y
Markode Bandiet
„N00 RD-B E, AB AND" I
I
FEUILLETOM
Gemeenteraad
WAALWIJK. 1843.
Maatschappij van Verzekering op het Leven. I
NUMMER 29
WOENSDAG 13 AFRIL 1921
14e .i A ARGANG.
Dit blad verschijnt
Telei. 38.
WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT.
Uitgave: Waalwljksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen. Telegr.-AdresECHO.
De Arbeidswet voor winkels
en kantoren.
De Arbeidswet zal nu ook voor win
kels en kantoren Ingevoerd worden. De
voorbereiding daartoe Is zoover gevor
derd, dat de voor-ontwerpen van de
werktijdenbesluitengereed zijn. Het
Hbld. kan er de hoofdzaken van mede-
deelen.
Winkels.
Voor winkels zou dan in groote lijnen
het volgende gelden. Gedeeltelijk zijn
deze bepalingen al la de wet vastgelegd.
I. Zondagsarbetd verboden, behalve
in winkels die eet- of drinkwaren ver-
koopen en alleen voor den verkoop
daarvan. In andere winkels mag het
personeel 's Zondags alleen werkzaam
zijn, wanneer de St. Nlcolaas op Zondag
volt, in bloemenwinkels op Zondagen
die samenvallen met Nieuwjaarsdag of
24» tS en 25 December; in stations
kiosken 's morgens vóór 12 uur.
II. In het algemeen wekelijk 32 uur
vri}> dén middag sa een uur. Vallen
belde rusttijden samen, dan moet de
eerste 41 uur duren.
III. Voor >jeugdige< bedienden (be
neden 18 jaar) en vrouwen geldt, hoog
stens 8 uur per dag en 45 uur per week
voor volwassen mannen resp. 9 en 50
uur. Voor allen Is het verboden tusschen
des avonds 9 uur en 's morgens 6 uur
te werken. Hierop zijn uitzonderingen
mogeljjk vóór en op St. Nlcolaas (van
20 November af) eo voor Kerstmis (van
15 December ai) mag U uur per dag
en 62 uur per week worden gewerkt,
ook na 9 uur 's avonds of vóór uur
's morgens. Hetzelfde geldt voor Zater
dagen en marktdagen.
IV. In elk geval 11 uur nachtrust.
V. Rusttijden. Indien tot 's avonds zes
uur of vroeger wordt gewerkt, nahoog-
steos 5.5 uur minstens één uur rust,
anders minstens anderhalf uur. Bovendien
worden er door het districtshoofd elschen
gesteld omtrent andere en (of) langere
rusttijden. Hiervan is beroep mogelijk
op den Minister. De rusteden mogen
in het algemeen niet In een werklokaal
worden doorgebracht.
VI. In tijden van groote drukte of
bijzondere omstandigheden kan onthef-
fieg van deze bepalingen worden verleend
(deels door het districtshoofd en deels
door den minister), mits niet voor kin
deren beneden 16 jaar en niet langer
dan tot 10 uur per dag en 55 uur per
week voor vrouwen en jeugdige personen
en resp. 11 en 60 uur voor volwassen
mannen.
VII. Bijzondere onthefing kan nog
worden verleend in bepaalde gemeenten
(aan alle of aan sommige winkels) wan
neer daarvoor een bijzondere reden be
staat (b.v. kermis).
VIII. Voor barbiers- en kapperszaken
gelden bijzondere regels. In afwijking
van bovenstaande bepalingen mag op
Zaterdag door volwassen mannen 12 uur
worden gewerkt, mits zij hoogstens 50
uur per week dienst hebben en er telkens
na 5 uur een half uur rust wordt ge
geven (behoudens verdere bepalingen
van „De Echo van het Zuiden".
van het districtshoofd). Jeugdige per
sonen, die tot de inwonende bloedver
wanten behooren (tot den derden graad
ingesloten), mogen van 8 uur 's avonds
tot 8 uur 's morgens niet werken. Kap
perswerkzaamheden voor tooneelvoor-
stellingen mogen verricht worden des
avonds van 8—11 en des Zondags van
1211 uur. B^ klanten aan huis mag
op Zondag worden gewerkt. Voor af
zonderlijk schoonmaak- en bewakings
personeel bestaan bijzondere regels.
Kantoren.
