Eerste Blad. De Portierster yan Alfortyille I „N00 RD-B R AB AND" WAALWIJK, I Dit nnmmer bestaat uit TWEE bladen Stoomwasscherjj „Het Groenewond", GEREGELD MAANDAG WAALWIJK BINNENLAND. FEU IL L ETO K I Maatschappij yan Verzekering op het Leven. De vracht-auto der komt tot het thuisbezorgen en ophalen der wasschen A. KNEGTEL, Tilbubg. Vraagt Prijscourant. Vraagt Prijscourant. Het Handelsregister Hebben alle kooplieden en fabrikanten zich reeds doen inschrijven in het Han delsregister Dit is van groot belang Want de inschrijving in het Handels register is een vereischte voor het Kiesrecht voor de Nieuwe Kamer van Koophandel. Deze nieuwe Kamer van Koophandel is een instituut van beteekenis en invloed, omdat zij de beschikking krijgt over vee! geld, dat door de industrieëlen vooral moet worden opgebracht. Men wete wèl dat de inschrijving moet geschieden vóór 1 Juni a s., komt men daarna, dan is men strafbaar en géén kiezer voor de Nieuwe Kamer Men kieze dus den verstandigen weg het moet gebeuren dus op tijd. Men be loopt anders dan de kans, door de drukte niet tijdig te worden ingeschreven Ook dient het volgende bedacht te worden Kiezers kunnen zijn zij „die zijn ingeschreven in het handels register, hetzij als eigenaar eener „handelszaak, en wel alléén, te zamen „met andere personen, als lid eener „Vennootschap onder firma of als be- „heerend vennoot 'van eene commandi- „taire vennootschaphetzij als directeur, „adjunct of onder-directeur, lid van een „raad van beheer of raad van toezicht, „of als commissaris, of als bekleeder met „eene andere functie, welke de bevoegd heid medebrengt omtrent het besturen „of het beheeren van eene zaak, hetzij „zelfstandig, hetzij krachtens gezamenlijk „genomen besluit, handelingen te ver richten bij eene naaml. vennootschap, „eene wederk. Waarborgmaatschappij, „eene coöp. of andere rechtspersoon- „lijkheid bezittende vereeniging of „stichting op het gebied van handel of „nijverheid 3). WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT. Uitgave Waalwij ksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen t elegr.-AdresECHO. „hetzij als algemeen gevolmachtigde of I „algemeen procuratie-houder bij eene „ingeschreven handelszaak, ook al „wordt collectieve teekening vereischt." Bij het bovenstaande zijn twéé op merkingen te maken. Vooreerst dat absoluut onjuist is de meening dat alleen eigenaren eener zaak of hoofden van een bedrijf kiezer kunnen zijn ook onder-directeuren, leden van een raad van beheer, commissarissen enz. zelfs algemeene procuratiehouders komen in aanmerking. Vervolgens, dat één persoon krachtens meerdere kwaliteiten (hij is b.v. van diverse zaken commissaris) kiezer kan zijn. Wanneer verschillende dier zaken in het gebied van verschillende kamers liggen, kan het kiesrecht toch slechts in ééne kamer uitgeoefend worden. Iets omtrent de oudste ge schiedenis van 'sQrevelduin Capelle. (t 1200—1620) Opgericht 1843. Verzekerd Kapitaal Reserve 25 586.757 - 3.U3.7o7.— NUMMER 42 ZATERDAG 27 MEI 1921 Dit blad verschijnt WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND. bonnementsprijs per 3 maanden f 1.25. Franco p. post door het geheelo rijk f 1.40. li tieven, Ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. 19641 eiken van „De Echo van het Zuiden". DE HUM VAN HET ZEMEN, I. DB BRANDSTICHTING. TWEEDE HOOFDSTUK. „En nochtans", sprak-hij op beklemden toon, „en nochtans bemin ik u, aanbid ik u O, madame Fortier, wat zijt gij hardvoch tig!Gij kent geen medelijden! Gij doet mij verschrikkelijk lijden i DERDE HOOFDSTUK. 