Kiniuitr Ml Markode Bandiet Gemeenteraad FEUILLETOh No. 26. Zaterdag 30 April 44e Jaarg GEERTRUIDENBERG. (Vervolg.) Timmermans. Ik dacht aanvankelijk dat de toezegging van een renteloos voorschot door het Rijk reeds was gegeven. Voorzitter. Dat is ons alles we' in het vooruitzicht gesteld en tot 31 Maart hebben wij dan ook een voorloopige bijdrage gekregen. In den breede zet de Voorzitter nu nogmaals uiteen hoe telkenmale de hooggeplaatste ambtenaren de toezegging van een renteloos voor schot hebben gedaan. Dit alles zou nu wellicht ook zyn geweest maar de minister heeft zich met de wijze tan uitbetaling niet kunnen tereenigen. Men betaalde hier te hooge laonen en ook wilde ze niets van een kindertoeslag weten. Na echter alles nog eens bij het Ministerie in een uitvoerig schrijven te hebben uiteenge zet volgde de toezegging dat tot su met 81 Maart 30 pCt. subsidie zou worden gegeven. De vraag is nu maar of de minister van finentien bereid zal woiden gevonden om nog een renteloos voorschot te geven en hoelang het zal duren eer we daaromtrent iets vernemen. Ik zou zeggen laat ons te vreden z\jn met een subsidie van 30 pCt, Timmermans. Geeft het Rjjk na 81 Maart dan ook !,og 80 pCt. subsidie. Da Voorzitter zegt dat in een schrijven wel eenige toezegging is gedaan. We krijgen daaromtrent nog nadere omschrijvin r Dit alles zal zjjn oorzaak wel vinden in bet feit dat de regeering ondervindingen heeft opgedaan en nu een nadere regeling zal geven, waaraan men zich te houden heeft. Timmermans. Zyn er ook menschen uit andere plaatsen hier bjj dc wevkversohaiiug aan het werk. Voorzitter, Ja. De heer Timmermans acht het, nu het niet eens zeker is of men subsidie krijgt, wel een beetje erg om menschen uit andere gemeenten aan het werk te zetten. Het is wel erg ongezellig, doch men mag de fiaan- tieeie toestand der gemeente niet uit het oog verliezen. Spr. vraagt zich af, of, nu de toezegging van het Ryk zoo vaag is, men moet voortgaan, ja of neen. De Voorzitter geeft in overweging om nog door te gaan, Hy verwacht van de reg8ering spoedig een schrjjven. De Burgemeester van Rsamsdonk is destijds naai den Haag ge weest en heeft toen ook alle moeite gedaan om alles zoo in 't werk gesteld te zien krjjgen, Spr. zou daarom eerst hes antwoord van de Regeering willen afwachten alvorens daartoe over te gaan. Scherp, Van die f60.000 baukciediet zal dan die f20.000 vae de Boerenleenbank worden afgelost. Voorzitter. Ja, en die lesning van f 40.000 is voor verbetering van de haven en straten. Aan den Minister zou ook nog bericht kunnen worden dat de Raad bezwaar heeft om op deze manier nog langer arbeiders van buiten de gemeente werk te verschaffen. Ik verwacht echter wel dat we binnen korten tyd bericht enllen krijgen. Timmenu ns. Ik heb mijn stem voor aan koop van dat h o is gegeven, op voorwaarden dat de kiosk er zon komen. Voorzitter. Dat geld is ook zoolang gebruikt voor de werkverschaffing, want het giag toch niet aan om al die menschen ineens op straat te zetten. Wij hadden al zoo dikwijU den Haag opgebeld en dan werd maar gezegd het komt. Inmiddels moest met het werk worden doorgegaan en daar was geld vooor noodig en er stond het Dag. Bestuur niets anders over dan dit bedrag zoo lang daarvoor aan te spreken. Zoodra we nu echter het bankcredlet hebben, zijn we in de gelegenheid dat alles weer te vereffenen. Timmermans. Ik kan dat alles heel goed billijken maar zoolang we niet