weede Blad Markode Bandiet Samenvoeging van Gemeenten, FEÜILLETOrT R K BoadvanSchoenf^b ikanten, NUMMER 20 ZATERDAQ 12 MAART 1921. 44e Jaargang. Juist die bedrijven, die slecht georgani seerd slecht ingericht zijn, die nog werken zooals grootvader werkte, zullen bij aandachtige bestudeering van de door de commissie ontworpen en in details omschreven arbeidspraestaties, die in het jaarverslag zijn opgenomen, tot de ontdekking komen, dat hen de weg gewezen wordt, hoe zij het moeten aanleggen om hun bedrijven aan den eisch des tijds te doen aanpassen Het reorganiseeren van het bedrijf, het invoeren van nieuwere werksystemen kost ontegenzeggelijk veel moeite, veel tijd, veel inspanning en veel door zettingsvermogen en brengt ook vaak onaangenaamheden teweegmen kan er echter van op aan, dat zij, die uit de tegenwoordige wereldmalaise niet de les trekken die er in gelegen is, in de wereldconcurrentie onder den voet zullen worden geloopen Het is thans meer dan tijd, dat de bakens worden verzet, dat men ont waakt uit den roes der a'geloopen gunstige jaren en zich met bekwamen spoed gereed maakt tot den nieuwen economischen strijd, die reeds ontbrand is. doch die heviger zal worden en zal toenemen in kracht Als Voorzitter van Uw Bond heb ik gemeend, bij de intrede van dit nieuwe jaar U op deze ernstige, hoog belang rijke quaesties attent te moeten maken. En dan kom ik vanzelf aan een onderwerp, dat~mij als Uw Voorzitter ten nauwste ter harte gaat en dat is, eene innige samenwerking, die er be hoort te bestaan in onzen Bond, tus schen de leden onderling, tusschen de bestuursleden, tusschen de leden en het bestuur Duor samenwerking alleen kunnen wij onze mooie industrie redden. Hoe anders toch zouden wij kans zien tot doorvoering en bevordering van de vele hulpmiddelen om te komen tot de verbetering onzer bedrijven Ik denk hier o.a. aan het zoo pas gehouden examen der werkmeesters in onze industrie. Dit is de eerste stap, die dra gevolgd zal worden door andere, om te komen tot eene verhooging van het peil onzer voornaamste helpers. Willen wij toch onze bedrijven per- fectioneeren en daarbij door overmaat van arbeid zelf niet physiek te gronde gaan om vóór den tijd te zijn onder gegaan in onze zorgen en beslomme ringen, dan dienen wij te kunnen be schikken over krachten, die ons werkelijk als plaatsvervangers en als voorlichters van onze eigen taak ter zijde staan. Zonder ook maar in het minst te kort te willen doen aan onze tegenwoordige werkmeesters, zal mij toch wel niemand tegenspreken, dat gaarne veel hoogere jaarwedden zouden worden beschikbaar gesteld aan werkmeesters, die ook door hoogere intellectueele ontwikkeling dan den meesten der tegenwoordige werk meesters thans eigen is, een groot deel zouden kunnen overnemen van de taak, die nog maar al te veel op de schouders rust van den patroon. Schetste ik U een beeld van het ver leden wat thans te zeggen van de toe komst. Laat ik mij niet wagen aan voor spellingen Zoovele voorspellingen op economisch gebied vooral zijn er reeds gedaan en telkens weer bleken de feiten deze profetien te logenstraffen. Laat ik dus blijven bij het uitspreken van eene hoop, eene verwachting. En dan is het deze, dat onze industrie, die thans weer staat voor een kleine opleving, door de bijzondere eigen aardigheden, die elk voorjaarsseizoen brengt, deze opleving moge onder vinden als een tijdperk van overgang niet naar eene nieuwe inzinking maar naar een tijdperk van algeheel herstel, naar een tijdperk van voortdurenden bloei en groei. I De Echo van het Zuiden. Aan^het advies aaogaande het wets voorstel tot vereer,igiog der gemeenten Made en Orimmeleo, Geertsuidenberg, Raamsdook en^Waspik uitgeb'acht door de!