'I Ontging Jeanne niet dat Jacques hittere tranen weende en deze tranen oefenden een droevigen indruk op haar uit. „De woorden van waarheid, die ik tot u spreek, doen u lijden", sprak zij op zachte- ren toon. „Dat doet mij leed. Doch mijn ge weten gebiedt mij openhartig tegenover u te zijn. Tracht mij te vergeten Jacques". ,,U vergeten!Dat kan ik niet". „En toch moet het". „Zou ik in staat zijn? „Men is tot alles in staat, wanneer men maar wil. Spreek mij dan nooit meer over dergelijke zaken ik smeek er u om terwil- le mijner kinderen! Ik mag u niet aanhoo- ren „Zoo ontzegt gij mij zelfs alle hoop"? „•Ta „Gij sluit dan de toekomst voor mij af?... „Ik ben 't wel verplicht „Jeanne", hernam Jacques op wilden toon, terwijl hij krachtig madame Fortier's hand greep, „misschien wilt gij niets van mij weten, daar ik een eenvoudig werkman ben, die niets anders heeft dan zijn weekgeld? Maar indien ik eens rijk werd, zeer rijk, Tclef. 18 li. In mijn eerste artikeltje over (Japelle zagen wij, wat Ds. Du Cloux ons om trent die ambachtsheerlijkheid wist me de te deelen. Laten wij nu eens zien, wat een Roomsch-Katholiek schrijver, pastoor Schut jeins (een waarheidlie vend man, al moge hij al eens falen), in zijne geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch (deel III, bl. 382 e.v.) ons daarover weet te vertellen. Wij kunnen dan later wel zien of hunne me- dedeelingen overeenstemmen - met de authentieke bescheiden, die wij gevon den of geraadpleegd hebben. Schutjens schrijft o.m. het volgende. „Capeile, gewoonlijk Capel uitge sproken, is eigenlijk 's-Grevelduin- „Capelle. Wil men voor 's-Grevel 's- „Gravev lezen zoowel als 's-Graven- „moer, dan krijgt men de beteekenis „van Kapel te 's-Graven-duinhet wa- „pen der gemeente is beladen met eenen „berg en daarop eene kapel. Hecht men „aan 't voorste lid van 's-Grevel niet de „beteekenis van 's-Graven, dan kan het „oude woord greve of greva (zand) den „zin wijzigen tot Capel op of bij het „zand. „De gemeente bevat de -heerlijkheid 's-Grevelduin-Capelle en daarin het „dorp Capelle, benevens de gehuchten „Nieuwstraat óf Heistraat, Hoogevaart, „Nieuwvaart, Willem van Gentsvaart „en een gedeelte van het. gehucht Lage- „Zandschel, alsmede de heerlijkheden „Nederveen-Capelle en Zuidewijn-Ca- „pellezij"beslaat volgens het kadaster „eene oppervlakte van 2005 bunders. „Vrijhoeven-Capelle, thans eene afzon derlijke gemeente, maakte eertijds „deel uit van Capelle. „Langen tijd heeft het adellijk ge- Slacht van Raveschot de heerlijkheid „Capelle bezeten en bezat die nog in het „begin der Nederlandsche beroeringen. „In het einde der XVIIIe eeuw was ba- „ron van Steenhuis, vrijheer van Her- „nen in Maas en Waal, ambachtsheer „dezer plaats; docli sedert eenige jaren „behoort de heerlijkheid aan den graaf zoudt gij mij dan nog versmaden?" „Spreek mij niet van deze zaken", stamel de de jonge vrouw, terwijl zij hare hand trachtte terug te trekken. „Gij jaagt mij angst in 't hart „Zoudt gij mijne rijkdommen voor u wei geren, en voor uwe kinderen?" „Zwijg!" „Neen ik zal niet zwijgenGij begrijpt niet en gij hebt het nooit begrepen, hoezeer ik u bemin. Dat zult gij eindelijk vernemen Ik aanbid u reeds vijf jaarvanaf den eersten dag dat ik u gezien heb en van maand tot maand, van week tot week, van dag tot dag, van uur "tot uur groeit die liefde aan. Zoolang als Pierre leefde heb ik gezwegen. Doch thans is hij niet meer onder de levenden en met zijn dood hebt gij de vrijheid verkregenWaarom zou ik nu zwijgen? Waarom zou ik mijn deel geluk