I. De'Wet bepaalt den maximum-
arbeidsduur op 8 uur per dag en 45 uur
per week. Uitzonderingen zijn mogelijk
overwerk-vergunningen kunnen worden
verleend (mits niet voor jeugdige per
sonen beneden 18 jaar) en niet langer
dan 10 uur per dag en 55 uur per week.
(Voor spoedeischende gevallen worden
couponbaekjes ingevoerd, waarvan echter
nlet^meer dan drie dagen achtereen en
hoogstens 24 dagen per jaar gebruik
mag gemaakt worden.)
II. Vrije Zaterdagmiddag (na 1 uur).
Uitzonderingen zijn, volgens het concept-
werktijdenbesluit, mogelijk voor mannen
en vrouwen (boveu 18 jaar), en wel
geregeld voor het verkoopen van plaats
bewijzen en entréekaarten (en wat daar
mee onmiddellijk verband houdt)la
bad- en zweminrichtingen, bepaalde
spaarbanken, notaris-kantoren, adver
tentie- en nieuwsbureaux, en in dagblad
ondernemingen, die een Zaterdagavond-
of Zondagochtendblad uitgeven. Verder
is Saterdagmiddag arbeid vergund tus
schen 1 en 3 uur in effectenkantoren,
tusschen 1 en 4 uur in kantoren binnen
de gemeenten Alkmaar, Genemulden,
Harderwijk, Helmond, Hoorn, Heeren
veen, Leiden, Roermond, Sittard, Sta
voren, Utrecht en Veoloden geheelen
middag voor veilingen van land- en
tuinbouwproducten, en voor verkoop en
verzending van denzelfden dag gevangen
zeevlschin kantoren van reederijen,
cargadoors, veemen, expediteurs, stuwa
doors-, scheepsbevrachters- en sleep
dienst-ondernemingen, voor zoover deze
arbeid dringend 19. Behalve voor effecten
kantoren, zeevischbehandellng en reede
rijen enz., moeten degenen, die op
Zaterdagmiddag werken, een anderen
werkmlddag of Maandagmorgen vrij
hebben. Iedereen, die Zaterdagmiddags
werkt en bovendien op Zondag meer
dan vier uur, moet binnen drie dagen
voor of na den Zondag, een rusttijd
hebben van minstens 41 uur, of 36 uur
benevens een vrijen middag in de week.
Schoonmaak- en bewakingswerk is
op Zaterdagmiddag toegestaan, het eer
ste voor mannen en vrouwen, het laatste
voor mannen.
III. Op andere werkdagen is de
kantoortijd niet aan bepaalde uren ge
bonden behalve voor jeugdige arbeiders.
(8-6).
IV. Zondagsrust. Voor jeugdige ar
beiders is Zondagswerk by de wet vol
strekt verboden, voor vrouwen behoudens
gevallen, genoemd In bet werktijdenbe
sluit. De gevallen zouden zijn vrouwen
die geen hulshouding te verzorgen heb-
door
Louis Boussenard.
DE GEZELLEN VAN HET DYNAMIET.
59)
ben, mogen op Zondag telefoontoestellen
bedienen, plaatskaart ;a en entréebewij-
zen verkoopen en in kantoren van bad
en zweminrichting werken. Mannen
mogen dus op Zonds;» kantoorwerk ver
richten, maar indien ij of vrouwen dit
gedurende meer dafi T uur doen, geldt
dat de betrokkene dfcjfe dagen voor of na
den Zondag 36 uur onafgebroken rust
moeten hebben.
V. Iedereen, die Lnger dan 12 uren
arbeid pleegd te veafchten in een kan
toor mag volgens d- wet buiten dat
kantoor geen arbeid «richten op tijden,
waarin hij dat niet in i katoren zou mogen
doen. Afwijkingen hh-rvan zijn voor vol
wassen mannen mogelijk.
DRUKÈN.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Vrijdag 8 April, des
avonds ten 6 uur.
Voorzitter Edelacbtb. heer G. van
Halten.
Ongeveer 6,15 uur opent de Voorzitter
de vergadering met den christelijken
groetaanwezig zijn alle leden.
De notulen der vorige vergadering
worden na voorlezing onveranderd goed
gekeurd en vasgesteid.
