Eerste Blad. De Portierster van Alfortville I „N00 UD-B R AB AND" i Adverteeit in Blad, siï?se:-"«Viw Dit nummer bestaat nit DRIE bladen BINNENLAND. Stoomwasscherjj „Het Groenewoud", GEREGELD MAANDAG WAALWIJK. 1843. WAALWIJK FEUILLETOh Maatschappij va'tl Verzekering op het Leven. NUMMER 44 ZATERDAG, 4 JUNI 1921 Hl ÏAAJWFANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND. f bonnementsprijs per 8 maanden f 1.25. Franco p. post door het geheele rijk f 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.; franco te zenden aan den Uitgever. Tclci< 38. WAALWIJKSCHE EN LANGST tAATSCHE COURANT. UitgaveWaalwijksche Sloomdritkerl] Antoon Tieïen Telegr.-AdresECHO. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum f 1.50. Reclames 40 cent per regel. van ,J)e Echo van het Zuiden". 4). Wij hebben bezoek ontvangen van Iemand, die ons zijn verontwaardiging luchtte over de wijze waarop benoorden het IJ, in de daar In aanbouw zijnde woningen, door sommige gemeente werklieden gewerkt werd. Het gaan naar het werk wordt daar als werktijd gere kend, met het gevolg, dat de slenter gang, waarmede van de IJpont naar die woningen gewandeld wordt, in lang zaamheid de stoutste verwachtingen over treft, zelde men ons. Aan het werk gekomen, wordt begonnen met van dat slenteren uit te rusten en een kop thee te danken. Dan tegen 9*U uur wordt met wefkejn begonnen en afwisselend gewerkt tot 11 '/2 uur of 12 uur en meestal tot 2 aar, ,of volle twee uur lang geschaft, 's Middags w-ardt meestal wel gewerkt daar dan vaak eea Inspecteur verschijnt, doch als deze weg Is, wordt weer lang voor het einde van den werk dag bet werk gestaakt. Aldus onze. be richtgever. Wij hebben ons een paar malen ter plaatse van den toestand op de hoogte gesteld. Het bleek dat de werklieden met de pont van 7.50 uur overgingen en tegen half negen bij het werk, dat De vracht-auto der komt 19641 eiken te Opgmcht VerzeRerd Kapita '-Reserve 25.586.757.-~ 3.1l3.7o7 tot het thuisbezorgen en ophalen der wasschen A. KNEGTEL, Tilburg. Vraagt Prijscourant. Vraagt Prijscourant. ligt vlak bij het einde van den Laanweg, aankwamen. Niet aan het werkNeen j Er werd een keteltje te voorschijn ge haald en gezcillg thee gedronken. Na de thee begon het werk, dat om ongeveer half twaalf werd gestopt om te schaften. Een andere maal begon de schaft pas om tegen twaalf uur en om half twee werd het werk hervat, dus na nog geen l3/4 uur schaften. Ongeveer half vijf werd opgepakt en het werk beëindigd. De werkdag was das oogeveer 5'/2 uur geweest. Onze zegsman had ook medegedeeld, dat wanneer dezë menschen dan wèl werken, het nog in een bijzonder lang zaam tempo was. Daarover hebben wij ons eehter geen oordeel kunnen vormen, iet werk was binnenshuis. De bedoelde woningen worden ge plaatst door de gemeente de werklieden, waarop wij zinspeelden, zijn In dienst bij de gemeentelijke gasfabrieken. (Hand.) - De Katholieken Illustratie bevat deze week het volgende Platen Dr.P. Spaapen. De toestand In Opper-Silezië (4 foto's). H. M. Koningin Moeder te Rotterdam. De overwinning der Roomsche voetballers in Dusseldorf. 