in deze wereld niet trachten op te eisphen?? En dat geluk, Jeanne, zijt gij, gij alleenVroeger of later zult gij de mijne zijnStrijd niet langer, ik zal vaii u de ge lukkigste aller vrouwen maken". En tot op de hoogte van zijn gelaat de hand verhef fend, die hij nog steeds in de zijne hield, drukte hij er een warmen en langgerekten kus op. Jeanne trok haastig de hand terug. „Gij verliest het gebruik der rede!" mom pelde zij. „Is dat mijne schuld?" „Verliest gij dan de noodige achting voor mij „Moge God mij daarvoor bewarenIk ge voel voor u, dat weet gij, evenveel achting als liefde". Gedurende deze koortsachtige samen spraak met kort afgebroken zinnen had Georges op de groote baan met zijn paardje gespeeld, doch begon zich eindelijk zeer te vervelen. „Mama", sprak hij, „laat ons gaanik verveel mijKom mede, vriend Jacques'. En terwijl hij deze woorden sprak, greep de knaap den meesterknecht bij de hand. Gezamenlijk vervolgde men dan den weg, enkele oogenblikken zonder een wóórd te uiten. Jacques was zeer somber. „Geef mij die kan", sprak hij eensklaps, „ik wil u daarvan ontlasten". „van Bethune te Brussel. (.1872). „Van de vroegste tijden heeft Capel- ,,le deel uitgemaakt van het oude bis- „dom Luik, dekenaat Jl'ilvarenbefik; de „pouillés stemmen daarin overeen, zoo- „dat de schrijver het ofnpodig acht iets „van het lang en sterk betoog van Cop- „pens (III 214-5.) ter staving van deze „waarheid aan te halertlf „Den 4 September To71 des namid- „dags te vijf uren Intimi de bisschop „Metsius te Capelle om tic kerkvisitatie „te verrigten, die zeeif veel licht over „het kerkelijke vejsprifidt. De deftige „pastoor Antonius Petprs (Petri) ver klaart, dat de H. Joaiiies Baptista de „patroon is van de kerldat liet. patro- „naat der kerk toen bjuistte bij zeke- „ren edelman Nederv<| n te Utrecht, „dat het beneficie van let H..Kruis een „inkomen afwerpt vair twaalf Rijns- guldens, dat de rector':. Cornelius Leo- „nardi, pastoor van Dóve rep, zelf de „daaraan verbondene Mis komt éele- „breren, dat de collator van dit. eenig „beneficie is de heer Robert van Gendt, „dat de vier overige altaren, van O.L. „Vr. met. zes Missen, van de LI. Catha- „rina met. twee Missen, van de H. An- ,.na met twee Missen en van de H. Bar kara met vier Missen, slechts officia „zijn, en dat de broederschap van het „H.H. .Sacrament geene inkomsten be- „zit. Verder blijkt nog. dat de kapel- „laans of beneficianten Cornelius Petri „Bierius en Cornelius van Udenhout, „reetor van O. L. Vr. altaar, wel hun- „nen pligt kwijten, en dat de koster „sedert 44 jaren ijverig zijn ambt be- „dient. Als een misbruik-merkt men „aan, dat. de openbare aankondigingen „van civiele zaken in de kerk geschiedt. „Dezelfde vijf altaren met het koster- „sehap bestonden reeds in 1520. Op „den pastoor berustte de verpligting op „Zon- en feestdagen de heilige Mis op „te dragen, waarvoor één nóble gesteld „was. „De oude parochiekerk, eene quarta capellaaan den H. -Joannes Baptist „toegewijd, is in bet. jaar 1590 ingestort. „Den 1 April 1591 melden de katholie ken van Capelle aan den bisschop Cra- „beels, dat hunne kerk, die op elzen pa- „len gebouwd was, binnen het jaar ge- keel is ingestort; schrijft deze „verzakking toe aan het wegruimen „van moer in derzelver nabijheid. Zij „verklaren zich te arm om eene nieuwe „kerk daar te stellen en verzoeken zeer „ootmoedig den kerkvoogd om een ge- „ring bedehuis te mogen opslaan, en, „om die kosten te bunnen bestrijden, „tijdelijk het zilverwerk der kerk te „mogen verkoopen. De bisschop