De heer Bergmac-s spreekt de wen-
schelijkheid uit, dat in de notulen wordt
vermeld dat de vergadering met den
christelijken groet wordt geopend en
gesloten. Het nageslacht kan dan altijd
zien hoe heden wordt gedacht-
De Voorzitter zegt dat daartegen geen
bezwaar bestaat en verzoekt den Secre
taris daar rekening mede te willen houden
AAN DE ORDE:
1. Ingekomen stukken.
Schrijven van den heer Rijksontvanger
der Directe Belastingen te Waalwijk,
houdende het verzoek te willen berichten
of het nu vaststaat dat 20 opcenten op
de personeele belasting worden geheven.
Van Son Was dat nu dan 10.
Voorzitter. Neen, het Is altijd 20 ge
weest. Veel is het rriet, dat Is zoo, maar
men is hier altijd vaa het standpunt uit
gegaan dat deze beUsting zeer ongelijk
drukt en daarom turnen er ook nooit
toe over willen gsa.:- de opcenten te
verboogen. De opcenten op de gebouwde
en ongebouwde eigendommen zijn wel
verhoogd.
Van Halder. Er Is geen besluit ge
nomen om het wel of niet te verhoogen.
Ais men den een opzet moet men het
den ander ook doen, anders krijgt men
juist een ongelijken druk.
De Voorzitter wijst erop dat de per
soneele belasting komt naar aanleiding
van de hnurwaarde en het meubilair.
Als Iemand een beetje netjes is aange
legd, dan moet hij daarvoor betalen.
Van Son. Daar Is ook niets tegen.
Voorzitter. Of veel.
Van de Wiel. Ik ben het In deze met
den Voorzitter eens. Iemand in het be
zit van een groot kapitaal doch die geen
behoeften heeft aan een beetje flinke
woning en er niets om geeft hoe zijn
huis is gemeubileerd, heeft dan niet zoo
veel te betalen a's een werkman die
gaarne zijn huis een beetje netjes in
orde heeft.
Van Halder. Ik zou zoo zeggen, die
groot wil doen moet maar betalen.
Voorzitter. Dat is altijd geen groot
doen. Als een werkman próper en netjes
thuis alles onderhoudt, dan moet hy daar
voor betalen.
Van Halder. Het zit 'm niet in het
schoonhouden maar in het al of niet
mooie meubilair dat meu heeft.
Bergmans. Toch is het niet geheel
rechtvaardig, zooals Ik het nu zie. Een
fabrikant moet doorgaans, omdat hij
noodgedwongen nogal eens clientèle
moet ontvangen, zijn woonhuis wat
anders inrichten dan een landbouwer
en omdat hij daartoe nu gedwongen Is
zou hij moeten betalen. Dat -is m.l. niet
billijk, want een landbouwer kan nu
eeamaal eenvoudiger leven dan een
fabrikant, alhoewel veelal in de meeste
gevallen de landbouwers machtiger zijn
dan de fabrikanten.
Wat betreft de arbeiders zou Ik zeggen,
men moet alles doen om het thuis zoo
gezellig mogeiyk te maken, opdat de
menscben niet als 't ware het huls uit
worden gedreven.
Voorzitter. Die menschen, die nu In
de huizen vnn de bouwcommissie wonen
moeten allemaal meer belasting betalen
omdat naar gelang van de huurwaarde
wordt aangestaan.
Van Halder. Oppervlakkig beschouwd
zou men zeggen dat de heer Bergmans
gelijk heeft, maar gaat men wat dieper
op de zaak in, dan ziet men dat de
boeren weliswaar een beetje, althans
minder personeele belasting betalen dan
een fabrikant, maar daar tegenover staat
dat ze ook meer grondbelasting moeten
Opgericht
Verzekerd Kapitaal
Reserve
25.586.757.—
3.113.7o7.—
betalen en dat deze belasting is ver
dubbeld. Ook mag niet uit het oog
worden verloren, dat de boer door het
land zijn kost moet verdienen en het
dus een bedrijfsbelasting mag worden
genoemd. Daarom zou Ik zeggen dat
er niets tegen is om ook de opcenten
op de personeele belasting te ver
hoogen.
Van Son. Die mooi meubilair er op
na wil houden, die geniet er van en
dan moet hij er maar voor betalen ook.
Waarom zou men de opcenten voor
de grondbelasting verdubbelen en daar
niet voor.
Bergmans. Wat de heer Van Halder
daar gezegd heeft lijkt heel aannemelijk
en toch zou ik liever eens over deze
zaak denken want om nu al een uit
spraak te doen in deze gaat voor mij
niet.
Als het nu alleen maar den midden
stand betrof zou het voor mij nog wat
anders zijn, maar men treft er ook al
weer direct den werkman mee.