weten wat den Haag zal doen zou ik wat gaan remmen. Het is, dat spreekt vanzelf, niet mijn bedoeling om alles plotseling stop te zetten. Blijft Regee- ringssteun achterwege, dan moet alle9 geleidelijk in andere banen worden geleid. Dan zou ik alles !n groepen gaan aanbesteden, want zooals er nu wordt gewerkt, zal het de gemeente schatten gelds gaan kosten. Door den Voorzitter wordt het schreven van den Minister voorgelezen en daaruit blijkt dat eerdaags voorschriften kunnen worden tegemoet gezien. De heer Timmermans stelt voor om, wanneer binnen aeht dagen nog niets is ontvangen, dan op spoed aan te dringen. Tak. Is de rente al bekend, Voorzitter. Wij hebben nog geen bericht ontvangen maar van een autori teit heb Ik vernomen van 6 pCt. Tak. Dan is dit veel voordeeliger dan een bankcredlet. De Voorzitter is het daarmede eens, doch wijst er op dat men dan het ge- heeie bedrag ineens moet opaemen en het dan renteloos in de kas moet neer leggen. Verder bestaat ook de moge lijkbeld dat de rentestandaard zal gaan dalen of dat wij grond verkoopen dus dat we niet zooveel noodig hebben. De heer Segeren kan zich met het voorstel om een leening aan te gaan van f 40 000 wel vereenigen mits dat geld wordt verbruikt voor de verbete ring van de wegen. Het is verschrikke lijk zoo de Koestraat er uit ziet en om ons nu te laten beetnemen door de Staatsspoor als nu door het Rijk wordt gedaan, daar zou ik voor willen passen, zegt spreker. Voorzitter. Die uitdrukking is wel een beetje ongepast. Segeren. Zeker, wij moeten dan de gelden maar voorschieten. We komen zoo in een benarden toestand, dat zal men eens zien. Zonder nadere gegevens zou ik voor de Staatsspoor niet werken. De Voorzitter merkt op dat door het Rijk 30 pCt. subsidie is gegeven en men dan niet kan spreken van bedrogen te zijn uitgekomen. .Wat betfefti.de Staatsspoor, dat alle9 is nog id een stadium van voorbereiding. De Voorzitter: van „De Eeho van het Zuiden". door Louis Boussenard. 63) Teneinde genoeg werk te hebben om in de werkverschaffing te voorzien is aan de Directie van de Staatsspoorwegen gevraagd of wij die werkzaamheden voor haar kunnen verrichten. Gaat zulks, dan zal de Staatsspoor nooit vooruit betalen, maar wel in vier termijnen, zooals dat gebruikelijk is. Segeren. Mijn bedoeling is maar dat die f25000 worden verbruikt aan de wegen en die f15000 aan de Haven. Nu de annexatie voor de deur staat kan men daar aan 't wetk gaan, zonder dat men er ons een verwijt van kan maken, want meer dan eèn jaar geleden is er al over gesproken. Voorzitter. De gelden worden alleen daarvoor uitgegeven. Voor bet andere is toch het bankcredlet. Segeren. Als het maar niet op de lange baan wordt geschoven is het goed want het is een schande zoo de Koestraat er uit ziet. Na de annexatie zal het er mee gedaan zijn, dan zal men van Made en Raamsdoaksveer zeggenje hebt het er al zoo lang mee gedaan, ge kunt het er nu ook wel mee doen. Ook voor de buizen bij het transformatorhuisje moet een weg komen, want het is een gruwel zoo het er daar uit ziet. Voorzitter. U zelf hebt alles, zooals Ik nu voorstel in de Wethoudersverga dering goedgekeurd. - Segeren. Zeker, als het maar aangepakt wordt en niet ultgf»:eld en daar ben ik bang voor. Later krijgen we niets meer, dan zullen ze zeggen dat we altijd aan gepruld hebben en dat maar moeten blijven doen, daar maar mee moeten bleven aansjouwen. Voorzitter. Dat werk Is al lang aan