willigt „hun verzoek in, echter onder voorwaar- „de, dat. de twee zilveren kelken en de „ciborie zouden gewaardeerd worden „om later deze te kunnen herstellen en „voor de somme van 344 gulden 19 stui ters één oort (de gewaardeerde som) „waarborg zou worden gegeven. De „kerk schijnt toen of later herbouwd te „zijn, daar dezelve in .1750 door de nog „bestaande achthoekige koepelkerk met „toren vervangen is. Indien men het. „tijdstip van 1591, toen de hervorming „in vollen gang was en den godsdienst- „zin der destijds behoeftige Katholie- „ken in aanmerking neemt, clan is het „te verwonderen dat deze gemeente la- „ter zich op het dwaalspoor der ketterij „heeft laten, medesléuren en niet aan „het geloof hunner voorvaderen ge- trouw Meef. De trouwe wachter en „ijverige* pastoor Peters bestond niet „meer, al.mms Capelle had geen herder „en de pastoor van Waspik, Johannes „Voseli van Kessel, kon slechts de zorg „over deze verlatene kudde op zich ne gert. Later Heeft Cornelius van den „Briel de pastoreele zorg op zich ge- aromen, doch moest tijdens het 12-jarig „bestand uitwijken en bediende 'oen de kapellanie van Loon-op-Zand. (1) „Dat al de kerkelijke goéderen aan „hun geestelijk doeleinde zijn ont- vreemd, is een tijdelijk verlies, doch „dat deze sehoone parochie, die reeds in „1514 het niet onaanzienlijk getal van „550 communicanten' telde tot afval is „gevoerd, blijft een betreurenswaardig „feit. „God heeft overal zijne uitverkore- ,,nen, 'ook hier waren electi, die den „moed bezaten Jret hoofd aan de dwa- „ling te bieden en zich allerlei kwelling „te getroosten. .Deze standvastige ge- „loovigen werden aan de zorg van den „pastoor van Loon-op-Zand opgedragen, „terwijl die van Zuidowijn-Capelle „zich bij de kerk van Waalwijk aanslo pen. Die van 's-Grevelduin- en Vrij- hoeve-Capelle met de Katholieken van „Sprang verzochten aan de Hoogmo- „geilden om op haar eygen kosten, in d' pijnde van Sprang, een Roomse ver.-. „gaederplaats tol verrigtinge van der- welver godsdienst te mogen moeken, sodaenigdat die in 't uytterlijk aan- „sieh aan geen kerk nog publicq ge- „bouw gelijkts, en daarin clan ook een „Dank u wel, wij zijn bijna aan de fa briek. En ze Is ook niet zwaar, deze kan; er is maar vier liter petroleum in". „Wat! Stookt gij petroleum.?" „Ja zekerdat komt zoo duur niet uit. Gij weet dat Ik den ganschen nacht licht in huis moet hebben". „Ja dat weet ik. maar petroleum is ge vaarlijk, zeer gevaarlijk en ik geloof dat de heer Labroue hij zonder slecht zou tevreden zijn, zoo hij deze besparing vernam. Hij heeft steeds verboden, dat hier een druppel minerale olie binnengebracht werd". „Dat wist ik niet", antwoordde Jeanne met een gevoel van onrust en verwondering. „Wees voorichtigwant de patroon zou in staat zijn zich erg boos te maken en wan neer hij boos is, vdan kent hij zich zeiven niet". „Morgen reeds zal ik andere olie branden. Ik zal wel zorgen den heer Labroue niet on tevreden tegenover mij te stemmen". Zoo pratend was men in de nabijheid ge komen der fabriek, wier liooge schoorsteen, die zich slank hoven de daken der werk plaatsen verhief, eene lange kronkelende rookwolk van grijze kleur naar boven zond. De deur was gesloten en Jeanne stond gereed om te kloppen. „Nog een laatste woord", zegde Jacques. „En wat is dat?" „Bepaal geen vast tijdstip, neem zooveel tijd als gij noodig hebt, doch laat mij een weinig hoopDat zult gij mij toch niet weigeren „Ik kan niet, Jacques". „Dat zelfs niet!" riep de meesterknecht woedend uit, terwijl hij met zijn voet op den grond