m<n weg «ww g een kwos'ia van een Plotseling werd zij uit haar Bombere ge— dachten wakker geschud door een uitbundig gelaob. En zij voelde zich, zy wist niet met wat, bedekt. Het was een voorbyganger, die haar eenige handenvol veelkleurige confetti in t gelaat had geworpen. Door dit veorval opgesohrikt, zag zy om zieh heen en ontdekte tot baar verrassing, waar zy ziob bevond Tien, twintig, honderd, duizenden menschen die door elkaar damten en hosten, lachten, sohreeuwdep, elkaar van onder tot boven met confetti en serpentines bedekten. Een onafiienbare see van liohten, gele gas lichten, hel wit eleetrisoh licht, een oorver— doovend geschreeuw en gejoel, een dicht op- TWEEDE DEEL. PARIJSCHE MONSTERS. I. HET VERLEDEN VAN DE LRU E. Parijs is aeker de wereldstad, waar me e het minst op de hoogte is van de omstandigheden van aijq buurman een ondergang ol de val van iemand, die gisteren nog g*aeht ofbenijd was, baart u nog bijna altjdde grootste ver wondering. Wat, zegt gtf, kom, dat is met mogelijk... En took is ,t een feit. Doch men is nu eenmaal gewend, alias naai den uiterltiken sch^n te beoordeelep. Men beoordeelt iemand naar zyn levenswyze, «yn voorkomen, zyn goede manieren, zonder or overdreef men a Jockey - olub... en op de beurs, zelfs de grootste twijfelaars bogen voor dat milliard, het ver blindende milliard. 't Hooren van die meemngen, Uansobou- wen van die bewondering deed Dalrue glim lachen met zijn gewonen, boosaardigen glim lach. Alvorens den loop van dit verhaal tei ver- volgen, is het noodig, dat wy tot dati per sonoge, dat daarin zulk een noodlottige rol In td0tcr«te"laats wie wss by en vanwaar kl33riM had timmer zijn moeder gekend, wat in veel opziohten een verontschuldiging voor hem zou kunnen zijn. Zyn vader, een landbouwer, getroostte zieh alle kleedde zich om zoo te zeggen geheel uit, om den zoon esn sohitterende opvoeding op een kostsohool te Rennes te doen geven, waar by den jongen graaf De Kermor tot medeleerling had, denzelfde, die later bij het regiment zyn kameraad was. beloofde Andié. Dat P*AnSê°wMDte Parijs op het k®ntodor T®? invloedrijken advocaat geplaatst, den'af8® vaardigde voor bet district, waar de onde Delrue woonde. Hij was er als secretaris werkzaam gesteld en zou verder destudseain de reehten aanvangen. Na èen korten tyd te Parys te zijn geweest en enkele lessen te hebben fvolgd gaf And den brui aan de studie in de reehlsn, om in de medicijnen te beginnen, terw&l hö tevens zijn betrekking bij den invloedryken afge V^^0."^'^vierdr .un vader dat hij nu zijn weg bad hevonden. t Lenig was - zooalt dat altijd in zulke omstandig-- heden gebeurt - by had geld poodig. eeU laatste offer en bij zou nooit meer isti vragen Welke ouders kennen dezen aanhef rist (Wordt vervolgd. DE ECHO VAN HET ZUIDEN, a i. 22

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1918 | | pagina 1