Eerste Blad. waa£wijk De Portierster van Alfortville „NOORD-BEABAND"! 1 Dit nummer bestaat uit DRIE bladen Stoomwasschery Het Groeuewoud", GEREGELD MAANDAG Bezuiniging. Abonneert U op en Adverteert in dit blad, FEUILLETO Maatschappij van Verzekering op het Leven. NUMMER 46 ZATERDAG 11 JUNI 1921 n« yxxjwxH*. De vracht-auto der komt 19641 eiken tot het thuisbezorgen en ophalen der wasschen A. KNEGTEL, Tilburg. Vraagt Prijscourant. "Vraagt Prijscourant. Nieuwe regeling van den dienstplicht. Aan de memorie van antwoord betref fende dit wetsontwerp wordt het vol- gende"ontleend Bij het afdeelingsonderzoek bleef andermaal de vraag niet buiten bespre king of instandhouding eener weermacht voor ons land gewenscht mag heeten. Sommige leden meenden te moeten aan dringen op algeheele afschaffing zoo spoedig .mogelijk van leger en vloot. De Regeering staat in beginsel geens zins onwelwillend tegenovg- den wensch naar ontwapeningzij zou zich zelf reeds verheugen, zoo vooreerst alvast een belangrijke inkrimping der krijgs toerustingen bereikbaar zou blijken. Het laat zich echter niet aanzien, dat ook de wensch voor gedeeltelijke ontwape ning binnen afzienbaren tijd in vervulling zal kunnen gaan. Alle heil wordt door sommigen verwacht van de z.g. moderne arbeidersbeweging. Evenwel noch het beeld, dat de bierbedoeldé* arbeiderspartij te aanschouwen gaf bij het uitbreken van den jongsten wereldoorlog, noch het optreden van deze partij sindsdien in en buiten de vertegenwoordigende lichamen in andere rijken, rechtvaardigen de ver wachting, dat bij nieuwe dreiging van een gewapend conflict de arbeiders de nationale gedachten zullen loslaten en alsdan de gezindheid en de macht zullen toonen, om het uitbreken van den oorlog te bezweren. De punten, waarin het wetsvoorstel aiwijkt van het stelsel, dat geschetst werd in de memorie van toelichting en in de overige stukken, betrekking heb bende op het wetsontwerp betreffende tijdelijke afwijkingen van de Militiewet, raken niet de hoofdlijnen van het stelsel. Zoowel nu als toen is uitgegaan van een contigent van plm. 23.000 man, Teief. 38 WAALWIjKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT. Uitgave: Wsalwljksche Stoomdrukkerij Antoon Tielca Telegr.-AdresECHO. van „De Echo van het Zuiden". 7). waarvan het grootste deel is bestemd voor kerntroepen, en het overige voor de reserve-troepen. Aan dezen laatsten zou oejenplicht worden opgelegd, welke gerichtwas op een'opleidingstijd van 200 uren, verdeeld over jaren, gevolgd door een verblijf in oefeningscentra gedurende 'een of twee perioden in een week. Zij die wegens onwil den ver- eischten graad van geoefendheid niet verwierven, zouden bij een legeronder deel gedetacheerd kunnen worden. Hiervoor is in de plaats getreden de gelegenheid om vrijwillig de geschiktheid te verwerven van individueel geoefend man, waarvoor ook gedacht is een oefen tijd verdeeld over 2 jaren, terwijl zij, die deze geschiktheid niet vrijwillig ver werven, gedurende 4 maanden geoefend zullen wórden in het leger. Aan het be ginsel is vastgehouden, doch de uitvoe ring is, zooals terecht is op gemerkt, verbeterd. Daar ook in het aanvankelijk ont wikkeld plan plm. 23.000 man voor oefening in vredestijd moesten worden aangewezen, is het ten eenenmale onbe grijpelijk hoe de maatregel neergelegd in art 16 van het wetsontwerp (in be ginsel beperking tot één zoon per gezin in dit verband tot critiek aanleiding heeft kunnen geven. Ook alle verdere beginselen, welke golden ten tijde