gewezen, maar Is uitgesteld wegens de hooge prijzen en de hooge rente-stan daard en dat alles i9 nu gewijzigd en daarom ben ik gekomen in het Dag. Bestuur met het voorztel thans met deze werkzaamheden te beginnen. Segeren. Ik ben er 9terk voor als het maar gedaan wordt. Niet praten maar met de werkzaamheden beginnen. Voorzitter. Men moet de zaken over zien en dat ontbreekt bij U Segeren. Mooi praten, maar er word niets gedaan, dat is zoo beroerd. De heele wereld mag het gerust weten da: we dit werk gaan doen, al is het ook juist voor de annexatie. Voorzitter. Als U een andere oplossing hadt geweten hadt U daarmede moeten komen. Dit voorstel tot verbetering is nog van mij gekomen. Segeren. Toch van Burg. en Weth zeker. Voorzitter. Daar ben ik met het voor stel gekomen. Segeren. Ik heb er al wel honderd keer over gesproken. Voorzitter, ik a=b toen gewezen op de hooge kosten en dat het beter was wat te wachten en nu maar wat te repareeren. Echter, nu de prijzen om laag zijn gegaan en de rentestandaarc lager geworden, ben ik weer direct met het voorstel gekomen om thans met de werkzaamheden een aanvang te maken Met de waterleiding is het evenzoo gegaan. Ook toen heb ik gezegd laa ons wachten totdat alles wat goecfkooper is geworden. Dat zal een ieder zoo met zijn eigen zaken hebben gedaan en dan moet het ook zoo met die van de ge meente gebeuren. Segeren. Ik ben maar bang'dat er niets zal gedaan worden en „van,alles wcu >k heb gezegd, trek" ik geen woord De heer Tak zou nog aan andere banken om voorwaarden willen vragen. De Voorzitter zegt dat alle banken dezelfde condities hebben. Aan deHanze- bank heeft hij het ook gevraagd doch die stellen voorwaarden, die de ge meente heel wat duurder zal uitkomen. Na nog eenige discussie wordt be sloten een bankcrediet van f 60.000 aan te gaan en bij de Rijksverzekeringsbank nog eens aan te vragen of ze een leening van f40.000 kan en wi! plaatsen. De heer Segeren bleef buiten stemming. Voorzitter. Van de Zuid-Nederland- sche Stoomtramweg Maatschappij is een verzoek ingekomen, waarin ze vraagt om een subsidie van f5000. In het schrijven wijst de Maatschappij er op dat ze tengevolge van alle mogelijke sociale wetten zonder steun van de aan e lijn gelegen gemeenten, er niet meer kunnen komen. Naar aanleiding van dit schrijven zijn de verschillende burgemeesters reeds in een vergadering bijeen geweest. In deze vergadering was men algemeen van oordeel dat men meer gegevens moest lebben om eenig inzicht te krijgen. Aan de Maatschappij zijn deze gevraagd alsook voor welk-bedrag de Maatschappij de lijn wil overgeven om dan zoo mogelijk wat verbetering er aan te geven en er een z.g lokaal-spoorweg van e maken. Afin, iets wat meer aan het doel kan beantwoorden. De Voorzitter geeft in overweging alvorens tot behandeling van het adres over te gaan, eerst de vergadering van de burgemeesters at te wachten. Voor deze gemeente acht hij eene subsidie van f 5000 per jaar nogal hoog. ïr zijn gemeenten die meer belang bij iet bestaan der tram hebben dan Geer truidenberg, want met de trein kan men tegenwoordig voor bijna het zelfde bedrag, Breda even gemakkelijk bereiken. Het zou dan juist voor de gemeenten Oosterhout en Dongen zijn dat deze moeilijker te bereiken waren en dat zou te betreuren zijn, maar of dit nu van zoo'n waarde is, dat men daar jaarlijks f 5000 voor kan geven betwijfelt spr. sterk. 