Van Haider. Dus daarom zou men
dan maar achterwege moeten laten om
b.v. een mevrouw Loeff en anderen geen
verhooging te laten betalen en wel den
boer. Bovendien mag ook niet uit het
oog worden verloren dat men de grooto
gezinnen niet treft want er bestaat
kinderaftrek.
De heer van Speijk merkt op dat er
wel menschen zin in het bezit van land
die jaarlijks armer worden.
De heer Musters stelt voor de op
centen op de personeele belasting ook
te verdubbelen welk voorstel wordt
ondersteund door den heer van Son.
Het voorstel In omvraag gebracht
wordt aangenomen met 5 tegen 1 stem,
terwijl 1 de heer Bergmans
buiten stemming bleef.
Voor stemden de heeren Muskcns,
Elshout, van Son, van Halder en van
Speijk, Tegen de heer van de Wiel.
2. Aanbieding verslag van den toe
stand der gemeente en de woningbouw.
Het verslag wordt voor de leden ter
visie nedergelegd.
De Voorzitter geeft in overweging dit
verslag zeker eens te komen inzien. De
leden kunnen dan tevens de lijst eens
inzien van de prijzen der landerijen, hoe
deze zijn berekend voor dit en een
volgend jaar. -.
3. Af- en overschrijving over 1920.
Van de Wiel. Kr zijn bij mij al een
paar menschen geweest die voor eigen
rekening willen gaan bouwen omdat het
Rijk daarvoor een flinke steun verleend,
Nu is de vraag of ze een stukje bouw
terrein kunnen koopen van de bouw
commissie. Ik voel er veel voor dat de
particulieren zelf gaaa bouwen. Het Rijk
geeft, meen ik, f2000 bij in de kosten.
Voorzitter. Waar is bet dat het Rijk
steun verleent en flink ook. Maar zoo
maar f 2000 wordt er niet gegeven, want
de bijdragen worden bepaald naar het
aantal M.2 dat een te bouwen huls beslaat.
Deze gunstige bepaling loopt maar tot
1 Mei en dan komt er eene wijziging.
Het wordt dus tijd voor die menschen,
vooral omdat er nog het een en ander
klaar moet worden gemaakt. Teekenlng
WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND.
1 bonnementspvijs per 3 maanden i 1.25.
Kranco p. post door het geheele rijk f 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.,
franco te zenden aan den Uitgever.
ra VAN HET ZEIDEN
Prijs der AdvertentiSn.
20 cent per regel; minimum f 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
DERDE DEED.
V
III.
EEN SPOORWEGRAMP.
Onder den invloed van het gevaar is dit
plan spoedig gerijpt. Joannes neemt «ene
hom, wikt ze op zijne hand en niet de andere
aan den IJzerdraad trekkende, laat hij dezen
draad plotseling schieten, zools de pees van
eenen boog.
Bn blijde roept hij uit
Dat is het!... Ik heb het gevonden!...
Ha! ...Marko, gij hebt geen erg in deze ver
raising, in geval gij aan de mijn op de
spoorbaan mocht ontsnappen
Zeker van den goeden uitslag, maakt hij
eenvoudig de bom vast aan den telegraaf
draad met het draadje dat de ontploffing
teweegbengt, wanneer iemand de bom met
zijne hand wegslingert. Dit gedaan legt hij
de bom zaehtjes op den grond en zegt tot
hen die hem nieuwsgierig gadeslaan:
-— Doet zooals ik: maakt bommen vast
aan den draad, van tien tot tien meter...
doch weest zeer voorzichtig...
Goed!... 't is in orde!... Veronderstelt
nu dat de vijand 's nachts komt aangestormd
en verward geraakt in den draad... wat ge
beurt er dan?
Ha bpavode slaghoedjes worden ge
weldig uit de bom gerukt door den schok
welken den draad ondervindt en al de kar
doezen ontploffen.
En dat geschiedt zoo werkelijk dat drie
honderd man van Marko gedood en verminkt
werden.
Hawaren de patriotten maar talrijker
geweestWaren zij beter beschut geweest
dan door die naakte helling welke hen ter
nauwernood dekt!... O! geen enkel der ban
dieten zag de treurende dorpen terug van
het Macedonië, welks geesel zij zijn.
Joannes is verplicht af te trekken, om
niet de vruchten te verliezen van die zege
praal welker zedelijke gevolgen niet te be
rekenen zijn.
