y Markode Bandiet „N00 RD-B E, AB AND" I I FEUILLETOM Gemeenteraad WAALWIJK. 1843. Maatschappij van Verzekering op het Leven. I NUMMER 29 WOENSDAG 13 AFRIL 1921 14e .i A ARGANG. Dit blad verschijnt Telei. 38. WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT. Uitgave: Waalwljksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen. Telegr.-AdresECHO. De Arbeidswet voor winkels en kantoren. De Arbeidswet zal nu ook voor win kels en kantoren Ingevoerd worden. De voorbereiding daartoe Is zoover gevor derd, dat de voor-ontwerpen van de werktijdenbesluitengereed zijn. Het Hbld. kan er de hoofdzaken van mede- deelen. Winkels. Voor winkels zou dan in groote lijnen het volgende gelden. Gedeeltelijk zijn deze bepalingen al la de wet vastgelegd. I. Zondagsarbetd verboden, behalve in winkels die eet- of drinkwaren ver- koopen en alleen voor den verkoop daarvan. In andere winkels mag het personeel 's Zondags alleen werkzaam zijn, wanneer de St. Nlcolaas op Zondag volt, in bloemenwinkels op Zondagen die samenvallen met Nieuwjaarsdag of 24» tS en 25 December; in stations kiosken 's morgens vóór 12 uur. II. In het algemeen wekelijk 32 uur vri}> dén middag sa een uur. Vallen belde rusttijden samen, dan moet de eerste 41 uur duren. III. Voor >jeugdige< bedienden (be neden 18 jaar) en vrouwen geldt, hoog stens 8 uur per dag en 45 uur per week voor volwassen mannen resp. 9 en 50 uur. Voor allen Is het verboden tusschen des avonds 9 uur en 's morgens 6 uur te werken. Hierop zijn uitzonderingen mogeljjk vóór en op St. Nlcolaas (van 20 November af) eo voor Kerstmis (van 15 December ai) mag U uur per dag en 62 uur per week worden gewerkt, ook na 9 uur 's avonds of vóór uur 's morgens. Hetzelfde geldt voor Zater dagen en marktdagen. IV. In elk geval 11 uur nachtrust. V. Rusttijden. Indien tot 's avonds zes uur of vroeger wordt gewerkt, nahoog- steos 5.5 uur minstens één uur rust, anders minstens anderhalf uur. Bovendien worden er door het districtshoofd elschen gesteld omtrent andere en (of) langere rusttijden. Hiervan is beroep mogelijk op den Minister. De rusteden mogen in het algemeen niet In een werklokaal worden doorgebracht. VI. In tijden van groote drukte of bijzondere omstandigheden kan onthef- fieg van deze bepalingen worden verleend (deels door het districtshoofd en deels door den minister), mits niet voor kin deren beneden 16 jaar en niet langer dan tot 10 uur per dag en 55 uur per week voor vrouwen en jeugdige personen en resp. 11 en 60 uur voor volwassen mannen. VII. Bijzondere onthefing kan nog worden verleend in bepaalde gemeenten (aan alle of aan sommige winkels) wan neer daarvoor een bijzondere reden be staat (b.v. kermis). VIII. Voor barbiers- en kapperszaken gelden bijzondere regels. In afwijking van bovenstaande bepalingen mag op Zaterdag door volwassen mannen 12 uur worden gewerkt, mits zij hoogstens 50 uur per week dienst hebben en er telkens na 5 uur een half uur rust wordt ge geven (behoudens verdere bepalingen van „De Echo van het Zuiden". van het districtshoofd). Jeugdige per sonen, die tot de inwonende bloedver wanten behooren (tot den derden graad ingesloten), mogen van 8 uur 's avonds tot 8 uur 's morgens niet werken. Kap perswerkzaamheden voor tooneelvoor- stellingen mogen verricht worden des avonds van 8—11 en des Zondags van 1211 uur. B^ klanten aan huis mag op Zondag worden gewerkt. Voor af zonderlijk schoonmaak- en bewakings personeel bestaan bijzondere regels. Kantoren. I. De'Wet bepaalt den maximum- arbeidsduur op 8 uur per dag en 45 uur per week. Uitzonderingen zijn mogelijk overwerk-vergunningen kunnen