5e Lustrum van »St. Thomas Aquina, te Amsterdam. Volksspelen in een krankzinnigengesticht (4 foto's). De finale der mlssle-wed- strljden te Breda (2 foto's). Hoe te Madrid de bloempjes voor de tubercu- lose-bestrijding verkocht worden (2 foto's) Begrafenis van de echtgenoote van Hindenburg. De H. E. Pater Bei- nardiaus Llumper. Graaf Albert Ap- pony. De zangvereenlglng »Venlona> te Venlo (2 foto's) Rerum Novarum te Amersfoort (2 foto's). De H. Sac ramentprocessie op het Begijnhof te Amsterdam (2 foto's). Het bezoek van H. M. de Koningin aan Overrijsel. Bondsdag van St. Raphael Bij het vijfde lustrum van »St. Thomas*. De hedendagsche weg naar roem, naar een teekenlng van Jan Wiegman. Een reis pm de wereld in 52 dagen (2 foto's). i. mij» in Itli ECHO VAK HET MEK, In ons nummer van 1.1. Woensdag heb ben wij in 't kort een en ander medegedeeld omtrent de te Utreelit gehouden congressen. We achten hot nuttig en noodzakelijk dat onze lezers op de hoogte blijven van hetgeen er vooral in deze dagen in de sociale en economische beweging omgaat, in deze da gen van bedrijfsradenstelsel e.d. Wij meenen daarom goed te doen een uit treksel te géven van hetgeen door pater Mr. Dr. ('h. Kaaijmakers S.J. over deze niéuwe door hem gedachte toekomst is gezegd. De Z.Eerw. Pater Mr. Dr. Ch. Raaijma- kers S.J. sprak over de positie van werkge vers en werknemers met betrekking tot de voortbrenging en verdeeling der maatschap pelijke goederen. Hij zette uiteen waarom er geen strijd kan bestaan tusschen kapi taal en arbeid omdat de voortbrenging ge schiedt door samenwerking van beide en toonde aan dat de werkgevers zijn de kapita listen, die hun kapitaal bij de productie ter beschikking stellen, de werknemers, die ar beiden, die hun arbeid geven gelijk de ka pitalisten hun kapitaal. Deze laatsten be vinden zich in een zekere machtspositie, wat hun echter geen aanleiding geeft op hooge- re rechten, Juridisch, als contracteerende partijen, staan zij volkomen als gelijken over elkander. En als er kwestie is van een zekere meer derheid, dan zijn de werknemers en niet de werkgevers de meerderen, want zedelijk en maatschappelijk moet de praestatie van de arbeiders hooger worden gewaardeerd. De arbeidgevers zijn geen onderdanigheid verschuldigd aan de kapitaalgevers, maar wel aan den productieleider, omdat gezag hebbende leiding noodzakelijk is en God wil dat er gezag zal zijn en aan dat gezag wordt gehoorzaamd. In die gehooraamlieid ligt niets vernede rends en in dat gezag geen reden tot. ver heffing, want een christelijke arbeider weet, dat hij gehoorzaamt aan God, en een; chris telijke bedrijfsleider weet, dat hij van liet door God geschonken gezag, eens strenge rekenschap zal moeten geven. Indien deze beginselen juist zijn, dan hebben de arbeiders ook recht, medezeggen schap te verlangen bij de algemeene bedrijfs regelingen betreffende de productie der maa tseha ppel ijke goed eren Ten eerste waf betreft do -.irbeidsvooi' waarden. Het is een eiscli van gezond verstand, dat elk bedrijf zijn eigen arbeidsduur, veilig heidsmaatregelen enz., kunne vaststellen en dat de arbeiders, die daar evenveel neen meer belang bij hebben dan de werkgevers daarover evengoed een woordje kunnen me- despreken. Daaromtrent kan moeilijk ver schil van gevoelen bestaan. Ook is het niet aan redelijken twijfel on derhevig of de regeling van de vakopleiding en het leerlingenwezen wordt het best over gelaten aan deskundige personen uit het be drijf zelf. Ook is liet alleszins billijk dat de arbei ders medezeggenschap erlangen bij alge meene bedrijfsregelingen zooals afspraken tot beperking der productie e.d. waardoor vele arbeiders werkloos kunnen worden. Ook in de afzonderlijke' ondernemingen mogen de arbeiders gerust streven naar me dezeggenschap. Niet alleen mogen zij trach ten de ondernemers