Eerste 1
BI
Lad
1.
Markode Bandiet
I „N00 RD-B R AB AND"
Dit nummer bestaat
uit DRIE bladen.
Uit de Pers,
FEUILLETOM
Maatschappij van Verzekering op het Leven.
INDUSTRIEELEN.
NUMMER 26
ZATERDAG 2 APRIL 1921
Telef. 38.
WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT.
Uitgave: Waalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen.
59)
Iets over het schoolwezen en het
schoolmeestersambt uit den
ouden tijd.
be-d..WL.
Opgericht WAALWUK.
Verzekerd Kapitaal
Reserve
25.586.757.-
3.113.7o7.—
De Kamer van Koophandel en
Fabrieken te Waalwijk houdt zich
onledig met 't opmaken van het
verslag over 1920.
Heeren Industrieelen worden ver
zocht hunne opgaven voor het
verslag zoo spoedig mogelijk in te
zenden.
De Kamer van Koophandel
en Fabrieken voornoemd.
tl» JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND.
bonnementsprijs per 3 maanden 1 1.25.
Franco p. post door het geheele rijk f 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.,
franco te zenden aan den Uitgever.
DE ECHO VAN HET ZUIDEN,
Prijs der Advertentlën.
20 cent per regel; minimum f 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
Telegr.-AdresECHO.
Het .,D. v. N." schrijft onder het hoofd
„Het Tekort" het navolgende artikel. Waar
voor de toekomst van vele jongelieden ook
uit deze streek een mooi veld open ligt in
Oost-Indië laten wij 't hier in extenso vol
gen, om voor deze zeer belangrijke zaak
meer aandacht op te wekken.
„Bij zijn aankomst in Indië verklaarde
Gouverneur-Generaal Foek in een interview
aan de „Heli.- Courant" de kwestie van het
tekort aan ambtenaren zeer donker in te
zien.
Het is de oude geschiedenis.
In ons land wordt te weinig beseft, dat
in onze Koloniën voor wie vooruit willen,
een mooie toekomst openligt.
Als men er maar gebruik van weet te ma
ken, maar daaraan mangelt het juist.
In de klacht van den Gouverneur-Gene
raal ligt opgesloten, dat men in het vader
land meer de- aandacht op de Indische be
trekkingen en ambten moet gevestigd hou
den.
Generaal Snijders kon na zijn verblijf in
Indië niet genoeg herhalen, dat onze jonge
lui in Indië zeker vooruit zullen komen, als
zo maar de eerste stap ertoe vermogen te
zetten.
Gewezen en hooggeplaatste ambtenaren,
die weten wat er in Indië te koop is, doen
hetzelfdezij orgauiseeren voordrachten,
voornamelijk ook voor leerlingen van H. B.
S. en Gymnasium om de jougelui, die nog
moeten kiezen welke plaats zij in de maat
schappij het beste zullen kunnen bekleeden,
te animeeren voor Indische betrekkingen.
De laatste weken en maanden zijn in de
bladen oproepen verschenen om verlofsof
ficieren te doen overgaan naar het Indische
leger.
Een der beweegredenen was, dat .in Indië
ook al een tekort aan officieren zou bestaan.
Maar een andere voorname factor was en
is deze, dat aan de jongemannen, officië
ren van de reserve, die door de mobili
satie min of meer uit hunne maatschappe
lijke koers zijn geslagen, kans en gelegen
heid wordt geboden om naar Indië te komen
en daar hunne afgebroken carrière te ma
ken.
Nu is het opmerkelijk, dat van deze ge
legenheid een zeer druk gebruik is gemaakt,
zoodat zeer velen moesten worden teleurge
steld, om geen. andere reden dan dat er zich
veel meer aanmeldden, dan geplaatst kun
nen worden.
Volgt hieruit, dat Indië voor tal van jon
gelieden dus wèl aantrekkelijkheid bezit?
Zonder twijfel, ja, maar er ligt ook in op
gesloten, dat velen niet weten hoe zij het
moeten aanleggen om de groote plas over te
steken. Als officier gaat alles min of meer,
ook financieel, van een leien dakje. Men
krijgt kans in Indië uit te zien, terwijl zij,
die zoo in Indië in burgerbetrekking zouden
van ,J)e Echo van het Zuiden".
door
Louis Boussenard.
DERDE DEEL.
DE GEZELLEN VAN HET DYNAMIET.