worden verleend (mits niet voor jeugdige per sonen beneden 18 jaar) en niet langer dan 10 uur per dag en 55 uur per week. (Voor spoedeischende gevallen worden couponbaekjes ingevoerd, waarvan echter nlet^meer dan drie dagen achtereen en hoogstens 24 dagen per jaar gebruik mag gemaakt worden.) II. Vrije Zaterdagmiddag (na 1 uur). Uitzonderingen zijn, volgens het concept- werktijdenbesluit, mogelijk voor mannen en vrouwen (boveu 18 jaar), en wel geregeld voor het verkoopen van plaats bewijzen en entréekaarten (en wat daar mee onmiddellijk verband houdt)la bad- en zweminrichtingen, bepaalde spaarbanken, notaris-kantoren, adver tentie- en nieuwsbureaux, en in dagblad ondernemingen, die een Zaterdagavond- of Zondagochtendblad uitgeven. Verder is Saterdagmiddag arbeid vergund tus schen 1 en 3 uur in effectenkantoren, tusschen 1 en 4 uur in kantoren binnen de gemeenten Alkmaar, Genemulden, Harderwijk, Helmond, Hoorn, Heeren veen, Leiden, Roermond, Sittard, Sta voren, Utrecht en Veoloden geheelen middag voor veilingen van land- en tuinbouwproducten, en voor verkoop en verzending van denzelfden dag gevangen zeevlschin kantoren van reederijen, cargadoors, veemen, expediteurs, stuwa doors-, scheepsbevrachters- en sleep dienst-ondernemingen, voor zoover deze arbeid dringend 19. Behalve voor effecten kantoren, zeevischbehandellng en reede rijen enz., moeten degenen, die op Zaterdagmiddag werken, een anderen werkmlddag of Maandagmorgen vrij hebben. Iedereen, die Zaterdagmiddags werkt en bovendien op Zondag meer dan vier uur, moet binnen drie dagen voor of na den Zondag, een rusttijd hebben van minstens 41 uur, of 36 uur benevens een vrijen middag in de week. Schoonmaak- en bewakingswerk is op Zaterdagmiddag toegestaan, het eer ste voor mannen en vrouwen, het laatste voor mannen. III. Op andere werkdagen is de kantoortijd niet aan bepaalde uren ge bonden behalve voor jeugdige arbeiders. (8-6). IV. Zondagsrust. Voor jeugdige ar beiders is Zondagswerk by de wet vol strekt verboden, voor vrouwen behoudens gevallen, genoemd In bet werktijdenbe sluit. De gevallen zouden zijn vrouwen die geen hulshouding te verzorgen heb- door Louis Boussenard. DE GEZELLEN VAN HET DYNAMIET. 59) ben, mogen op Zondag telefoontoestellen bedienen, plaatskaart ;a en entréebewij- zen verkoopen en in kantoren van bad en zweminrichting werken. Mannen mogen dus op Zonds;» kantoorwerk ver richten, maar indien ij of vrouwen dit gedurende meer dafi T uur doen, geldt dat de betrokkene dfcjfe dagen voor of na den Zondag 36 uur onafgebroken rust moeten hebben. V. Iedereen, die Lnger dan 12 uren arbeid pleegd te veafchten in een kan toor mag volgens d- wet buiten dat kantoor geen arbeid «richten op tijden, waarin hij dat niet in i katoren zou mogen doen. Afwijkingen hh-rvan zijn voor vol wassen mannen mogelijk. DRUKÈN. Openbare vergadering van den raad dezer gemeente op Vrijdag 8 April, des avonds ten 6 uur. Voorzitter Edelacbtb. heer G. van Halten. Ongeveer 6,15 uur opent de Voorzitter de vergadering met den christelijken groetaanwezig zijn alle leden. De notulen der vorige vergadering worden na voorlezing onveranderd goed gekeurd en vasgesteid. De heer Bergmac-s spreekt de wen- schelijkheid uit, dat in de notulen wordt vermeld dat de vergadering met den christelijken groet wordt geopend en gesloten. Het nageslacht kan dan altijd zien hoe heden wordt gedacht- De Voorzitter zegt dat daartegen geen bezwaar bestaat en verzoekt den Secre taris daar rekening mede te willen houden AAN DE ORDE: 1. Ingekomen stukken. Schrijven van den heer Rijksontvanger der Directe Belastingen te