te bewegen, hun een zekere medezeggenschap te verleenen in den vorm van een fabrieksraad bijv., maar zij mogen gerust propaganda maken voor een wettelijke regeling, waarbij de mogelijkheid geschapen wordt, een nieuw soort van ven- I. DE BRANDSTICHTING. VIERDE HOOFDSTUK. „Gelief mij de deur te openen, madame Fortier," smeekte de monteur. „Hebt gij verlof om uit te gaan, mijnheer Vincent?" vroeg Jeanne. „Neen, madame, maar de meesterknecht is zooeven teruggekeerd en heeft mij mede gedeeld, dat mijn jongen liem aangesproken heeft over de ziekte mijner vrouw. Ik vrees, dat de toestand zeer verergerd is. Ik kan het niet langer uithouden en wil even naar huis loopen". „Maar, mijnheer Vincent, gij weet wel, 'dat ik n zonder verlof niet mag laten heen gaan". „Wat kan mij het reglement schelen?" 'hernam de werkman, in wiens binnenste het begon te koken. „Ik wil, ik moet mijn vrouw zien". VIJFDE HOOFDSTUK. Jeasine verschrok van den monteur. Na enkele oogenblikken hernam zij Vincent, dring niet verder aan, bid ik u. Het is voor mij, voor mij zelve, dat ik het u vraag. Hoe zou ik mij tegenover den pa troon verantwoorden?" „Hij is afwezig", antwoordde de monteur. „Vraag dan verlof aan den meester knecht". „Dat. heb ik reeds gedaan, doch hij wei gert mijne vraag in te willigenEn nu vraag ilt niets meer; Ik loop naar huis en zoo alles in orde is, hen ik in énkele oog'en- nootscliap op te richten, waarin een zeker gedeelte van de aandeelen in handen van de gezamelijke arbeiders moet zijn. Maar naar mate de medezeggenschap verder gaat, wordt de medeverantwoordelijkheid grooter en neemt de verplichting om mede het risico te dragen toe. Spr. behandelde daarna de bezwaren, wel ke tegen medezeggenschap der arbeiders worden geopperd. Men beweertmedezeg genschap is in strijd met. het eigendoms recht. doch God alleen heeft het absoluut beschikkingsrecht en we nwjgen de goede ren dezer wereld in eigend«ara bezitten, al tijd met deze beperking, dal liet algemeen welzijn daardoor niet wordt'geschaad. Als 't. eigendomsrecht beperkt wordt, schreeuwt men moord en birand en spreekt van socia lisme. Maar dan moet men bij de zeer ver gaande beperking van de persoonlijke vrij heid, welke de arbeiders zich hij de maat schappelijke productie moeten laten welge vallen, spreken van slavernij. Er is niets onredelijks in gelegen, dat waar de werkgevers bij dé productie verre gaande medeEeggensehap eischen over de arbeiders zelf, over huns gelijken, ook mèn- schen met onsterfelijke ziel, de arbeiders ïn ruil daarvoor een wekere medezeggenschap verlangen niet over de werkgevers zelf, maar over een cleel van de goederen, welke die werkgevers, in eigendom bezitten. Het is natuurlijk niet de. bedoeling dat ware krankzinnig aan alle arbeiders me dezeggenschap ta verleenen, maar aan wei nige door lien uitgekozen. Bovendien zal niemand met gezond verstand voor de ar beiders opeischen inmenging in de dagelijk- sehe leiding der onderneming, maar een recht van medespréken, wanneer er gewich tige beslissingen genomen worden, waarme de ook de belangen der arbeiders zelf ge moeid kunnen zijn. De medeceggenschap mag niet verder gaan dan het algemeen belang toelaat. Op liescheiden schaal zal nnen moeten beginnen en geleidelijk zal mesi verder kunnen gaan, indien de ondervinding .leert dat liet prac- tisch uitvoerbaar is en bevorderlijk voor het algemeen belang. Hoe vèl' zal de ondervin ding moeten leeren. Voordat men 20 jaar verder is. zal