II. DE BOMMEN.
Geduldig heeft hij dezen nieuwen veld
tocht voorbereid, een ware kruistocht gepre
dikt, geestdrift opgewekt en toewijding uit
gelokt.
Op zijn vurig woord, zijn de mannen ko
men toegesneld. Onder de bevelen van Mi
chel, bezetten er twee honderd de vlakte
aan den samenloop der Vard en der Psilija.
Twee honderd anderen, aangevoerd door
Panitza, zijn in 't veld tusschen Uskub en
Kumanova. Een derde bende van twee hon
derd en vijftig vrijwilligers wacht op Jo
annes komst in de vallei der Biuacka.
Dat maakt alles bijeen zoowat achthon
derd bergbewoners, regelmatig ingelijfd en
reeds onder de wapenen. Er zijn er meer
dan twee duizend die wachten op het sein
en op geweren.
Joannes heeft aan zijnen gordel een rech
te sabel gegespt, veel gelijkende op een NVes-
terschen ruiterdegen. 't Is een flink wapen
van beproefd staal, hem dötir zijn vrienden
en bewonderaars' uit Bulgarije geschonken.
't Is liet teeken van zijn bevelhebber
schap, het eenige dat hem onderscheidt van
zijne soldaten. Hij draagt dien degen, ten
overvloedezóndertróts óf 'aanstellerij eer
om hulde te brengen aan hen die de zaak dei-
patriotten genegenheid hebben betoond.
moeten gaan, opkijken èn tegen de kosten
èn tegen de vraag of het wel lukken zal.
De vraag (loet zich dan ook voor of wel
voldoende bekend is, hoe het moet worden
aangelegd om z'n voelhorens voor een be
trekking in Indië uit te steken met de noo-
dige kans op succes.
De goede posities worden maar niet zoo
zonder meer thuis gebracht, maar van den
anderen kant moet men ook weten welke
wegen dienen te worden bewandeld om te
kunnen slagen.
I)e eerste aanpak doet ook hier veel, zoo
niet alles, en niet voor niets geven de oud
ambtenaren, als zij op hun voordracliten-
tournée zijn, ruimschoots' gelegenheid aan
de meer gevorderde scholieren of hunne
ouders, eens met hen te praten. Ook al om
dat niet Jan en alleman voor het werk in
Indië geschikt is. Natuurlijk niet.
Maar ook in Den Haag aan het departe
ment van Koloniën zal men bij ernstige po
gingen gaarne alles doen om de mensehen
wegwijs te maken.
Het gaat er maar om of men de wegen
zoeken en vinden wil.
Gouverneur-Generaal Foek zeide in boven
aangehaald interview, dat er plannen in de
maak waren om in het tekort te voorzien.
De meerdere bekendheid zal daarin een
voorname rol spelen.
Kort geleden konden we wijzen op het
feit, dat in Indië ook plaats is voor katho
lieke ambtenaren en employés. Terwille van
de jongelieden zelf zoowei als om de betrek
kingen, welke er vervuld moeten worden,
maar ook om als tegenwicht te dienen rooi
de roerige elementen, die meenen, dat Indië
ten geschikt arbeidsveld is voor hunne agi
tatie.
Hoe het zij, er is wat te doen in Indië.
De landvoogd heeft dit ten overvloede nog
eens te kennen gegeven.
IV.
Het gebeurde in de 18de eeuw niet zelden,
dat een schoolmeester, die voor zijne bijzon
dere belangen of anderszins eenige maan
den van huis moest, het schoolambt opdroeg
aan een plaatsvervangend schoolmeester,
die dan gedurende dien tijd ook de emolu-
inenten van zijn lastgever ontving. Dat ge
schiedde o.a. met een mijner voorvaderen.
In 1675 was n.l. door den Raad van State
te Tilburg tot schoolmeester, koster, voorle
zer en voorzanger benoemd mijn grootva
ders bet-overgrootvader David van der
Hammen (1) wiens zoon Thomas in 't begin
der 18de eeuw schoolonderwijzer te Ber-
c-hem, Haren en Hilvarenbeek is geweest.