'M. Met algemeene stemmen wordt be sloten het adres voorloopig nog niet te behandelen. Vervolgens wordt aan de orde gesteld een schrijven van de heeren J. Dirven en J.* Staal. Adressanten wijzen er op dat door fouten tengevolge van den aanleg van het electrisch net zij schade hebben geleden, althans eene grootere kosten hebben moeten maken voor den aanleg. Wordt besloten conform het voorstel Burg. en Weth., adressanten te vergoeden. Schrijven van den heer Lambrechts, van dienste van de gemeente. Burg. en Weth. stellen voor op beide verzoeken in te gaan, waartoe met alge meene stemmen wordt besloten. Schrijven van de Godshuizen om adhaesie te willen betuigen aan een door haar aan Ged. Staten gezonden adres. In dit adres wordt gevraagd om bij vereeniging van gemeenten de gelden van de Godshuizen uitsluitend ten goede te laten komen aan de bewoners van deze gemeente. De heer Timmermans kan zich daar goed mee vereenigen, mits deze bepaling alleen wordt opgenomen indien tot annexatie wordt overgegaan. Voorzitter. Dat is ook alleen de be doeling maar. Segeren. Als men vereenigd is moet men zoowel de lusten als lasten ge zamenlijk dragen. Dat klinkt altijd onaangenaam voor de andere gemeenten als wij zooiets op den vooravond van annexatie gaan bewerkstelligen. Maar hoe wil men het dan hebben. De Minister heeft in art. I alleen gesproken van Geertruidenberg, dus de grenzen van Geertruidenberg rekken zich dan Smolders De Segeren. U moet me niet in de rede vallen. Ik ben nog niet uitgesproken. Ik wil maar zeggen dat de grenzen van Geertruidenberg zich^aan het einde van de combinatie rekken en het zou wen- schelijk zijn anders te regelen. Maar ik heb een ander voorstel en dat is om het geld te geven aan de kerk, die kan het goed gebruiken of nog liever aan de nonnekes. Daar heerscht nog de ware liefde, niet bij de Godshuizen, daar is het altijd onaangenaamheden. Neen, bij de nonnekes zeg ik, heerscht ware liefde. Voorzitter. Een kinderlijker voorstel heb ik nog nooit gehoord. Segeren. Naderhand komt er maar onaangenaamheden door de Godshuizen. Geeft het geld over aan de nonnekes met hun ware liefde. Die verplegen een ieder vol liefde of ge rijk of arm bent, daar wordt niet naar gekeken, ook niet tot welke gezindten men behoort. De Voorzitter wijst er op dat wij, de raad, daar geen beschikking over hebben. Segeren. Het ligt er dik op dat de armen niet door de Godshuizen behan deld worden zooals behoort, wel door de nonnekes. De Godshuizen noemen zich wel de H. Geest, maar 't is niks met er. Tak. Als de raad over privaat bezit gaat beschikken, kan men even goed voorstellen het eigendom van den heer Segeren te gaan verdeelen. Segeren Ik zal mijn part wel geven. Maar ik wil nu niet verder gaan omdat we anders op zij-onderwerpen komen en dan zou ik sommige maar onaange- houdende dankbetuiging voor de attentie naam moeten zijn en dat wil ik nu liever hem bewezen bij zijn 25-jarige ambts-1 niet doen. Ik zeg en daar blijf ik bij, vervulling als agent van politie voor kennisgeving alhier, aange- Wordt nomen. Schrijven van Lambrechts, agent van politie. Adressant wijst er op dat door hem sinds 1918 ook dienst wordt gedaan als nachtwacht, waarvoor hij eene ver goeding krijgt van f 300. Nu verzoekt hij met dit bedrag zijn salaris als politie-agentite willen verhoogen zulks in verband met zijn pensioen. Vervolgens vraagt adressant voor het gebruik van ,zijn rijwiel een bijdrage van f25,— per".jaar, aangezien hij zijn fiets