Marko, nochtans, wil zijn nederlaag niet
bekennen. Staande te midden van de over
levenden van zijn bataljon, scheidt hij op
Joannes die onzichtbaar blijft, maar dien
lilj in zijne nabijheid vermoedt, ginds, ach
ter een of andere ongelijkheid van het ter
rein.
-Lafaard!... gij loopt weg... moorde
naar!... gij durft u niet met mij meten...
gij slaat van verre... zonder u bloot te stel
len... in 't geniep... van achter hoek en kant.
Ja, Christen... Christen zwijn ...gij zijt de
lafste onder de (Staarden... der lafaarden...
gij zijt hang van mij
De wagons die op de baan verbrijzeld lig
gen, zijn in brand geschoten. Het vuur ver
teert de schilderiug, het vernis en tast het
houtwerk aan. Die vuurgloed werpt een
akoligen schijn, verre in 't ronde, en schil
dert een naar „decor" voor dit bloedtooneel.
Op dien hellen grond komt de reuzenge
stalte van Marko, in rood laken gehuld,
krachtig uit; hij roept een der fabelheldeu
uit de aloude tijden voor den geest. Dol ra
zend buiten zichzelven, schrikkelijk, prach
tig, ondanks alles, door zijn stoutmoedig
heid, zwaait hij zijn sabel, balt de vuist en
spuwt zijn verachting in 't gelaat zijns vij-
ands, daagt mensehen en elementen uit, en
tart de kogels, tart iedereen en alles!
Maar antwoord mij dan toch, maar
toon dan toch uw gelaat, vuile boer... ban
gerik, die soldaatje speelt en dien ik onder
de broek zal schoppen, gelijk een kwajon
gen...
Neen! gij zijt geen soldaatgeen op
roerling... geen-patriot... gij zijt maar een
lafaard!
Gij liegtantwoordt een heldere stem,
die beeft van verontwaardiging.
En vlug komt een gedaante van den over
kant der rivier gesprongen. Zij rijst op uit
de duisternis, schrijdt voorwaarts in de
verlichte strook, krijgt lijnen en vormen.
Een jonge man met een Bulgaarsche muts
op het hoofd, in 't grijs gekleed, de riemen
zijner schoenen om zijne beenen gewonden,
daagt op voor do. oogen der Albaneescne
bandieten.
Een carabijn hangt aan eenen band over
zijne schouder, een degen in een stalen
scheede is bevestigd aan zijnen lendenriem
in gevernist leder.
Zwierig en gerust komt bij op Marko af,
die hem herkent en uitroept:
Joannes
.Ta, Marko, ik hen hetGij hebt mij
uitgedaagd, ik stel mij te uwer beschikking
Do Albaneezen, die echte dapperheid op
prijs weten te stellen, hem zoo gansch al
leen en zonder beschutting ziende, feewon-
dereen hem oprecht. Wathij durft zich
•stellen tegenover een onverwinbaren vij
and als Marko den Bandiet, bey van Kos-
sovo, den onoverwinbareMet ten berge
gerezen knévels, vurige oogen, ziet Marko
hem komenzulke vermetelheid verbluft
hem en hij grolt voort
Gijboergij, schurk, gij zoudt u
durven meten met mij
Joannes schokschoudert en antwoordt
kalm
Houdt op met bluffen en beleedigen
we gaan zien wie, gij of ik de baas is
Maar ik vraag niets lievers... gelaat
in gelaat... op een sabellengte afstands
kom af
Ik zal de helft, van den weg afleggen...
durft gij de andere helft te doen?
Ja? indien ge riTij zweert dat de uwen
niets verraderlijks in 't. schild voeren.
Mijne broeders, de patriotten, zijn
mannen van eer... ik verpand u mijn woord
Dan. zich richtende tot zijne onzichtbare
bende, roept hij met dreunende stem
..Makkers! er is wapenstilstand!... Ik
verzoek, ik beveel u, desnoods, niet tusschen
te komen, gedurende of 'na mijn tweege
vecht met Marko den Bandiet
Want 't is een tweegevecht, niet waar,
Marko?
Ja, een tweegevecht tot den dood!
Op mijne-beurt, beloof ik u dat mijne sol
daten onzijdig zullen blijven terwijl wij de
degens kruisen
Makkers, geweren in rust... dat niemand
mijnen tegenstrever aanrake... ik wil dat
allen den wapenstilstand eerbiedigen
Bij die woorden rukt hij uit zijnen gordel
zijn revolvers en zijnen dolk en komt naar
Joannes toe, zijn sabel zwaaiende.