Waalwijk, houdende het verzoek te willen berichten of het nu vaststaat dat 20 opcenten op de personeele belasting worden geheven. Van Son Was dat nu dan 10. Voorzitter. Neen, het Is altijd 20 ge weest. Veel is het rriet, dat Is zoo, maar men is hier altijd vaa het standpunt uit gegaan dat deze beUsting zeer ongelijk drukt en daarom turnen er ook nooit toe over willen gsa.:- de opcenten te verboogen. De opcenten op de gebouwde en ongebouwde eigendommen zijn wel verhoogd. Van Halder. Er Is geen besluit ge nomen om het wel of niet te verhoogen. Ais men den een opzet moet men het den ander ook doen, anders krijgt men juist een ongelijken druk. De Voorzitter wijst erop dat de per soneele belasting komt naar aanleiding van de hnurwaarde en het meubilair. Als Iemand een beetje netjes is aange legd, dan moet hij daarvoor betalen. Van Son. Daar Is ook niets tegen. Voorzitter. Of veel. Van de Wiel. Ik ben het In deze met den Voorzitter eens. Iemand in het be zit van een groot kapitaal doch die geen behoeften heeft aan een beetje flinke woning en er niets om geeft hoe zijn huis is gemeubileerd, heeft dan niet zoo veel te betalen a's een werkman die gaarne zijn huis een beetje netjes in orde heeft. Van Halder. Ik zou zoo zeggen, die groot wil doen moet maar betalen. Voorzitter. Dat is altijd geen groot doen. Als een werkman próper en netjes thuis alles onderhoudt, dan moet hy daar voor betalen. Van Halder. Het zit 'm niet in het schoonhouden maar in het al of niet mooie meubilair dat meu heeft. Bergmans. Toch is het niet geheel rechtvaardig, zooals Ik het nu zie. Een fabrikant moet doorgaans, omdat hij noodgedwongen nogal eens clientèle moet ontvangen, zijn woonhuis wat anders inrichten dan een landbouwer en omdat hij daartoe nu gedwongen Is zou hij moeten betalen. Dat -is m.l. niet billijk, want een landbouwer kan nu eeamaal eenvoudiger leven dan een fabrikant, alhoewel veelal in de meeste gevallen de landbouwers machtiger zijn dan de fabrikanten. Wat betreft de arbeiders zou Ik zeggen, men moet alles doen om het thuis zoo gezellig mogeiyk te maken, opdat de menscben niet als 't ware het huls uit worden gedreven. Voorzitter. Die menschen, die nu In de huizen vnn de bouwcommissie wonen moeten allemaal meer belasting betalen omdat naar gelang van de huurwaarde wordt aangestaan. Van Halder. Oppervlakkig beschouwd zou men zeggen dat de heer Bergmans gelijk heeft, maar gaat men wat dieper op de zaak in, dan ziet men dat de boeren weliswaar een beetje, althans minder personeele belasting betalen dan een fabrikant, maar daar tegenover staat dat ze ook meer grondbelasting moeten Opgericht Verzekerd Kapitaal Reserve 25.586.757.— 3.113.7o7.— betalen en dat deze belasting is ver dubbeld. Ook mag niet uit het oog worden verloren, dat de boer door het land zijn kost moet verdienen en het dus een bedrijfsbelasting mag worden genoemd. Daarom zou Ik zeggen dat er niets tegen is om ook de opcenten op de personeele belasting te ver hoogen. Van Son. Die mooi meubilair er op na wil houden, die geniet er van en dan moet hij er maar voor betalen ook. Waarom zou men de opcenten voor de grondbelasting verdubbelen en daar niet voor. Bergmans. Wat de heer Van Halder daar gezegd heeft lijkt heel aannemelijk en toch zou ik liever eens over deze zaak denken want om nu al een uit spraak te doen in deze gaat voor mij niet. Als het nu alleen maar den midden stand betrof zou het voor mij nog wat anders zijn, maar men treft er ook al weer direct den werkman mee. Van Haider. Dus daarom zou men dan maar achterwege moeten laten om b.v. een mevrouw Loeff en anderen geen verhooging