stampte. De jonge vrouw beefde toen zij de plotse linge verandering ontwaarde, die bij den man had plaatsgegrepen. Zijne stem kende zij niet meer en zijne oogen schoten vurige stralen. Jeanne wilde vooruit, doch Jacques hield haar tegen. „Breng mij niet tot wanhoop" siste het uit zijn mond tusschen de bijna op elkander gesloten tanden door. Jaenne wist niet meer wat te doen. „Welnu dan, later", zegde zij, „wij zullen zien „Meent gij dat?" „Zeker". Het gelaat van den man kreeg weder eene meer bedaarde uitdrukking en de woedende trekken, die daarop een oogenblik te voren nog lagen uitgespreid, begonnen langzamer hand te verdwijnen. ..I-Ia klonk 't dan, terwijl een ontlasten de zucht aan zijn borst ontsnapte, „ziedaar dan eindelijk toch een goed woordIk had er groote behoefte aanNu voel ik weer nieuw leven, kracht en levensmoedIk dank u! Jeanne had aan de deur geklopt en deze draaide langzaam op haar hengsels. De jonge weduwe trad met haar zoon bin nenJacques volgde haar en sloot de deur. „Ha zijt gij daar-, madame Fortier?" zoo riep een vrouw de weduwe toe, die haastig uit de portierswoning kwam. „Nu ga ik spoedig weer aan den arbeid. Gelukkig dat ik per stuk werk,, anders zou onze opzichter wellicht niet tevreden zijn". „Ga, mijn goede Victoria en ontvang mijn besten dank voor uwe welwillendheid". ,,'t Is de moeite niet waard, madame For tier. Beschik steeds over mij", sprak de ge dienstige vrouw, terwijl zij haastig afscheid nam. De meesterknecht omhelsde den kleinen Georges en Jeanne had intussehen eene kast geopend, waarin zij de oliekan plaatste, zeg gende „Hier zal de jongen ze niet weer omverwer pen". „Wees voorzichtig voor het vuur," merkte Jacques op. „O, vrees niets „Bedenk wel dat de fabriek niet zwaar gebouwd is. Overal zijn houten schuttingen aangebracht. Een enkel vonkje zou voldoen de zijn' om dat alles als een handvol lucifers te doen ontvlammen". „Wees gerust mijnheer Gérardant woordde Jeanne de deur der kast sluitend. Jacques bood haar de hand en daar zij aarzelde deze 'te grijpen, stamelde hij „Zijt gij nu boos op mij"? „Neen, zeker niet", antwoordde Jeanne, „doch ik smeek u De meesterknecht onderbrak haar. „Ik zal u niets meer zeggen wat u onaan genaam zijn kan", hernam hij„doch ver geet niet dat gij mij eenige hoop hebt laten «4* JAARGANG Prijs der Advertentfën. 20 cerii per regel; minimum f 1.50. Reclames 40 cent per regel. „Rooms priester ten dienste van de ge- samentlijcke supplianten te admitte- „ren. Dit verzoek kreeg den 1 Juni „1731 eene afwijzing, slechts werd hun „toegestaan bij ziekte en doodsgevaar „de geestelijken der vereenigde paro chie van Waspik en Raamsdonk te ont bieden. Gemakkelijker kon de pastoor „van Loon-op-Zand hunne doodsponde „naderen, doch ook deze toegevendheid „werd hun den 18 Augustus 1731 ge weigerd. Deze onbillijke en kwellende „weigering verviel den 28 Februari „1732, toen bij plakkaat werd toege staan dat de geadmitteerde priesters „de Sacramenten van de Roomse kerk „in het stille mogten administreeren ..puyten haer district of parochie aan bedlegerigekranken en andere van hare gesinte, welcke sulcks van haar „sule versoeken. „De KatJiolieken van Vrijhoeven-Ca- „pelle zijn met Loon-op-Zand vereenigd „gebleven, tot dat zij aan de nieuw op- „gerigte parochie van Kaatsheuvel „(1796) werden overgedragen. 