~ Commissie in de gemeente^Geertrui- denberg, bedoeld bij art. 131 der ge meentewet," aao Ged. Staten van;,Noord Brabant, ontleenen we Voorop zij gesteld, dat, wanneer niet van de zijde'van uw college de in het wetsoctwerp belichaamde samenvoeging van gemeenten aanhaoglog was gemaakt er wel niemand in deze gemeente zou zijn, bij wlen de gedachte aan de wen- scheligkheld fdaarvan ooit zou zijn op gekomen, daartoe Is er tusschen Geer- tiuideoberg en de gemeenten ten Oosten van de Dooge te weinig gemeenschap van belmgen. Mocht ook ai de ligging van Raams- donksveer ten opzichte van^onze gemeen te de gedachte kunnen wekken dat vereeniging van deze beide meer voor de hand ligt, dan is daartegen aan te voeren, dat, van territoriaal oogpunt beschouwd, de Donge zulk een volkomen grensscheiding vormt tusschen de ge meenten Geertruidenberg en Raamsdook dat van een gemeenschappelijk belang ln dit opzicht niet gesproken kan worden. Wanneer de uitbreiding van Geertruiden berg haar natuurlijk verloop volgt, aan zal deze plaats vladen naar het Westen en niet naar het Oosten. Bovendien is Geerttuideoberg huiverig voor samenvoeging met Raamsdonksveer. omdat het de gefundeerde overtuiging heeft, dat er een vinnige strijd zal ont staan om de vraag welke van de twee rlvierzijdea de hegemonie en daarmee bet grootste materieele voordeel zal weten machtig te wordea. Tegenover de argumenten in de me morie *van toelichting, 'die het wetsont werp vergezelt, wordt o.a. het volgende opgeme, kt We ontkennen, dat de aard van de bevolking der vier gemeenten veel ge lijkenis zou vertoonen en wie iets weet van heLontstaan en de historische om wikkeling dier gemeenten, vindt dat sems diepgaand verschil zeer natuurlijk. De gezamenlijke Noordgrens is een bloote toevalligheid en ten opzichte van de gemeente Made en Ddmmelen niet eens waaj, voor zoover ze aanwezig is, zal ze aan de vereeniging evenmin ten goede of ten kwade komen, als de niet gezamenlijke Noordgrens van andere gemeenten, terwijl om van de Waterloo- pen^'te zwijgen, het gemeenschappelijk belang op wegengebled zich bepaalt tot den eenigeo weg die door de Langstraat en verder westwaarts loopt en die voor een vrij groot deel niet aan de gemeenten maar aan de Provincie behoort. De vereenvoudiging der administratie kan volmondig worden toegegeven en we aarzelen niet als onz- meedog neer te schrijven, dat dit. het eeoige gegronde motief Is, dit In de memorie wordt aan gevoerd, doch wat de vereenvoudiging van ,JDe Echo van het Zuiden". door Louis Bous8enard. TWEEDE DEEL. X. HELDHAFTIGHEID EENER VROUW. 54) Zij zullen Bulgaarseh grondgebied betre den en de uitgeputte vluchtelingen afma ken. Wat malen die bandieten om het schenden der grens. Zij hebben 't getal, dus de macht. Zij kennen geen vooroordeelen en spotten met nationale grenzen Op 't oogeblik dat zij hun grootste mis daad willen voltrekken en voorwaarts ruk ken met de bajonet op het geweer, daagt onverwachts redding op. Achter een rots welke het plein afloopt schallen hoorns ten aanval. Terzelfdertijd verschijnen de voorste gelederen eener Bul- gaarsche kolonne. Een kapitein, den degeu in de rechter- en den revolver in de linker had, voert den troep aan. 