te laten betalen en wel den boer. Bovendien mag ook niet uit het oog worden verloren dat men de grooto gezinnen niet treft want er bestaat kinderaftrek. De heer van Speijk merkt op dat er wel menschen zin in het bezit van land die jaarlijks armer worden. De heer Musters stelt voor de op centen op de personeele belasting ook te verdubbelen welk voorstel wordt ondersteund door den heer van Son. Het voorstel In omvraag gebracht wordt aangenomen met 5 tegen 1 stem, terwijl 1 de heer Bergmans buiten stemming bleef. Voor stemden de heeren Muskcns, Elshout, van Son, van Halder en van Speijk, Tegen de heer van de Wiel. 2. Aanbieding verslag van den toe stand der gemeente en de woningbouw. Het verslag wordt voor de leden ter visie nedergelegd. De Voorzitter geeft in overweging dit verslag zeker eens te komen inzien. De leden kunnen dan tevens de lijst eens inzien van de prijzen der landerijen, hoe deze zijn berekend voor dit en een volgend jaar. -. 3. Af- en overschrijving over 1920. Van de Wiel. Kr zijn bij mij al een paar menschen geweest die voor eigen rekening willen gaan bouwen omdat het Rijk daarvoor een flinke steun verleend, Nu is de vraag of ze een stukje bouw terrein kunnen koopen van de bouw commissie. Ik voel er veel voor dat de particulieren zelf gaaa bouwen. Het Rijk geeft, meen ik, f2000 bij in de kosten. Voorzitter. Waar is bet dat het Rijk steun verleent en flink ook. Maar zoo maar f 2000 wordt er niet gegeven, want de bijdragen worden bepaald naar het aantal M.2 dat een te bouwen huls beslaat. Deze gunstige bepaling loopt maar tot 1 Mei en dan komt er eene wijziging. Het wordt dus tijd voor die menschen, vooral omdat er nog het een en ander klaar moet worden gemaakt. Teekenlng WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND. 1 bonnementspvijs per 3 maanden i 1.25. Kranco p. post door het geheele rijk f 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. ra VAN HET ZEIDEN Prijs der AdvertentiSn. 20 cent per regel; minimum f 1.50. Reclames 40 cent per regel. DERDE DEED. V III. EEN SPOORWEGRAMP. Onder den invloed van het gevaar is dit plan spoedig gerijpt. Joannes neemt «ene hom, wikt ze op zijne hand en niet de andere aan den IJzerdraad trekkende, laat hij dezen draad plotseling schieten, zools de pees van eenen boog. Bn blijde roept hij uit Dat is het!... Ik heb het gevonden!... Ha! ...Marko, gij hebt geen erg in deze ver raising, in geval gij aan de mijn op de spoorbaan mocht ontsnappen Zeker van den goeden uitslag, maakt hij eenvoudig de bom vast aan den telegraaf draad met het draadje dat de ontploffing teweegbengt, wanneer iemand de bom met zijne hand wegslingert. Dit gedaan legt hij de bom zaehtjes op den grond en zegt tot hen die hem nieuwsgierig gadeslaan: -— Doet zooals ik: maakt bommen vast aan den draad, van tien tot tien meter... doch weest zeer voorzichtig... Goed!... 't is in orde!... Veronderstelt nu dat de vijand 's nachts komt aangestormd en verward geraakt in den draad... wat ge beurt er dan? Ha bpavode slaghoedjes worden ge weldig uit de bom gerukt door den schok welken den draad ondervindt en al de kar doezen ontploffen. En dat geschiedt zoo werkelijk dat drie honderd man van Marko gedood en verminkt werden. Hawaren de patriotten maar talrijker geweestWaren zij beter beschut geweest dan door die naakte helling welke hen ter nauwernood dekt!... O! geen enkel der ban dieten zag de treurende dorpen terug van het Macedonië, welks geesel zij zijn. Joannes is verplicht af te trekken, om niet de vruchten te verliezen van die zege praal welker zedelijke gevolgen niet te be rekenen zijn. Marko, nochtans, wil