men volgei*s spr. de handen in elkaar slaan vail verilizing dat er in 1921 nog ïnenselien gevond en werden, die aan de arbeiders medezeg® ensehaf) bij de1 productie der maatschappelijke goederen wilden op (neggen. De zoogenaamde verdeeling der goederen geschiedt niet door eigenlijk gel egde dealing doch door middel van ruilingen,- Wie door adderen begeerde diensten of got kleren kan aanbieden, ontvangt daarvoor gelei en voor dat geld kan hij een deel van de voortge brachte goederen bekomen. Het -vraagstuk der verdjeeling is dus een kwestie .,van loon- en prijsvorming. Naar Christelijke beginselen moet -de prijs der goederen -o<boog zijn, ctai. dna-wsiit ho taald kunnen worden in de eerste plaats een rechtvaardig loon voor de arbeiders, zoo wel voor de leiders der productie, al dan niet eigenaar van de prüuetiemiddelen als voor de andere arbeiders met den geest of met de hand. Vervolgens meet. uit den prijs betaald kunnen worden zooveel als noodig is, om het verbruikte kapitaal te herstellen en den kapitaalvoorraad, waarvan de om vang der productie mede afhankelijk is, te kunnen vermeerderen. Dit veronderstelt dus, behalve de terug gave van het verbruikte kapitaal een zekere rente, waaruit nieuwe kapitaalvorming kan geschieden. Eerst nvoet een rechtvaardig loon betaald worden vóórdat er van rente- ui tkeoring mag sprake zijn. Verder behoort uit tien prijs betaald te kunnen Worden een vergoeding voor het ri sico, dat de kapitaaligevers loopen en welke evenredig behoort te zijn aan het te loopen risico. Brengen de producten, tengevolge van oor zaken, onafhankelijk van de arbeid- en ka pitaalgevers, meer op dan de genoemde be- standdeelen van den noodzalcelijken kost prijs, dan is het billijk, dat ook de aTbeiders de eigenlijke voortbrengers van de goede- blikken weer terug. Kom aan, madame For tier toon eens dat gij een goed hart: hebt. Open mij de deurHet ïs niet om vroolijk uit te gaan, dat ik het atelier wil verlaten. Ik bid er u om, open, open spoedig. Toen ik hedenmorgen mijn vrouw verliet, had ïk een droevig voorgevoel. Ik ben bang. de angst doet mijn hart. ineenkrimpen „En zoo ik de deur open, wat zal er dan met mij geschieden?" „Hoe zal men het weten? Ik zal het na tuurlijk niet zeggen en zoodra ik thuis ben geweest, keer ik onmiddellijk aan mijne bank terug. Dan zal men mijne afwezigheid nog niet hebben opgemerkt. Mijn goede ma dame Fortier, wees niet zoo wreed nüj te noodzaken over den muur heen te klimmen. En ik geef u njijn eerewoord dat dit gebeu ren zal, zoo gij onbarmhartig genoeg zijt mij den doortocht te weigeren. Zoo men er iets van hoort zal ik zeggen dat gij een oogenblik buiten waart en dat ik daarvan gebruik heb gemaakt, om het slot open te trekken. O! madame ik sta op heete kolen! Uaat mij gaanIk bid u, laat mij naar mijn vrouw gaan?" Vincent stonden de tranen in de oogen en smeekend vouwde hij de liauden. Jeanne was ontroerd. „Ik leg mijne betrekking in de weeg schaal", zeide zij, „doch ik heb den moed niet u nog langer te weigeren. Ga tot uwe vrouw en moge uw angstig voorgevoel niet bewaarheid worden Een luk aan het zware touw en de deur sprong open. "Dank uIk dank u van ganst-lier harte". De y. erkman liep zoo snel de l leenen hem konden dragen den weg op naar zijn woning. „Zoo de patroon maar niet Herneemt wat er gebeurd is", dacht de jonga vrouw. „Ik heb misschien ongelijk gehadidoeh 't regle ment is iu sommige gevallen weel te streng. Hij had tranen in de oogen