Eerste Blad.
waa£wijk
De Portierster
van Alfortville
„NOORD-BEABAND"!
1
Dit nummer bestaat
uit DRIE bladen
Stoomwasschery
Het Groeuewoud",
GEREGELD
MAANDAG
Bezuiniging.
Abonneert U op
en Adverteert
in dit blad,
FEUILLETO
Maatschappij van Verzekering op het Leven.
NUMMER 46
ZATERDAG 11 JUNI 1921
n« yxxjwxH*.
De vracht-auto der
komt
19641 eiken
tot het thuisbezorgen en ophalen
der wasschen
A. KNEGTEL, Tilburg.
Vraagt Prijscourant. "Vraagt Prijscourant.
Nieuwe regeling van den
dienstplicht.
Aan de memorie van antwoord betref
fende dit wetsontwerp wordt het vol-
gende"ontleend
Bij het afdeelingsonderzoek bleef
andermaal de vraag niet buiten bespre
king of instandhouding eener weermacht
voor ons land gewenscht mag heeten.
Sommige leden meenden te moeten aan
dringen op algeheele afschaffing zoo
spoedig .mogelijk van leger en vloot.
De Regeering staat in beginsel geens
zins onwelwillend tegenovg- den wensch
naar ontwapeningzij zou zich zelf
reeds verheugen, zoo vooreerst alvast
een belangrijke inkrimping der krijgs
toerustingen bereikbaar zou blijken. Het
laat zich echter niet aanzien, dat ook
de wensch voor gedeeltelijke ontwape
ning binnen afzienbaren tijd in vervulling
zal kunnen gaan. Alle heil wordt door
sommigen verwacht van de z.g. moderne
arbeidersbeweging. Evenwel noch het
beeld, dat de bierbedoeldé* arbeiderspartij
te aanschouwen gaf bij het uitbreken
van den jongsten wereldoorlog, noch het
optreden van deze partij sindsdien in en
buiten de vertegenwoordigende lichamen
in andere rijken, rechtvaardigen de ver
wachting, dat bij nieuwe dreiging van
een gewapend conflict de arbeiders de
nationale gedachten zullen loslaten en
alsdan de gezindheid en de macht zullen
toonen, om het uitbreken van den oorlog
te bezweren.
De punten, waarin het wetsvoorstel
aiwijkt van het stelsel, dat geschetst
werd in de memorie van toelichting en
in de overige stukken, betrekking heb
bende op het wetsontwerp betreffende
tijdelijke afwijkingen van de Militiewet,
raken niet de hoofdlijnen van het stelsel.
Zoowel nu als toen is uitgegaan van
een contigent van plm. 23.000 man,
Teief. 38
WAALWIjKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT.
Uitgave: Wsalwljksche Stoomdrukkerij Antoon Tielca
Telegr.-AdresECHO.
van „De Echo van het Zuiden".
7).
waarvan het grootste deel is bestemd
voor kerntroepen, en het overige voor
de reserve-troepen. Aan dezen laatsten
zou oejenplicht worden opgelegd, welke
gerichtwas op een'opleidingstijd van
200 uren, verdeeld over jaren, gevolgd
door een verblijf in oefeningscentra
gedurende 'een of twee perioden in een
week. Zij die wegens onwil den ver-
eischten graad van geoefendheid niet
verwierven, zouden bij een legeronder
deel gedetacheerd kunnen worden.
Hiervoor is in de plaats getreden de
gelegenheid om vrijwillig de geschiktheid
te verwerven van individueel geoefend
man, waarvoor ook gedacht is een oefen
tijd verdeeld over 2 jaren, terwijl zij,
die deze geschiktheid niet vrijwillig ver
werven, gedurende 4 maanden geoefend
zullen wórden in het leger. Aan het be
ginsel is vastgehouden, doch de uitvoe
ring is, zooals terecht is op gemerkt,
verbeterd.
Daar ook in het aanvankelijk ont
wikkeld plan plm. 23.000 man voor
oefening in vredestijd moesten worden
aangewezen, is het ten eenenmale onbe
grijpelijk hoe de maatregel neergelegd
in art 16 van het wetsontwerp (in be
ginsel beperking tot één zoon per gezin
in dit verband tot critiek aanleiding heeft
kunnen geven.
Ook alle verdere beginselen, welke
golden ten tijde van de indiening van
het wetsontwerp betreffende tijdelijke
afwijkingen van de militiewet, zijn on
gewijzigd gehandhaafd. De wijze waarop
met de beschikbare kern- en reserve
troepen de oorlogsorganisatie wordt op
gebouwd, heeft wijzigingen van onder
geschikt belang ondergaan, welke wij
zigingen, naar het voorkomt, alle ver
beteringen .zijn. Deze wijzigingen raken
echter het wetsontwerp niet. Overigens
stelt de regeering er prijs op te erken
nen, dat gebruik is gemaakt van de kri
tiek welke in de Volksvertegenwoordi
ging werd gegeven, indien de juistheid
daarvan kon worden beaamd, en dat
evenzoo is. gehandeld ten aanzien van
kritiek, welke van elders tot haar kwam.
Het nadeel, dat dus het over veel
lichtingen heengrijpen van da voor ver
schillende categoriën benoodigde man
schappen een mobilisatie van het veld
leger niet voor alk wapens tot de jongste
7 'iichtingen kan worden beperkt, wordt
niet van groote beteekeriis geacht en
tegen dit nadeel weegt in ieder geyal
ruimschoots op het voordeel, dat op
die wijze van de beschikbare personeele
krachten het meest economisch gebruik
is gemaakt en de jaarlijksche lichting
niet grooter genomen wordt dart noo-
dig is.