't Zijn flinke, vurige soldaten, staande onder ijzeren tucht. De officier ziet den bezwijmden Joannes en mompelt treurig: Voor dezen komen wij te laat! Dan, met dreunende stem, zijnen revolver gericht op de Turken, die reeds door den bres kwamen, roept hij Haiti... den eerste die nog èenen stap van bestuur betreft ontkennen we, dat daarop door combina'ie nazicht bestaat. De inricbiing van het bestuur van groote gemeenten toont aan, dat het raderwerk gecompliceerder word', naar mate de gemeente grooter wordr. De zorg voor ve> lichting, vervoer, veiligheid en onderwijs is reeds nu, en zeker ia een zeer nabije toekomst geheel in haaden van Rijk of P oviacie. Ook de aanleg van waterleidingen is, buiten de eigenlijke groote stad, niet meer te verwezenlijken dan door samenwerking van de gezamenlijke gemeeatee eener streek, b.v. van Westelijk Noord-Brabant. Eo wat de verdere sociale verzorging der gemeenten betreftopenbare werken, rioieerlng, politietoezicht, brandweer, armenzotg, wijzen we er op, dat eerst dan de groote gemeente economischer kan werken, wanneer de deelen der ge meente één complex vormenis dat niet het geval, dan blijven de zaken zooals ze zijn, of stijgen, bij omvangrijke maatregelen, de kosten zoodanig, dat de afzonderlijke gem ente bij gelijke uit gaven economischer op eigen terrein kan werkzaam ziin. Hoewel de g >ede bedoelingen van Gedeputeerde S aten ten aanzien van het midden der nieuwe gemeente, Raamsdonksveer en Geertruidenberg, apprecieereode, rijst bij de bewoners van dat midden wel eenige twijfel, of de verder van het centrum wonenden met die bedoelingen wel accoord zullen gaan. Tot slot zegt de commissie In dit tijdperk verelschi de gemeente veel persoooltlke toewijding, fi aocl-ele zorg en opoffering. Welnu, het bestuur en de ingezetenen van Geertruidenbe g hebben er die toewijding, die zorg en opoffering voor over, mits ze baas blij ven ia eigen buis. Wanneer ze zich echter het lot van hun gemeente denken in handen van een bestuurscollege, waarin de over- groote meerderheid gevormd wordt door het agrarische element der zus'er- gemeenten een element, dat zich In het algemeen niet pleegt te onderscheiden door een breeden kijk op zaken, noch door bijzonder ontwikkelde altruïstische gevoelens dan zien zij de toekomst donker in. Dan voorzien zij een onaf- zlenbaren strijd van lokale belangen, een strijd, die zich nu reeds in de ge meenteraden begint af te teekenen om de kwesiie van bet centrale punt der vereeniging een strijd, waarbij ten slotte dat deel, dat het geringst aantal ver tegenwoordigers kan aaowijzeo, aan het kortste eind zal trekken. Om ai deze redenen moet de com missie tegenover het ter beoordeeling gezooden wetsontwerp een afwijzende houding aannemen en zij is van oordeel, dat het in het belang der gemeente Geertruidenberg is. zich met hand en tand tegen de voorgestelde vereeniging te verzetten. Aande belangrijke openingsrede, uitgesproken door den Voorzitter van den N-d. R K R «»n S<-h^e»>fabH- ctoet, strek ik dood neder! Achteruit!achteruit!of ik laat u ombrengen. En zich tot de patriotten wendende, groet hij hen met zijnen degen en zegt hun met zachte ptem En gij broeders, weest hier welkom DERDE DEEL. DE GEZELLEN VAN HET DYNAMIET. I. HET LAND DER ROZEN. De winter, zoo hard in den Balkan, is ten einde. Zoo in de verte nog blanke sneeuw- vlekken op de toppen der bergen glinsteren, op de Bulgaarsche vlakten en in de valeien groeit en schiet en bloeit alles. 