Den 8 October 1740 maakte Thomas van der
Hammen (2) met Piet er Verhest het volgen
de accoord voor schepenen van Hilvaren
beek
„Compareerde voor schepenen der ding-
„bauke van Hilvarenbeeck ondergenoemt
„Thomas van der Hammen, coster en school-
„meester alhier, ter eenre, ende Pieter Ver-
„hest, ter andere zijde, welke genoemde
„comparanten verclaaren met malkande-
„ren ter minne ende vriendschap overkomen
„ende geaccordeert te sijn over liet waar-
En terwijl hij de sabel aangordt, zegt hij
met onwrikbare vastberadenheid:
Met dit wapen zal ik Marko straffen
Hij roept de namen af uit het geheugen
zonder lijst of aanteekenboekje. Voor ieder
in 't bijzonder heeft hij eenen glimlach een
hartelijk woord over. Ieder antwoordtTe
genwoordig Zelfs de vrouwen die, op hare
carabijnen steunende, de houding, de klee-
dhig en vooral de heldhaftigheid der man
nen aangenomen hebben.
Al een heelen tijd zwijgt de stoomfluit.
Rislag is nog niet teruggekeerd. Terwijl de
patriotten aansnellen, zich wapenen en in
't gelid scharen, volbrengt hij kalm zijn ver
nielingswerk.
Vooreerst neemt hij maatregelen, opdat
de ketel na bepaalden tijd ontploffen zou
en begiet dan met petroleum wat ontvlam
baar isloodsen, houten pijlers, allerhande
schrijnwerk, enz.
Dan, zeer bedaard, steekt hij 't in brand.
In een oogenblik staat alles in vuur en -, 'am
gelijk een opgesteld vuurwerk.
Hij keert terug naar Joannes op liet
oogenblik dat deze gedaan heeft met l et i f-
roepen der namen. Hij neemt 'leu kii.pzak
op waarin hij zijn telegraaftoestel geborgen
heeft en fluisterd den jongen aanvoerder in
het oor
-Opgepaster is onder ons een verra
der... de ellendeling die Marko zoo goed
Heeft ingelicht.
Nu, onder het puin der fabriek blijven de
onderaardsche bergplaatsen ongeschonden,
met ai de wapens, den schiet- en mondvoor
raad, het dynamiet die zij bevatten... maar
niemand mag dat weten.
En wanneer de ketel springt, laat ons dan
veinzen dat de voorraad dynamiet de lucht
ingaat, en dat alles, alles vernietigd is
Reeds slaan de vlammen overal uit, en in
minder tijds dan men het zeggen kan, staat
de gansche fabriek in laaien gloed, 't Is
hoog tijd dat de bende de plaats verlaat.
Joannes trekt zijnen degen en beveelt:
Voorwaarts makkers, voorwaarts
III.
EEN SPOORWEGRAMP.
-f- Is een- vlakte,-ingesloten tusschen twee
uitloopers van 't gebergte. De grond ziet
zwart en is overweldigd door distels en
„nemen ende bedienen van het gemelde
„schoolmeesters- en costersampt alhier,
„sftlex alles nogtans onder approbatie van
„haer Ed. Mog. de heeren Raaden van Sta-
„ten deeser Vereenigde Nederlanden aen
„wien wegens den eersten comparant het
„aenstellen van een substituut coster en
„schoolmeester alhier is gedaen versoeken;
„ende dat in voegen ende manieren als hier
„naar volgende isEerstelijk belooft den
„voorschreven tweeden comparant Pieter
„Verliest het voorschreven costers en school-
„mesters ampt voor den voornoemden v. d.