uitsluitenden gebruik heeft ten alleen bij de nonnekes heerscht alleen ware liefde, niet bij de Godshuizen. Timmermans. Het is geen kerkelijke stichting. Segeren. O jé, mijnheer Timmermans is juist een leeuwerik. In de maand Maart stijgt hij heel hoog om dan in eens naar beneden te komen vallen. Altijd heeft hij op de Godshuizen ge sputterd. (Gelach.) Tak. Wat wil mijnheer Segeren dan toch. Voorzitter. Hij \yil hebben dat het ge meentebestuur de goederen aan de Godshuizen gaat weg schenken. Tak. Dat is toch niet te denken. Van den heer Timmermans is het ook niet de bedoeling daar plotseling toe over te gaan, maar geleidelijk, tenzij men zekerheid heeft. De Voorzitter merkt op dat van de Re geering bericht is ontvangen dat ons spoedig bericht zal bereiken. Wjj kunnen nog wel eens vragen of wy op subsidie kunnen re kenen. De heer Smoldera kan wel meegaan met den heer Timmermans aangezien er een groot kapitaal in gaat zitiers. Den Haag zegt wel dat ons spoedig nadere gegevens zullen worden verstrekt. Is dat spoedig nn over 14 dage», dan wil ook hjj, evenals de Voorzitter nog afwsohteo. Mssr in den Haag noemt men over een half jaar ook nog spoedig en zoo lang kan men <le zaken hie niet laten loopen. BERDE DEED. BE GEZELLEN VAN HET DYNAMIET VI. GROOTE MIDDELEN. Keeren wij terug tot Joannes. Met bloedend harte heeft de jonge aan voerder zijn ongelukkige vrienden spoedig en treffend ter aarde besteld. Een klove in den bergwand heeft de lichamen ontvangen der arme verloofden-in-de-dood, omstren geld in een laatste omhelzing. Een dynanüet- kardoes heeft boven hun graf een overgroo- teii rotsblok losgerukt, die hun stoffelijk overblijfsel thans bedekt en voor onteering beschut. Met. zijne pogen vol tranen, grift Joannes met de punt van zijn dolk in de rots hunne namen: Mictoel-Helena, bekroond door een Griekseh kruis. Alsdan knielen al de pa triotten neder, maken, blootshoofds liet toe ken desH. Kruis, en roepen dreunende Wraak!... Wraak!... Marko ter dood! Ja vrienden, het geschiede zooMar ko ter dood!... besluit Joannes, krampach tig zijn carabijn vastklemmende. Die schurk moet uit den weg geruimd Hij schijnt in hem al de dweepzucht en de bloeddorstigheid der Muzelmannen samen te vatten. Ik belast mij met de strafuitvoering En wij!en wij!... Wat zullen wij doen? Gij moet voor eenigen tijd verdwij nen... als waart gij in den grond gekropen! Och kom! daar denkt gij niet aan... wij willen slag leveren... wij zijn soldaten! antwoordt Rislag heelemaal ontstemd, uit naam van al zijne makkers. Geduld vrienden!... want binnenkort neemt gij vreeselijk weerwraak. Maar thans moet gij onzichtbaar worden. Gij hebt er nog tijd en gelegenheid toe... De voorzichtigheid wil het... en ik beveel het n... in den naam des Vaderlands... in den naam van de toekomst zelve der om wenteling. Gij zijt soldaten!... gehoorzaamt! Goedwij zullen uwe orders uitvoeren wat liet ons ook koste. Maar gij!... onze aanvoerder, onze raads mangij, de ziel van den opstand, wat zult gij doen? Mij naar Prichtina begeven, mij er verbergen met 20 vastberaden patriotten, Marko afwachten, hem geduldig beloeren, dag' en nacht, op elk uur en hem straffen op het gepaste oogenblik Doch genoeg gepraat! Uislag. neem het bevel op in de plaats van onzen armen Michel... voeg u zoodra mogelijk bij Panitza en tracht intijds de onderaardsche schuiloorden van Kara-Dagh te bereiken... gij vindt er voor drie maan den