van de indiening van het wetsontwerp betreffende tijdelijke afwijkingen van de militiewet, zijn on gewijzigd gehandhaafd. De wijze waarop met de beschikbare kern- en reserve troepen de oorlogsorganisatie wordt op gebouwd, heeft wijzigingen van onder geschikt belang ondergaan, welke wij zigingen, naar het voorkomt, alle ver beteringen .zijn. Deze wijzigingen raken echter het wetsontwerp niet. Overigens stelt de regeering er prijs op te erken nen, dat gebruik is gemaakt van de kri tiek welke in de Volksvertegenwoordi ging werd gegeven, indien de juistheid daarvan kon worden beaamd, en dat evenzoo is. gehandeld ten aanzien van kritiek, welke van elders tot haar kwam. Het nadeel, dat dus het over veel lichtingen heengrijpen van da voor ver schillende categoriën benoodigde man schappen een mobilisatie van het veld leger niet voor alk wapens tot de jongste 7 'iichtingen kan worden beperkt, wordt niet van groote beteekeriis geacht en tegen dit nadeel weegt in ieder geyal ruimschoots op het voordeel, dat op die wijze van de beschikbare personeele krachten het meest economisch gebruik is gemaakt en de jaarlijksche lichting niet grooter genomen wordt dart noo- dig is. Naar aanleiding van de desbetreffende vraag volge hieronder nogenkele cijfers omtrent de legersterkte bij het tot stand komen van de reorganisatie. Veldleger 65.000 man, zes regimenten voor het veldleger 32.400 man, samen 97.400 man depottroepen veldleger 54.200, bezettings-territoriale- en étappen- troepen 99.400, depóts van bovenbe doelde troepen 35.300 totaal 286 300, aanyullingsreserve 87.300 totaal 373.600 man. Van de 286,300 man beschikbaar uit de jongste lichtingen, behooren 183.000 de infanterie 41.000 tot de artillerie 17.000 tot de genie 10,000 tot de cava lerie (deze ontvangt gedeeltelijk een ge wijzigde taak). 8000 tot de wielrijders en de overigen tot de speciale korpsen treinafdeelingen enz. De nota van den heer Duymaer van Twist wordt in 'een afzonderlijk bij de Memorie gevoegde bijlage beantwoord. De opleiding tot onderofficier zal 9 maanden duren. De meening, dat de verlofsofficieren niet verplicht zullen zijn voor hun voort gezette opleiding onder de wapenen te komen, doch deze bij den vrij willigen landstorm zullen kurwn ontvangen, moet op een misverstaiy berusten. Afschaffing van lotir -jbu de regeering gaarne hebben voorgemeld, indien zij andere geschikte middel >n had gekend om het doe! van de lóv-g te bereiken, waartoe in de eerste ;>i. atf behoort het jaarlijksch aanwijzen lu de ingeschre venen van de persoeeü die het voor oefening in vredestijd te; bestemmen ge tal zuilen vormen. Daarfverhooging van keuringseischen, verdere Uitbreiding van de vrijstelling van kostwinners en ver deeling van geschikten in groepen naaf gelang van den graad w;n geschiktheid, zou men bezwaarlijk elk jaar het juiste geial en ook niet ongeveer dit getal kunnen uitschiften. Een dergelijke rege ling zou bovendien zeer moeilijk uit voerbaar zijn en daardobr de deur ont sluiten voor willekeur en onbillijkheid. Wat de uitrusting van het leger be treft, blijkt uit het medegedeelde in de Memorie van A<ntwoovden uit den daar bedoelde ter griffie neergelegden staat, dat de Regeering' er met ernst naar streeft om de toerusting van het leger met technische hulpmiddelen aanzienlijk beter te doen zijn dan in 1914 het ge val was. In de ontworpen Organisatie zijn per divisie de kerntroepen: ingedeeld 48 veldkanonnen, 16 lichter houwitsers, 8 ?ware houwitsers, alsmede 18 stukken