„Hammen in alles wel ende getrouwelijk waar
„te nemen, soo in de kerk als school, ende
„de kinderen wel ende behoorlijk te onder-
wijnenmitsgaders dokken en horloijie te
„besorgen, soo verve costers pligt is, ende
„verders generalij!-: alles te doen ende te
„verrigten, niets ter werelt uytgesondert,
„waerinne den vootscheven eersten compa
rant, ingevolge het schoolreglement bij
„haer Hoog Mog. heeren Staten Generaal
„geëmaneert dato ii Mei 1655, en ouder ge-
„woonte alhier eenigszius verpligt is, soda-
„nigh dat den voornoemden van der Ham-
„men dieswegens klagteloos en buyten cor
rectie gestelt worde, waartoe den voor-
„schreven Verhest sig verbint ende tselve
„op sig neemt bij ende mits desen. Waarte-
„gens den voorschreven eersten comparant
„by desen belooft 1 aen den voorschreven
„Verliest te sullen laten profiteeren ende
„ontfangen alle- hét schoolgelt ende voor-
„deele daar annex, alsmede 36 gulden trac-
„tement voor eorporeele diensten, van de
„gemeente alhier betaalt wordende-, item
„de voordcelen ran de huwelijken in de
„kerk alhier trouwendeitem tgcen van de
„laken of dooden. inde kerk alhier begraven
„wordende, ordinair ffeprofiteert wordt; als
„mede wegens het dootsklcrt en aanteeke-
„nen van doodenitem tgcen voor 't vegen
„van dc kerk jaarlijks betaelt wortitem
„tgcen door den otv/t- cn kerkmeester alhier
„jaarlijks betaalt A wordt voor twee paar
„schoenen item tfrfene den kerkmeester bc-
taalt voor liet bedienen van het Heijlig
Avondmaalitem [tgeen betaalt wordt voor
ider
„nu
„of andersin tg gerëquireert wordt: sullende
„mede profiteren »n aan hem Verliest bc-
„sorgt moeten wl><hn soo veel boom- en
„raapolie als den •VJ'Vstei: comparant tot het
„smeeren van clocken en uurwerk jaarlijst
„wordt goetgedaanmet sooveel paaseei/c-
„ren, als wegens den schoolmeester alhier
„jaarlijx worden omgehaalt, sonder ietwers
„verder, van welke voorgespeeificeerde
H 1 ii
me
Ivondmaalitem it geen betaalt wordt voor
der extract ligt jhet dootboek, soo menig-
iiaal het selve *ij collateraale successie
„voordeelen den voorschreven eersten com
parant ten behoeve van den tweeden af-
„stant doet en renuntieert bij en mits de-
pen, alles beginnende en aauvanck genomen
„hebbende den 8 Oct. deses jaars 1740..."
enz. (Volgen de handteekeningen).
De in bovenstaande acte genoemde eorpo
reele diensten, die nog lang daarna, tot zelfs
ver in de 19de eeuw, bleven bestaan, kwa
men op het volgende neer„H.v zal als van
„ouds, de navolgende eorporeele diensten
„waarnemen, alsde kerk wekelijks moeten
„veegen, ook de zitbanken en stoelen
„afstoffen,, en jaarlijks schoonmaken, als-
„mede het kopewerk en de kronen op zijn
„tijd schuren, het tafellaken wasschen,
„benevens de goederen tot liet Nachtmaal
„behorende, bergen en in bewaring houden,
„ook liet kerkhof schoonhouden en het gras
„rondom den kerkmuur wegnemen, de pa-
„clen op het kerkhof zuiver houden".
Was het wonder, dat het schoolonderwijs
in vroegere eeuwen en vooral in de 18e
eeuw, door de velerlei baantjes, die de
schoolmeester had en door de slechte metho
de, die algemeen gevolgd werd, allertreu
rigst was en bleef en dat hij zelf algemeen
werd geminacht? Weelde heerschte er ge
noeg in Holland en voor de meest dwaze zot
ternijen werden handen vol gouds wegge
gooid. maar voor het onderwijs had men
niets over. Het is waar, dat men hier en
daar iets deed voor hot oprichten van dia
conie-scholen, en dat er in Amsterdam b.v.
in 1777 goede stadsscholen werden gebouwd,
maar de staat van het lager onderwijs was
en bleef ellendig, en vooral te platten lan
de was het ongelooflijk slecht. Toen het
„Zeeuwsche Genootschap" in 'Hezen tijd een
poging waagde, om op de hoogte te komen
van den staat van het schoolwezen in ons
land, was de uitkomst diep beschamend. En
verandering kon er niet best komen, zoolang
do Republiek met hare scheeve verhoudin
gen bleef bestaan. Wel werd er door het
llaagsche kunstgenootschap „Kunstliefde
spaart vlijt" een prijsvraag uitgeschreven
„Over de beste opvoeding der .jeugd ten nut
te van het Gemeenebest", maar het bracht
de zaak niei" verder. Wat hielp het of K.
van der Palm-, kostschoolhouder te Delfs-
liaven, in 1776 al aanhief:
„Ik zal voor Neerlands Jeugd de beste
opvoeding zingen,
„Die. door haar wijs bestuur, ons land
tot heil verstrekt,
„Die ons Gemeenebest mot ruime
zegeningen
„Begiftigt, en den mensch uit drieste
domheid trekt.
doornen. Rechts en links verre hergen, die
voortloopen tot aan den gezichteinder.
Overal eenzaam- en onvruchtbaarheid. Op
verren afstand van elkaar leemen hutten
met stroo gedektze dreigen om te vallen
te midden hunner doornenhagen. De bewo
ners zijn die schamele verblijven ontvlucht,
ofwel zijn gevallen onder de knotsen of het
staal der doodslagers.