Joannes ontlast zich van zijn carabijn,
lendeband en zijne schede, om zich tc vrij
er te kunnen bewegen.
Dan, met zijnen degen gewapend, stapt
hij rustig den reus tegemoet.
Marko is vreeselijk om te zien. Hij ziedt
van toorn, slaat vervaarlijk niet zijn sabel
en grolt terwijl de haat zijnen mond ver-
trekt
Eindelijk heb ik n onder mijn hereik...
Oik wist niet dat men zoo gloeiend haten
en dat bloedvergieten zulke vreugde schen
ken kon!...
Al dit zwetsen ontstelt Joannes geens
zins. Zijn koelbloedigheid verloopt niet, en
kalmer dan ooit antwoordt hij
Voor de eerste maal van ons leven zijn
we het accoord, Marko!
Haat ge mij, ik veracht u niet minder...
en u die verachting in 't gelaat te kunnen
slingeren verlicht mijn gemoed... Uw bloed
gaat stroomen...
- Hel; uwe
Alles is mogelijk.
Ik ga u doodeu ik voel liet aan 't
bruisen van mijn bloed, .en dit voorteeken
heeft me nooit bedrogen... En, u doodende,
is het mij ais roeide ik al die vervloekte
Christenen uit... die oproerlingen... dié ge
zworen vijanden van onzen meester, den
Sultan, van onzen God, Allah!
Ook ik wil u uit de weg ruimen... mijn
vaderland ontlasten van Marko den Ban
diet... het monster dat in zich vereenzel
vigt liet Mabomedaausehe fanatisme, de
Muzelmansche wild- en woestheid... Gij zijt
de boni van ons ras en ons geloof!
Welnu! op uwe hoede en verdedig 11!
Ik ben gereed
Van kindsbeen af is Marko een geduchte
sabelvechter. Verwoed valthij aan, Vol
misprijzen voor dien zwakken- tegenstrever
die nog niet tot aan zijne schouders reikt,
verwaarloost hij zelfs de meest noodige
voorzorgen.
Ten overvloede,, hij is zeker to overwin
nen. Hij heeft maar te slaan met dit be
proefde staal, dat zijn athloténarm han
teert.
Joannes, integendeel, staat wat ineenge
drongen, doch gereed om te. treffen. Zijn
lioudig is er op berekend om de slagen af te
weren en zelf met. de punt zijns degens aan
te vallen en door 's vijands huid te horen.
Hij beschikt ondanks zijn schijnbare ten
gerheid, over een stalen pols. weergalooze
vlugheid en grondige kennis der verschillen
de schermmethoden.
Zijn sabel loopt rechtuit. Zij is buigzaam
en tevens weerstand biedend, stérk en licht,
steekt gelijk eeii naald en vlijmt gelijk een
scheermes en lieeft een gemakkelijk gevest.
',t Is een uitgelezen wapen.
Marko verricht geen kunsten bij 't scher
men hij beoefent de kunst om met één slag
hoofden af te hakken. Geen beul van beroep
-kan 't van hem winnen inzake behendigheid.
Ze zijn niet te tellen, de hoofden welke hij
afsloeg.
Hij vindt er aardigheid in bliksemsnel le
werk te gaan en hij poelit er op iederniaal
als de gelegenheid voorkomt van een leven
den mensch twee stukken te maken. Men
heeft gewis niet vergeten hoe hij voor het -
front zijner troepen het hoofd van eenen
generaal, die zich met de kracht der wan
hoop' verdedigde, lien stappen verre deed
vliegen.
Een stalen bliksem 'omhult. Joannes. Het
staal van Marko's kromzwaard gaat nevens
zijnen schouder af.
Ha! ei zoo na!... hijgt Marko mot. wil
de vreugde.
Een tweede slag is op weg, altijd doode-
lijk gezien de lichaamskracht van den reus.
Joannes ziet hem als een bliksemschicht af
komen. Zonder te wijken, recht als een rots,
buigt bij schuinsweg zijnen degen, terwijl
Zijn pols een weinig omhoog gaat.
Met een krachtigen, welgetroffen slag
weert hij den bliksem af. 't Ts een knarsen
van staal tegen staal, zoodat de vonken er.
uit spatten.
(Wordt veiptalgd.)