zijn nederlaag niet bekennen. Staande te midden van de over levenden van zijn bataljon, scheidt hij op Joannes die onzichtbaar blijft, maar dien lilj in zijne nabijheid vermoedt, ginds, ach ter een of andere ongelijkheid van het ter rein. -Lafaard!... gij loopt weg... moorde naar!... gij durft u niet met mij meten... gij slaat van verre... zonder u bloot te stel len... in 't geniep... van achter hoek en kant. Ja, Christen... Christen zwijn ...gij zijt de lafste onder de (Staarden... der lafaarden... gij zijt hang van mij De wagons die op de baan verbrijzeld lig gen, zijn in brand geschoten. Het vuur ver teert de schilderiug, het vernis en tast het houtwerk aan. Die vuurgloed werpt een akoligen schijn, verre in 't ronde, en schil dert een naar „decor" voor dit bloedtooneel. Op dien hellen grond komt de reuzenge stalte van Marko, in rood laken gehuld, krachtig uit; hij roept een der fabelheldeu uit de aloude tijden voor den geest. Dol ra zend buiten zichzelven, schrikkelijk, prach tig, ondanks alles, door zijn stoutmoedig heid, zwaait hij zijn sabel, balt de vuist en spuwt zijn verachting in 't gelaat zijns vij- ands, daagt mensehen en elementen uit, en tart de kogels, tart iedereen en alles! Maar antwoord mij dan toch, maar toon dan toch uw gelaat, vuile boer... ban gerik, die soldaatje speelt en dien ik onder de broek zal schoppen, gelijk een kwajon gen... Neen! gij zijt geen soldaatgeen op roerling... geen-patriot... gij zijt maar een lafaard! Gij liegtantwoordt een heldere stem, die beeft van verontwaardiging. En vlug komt een gedaante van den over kant der rivier gesprongen. Zij rijst op uit de duisternis, schrijdt voorwaarts in de verlichte strook, krijgt lijnen en vormen. Een jonge man met een Bulgaarsche muts op het hoofd, in 't grijs gekleed, de riemen zijner schoenen om zijne beenen gewonden, daagt op voor do. oogen der Albaneescne bandieten. Een carabijn hangt aan eenen band over zijne schouder, een degen in een stalen scheede is bevestigd aan zijnen lendenriem in gevernist leder. Zwierig en gerust komt bij op Marko af, die hem herkent en uitroept: Joannes .Ta, Marko, ik hen hetGij hebt mij uitgedaagd, ik stel mij te uwer beschikking Do Albaneezen, die echte dapperheid op prijs weten te stellen, hem zoo gansch al leen en zonder beschutting ziende, feewon- dereen hem oprecht. Wathij durft zich •stellen tegenover een onverwinbaren vij and als Marko den Bandiet, bey van Kos- sovo, den onoverwinbareMet ten berge gerezen knévels, vurige oogen, ziet Marko hem komenzulke vermetelheid verbluft hem en hij grolt voort Gijboergij, schurk, gij zoudt u durven meten met mij Joannes schokschoudert en antwoordt kalm Houdt op met bluffen en beleedigen we gaan zien wie, gij of ik de baas is Maar ik vraag niets lievers... gelaat in gelaat... op een sabellengte afstands kom af Ik zal de helft, van den weg afleggen... durft gij de andere helft te doen? Ja? indien ge riTij zweert dat de uwen niets verraderlijks in 't. schild voeren. Mijne broeders, de patriotten, zijn mannen van eer... ik verpand u mijn woord Dan. zich richtende tot zijne onzichtbare bende, roept hij met dreunende stem ..Makkers! er is wapenstilstand!... Ik verzoek, ik beveel u, desnoods, niet tusschen te komen, gedurende of 'na mijn tweege vecht met Marko den Bandiet Want 't is een tweegevecht, niet waar, Marko? Ja, een tweegevecht tot den dood! Op mijne-beurt, beloof ik u dat mijne sol daten onzijdig zullen blijven terwijl wij de degens kruisen Makkers, geweren in rust... dat niemand mijnen tegenstrever aanrake... ik wil dat allen den wapenstilstand eerbiedigen