Een riviertje de Bainka, houdt de spoor
baan gedurende ongeveer twaalf kilometer
gezelschap, 't Is de groote spoorlijn die het
Westen, over Weenen, Belgrado en Salonika
met Oonstantinopel verbindt.
Enkel in de nabijheid van den spoorweg
is wat leven te bespeuren. De stations zijn
als oasen vol groen en bloemen, te midden
der woestenij. Heerlijke tuinen waarin fijn
gras en bonte, geurige bloemen groeien,
moestuinen met allerlei groentep, boomgaar
den die lekkere vruchten voortbrengen ge
tuigen van de groote vruchtbaarheid van
den grond als hij maar goed bewerkt wordt.
De spoorweg-arbeiders, nijvere geduldige
werklieden, uit Duitsch-Zwitserland afkom
stig hebben die tuinen, moestuinen en boom
gaarden op de woestijn veroverd.
Hakon er vrede lieerschen in die ramp
zalige gewestenWerd de ongelukkige land
man maar niet ieder oogenblik bedreigd in
zijne veiligheid, in zijne vrijheid, In zijn
leven, welke vruchtdragende arbeid kon er
hier verricht worden, welke hulpbronnen
waar rijkdom en welstand uit voort zouden
vloeien
Doch we leven meer dan ooit in den tijd
van 't zwaard den tijd van 't bloedvergie
ten
De zon neigt naar 't Westen. Een glanzen
de lentezon welke haar gulden pijlen op dit
verwoeste treurende landschap schiet.
De patriotten zitten verscholen in een
bedding der rivier, door welke een smalle
streep water loopt.
Nog een uur mompelt Joannes, zijn
horloge raadplegende.
Och't doet goed wat te kunnen uit
blazen, antwoordt Rislag, die neergehurkt
zit bij den zak waarin hij zijn telegraaf
toestel verborgen heeft.
't Is een mooie weg van Egri-Palanka
tot hier
Bijna vijftien mijlenEn zonder ook
maar eenmaal stil te houden
Hebben wij niet Tabanova achter ons
gelaten?
Ja, die hóopen zwartgeblakerde puin,
die slijkpoelen, waarin menschen en dieren
liggen te vergaan 't is alles wat overblijft
van dit zoo mooie dorp, waar het volk in
welstand leefde.
Marko deed er vijfhonderd ongelukkigen
ombrengen
Ha!... Marko!... ha! die bandiet... zoo
grommen halfluid de patriotten, bevende
van smart en toorn.
Zalige wraak, die het vaderland ver
lossen zal van dit monster... de kwade geest
van ons ras
Geduld vriendenBinnen een uur is
de mijn aangelegd welke de trein in de
lucht blaast en de spoorweg vernielen zal
de trein die Marko en zijn bandieten hier
heen voert
Vreest nietMocht hij wat schier on
mogelijk is aan de ontploffing ontsnap
pen, dan zijn wij er nog om hen in de vlucht
op te vangen.
Rislag, werkt uwe electrische batterij
goed
Ge bedoeltde batterijen, want ik heb
er tweeware juweelen... het volmaak -
ste dat bestaat... en, zonder op mij zeiven
te pochen ik ken er iets van
Nooit mist dat zijn uitwerking. En had
ik genoeg springbnssen, ik nam het op mij
de geheele spoorbaan in de lucht te doen
vliegen, vanaf de Servische grens tot Oon
stantinopel.
Bravomet uwe twee batterijen heb
ben wij kans een grooten slag te slaan, en,
misschien op twee punten honderd meter
Spoor uiteen te rukken.
De opstandelingen gaan dus hun vreese-
lijk werk verrichten met behulp der elec-
triciteit.
Bij dergelijke karwijen is op den dag
van heden electriciteit onmisbaar. Mijnlon-
ten zijn veel te grillig om in die zeer bij
zóndere omstandigheden te kunnen worden
aangewend tot het doen ontvlammen van
dynamiet. Het opbranden gaat te langzaam
of te snel, zoodat het niet kan worden be
rekend in verhouding tot de snelheid van
een voorbijvliegenden trein.