infanteriegeschut. Van de vorenaangeduide bewapening zijn de lichte houwitsers nog niet tot het vereischte aantal aanwezig, voorts wordt nog eenig lang mi ddelbaar geschut met grootè dracht noocfig geacht. De Cavalerie zal niet te veel worden verzwakt. Bij de nieuwe organisatie van dit wapen zullen*4 regimenten, elk van 3 eskadrons, blijven bestaan. in vredestijd zullen noch bij de infan terie noch bij de artillerie brigadestaven bestaan. Voor de oorlogs-organisatie wordt vooralsnog op de oprichting van deze staven gerekend dit brengt echter in vredestijd geen noemenswaardige kosten met zich. Een juiste opgaaf van de sterkte van het beroepskader kan nog niet worden gegeven, omdat de omvangrijke arbeid noodig voor het samenstellen van de vredesorganisatie gegrond op dit wets ontwerp, nog niet is voltooid. Omtrent verschillende bijzonderheden is overleg met de militaire autoriteiten nog niet beëindigd. Om een beeld te geven van den om vang dien de vermindering van het beroepskader zal nemen en tevens om te voldoen aan een desbetreffende vraag, geeft de Regeering een uitvoerige uit eenzetting van de vredesorganisatie van een regiment* infanterie, zooals de Regeering zich deze bij de nieuwe regeling voorstelt. Daaruit blijkt dat bij 12 bestaande regimenten een vermindering zou in treden van: 2 hoofdofficieren, 4 kapi teins, 8 luitenants, II sergeant-majoors, 6 fouriers, 31 sergeanten, 2 sergeant majoor-, sergeant- of korporaals-tam boers, 1 mr. geweermaker, 2 mr. schoen makers, 2 mr. kleermakers. 65 korporaals, 92 soldaten, 32 tamboers en hoorn blazers, waartegenover slechts een ver meerdering staat van 3 adjudanten onderofficier. Bij de 12 overige regimenten zal alleen een regimentsstaf blijven bestaan. Van elke lichting zal ongeveer 2,/a pCt. voor de officiersopleiding en 7'/2 pCt. voor de onderofficiersopleidhg w^den bestemd. In een artikel, getiteld >Het mes er ln> beschrijft de Nieuwe Rotterdamsche Cou rant den wedloop van uitgaven en be lastingen, waarin de laatste steeds eenige tientallen millioenen bij de eerste achter bleven. Na er aan herinnerd te hebben, dat de regeering haar hoop gevestigd heeft op een evenredige verhooging van het Invoerrecht van vijf tot zeven procent, vraagt het bladWat noodig ts In de uitgaven moet op drastische wijze het mes worden gezet. Er is geen tijd meer om met onder- zoeklngs- en bezulnigingscommissles te werken. De regeering met haar orga- Opgericht 1843; Verzekerd Kapitaal .25.586.757.— Reserve 3.113.7o7.— Prijs der Advertentlfin, 20 cent per regel; minimum f 1.50. Reclames 40 cent per regel. oen moet zelf de uitgaven naar bene den drukken. Een verhooging van de uitgaven, gelijk voor het loopend budget ver geleken met het vorige geval was, met een bedrag van ruim 156 mlllloen moet met alle inspanning, zelfbeper king, zelfverloochening worden verme den. Wie nog oog heeft voor het be lang, dat handel en nijverheid, land bouw en veeteelt, tuinbouw en vlsscherij hebben voor de welvaart van ons land, moet ophouden een beleid te steunen, dat lostede van de uitgaven te be snoeien, de oplossing zoekt in ver hooging van ds belastingen. De N. Rott. Ct. vestigt dan de aan dacht. op een omzendbrief, die de Eogelsche minister van Financiën dezer dagen heeft gerichtiotalledepartementen, waarin de eiscü wordt gesteld, dat men het elude van Juli den minister zou mededeelen, welke bezuinigingen waren aan te bevelen om tot een door de re- geering noodzakelijk geachte verlaging van de uitgaven met 20 pCt. te