Bij die woorden rukt hij uit zijnen gordel zijn revolvers en zijnen dolk en komt naar Joannes toe, zijn sabel zwaaiende. Joannes ontlast zich van zijn carabijn, lendeband en zijne schede, om zich tc vrij er te kunnen bewegen. Dan, met zijnen degen gewapend, stapt hij rustig den reus tegemoet. Marko is vreeselijk om te zien. Hij ziedt van toorn, slaat vervaarlijk niet zijn sabel en grolt terwijl de haat zijnen mond ver- trekt Eindelijk heb ik n onder mijn hereik... Oik wist niet dat men zoo gloeiend haten en dat bloedvergieten zulke vreugde schen ken kon!... Al dit zwetsen ontstelt Joannes geens zins. Zijn koelbloedigheid verloopt niet, en kalmer dan ooit antwoordt hij Voor de eerste maal van ons leven zijn we het accoord, Marko! Haat ge mij, ik veracht u niet minder... en u die verachting in 't gelaat te kunnen slingeren verlicht mijn gemoed... Uw bloed gaat stroomen... - Hel; uwe Alles is mogelijk. Ik ga u doodeu ik voel liet aan 't bruisen van mijn bloed, .en dit voorteeken heeft me nooit bedrogen... En, u doodende, is het mij ais roeide ik al die vervloekte Christenen uit... die oproerlingen... dié ge zworen vijanden van onzen meester, den Sultan, van onzen God, Allah! Ook ik wil u uit de weg ruimen... mijn vaderland ontlasten van Marko den Ban diet... het monster dat in zich vereenzel vigt liet Mabomedaausehe fanatisme, de Muzelmansche wild- en woestheid... Gij zijt de boni van ons ras en ons geloof! Welnu! op uwe hoede en verdedig 11! Ik ben gereed Van kindsbeen af is Marko een geduchte sabelvechter. Verwoed valthij aan, Vol misprijzen voor dien zwakken- tegenstrever die nog niet tot aan zijne schouders reikt, verwaarloost hij zelfs de meest noodige voorzorgen. Ten overvloede,, hij is zeker to overwin nen. Hij heeft maar te slaan met dit be proefde staal, dat zijn athloténarm han teert. Joannes, integendeel, staat wat ineenge drongen, doch gereed om te. treffen. Zijn lioudig is er op berekend om de slagen af te weren en zelf met. de punt zijns degens aan te vallen en door 's vijands huid te horen. Hij beschikt ondanks zijn schijnbare ten gerheid, over een stalen pols. weergalooze vlugheid en grondige kennis der verschillen de schermmethoden. Zijn sabel loopt rechtuit. Zij is buigzaam en tevens weerstand biedend, stérk en licht, steekt gelijk eeii naald en vlijmt gelijk een scheermes en lieeft een gemakkelijk gevest. ',t Is een uitgelezen wapen. Marko verricht geen kunsten bij 't scher men hij beoefent de kunst om met één slag hoofden af te hakken. Geen beul van beroep -kan 't van hem winnen inzake behendigheid. Ze zijn niet te tellen, de hoofden welke hij afsloeg. Hij vindt er aardigheid in bliksemsnel le werk te gaan en hij poelit er op iederniaal als de gelegenheid voorkomt van een leven den mensch twee stukken te maken. Men heeft gewis niet vergeten hoe hij voor het - front zijner troepen het hoofd van eenen generaal, die zich met de kracht der wan hoop' verdedigde, lien stappen verre deed vliegen. Een stalen bliksem 'omhult. Joannes. Het staal van Marko's kromzwaard gaat nevens zijnen schouder af. Ha! ei zoo na!... hijgt Marko mot. wil de vreugde. Een tweede slag is op weg, altijd doode- lijk gezien de lichaamskracht van den reus. Joannes ziet hem als een bliksemschicht af komen. Zonder te wijken, recht als een rots, buigt bij schuinsweg zijnen degen, terwijl Zijn pols een weinig omhoog gaat. Met een krachtigen, welgetroffen slag weert hij den bliksem af. 't Ts een knarsen van staal tegen staal, zoodat de vonken er. uit spatten. (Wordt veiptalgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1921 | | pagina 1