't Is de LenteDe lieflijke en geurige Lente der rozen, die, zooverre het oog reikt, in vollen bloei staan. Heerlijk-fijne geuren balsemen de zoele lucht; de vogels kweelen zooveel hun keel tjes geven kunnenzwermen vlinders darte len over de bloemvelden zonder einde. De zandige hellingen aan den kant van Bulga rije, zijn ééne rozengaard. Want de teelt dier roos uit Thraciö levert aan geheel de wereld de kostbare rozenolie, die haast haar gewicht in goud waard is. Die teelt is de bijzondere nijverheid van dit zonnige hoekje. Zij lukt wondergoed. Zij bezorgt hun die er zich op toeleggen, een goed bestaan. De oogst is reeds volop aan den gang. Van alle kanten zijn gelukkige, kloeke, vlugge, welgevoede lieden aan den arbeid; zij zijn levenslustig en zingen dat het een lust is. Met een grooten korf aan den arm gaan zij de bleekroode, bedauwde bloemen plukken. Tijdens dien arbeid, welke een genot is, ko tel», den heer B, Tïmmermans- Verschure op de algemeene jaarvergade ring van 28 Februari te Tilburg ge houden, ontleenen we nog 'e volgende Wanneer ik hef vervlogen jaar nog weer eens in Uwe gedach'en terugbreng, dan kunnen wij ons sl-ch's 'erover ver heugen, dat het jaar 1920 is vervlogen en verdwenen Hoezeer voor onzen Bond een vrucht baar tijdperk daarmede ls afgeslo'en, is toch voor onze industrie het jaar 1920 een jaar geweest van sukkelen en van malaise. Ia het jaarverslag is U reeds ge schetst hoe deze malaise steeds In om vang toenam en op het einde van 1920 en in de eerste weken van 1921 haar hoogtepunt bereikte. Voor een paar weken toch deelde de Minister In de Kamer mede, naar aan leiding van de bekende interpellatie Van den Tempel, dat het aantal werk- looze lederbewerkers was gestegen tot 38 pCc. Geen courant of tijdschrift kan men opnemen of men leest daarin over de crisis en de malaise die de vcschlllende industrieën hier te lande doormaken- Ieder traebt op zij» manier een middel tot genezlog te vinden en ais ééa van de middelen wordt ook aangepredikt de socialisatie. Dit is echter nog steeds een hol klinkend woord en er is niemand in ons geheele land, ja, zelfs misschien in de geheele wereld, die van bet begrip socialisatie* een duidelijke omlijniog kan geven. Bij de begrootlogsdebatlen in de Kamer zijn daarover dagen en dagen volgepraat en ten slotte werd de chaos zoodanig, dat er reeds een zestal stelsels van socialisatie uit de debatten waren te dls'illeeren. Ea op het oogenblik zijn er, zoo zegt men mij, reeds 17 manieren, waarop gesocialiseerd zou moeten worden. Socialisatie zal dus vooreerst nog wel het redmiddel niet zijn. Ook over den hachelijken toestand, waa'in de schoenindustrie verkeert, wordt in de dag- en vakbladeo veel geschreven, cn als hoofdzaak wordt s'eeds voorop gesteld de >valuta<. Zeer zeker heeft de valuta groote nvloed op den gang van zaken, doch ais men nagaat, dat er van de tien millioen gulden welke in 1920 aan schoenen zijn geïmporteerd, er voor zeven millioen gulden zijn gekomen uit landen, waar de koers van het geld op normaal peil, of zelfs hooger staat dan hier, dan moeten er nog andere oor zaken zijn waarom de fabrikant hier te lande niet kan coocQrreeren tegen de bultenlandsche inousirie. Deze oorzaken zijn naar mijne meening de volgende De groote voorraad te dure grond- str ff m. Er wordt met oud-hollandsch conser vatisme te lang gewacht om de o>ijzen der te duur ingekochte vrondstcffea in verhouding te brengen met de momen teels marktwaarde. Of kort gezegd het verlies voor zijne rekening te nemen. De minder goede commercleele en technische leiding onzer bedrijven. De veelal gebrekkige inrichting en organisatie onzer fabrieken en ook onze frbrieksadministratie toch staat over he' algemeen ver ten achter bij de moderoe bultenlandsche bed'ijveo, die ons hier in oos eigen land komen bekampen. De Z"r l»?e a'beidsprsesta'le der staan grijze ezeltjes met beweegbare ooren en zwierende staarten, op kostbare lading te wachten. Geen karretjes, nog