geraken. Het blad zegt dat dit In Engeland, waar men met een begrooting meer doet, gemakkelijker zal gaan dan hier te lande. Het zou alleen reeds om de ver eischte wettelijke herzieningsmaatrege len en den daarmede gemoeiden tijd niet mogeitjk zijn het Eogelsche voor beeld onmiddellijk te volgen, waar het feitelijk hierop neerkomt, dat de ge heele belangenbehartiging door den Staat opnieuw moet worden beoor deeld. Ook binnen het kader va» de bestaande wetgeving echter kan men Inkrimpen, met gewoonten van voor spoedige tijden breken, waarschuwin gen uit laten gaan tegen overschrijding van uitgetrokken posten gedurende den loop van het begrootingsjaar enz. Als de posten weer mochten stijgen, dan dient men zich maar te bekrimpen ook voor wetenschappelijke doeleinden en zelfs op de kleinste posten, waarvan er nog zoo vele voorkomen op de jongste aacvuUingsbegrooting van onderwijs over 1920 van niet minder dan 43 mlllloen. Ook bij het zetten en inrichten van nieuwe universiteits gebouwen moet op de kleintjes worden gekeken van andere regeeringsgebou- wen moet dit wel vanzelf spreken. Dat men reeds bij het opmaken van de begrooting vooraf Indachtig zij, dat lateresuppletoireaanvragen zoo eenlgs- zins doenlijk behooren te worden vermeden Het Rotterdamsche blad beslnlt met de verklaring, dat de bedenkelijke toe stand der financiën en de door den oorlog en zijn lsngdurlgen nasleep zoo zeer aangetaste bronnen van onze wel vaart om krachtige verdédiging roepen In het groote er in het kleine. I Dit blad verschijnt WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND. bonnementsprijs per 3 maanden f 1.25. Franco p. post door het geheele rijk f 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. l)Ë WHO VAN HET MN, 1. DE BRANDSTICHTING. ZESDE HOOFDSTUK. Jacques beefde toen hij die woorden ver nam, doch hij durfde zijn meester niet te genspreken. Nochtans waagde hij het op te merken „Jeanne is een uitstekende vrouw „Dat. weet ik, maar zij is zwak, zij heeft niet den ïioodigen ernst om zich onbuigzaam te toonen, om aan alle aanzoeken weerstand te kunnen bieden". Op dit oofeenblik trad de kassier,binnen en sprak „Ziehier het borderel voor de bank, mijn heer". Met deze woorden legde hij de waarde op het. bureau van den heer Labroue neder. Jacques wildé vertrekken. „Wacht", zeide de ingenieur ik heb nog wat met n. te bespreken". De heer Labroue nam een pen ter hand en niet een enkelen oogslag had hij liet bedrag berekend. „Honderd zevenentwintig duizend francs, als ik mij niet vergis", sprak hij. „Ja, mijnheer Jacques Gérard luisterde. Oe ingenieur endosseerde de wissels, tee- kende het borderel en hernam. „Gij zult dat morgen naar de bank zen denEn overmorgen zult gij het geld la ten halen". ,.lk zal er voor zorgen, mijnheer". „Hebt gij nagegaan wat er den tiende vervalt". „.Ta, mijnheer". „Welk verschil is tusschen de 1e betalen sommen en die welke kunnen geind' worden?" „Een actief voor u mijnheer, van drie en zesting duizend francs". „Zeer goed". De heer Ricoux verwijderde zicli. Weder waren de patroon en de meesterknecht al leen. Jacques stond daar tegenover zijn mees ter met de pet in de handen. De lieer La broue verliet het bureau en kwam tot de groote tafel met allerlei teekeningeu en schetsen bedekt. „Ik moet mij zeer vergissen, .Taeques. Gé rard", sprak hij, „of ik heb iets wonderlijks gevondeneen gansche fortuin ZESDE HOOFDSTUK. „Een gansche fortuin!" herhaalde Jac ques Gérard, terwijl zijné oogen vurige stra len sclioten, die