mondvoorraaden ik hoop er u niet langer dan een paar weken te laten. Gij zult dien tijd benutten om bommen te vervaardigen. Vertrekt!... vertrekt spoedig!ik heb een voergevoel dat een ijselijk gevaar bo ven onze hoofden hangt en ons dreigt te verpletteren. Joannes wijst de twintig koene kerels aan die hem moeten vergezellen, en, door onrust als verteerd, trekt hij het gebergte in. Vijf- minuten later hebben de twee benden, die zich in tegenovergestelde richting verwijde ren, elkander uit het gezicht verloren. Mis schien voor altijd De avond valt in, en reeds begiut in de verte het uitvoeren der wilde bevelen, gege ven door Marko. Van op de verhevenheid waar zij thans staan, zien Joannes en zijn gezellen talrijke vuren aansteken. De jonge man huivert en bromt - Odat ik toch niet bfeschik over tien duizend krijgers om ze op die bandieten af te zenden!Ik kon de ougelukkigen be schermen en nu ben ik geuoodzaakt onmach tig, met gekruiste armen die gruweldaden te aanschouwen O! Marko!... Marko!... Wat schrikkelij ke rekening hebt gij met mij te vereffenen! Doch Joannes, voorziet op dit oogenblik, niet de gansche waarheid. Eerst den vol gendendag zal hij ze aanschouwen in haar •gansche afschuwelijkheid. Met dit wonder lijk instinct dat van hem een echten oor logvoerder maakt, vermoedt hij de ontzag lijke troepenbeweging welke Marko bevolen heeft. De menschenvloed die van de grens komt aangerold, laat overal" waar hij over spoelt niets dan verkoold en zwartgebla kerd puin, niets dan lijken achter. De patriotten, niettemin, zakken met ver snelde marschen op Prichtina af. Zij ver bergen zich eigenlijk niet, maar vermijden de bevolkte plaatsenzij volgen zooveel mogelijk steile paden, op welke zij. geen le vende ziel ontmoeten. Ze zijn met twintig strijders, Joannes en Nikea inbegrepen. Ieder van hen heeft vier bommen en vier dynamietkardoezen bij zich. Allen- zijn ge dekt met den rooden tarbuch met zwarten kwispel. Dit is eene wijze voorzorg, want dit hoofddeksel gevoegd bij hun half bur gerlijke, half militaire kleeding, kan hen desnoods voor „redifs" reservesoidaten doen doorgaan. Het denkbeeld zich naar Prichtina te be geven en daar verborgen te blijven, kan op 't eerste gezicht iets onzinnigs schijnen. Vooral daar de Tnrksche politie nogal be hendig is. Doch men vergete niet dat de pa triotten overal vevkleefde vrienden hebben, die liet werk der vrijmaking tot den dood genegen zijn. Zij zullen dus in de stad hulp en bijstand en een veilig onderkomen vin den. Het moeilijkste is tot daar ie komen. De afstand bedraagt niet meer dan zestig kilo meter. 't Is een wandeling voor die onver saagde voetgangers, die hopen den weg af te leggen in twaalf tot vijftien uren, tenzij natuurlijk er onderweg hindernissen op da ge*. Het grootste deel van den weg wordt zon der eenig tnsschengeval afgelegd en reeds meent Joannes het pleit gewonnen, toen, in de buurt van Janeiro, zij stuitten op een belangrijke troepenmacht. Soliman, de gewezen Turksche gendarm, die als verkenner vooropgaat, houdt stil en keert al kruipende terug. Albaneezenfluistert hij Joannes in t' oor kwade ontmoeting Met hoeveel zijn ze? Ten minste met tweehonderdvan kop tot teen gewapend... de beste troepen van dien pacha-bandiet. Hebben zij n opgemerkt? Neen, kapitein!... zij vermoeden niets. Goed! wij zullen links afdraaien en de spoorbaan naderen. Man achter man, zicli behendig verber gende, daalt de kleine bende af