de ^„rine Vj5ncent! Hij houdt zooveel van zijne vrouwHaren dood zou hij niet kunnen over leven". Dan hernam Jeanne hare "plaats aiin liet venster en zette haar werk Hoort. Na eene wandeling door dja fabriek, was .1 deques Gerard weer in de» afdeeling" der monteurs^ gekomen, waar hij de werkzaam heden wilde gadeslaan, die nog te veicrich- ten uaien aaii een motoiH met gepbrste ren, daarvan een deel out augen, en als die onverdiende winst buitensporig is, mag met recht gevorderd, dat ook de gemeenschap in den vonn van belastingen daarvan een deel bekome. Een flinke oorlogswinst-belas ting was alleszins rechtvaardig. Indien de kapitaal-gevers, om een loonen- den prijs voor de producten te bekomen, on derling afspraken maken, is het niet meer dan billijk, dat ook de arbeiders die met liet kapitaal de producten voortbrengen, daarbij medezeggenschap erlangd omdat van den verkoopprijs der product en hun levenslot voor een groot deel afhankelijk is. Wordt de prijs b,v. te hoog opgedv wen, dan kan de vraag zoo zeer afnemen, dat groote^ werk loosheid daarvan het: gev-Jg is. Maar even zeer, moeten, krachtens ^het beginsel der maatschappelijke solidar' -it, dan de rech ten der verbruikers besef vind, hetzij recht streeks door de overheid hetzij door een consumentenraad, want -ven onrechtvaar dig is het, dat de arbeiders, met de werkge vers verecnigd, de cpns unenten uitbuiten door monopoljstigclie pi ipdïijving. In de afzonderlijke .afernemingen be koort natuurlijk de pri. bepaling der pro ducten tot de functie yhi« den leider der on- dernemihsg. Het zou tlv ;od zijn van alle initiatief en ondernem;""-geest, indien tel kens de leider bjj liet af> uiten van contrac ten de vertegenwoordigd der arbeiders zou moeten raadplegen, doei" dat is geheel iets anders dan afspraken u- -ehen de gezamen lijke ondernemers over prijspolitiek voor het geheele bedrijf. Dat bij de bepaling van liet loon den ar beider jnedezegglngsehap toekomt, ligt zóó voor de hand, dat dit geen bewijs behoeft en tegenwoordig dan of algemeen wordt erkend en toegepast. T'< komt mij echter voor ,dnt daaruit ook v<-ïgt, dat bij sociale verzekeringen, w-tke ulo's anders zijn dan regelingen voor ingehouden of 1 '1' een bepaal de wijze te besteden: loon. de arbeiders even goed aanspraak mogen maken op medezeg genschap. Spr. is voorstander van.hét Bedvijfsraden- stelsl. gelijk dat &e "imlwikkeid in de Statu ien van den R. K. fJenti'alen Raad van Be drijven. Slechts door bedrijfsorganisatie kunnen de beginselen,, welke hij heeft trachten te verklaren, worden verwezenlijkt. En sleei's door de bedrijven te ma «en tot publiekreeh telijke lichamen, kuuiu" die beginselen al gemeen en blijvend toepassing vinden. Om misverstad te voorkomen, vestigt liij ■ar met den meesten nadruk de aandacht op, drtt in liet. R. K. B»di ijfsradénstelsel geen sprake is van medezeggenschap 'in de af zonderlijke ondernemingen, maar .alleen van een wekere medezeggenschap bij algemeene maatregelen, genomen voor het heele be drijf. Alleen dat bedrijfsradenstelsel Ijs op Sliet oogentelik in Nederland aan de orde. Spr. mérkt op, dat. men niet te veel moet wrK-achteM V' het. van den wet gever, Een ing wikkc-M organisme als het bedil.jfsradeilsteJséi moet groeien, wil het levensvatbaarheid hebben. Eerst moeten de ideeën der mcuselicn véranderen, eerst moet uit liet bedrijf "Setf ,le organisatie geleide lijk opkamen.' gelijk in yerfdjfflende bedrij ven gelukkig reeds hst geval