onwillekeurig aan hebzucht deden denken. „Ja", antwoordde de ingenieur. „Eene nieuwe uitvinding dan?" „Of althans eene nieuwe toepassing, de verbetering van een Zwitserseh systeem, dat gij moet kennen. Ik heb daarover met u te praten, Jacques; gij boezemt mij vertrou wen en dé hoogste achting in. Gij kent uw werk in den grondbovendien wijdt gi.i u nog met kracht aan de studie en weet dan ook dikwijls uitstekende raadgevingen te verstrekken". De meesterknecht nam onder den regen van loftuitingen eene verlegen houding aan en wilde enkele wporden stamelen, doch de lieer Labroue onderbrak liem. „Wees maar niet al te nederig", sprak hij „gij weet even goed als ik wat; gij waard zijt. Zoo ik u hog waardeer, dan geschiedt dit slechts dar gij een bekwaam medewer ker zijtOm n een hqogen stand te ver schaffen in de wereld ontbreekt u slechts eenig kapitaal, ik had het ook niet in den beginne, althans niet genoegzaam, doch he den vermag ik te doen wat ik toeu niet kon. Ik wil u deelgenoot maken in mij tie 'onder neming en dat is niets anders dan mijn plicht want 'n gedeelte van. mijn sueces ben ik aan u verschuldigd. En ik heb u nog noo- dig om al 't mogelijke profijt uit eene laat- f ste onderneming te halen. Gij waart in eene fabriek in Zwitserland, alvorens gij hij mij kwaamt, niet waar?" „Ja. mijnheer". „Gij hebt. daar zeker aan guillocheer ma chines gewerkt, die vooral voor Amerika vervaardigd worden?" „Ja, mijnheerik heb zelfs een der chines belangrijk verbeterd, wat niet weinig heeft bijgedragen om de fortuin van mijn vroegeren patroon te vergroóten. Maar laat mij toe er n op te wijzen, dat deze machines thans de volmaaktheid bereikt hebben". „Gelooft gij dat?" „Zonder twijfel, mijnheer". „Wanneer het machines geldt om een vlak patroon te guillocheeren, geloof ik het ook". „Op eene rondstaande oppervlakte, zal dit wel nooit gaan. Dat is onmogelijk". „Gelooft gij dat?" herhaalde de lieer La broue. „Des te meer, <Ja8^ ik eene bijzondere studie daarvan gemaakt heb". „Denk er wel aan, Jacques, dat liet woord onmogelijk niet iu mijn woordenboek staat", zeide de ingenieur. „Moeilijk, ja dat kan het wezen, onmogelijk niet. 't Is eene dergelijke machine die ik heb uitgevonden". De meesterknecht opende groote oogen en maakte een 'teeken van verbazing. „Zoo gij u niet. vergist mijnheer", zeide bij dan kunt gij daarmede millioenen ver dienen. Dezè machines zullen niet in vol doenden voorraad kunnen vervaardigd wor den". „Ik heb 't geheim gevonden: doch ik her haal het nog eens, tal van bijzonderheden moeten nog veranderd worden. Even als gij geloof ik dat daarmede aanzienlijke sommen voor mijn zoon te verdienen zullen zijn. 't Is vooral voor hem, dat ik met zooveel moed werk. Doch ik wil niet egoistiscli zijn; ik zal u mijne plannen mede deelen, wij zullen die samen bestudeeren en zoo gij niets ont moet dat eerst behoort veranderd en verbe terd te worden, zult gij u onmiddellijk aan het werk stellen om ,de machine to vervaar digen. Docli houd de zaak geheim, eep enkel onvoorzichtig woord zou voldoende kunnen zijii om ons de vrachten eener uitvinding' te" doen verliezen, die millioenen kan opbren gen.". „O. mijnheer, gij kunt op mij rekenen; (lat weet gijriep Jacques uit. „Ja, "dat weet ik, en daarom verhef ik u lieden tot een aandeelhebbëhd medewerker. Gij zult 15 procent van de winst hebben die deze machine zal afwerpen". Het vuur van de hebzucht straalde weer uit de oogen van den meesterknecht. „Vijftien procent!" herhaalde hij. „Ja, en