Acht keeren op de tien ontploft de mijn
Met zingen was men niet geholpen en die
hier 't eerst de handen aan het werk had
den moeten slaan, n.l. de regenten, staken
er geen vinger naar uit. Toen van der
Palm, de zoon, in het zevende jaar der Ba-
taafsche Vrijheid (1801) op den 16 Juli de
voor 't eerst benoemde schoolopzieners te
zijnen huize had vergaderd, om over deze
aangelegenheden te spreken, moest hij ver
klaren: In het onderwijs der scholen, zelve
is niet maar liier en daar iets terecht te
brengen, maar alles, het eenc melaatseher
dan liet andere, te herstellen en te herschep
pen. De onderwijzers hadden, volgens hem.
geen denkbeeld van den aard en het gewicht
hunner bestemming. De leerwijze was ge
schikt om allen lust hij de kinderen uit te
dooven, javan den beginne af te versmo
ren. De leesboeken waren vervelend en van
geenerlei waarde en de schoollokalen zelve
niet zelden en onverwinlijke hinderpaal
voor de meest noodzakelijke verbetering van
het onderwijs. Op vele plaatsen waren de
schoolambten collation van dc eigenaars
der heerlijkheden; deze begaven ze, helaas
dikwijls aan hunne livreibedienden en be
dierven moedwillig de jeugd van een volk
rijk dorp, opdat zij gelegenheid mochten
hebben, om een lakei, die niets kon. die wik"
wijl» nog eerst een weinig lezen of schrij
ven moest leeren, aan dm kost te helpen.
En daarbij kwam dan nog, dat het inkomen
der schoolmeesters op vele dorpen zoo ge
ring was, dat zij, om niet van honger te
sterven, tegelijk ook koster, klokluider,
doodgraver, li jken bidder, dorpsschrijver,
collecteur, commies cn aannemer van pu
blieke werken waren.
Besoijen. .1. VAN DER HAMMEN Niez.
(1.) De vader van David van der Ham-
mm was meester Jan van der Hammen, van
1641 tot 1649 schoolmeester in de AVeste
Wagenstraat te Rotterdam en van 1649 tot
1675 idem te Tilburg. Diens vader meester
Gillis van der Hammen was eveneens
schoolmeester.
(2). Kinderen, kleinkinderen en achter
kleinkinderen van meester Thomas van der
Hammen zijn van omstreeks 1748 tot om
streeks 1830 predikant geweest te Boven-
karspel, Oud-Karspel, Kndelstanrt, Dieraen,
Nijkérk e.a. plaatsen!
Thomas' zoon, David Leonat'dus van der
Hammen, schreef in 1776 een geleerd werk,
getiteld „De Gansche Godgeleertheid korte-
lijk geschetst" dal nimmer in druk ver
scheen en dat in handschrift onder mij is
berustende.
te vroeg of te laat. Terwijl de electrische
vonk, welke de springstof moet aansteken,
op het juiste oogeubiik kan worden ontwik
keld.
...Meer en meer zinkt de zon aan den go-
zichteinder. De schijf vergroot, wordt rood.
zakt nog lager en verdwijnt langzaam. Do
schemering wordt dichter en de omtrek dei-
voorwerpen wordt onduidelijker.
't Oogenblik is gekomen, fluistert Jo-
a nnes.
Ik ben gereed, antwoordt kortaf Ri
slag, die een man van de daad is.
Beiden dragen aan den hals een linnen
zak, die tamelijk zwaar schijnt te wezen.
Joannes en Rislag overtuigen zich dat
alles vrij is en sluipen dan uit hunne
schuilplaats, achter de glooiing der spoor
baan.
Op die plek loopt liet spoor over effen
grond. Zonder haast, maar ook zonder één
verkeerde beweging, werken zij, volgens
het schrikkelijke ontwerp van Joannes.
Hij begint. Hij haalt uit zijnen zak een
dynamietkardoes en legt hem eenvoudig op
eenen dwarsligger, tusschen de rails en te
gen een riggel.
Rislag dekt de kardoes met oen paar han
den zand en fluistert
Een op iederen dwarsligger, niet waar?
Ja, en maken wij het kort
Vindt ge niet dat de dwarsliggers
nogal verre van elkaar liggen?
Ge vreest dat de ontploffing dan zou
mislukken?
Inderdaad, dat vrees ik.
Er is maar een meter afstand tusschen
de dwarsliggers... doe maar voort, ik sta
er voor in.
Over de baan gebogen, legt Joannes een
tweede kardoes, dan een derde, welke zijn
makker met een laagje zand bedekt.
Ilij gaat zoo voort van dwarsligger tot
dwarsligger. Aan de tiende richt hij zich op
zegt
- 't Is genoeg, breng nu den draad in
orde.
(AVordt vervolgd.)