ps. en dan pas kan de wetgever kef natuurlijk gegroeide beschermen en publiekrechtelijke sanctie verleenen. Verder waarschuwde spr. de arbeiders te gen overdreven verwachtingen met betrek king tot de materieele voordeelen 'van het bedrijfsradenstelsel, om later ontgoocheling te voorkomen. De ï'esultaten zullen veel meer van ideëelen aard zijn. Hooger loon in geld beteekent niets, slechts een aanzienlijke vermeerdering der goede ren zou verandering kunnen brengen. Aan de eigenlijke productie van de stoffe lijke goederen is zeker niet meer dan een zesde gedeelte van de bevolking werkzaam. Nu kan men toch op zijn vijf vingers na tellen, dat de hoeveelheid goederen, welke één man in 45 uur per week kan voortbren gen toch onmogelijk voldoende kan zijn. om zes menschén een heele weëk In overvloed te doen leven, en dat de meeste nieiiseheii dus noodzakelijker wijze tevreden moeten zijn met een zeer bescheiden stoffelijke welvaart. Op deze narde, rust nu eenmaal een vloek, en in het zweet van ons aan schijn moeten wij ons brood eten. Maai- al is onder stoffelijk opzicht dus van het be drijfsradenstelsel zoo min als van eenig ander stelsel, een gouden tijdperk te ver wachten onder stoffelijk opzicht, wei kan het brengen goederen van liooger waarde, n.l. een betere rechtspositie voor den arbei der, welke meer in overeenstemming is met zijn beteekenis voor de maatschappij, een meer rustige samenleving, waarin de arbei der zich niet meer verongelijkt gevoelt, een billijker verdeeling van de goederen, zoodat het rechtvaardigheidsgevoel niet meer ge kwetst wofdt. lu een 12-tal stellingen liad spr. de hoofd zaken van zijn betoog neergelegd. lucht, die een paar dage» later moest afge leverd worden Hij naderde een werkman. „Gaat gij goed vooruit?" vroeg Jacques. „Ja, mijnheer Gerardik waclite nog .slechts op een halsstuk, dat Vincent aan het klaarmaken is. Zoodra ik (het heb zal alles weldra gereed zijn". Be meesterknecht begaf zicli naar de an dere zijde, waar Vincent werkte, doch vond zijne plaats ledig. Op de bank naast het bij na afgewerkte halsstuk lag de werkkiel van Vincent. „Waar is Vincent?" vroeg Jacques op strengen toon aan den naastbijstaanden werkman. ,,Ik weet het niet mijnheer", antwoordde deze. „Ik heb alleen gezien dat hij zijn pet nam en vertrok". Jacyues was woedend „Madame Fortier :<sal lïem niet hebben la ten vertrekken", mcanpelde hij. „Zij weet maar al te goed dat dat verboden is...Maar zou Vincent, liet gewaagd hebbenDes te erger voor liemHij moge een goed werk man zijn, zijne vrouw moge nog zoo ziek wezen, (1e man zal weten met wiert hij te doen lieeJt. Recht voor allen, gelijk recht Hij laat zijn werk liggen, zonder er aan te denken dat alle verwijtingen op mij neer komen en dat men mijn persoon zal verant woordelijk stellen voor de vertraging, die... Hij zal weten, met wien liij te doen heeft. Terwijl hij deze woorden sprak, bad de mees terknecht het halsstuk uit fle schroef ge nomen en bracht het bij een anderen werk man. „Frangois", zeide Jacquet „leg uw werk ter zijde spreek met Brémont af; er is baast bij. In een uur moet het geraed zijn". „Goed, mijnheer Jacques, ïk zal er voor zorgen. Dan verliet de meesterknecht liet atelier en richtte de schredennaar de portierswo ning, die thans door Jeanne wt'i-d ingeno men. De jonge vrouw zag hem aankomen. „Hij zal gezien hebben", "flack,t zij, „dat Vincent weg is. Zeker gaat liij mij met ver wijtingen overladen". Jeanne was zeer