's-Gre- „velduin- en Neclerveen-Capelle gingen „over tot Waspik, en Zuidewijn-Capel- „le tot Waalwijk en in 1851 tot de „nieuw opgerigte parochie van Besoij- „en". Tot zoover Schutjes. Verder noemt Schutjes nog de na men van de volgende pastoors die Capel le bediend hebbenMr. Gerardus van Clootwijck (pl.m. 1505 tot pl.m. 1542), Adrianus van Nerve (pl.m. 1542), Ad- ricinus Petri, Cornelius van den Briel (tot 1609). Omtrent deze en andere pastoors en geestelijken van Capelle hoop ik later meerdere bijzonderheden mede te deelen. Besoijen. J. VAN DER HAMMEN Nicz. (1) De cursiveering is van mij. De Tweede Kamer heeft gisteren het ontwerp tot invoering van den kinder rechter en van de onder-toezlchtstelling van midderjarigen zonder hoofdelijke stemming aangenomen. ftDe wet van 6 Mei tot herziening van het Invoerrecht op tabak en papier treedt 1 Juni 1921 ln werking. jjPÏISil fDe ZeerEerw. heer dr. J. C. F. H. Schrijnen, bijzonder hoogleeraar vanwege de Radboud-3tichtlng aan de universiteit te Uirecht, is bij Kon. besluit benoemd tot buitengewoon hoogleeraar in de faculteit der letteren en wijsbegeerte aan die universiteit. De Amsterdamsche gemeenteraad heeft de motle-de Miranda om B. en W. uit te noodigéa hun besluit in zake de liquidatie der drie gemeentewinkels te herroepen en den Vijzelstraat-winkel in stand te houden, verworpen met 19 tegen 15 stemmen. De Koningin heeft het voornemen, in het begin van Juli voor een drietal weken een zeereis te ondernemen met een van de schepen van de Kon. Nederl. Stoomboot-Maatschappij. Het doel van de reis zal zijn de Noordsche fjorden. Gedurende de reis zal het strengste incognito in acht worden genomen. koesterenDe hoop zal mij versterken Eens zal ik komen zeggenThans is 't geen liefde meer alleen, welke ik aan uwe voeten neer kom leggen't is tevens de fortuin, die ik u aanbied, u en uwe kinderen. Zult gij dien dag er in toestemmen den naam van madame Gérard te voeren?" „Voor mijne kinderen... misschien wel..." stamelde Jeanne hoogst ontroerd. „Thans helv ik niets meer te vrage n ik ben tevredengeef mij de hand*. „Ziedaar". Jacques drukte deze hand vurig in de zij ne en verwijderde zich. De meesterknecht was een man van onge veer dertig jaar, een flink gebouwde kerel, die op iedereen, vooral bij den eerste oog opslag een vrij goeden indruk moest maken, al was het dan ook-dat zijne gelaatstrekken, alhoewel zeer regelmatig van vorm, niets gedistingueerds aan zijn uiterlijk verleen den. Hij had een zeer verstandig oog, doch 't ontbrak hem aan openhartigheid. Zijn kort gesneden haar, dat in rijken voorraad recht op het hoofd stond, had een donkerroode kleur en gaf wel iets hards, iets wreeds aan zijn uiterlijk. Gérard was een uitstekend machinist, vol liefde voor zijn werk en steeds in de weer voor de belangen van zijn patroondaarom had de heer Labroue hem dan ook als mees terknecht aan zijn huis verbonden. Zes jaar was hij reeds in die kwaliteit werkzaam, De patroon, die slechts een gewoon indus trieel was, maar zich ook sterk op uitvindin gen toelegde, raadpleegde hem dikwijls en bevond zich steeds uitstekend daarbij. Jac ques had vaak zeer geniale idéés en vooral was hij practisch in al hetgeen zijn geest hem ingaf. Met eenig kapitaal kon hij dus gemakke lijk een man van rang en stand worden. Jacques kende zeer goed zijne natuurlijke begaafdheden eu dikwijls bracht hij gan- sche nachten in studie door om zich nog meer te bekwamen. Hij werd geregeld door eerzuchtige droo- men geplaagd. „Ik zal niet steeds een werkman blijven", sprak hij tot zich zelf„vroeg of laat zal zicli eêne gelegenheid aanbieden, die mij eene plaats zal verschaffen in 't volle zon lichteene sehoone plaats". (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1921 | | pagina 1