minder zwa re hinderlijke wagens. Aan hun twee zijden dragen de ezeltjes een grooten diepen korf met platten bodem. Als de mand der oegsters vol is, gaan zij deze uitschudden in den korf. En men ver neemt niets dan blijde kreten en helklin kend gelach. Als de korven tot boven toe vol zijn, wordt als een optocht gevormd. De ezels stappen voort met lange rijen, en begeven zich naar hunnen meester, indien hij zelf rozeolie vervaardigt, ofwel naar de naburi ge stokerij, welke de bloemen koopt. De opbrengst in geld is niet zoo machtig groot. Doch zij is voldoende voor deze bra ve lieden, die sober, zuinig en in alles gere geld leven; die tevreden zijn met hun een voudig bestaan en niets meer wenschen. Iedere kilogram rozen brengt hun vijftien tot vijf-en-twintig centiem op eer vijf tien dan vijf-en-twintig en daarmede achten zij zich gelukkig. Zeggen wij in 't voorbijgaan, dat er niet minder dan 3200 kgr. rozen noodig zijn om een kilogram extract voort te brengen. Nu, op dien schoonen Meimorgen, om precies te zijn den 15 Mei 1903, wordt een lange trein in orde gebracht niet ver van de Macedonische grens. Hij bestaat uit wei veertig ezeltjes, aan welker hoofd een prachtige witte ezelin stapt, die fier de bel- lekens van haren halsband laat rinkelen. Dat is de geleidster, en al de andere volgen haar gedwee, werktuigelijk, als onbewust. De oogst is overvloedig en de korven schij nen zwaar gevuld. De oogst werd opgedaan op de velden, be- hoorende tot het grondgebied van het Bul gaarsche dorp Gavesevo, tegen de grens waar langs de weg loopt die van Kustendil, Hollandsche arbeiders tn onze industrie. Vergelijkt men toch de praestatie van de bultenlandsche arbeiders met de onze, dan valt deze vergelijking uit zeer in bet voordeel van de buiten landers. De korte wettelijke arbeidsduur. Doordat in ons land op een aller- onge ukkigst tijdstip de arbeidsduur dermate is verkort als ia geen ander land ter wereld en in de toepassing dier wet geen soepelheid wordt gekend, staan wij er ook in dit opzicht tegen over het buitenland zeer onguo't'g voor. Als gevolg van dat alles zijn onze exploitatie en fab'lcagekosten buiten gewoon hoog, waar nog bij komt da' onze bediijven gedrukt worden door groote sociale eu fiscale lasten. Het staat daaiom naar milne meening vas', dat, wanneer de Hollandsche schoeofab'lkanten niet de banden i ééo slaan, om hunne bedrijven te reorgani- seeren eo onmiddellijk over te gaan tot bet opvoeren der arbeidspraestat e van den werkman, de Hollandsche schoen industrie de concurrentie tegen het buitenland niet meer kan opnemen en dat een herleving van den export dan fiaaal is uitgefloten. Wanneer men de moeite doet, om zich op de hoogte te stellen hoe er in de buitenlandsche schoenindustrie in de laatste tijden gewerkt wordr, hoe de fabrikanten door de massaproduc ie van militaire schoenen gedurende de oo>iogs- jaren geleerd hebben in hunne bedrtjveD specialtseenng door te voeren, hoe op alle mogelijke wijzen de rentabiliteit van gebouwen en machines door zoo hoog mogelijke benutting wordt opgevoerd, hoe er voortdurend rusteloos naar wordt gestreefd om de praestatie der arbeiders op te voerea, door betere voorbereiding, door het logisch ineengrijpen van de werkzaamheden der verschillende af- deellogen, hoe door het samenstellen en nauwkeurig bijhouden van statistieken over onkosten eo over alle factoren die samen den kostprijs van het fabricaat vemen, waardoor het mogelijk is dat de fabrikant ieder oogenblik beslissend kan ingrijpen, een zeer nauwkeurig door gevoerde berekening van den zeifkost- prijs