na eene som van driehonderddui zend franken, netto verdiensten bereikt te hebben, zal ik zelfs twintig procent geven. Wij zullen samen een klein contract maken dat de belangen van beide zal waarborgen... Ivom thans mijn plan zien". De heer Labroue opende thans zijn brand kast, dié aan de andere zijde van liet ven sier stond, en haalde er een kistje uit. dat hij op de groote tafel plaatste. MeU een klein sleuteltje dat hij aan zijn horlogeket ting droeg opende de ingenieur het koffer tje en bracht dan verscheidene papieren voor den dag, die hij op de groene tafel ont vouwde. „Ziedaar mijn systeem" zegde hij, met den vinger zeer ingewikkelde teekeningeu «kan- wijzend. Met vurige oogen werden deze door Jac ques verslonden. „Luister, ik zal u alles uitleggen," hernam de ingenieur. Dan trad hij in de geringste bijzonderheden met een overvloed van tech nische termen, die wij hier niet zullen we dergeven. 't Zou ons trouwens niet mogelijk zijn den lezer al die uitleggingen duidelijk te maken en ze zouden dan ook slechts ge schikt zijn om hem gruwzaam te vervelen. Doch Jacques begreep alles en hem ver veelde liet nietbegeestering lag er op zijn gelaat te lezen en straalde uit zijn blikken. „Dat is bewonderenswaardig, mijnheer! Dat is heerlijk!" riep de meesterknecht uit. toen de patroon ophield met spreken. „Ziedaar de verwezenlijking van het onmo gelijke?'' ■Gij gelooft dan thans aan een goeden uitslag?" „Volkomen". „Welnu dan, mijn werk is verricht, liet uwe. gaat beginnen." „Zoodra ik alle bijzonderheden met de noodige aandacht heb nagegaan, zal ik on middellijk de hand aan het werk slaan om de modellen te vervaardigen van alles war gegoten of geslagen moet worden". „Gij zult alles op uw geniak nagaan. Da gelijks zult gij bij mij in mijn kabinet ko men en gedurende twee a drie uren zaDik it deze plannen voorleggen. Buiten dit vertrek durf ik ze niet mede te gewen, er* kunnen geen voorzorgen genoeg genomen \\;orden. Een heel eenvoudig ongeluk zou voldoen de zijn om den uitslag van een jarenlangen arbeid te vernietigenGij zoudt ze kun nen verliezenMen zou ze u kunnen ont stelen't Is de fortuin In handen denk. daar wel aan!" „Ik begrijp U volkomen," antwoordde de meesterknecht, „en mij dunkt ook, dat gij groot gelijk lieht. Ik zal hier komen, onder uwe oogen. om de teekeningen en modellen te maken en zoo geringe veranderingen mij wenscheiijk schijnen, zal ik u die qiededee- len". „Uitstekend iWij zullen samen wer kenZijt gij tevreden Jacques over de toekomst die ik u bereid?" „Ik dank u. mijnheer, uit den grond mij ner zielIk ben overtuigd dat geen énkel patroon zou handelen, zooais gij handelt en gij hebt dan ook eeuwig recht op mijne er kentelijkheid." „Ja, ja, ik weet dat gij een goed hart hebtDoch nu gij in zekeren zin mijn medevennoot zijt geworden, moet uwe werk zaamheid, uw ijver nog verdubbelen, zoo wel als uw gestrengheid in de werkplaatsen. Houd het reglement met kraeht in eere en laat u voor overtredingen altijd onbarmhar tig vinden." ...Moet ik Vincents rekening gereed maken e'n ze den kassier overhandigen?" „Ja. ik wil een waarschuwend voorbeeld aan de overigen gevenZeg aan den loopjongen dat hij direct madame For tier waarschuwt, ik wensch haar te spre ken". „Goed mijnheer". „Wij zullen dan morgen ons werk geza menlijk beginnen?" „Welk uur verkiest mijnheer?" „Zoodra gij de werkzaamheden van den morgen zult hebben nagegaan „Om negen uur dan". (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1921 | | pagina 1