ongerust e» gevoelde er spijt van, dat zij Vincent had 1| 'ten vertrek ken. Madame Fortter", zeide hij binnentrè- dend, rïiwen toon, „gij hebt de deur voor stamelde de weduwe^ Ia yinceiit dan niet vertrok- iteen?" jo/ tracht'niets „ontkennen", onderbrak Tiaar de .meesterkneeW, ...Viocent heeft m j verlof' .gevraagd om, ,naa.f &uis ie »aan. a 'heb: ik .hem geweigerd om#;1 'let mM1L? Lt •wasHij is tot u geko^é» en gu zijt gzwakker geweest dan ik". „Ja, dat ïs waar", zeide Jeanne „eensklaps «san besluit nemend, „de arme man jveende hittere tranen, toen hij van zijn zieke viqué sptakHij heeft zulke dringende beden .tot. mij gericht; hij heeft mij geV (beden, dat ik eindelijk .toegegeven, heb ,;Maav gij wist toch wel dat gij zoo een groate schuld op den lials liaalde ,Ja, da-t wist ik doch mijue ontroering was grooter dan. mijn overleg. En Vincent heeft IR ij ook beloofd, dat hij onmiddellijk zou terui gkeeren". „HVért gij wel wat voor hem het gevolg zal' zijn u wer zwakheid?" „Neen. u rijnheer Jacques". „Dan za. 1 ik het u zeggen. I an at cut ■oogenblik b ehoort hij niet meer tot het per- S der 2 fabriek en zoo hij terugkeert ver bied' ik u ht 'ui toe te laten''. „Wat zijt gi.i streng, mijnheer .Jacques. el noodig onderbrak '-hsar de me esterknecht t. „Vincent heeft het A tem staan, dal t in den kortst mogelOkep stijd ge reed móest zijn...... Ik ben verantwoorde- UijTvoor itefiü. Ik moet rekenschap géven a an den patrt-on over, alles wat er in de fa- 1 ,riek gebeurt". Ik' zal liem waarschuwen „Maar", dep de jo&ge vrouw uit, „dan zal de schulcl op nvi.i neerkomen klom menzijnU'zoc ^/dé deur niet voor hem geopend liad...... Hij kan elk oogenblik te- rugkeeren; de patroon is afwezig, gij alleen weet, dat er eene overtreding van het regle ment heeft plaats gehadVincent is een braaf man, die belangstelling en medelijden waard is en zoo hij hier zijne plaats verliest is de ongelukkige- aan groote armoede ten prooi; dan zouden hém zelfs de middelen niet overblijven om zijne Vrouw te verzor genMijnheer Jacques, ik smeek er u om, zend hem niet wegIk alleen hen schul dig Zoo ik tot liet eiude toe geweigerd had de deur vooi' liem te openen zou hij niet hui ten de fabriek zijn gekomen, want liet gaat niet gemakkelijk om over den hoogen muur te klimmenGij zult mijnheer Labroue niets zeggenbelooft gij dat? Vincent kan elk oogenblik terugkeeren en zal dan onmid dellijk weer zijne plaats aan de werkbank innemen, dat heeft hij mij beloofd. Gij zijt goed, mijnheer Jacques, gij zijt barmhar tig. (Gij zult medelijden met hem hebben. „Goede vriend", klonk het eensklaps uit den mond van den kleinen Georges, die aan de kleeren zijner moeder hing, „doe mama toch geen leed De meesterknecht leverde m zijn binnen ste een lievig gevecht. Een diepe ontroering stond op zijn gelaat te lezen. Ik wil niet dat u later de gelegenheid geboden wordt mij te verwijten uwe smee kingen te hebben in den wind geslagen zoo riep hij eensklaps uit. „Uit liefde tot u, Je anne, zal ik aan Vincent vergiffenis schen ken'' ïk lieh ongelijk liier toe te geven, docli ik geef toe. De patroon zal nergens iets van weten". O ik dank u Ik dank u duizendmaal. Ik"wist wel dat gij goed en edelmoedig zijt". Ik hen niet goed noch edelmoedig, docli Op dit oogenblik werd er aan de schel getrokken. Daar is hij reeds", zeide de jonge vrouu „Ik wist wel dat. hij niet lang zou weghlij- ven". (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1921 | | pagina 1