mogelijk Is. dan komt men tot de conclusie, dat er aan onze Hollandsche iartch ingen en administratie nog heel wat mankeert en dat het buitenland werkelijk een zeer grooten voorsprong op ons heeft, wat in de lagere prijzen tot uitdrukking komt. Ooze Bond heeft het initiatief ge nomen voor het vaststellen eener rationeele arbeidspraestaiie. Dit besluit Is èa door vele leden door de aibeidërs bijzonder sceptisch ontvangen. Waarom Omdat noch de fabrikant, noch de werkman er genoegzaam van door drongen schijnt, dat dit het voornaamste, zoo niet het eenige middel is tot behoud der Holland«chr irdus'rle. in Bulgarije naar Kumanova, in Macedonië leidt. Op minder dan een kilometer van Ga vesevo sloegen de patriotten, door middel van nitro-glycerine een bres in den rots wand waar langs zij over de grens in Bul garije kwamen op liet oogenblik dat zij door de Turken In de pan zouden gehakt worden. De ezelstrein, inplaats van den weg in te slaan naar de oliestokerijenvan Kustendil, bestijgt de rotsen die aan den nationalen weg grenzen, slaan links eenen zijweg in en verder den bergweg die naar Macedonië voert. Aan de spits naast de witte ezelin, niet juist is te schatten. Hij is zeker niet gaat langzaam een man wiens ouderdom jong meer, draagt een havelooze plunje, heeft vieselijk-vuile handen, een langen, vettigen, grijzen baard, een gelaat dat in geen jaar meer kennis maakte met zeep en water en zijn verward hoofdhaar zit half verborgen onder een smerige pelsmuts. Hij lijkt een bedelaar dien men om zijn onzindelijk voorkomen, van verre een aal-, moes zou toesmijten. Ongeveer het midden van den trein stapt een nette jongen, maar al even vettig en vuil en ellendig aangetakèld als de oude. Aan zijnen hals hangt een zweep, gelijk de vrachtvoerders ze dragenhij houdt een in 't zeil opdat de dieren goed volgen. Geen van beiden spreekt een woord en zien er uit als twee stompzinnige wezens. Zoowel de ezels als hunne drijvers kennen den weg en deze is dan ook spoedig afge legd. De oude en de ezelin komen zoo aan een soort versterkte poort, beschut door zwaar paalwerk. Een dreunende kreet weerklinkt Staat!... Wie daar?... Twee Turksche schildwachten, Albanee- sche reuzen, vellen hun bajonet naar de borst van onzen ezeldrijver, die er zich Omtrent de besprekingen vaa de ia rt^ paae*. 'nplf' fn Ir uor'rp Innfïpoli- niets van aantrekt. De trein stopt gelijk één ezel en een der schildwachten geen ant woord bekomende, voegt er bij Kijk't is die oude stommerik van een Timochus... met Andreino, Jonger, maar zoo lomp als hij Roep den kapitein! Sedert den winter hebben de Turken ver- sterkingswerken opgericht om dien bergpas te bewakeneen compagnie voetvolk is daarmede belast. De weg wordt thans be streken door twee schansen. Een kilometer verder, op een hoogte, is een fortje gebouwd dat met geen legerkorps in te nemen is. Daar ligt een twee compagnie voetvolk, ge steund door een batterij van zes stuks berg- geschut. Heel die macht staat onder bevel van een kolonel. Niemand mag er door, tenzip zijn papie ren goed In orde zijn en dan nog na ernstig onderhandeld te hebben. Geperst in zijn blauwen jas, den rooden tarbuch op het hoofd, komt de kapitein aan- geslenterd. Hij ziet er slecht geluimd uit en doet zijn karwats door de lucht zweven. Zijn 't weer die twee Bulgaarsche zwijnenmet bun ezels en hun rozen!... Bij Allah! Ik heb mijn bekomst van dit commiezenwerkDat is nu twee weken dat ik mij dagelijks om hen bekreunen moet!... Heb ik ooit zoo'n gekké order nog ontvan gen (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1921 | | pagina 5