in een ra vijn, sluipt achter dicht kastanjegeboomte en wacht daar ruim een kwartier. Niets! volledige eenzaamheid. Zij trekken voort. Ongeveer drie kilometer verder op. begint de vlakte van Kossovo. In de verte bemerken zij Prichtina. De minarets dei- moskeeën glinsteren in de zon. Verborgen in iiet struikgewas, overzien zij de bloedige vlakte. Onmogelijk zich ver der te wagen. Overal zijn wachtposten in gericht en op minder dan vijfhonderd meter van hen liggen de voorpost-schildwachten in hinderlaag. Joannes schudt bedenkelijk zijn hoofd en zegt: Wij hebben meer dan driehonderd man voor ons... Eli wij moeten er volstrekt door heen breken Onmogelijk lang liier te vertoeven... wij kunnen alle oogenblikken ontdekt worden Hadden we maar paarden Die zijn te vinden, zegt de gewezen gendarm. Wil ik op onderzoek uitgaan? Ga, doch wees voorzichtig. Hij verwijdert zich al kruipende, zijnen dolk tusschen de tandenzijn manlicher- gevveer laat hij achter, dewijl liet hem eer zou hinderen. Br verloopt een half uur. Roerloos, ter nauwernood ademende, wachten de patriot ten op Solimans terugkomst. Zij beginnen te wanhopen. Eensklaps liooren zij twijgen rnischen. Soliman is daar terug. Zijn gelaat is heel en gansch gewond door het steken der door nen, zijn kleederen hangen in lompen, zijn handen bloeden. Zijt ge geslaagd? vraagt Joannes met een stem die beeft van ontroering. Ja, kapitein! 't is te zeggen, ik weet waar de paarden staan... doch we moeten er ons meester van maken. Dat is het minste; laat ons gaan Volg mij dan Opnieuw gaat de bende voort, man ach ter man. Zij glijdt gelijk een groot kruip dier onder de- lage takken, deint, houdt stil, vertrekt verder zonder eenig gerucht te ma ken, zonder een verkeerden stap te doen, zonder dat een tak kraakt zonder dat iets van haar wapentuig klinkt of knarst. 't Is geen gemakkelijk dalen. Zij komen nabij een kleine hoogvlakte, waar een stuk of vijftig woningen op staan. Een dertig gezadelde, maar losloopende paarden staan in het hooi tot aan hunnen buik en doen zicli dapper te goed aan het voeder. Vier man liggen uitgestrekt bij al lerlei afval van eetwaren; half sluimerende bewaken zij de dieren. Alles schijnt overhoop te staan in het dorp. De deuren worden met geweld open en toegeslagen, vensters worden openge- vukt, liet volk vlucht gillende weg. Het ver schrikte vee gaat op den loop, achtervolgd door soldaten, in 't rood gekleed. Albaneezen!overal die bandieten! bromt Joannes zijn vuisten ballendeO! laat er ons kortaf mede maken. 't Is een razzia van schapen, zwijnen, en hoornvee, ongetwijfeld om voedsel te ver strekken aan de opgeroepen troepen. De soldaten huilen, 't is een afschuwelijk men gelmoes van menschen, dieren, puinHet bloed begint reeds te vloeien... huizen gaan in vlammen op... De bevelen van Marko worden uitgevoerd brand, plundering, moord. De patriotten seharen ziel) om Joannes. Bajonet op den loop... beveelt hij; met het blanke wapen... geen schot lossen! afmaken wie ons in den weg treedten dan, te paard! Zijt ge bereid?... We zijn bereid - Welnu dan, voorwaarts! Zij sluipen voort totdat zij gekomen zijn aan den uitersten rand hunner beschutting en ijlen dan vooruit zonder een woord te uiten, De vier kerels die de paaiden bewaken hebben niet den tijd een beweging te doen, een geluid te geven. De bandieten worden onschadelijk gemaakt. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1921 | | pagina 5