Naar aanleiding van de desbetreffende
vraag volge hieronder nogenkele cijfers
omtrent de legersterkte bij het tot stand
komen van de reorganisatie.
Veldleger 65.000 man, zes regimenten
voor het veldleger 32.400 man, samen
97.400 man depottroepen veldleger
54.200, bezettings-territoriale- en étappen-
troepen 99.400, depóts van bovenbe
doelde troepen 35.300 totaal 286 300,
aanyullingsreserve 87.300 totaal 373.600
man.
Van de 286,300 man beschikbaar uit
de jongste lichtingen, behooren 183.000
de infanterie 41.000 tot de artillerie
17.000 tot de genie 10,000 tot de cava
lerie (deze ontvangt gedeeltelijk een ge
wijzigde taak). 8000 tot de wielrijders
en de overigen tot de speciale korpsen
treinafdeelingen enz.
De nota van den heer Duymaer van
Twist wordt in 'een afzonderlijk bij de
Memorie gevoegde bijlage beantwoord.
De opleiding tot onderofficier zal 9
maanden duren.
De meening, dat de verlofsofficieren
niet verplicht zullen zijn voor hun voort
gezette opleiding onder de wapenen te
komen, doch deze bij den vrij willigen
landstorm zullen kurwn ontvangen,
moet op een misverstaiy berusten.
Afschaffing van lotir -jbu de regeering
gaarne hebben voorgemeld, indien zij
andere geschikte middel >n had gekend
om het doe! van de lóv-g te bereiken,
waartoe in de eerste ;>i. atf behoort het
jaarlijksch aanwijzen lu de ingeschre
venen van de persoeeü die het voor
oefening in vredestijd te; bestemmen ge
tal zuilen vormen. Daarfverhooging van
keuringseischen, verdere Uitbreiding van
de vrijstelling van kostwinners en ver
deeling van geschikten in groepen naaf
gelang van den graad w;n geschiktheid,
zou men bezwaarlijk elk jaar het juiste
geial en ook niet ongeveer dit getal
kunnen uitschiften. Een dergelijke rege
ling zou bovendien zeer moeilijk uit
voerbaar zijn en daardobr de deur ont
sluiten voor willekeur en onbillijkheid.
Wat de uitrusting van het leger be
treft, blijkt uit het medegedeelde in de
Memorie van A<ntwoovden uit den daar
bedoelde ter griffie neergelegden staat,
dat de Regeering' er met ernst naar
streeft om de toerusting van het leger
met technische hulpmiddelen aanzienlijk
beter te doen zijn dan in 1914 het ge
val was.
In de ontworpen Organisatie zijn per
divisie de kerntroepen: ingedeeld 48
veldkanonnen, 16 lichter houwitsers, 8
?ware houwitsers, alsmede 18 stukken
infanteriegeschut.
Van de vorenaangeduide bewapening
zijn de lichte houwitsers nog niet tot
het vereischte aantal aanwezig, voorts
wordt nog eenig lang mi ddelbaar geschut
met grootè dracht noocfig geacht.
De Cavalerie zal niet te veel worden
verzwakt. Bij de nieuwe organisatie van
dit wapen zullen*4 regimenten, elk van
3 eskadrons, blijven bestaan.
in vredestijd zullen noch bij de infan
terie noch bij de artillerie brigadestaven
bestaan. Voor de oorlogs-organisatie
wordt vooralsnog op de oprichting van
deze staven gerekend dit brengt echter
in vredestijd geen noemenswaardige
kosten met zich.
Een juiste opgaaf van de sterkte van
het beroepskader kan nog niet worden
gegeven, omdat de omvangrijke arbeid
noodig voor het samenstellen van de
vredesorganisatie gegrond op dit wets
ontwerp, nog niet is voltooid.
Omtrent verschillende bijzonderheden
is overleg met de militaire autoriteiten
nog niet beëindigd.
Om een beeld te geven van den om
vang dien de vermindering van het
beroepskader zal nemen en tevens om
te voldoen aan een desbetreffende vraag,
geeft de Regeering een uitvoerige uit
eenzetting van de vredesorganisatie van
een regiment* infanterie, zooals de
Regeering zich deze bij de nieuwe
regeling voorstelt.
Daaruit blijkt dat bij 12 bestaande
regimenten een vermindering zou in
treden van: 2 hoofdofficieren, 4 kapi
teins, 8 luitenants, II sergeant-majoors,
6 fouriers, 31 sergeanten, 2 sergeant
majoor-, sergeant- of korporaals-tam
boers, 1 mr. geweermaker, 2 mr. schoen
makers, 2 mr. kleermakers. 65 korporaals,
92 soldaten, 32 tamboers en hoorn
blazers, waartegenover slechts een ver
meerdering staat van 3 adjudanten
onderofficier.
Bij de 12 overige regimenten zal
alleen een regimentsstaf blijven bestaan.
Van elke lichting zal ongeveer 2,/a
pCt. voor de officiersopleiding en 7'/2
pCt. voor de onderofficiersopleidhg
w^den bestemd.
In een artikel, getiteld >Het mes er ln>
beschrijft de Nieuwe Rotterdamsche Cou
rant den wedloop van uitgaven en be
lastingen, waarin de laatste steeds eenige
tientallen millioenen bij de eerste achter
bleven. Na er aan herinnerd te hebben,
dat de regeering haar hoop gevestigd
heeft op een evenredige verhooging van
het Invoerrecht van vijf tot zeven procent,
vraagt het bladWat noodig ts
In de uitgaven moet op drastische
wijze het mes worden gezet.
Er is geen tijd meer om met onder-
zoeklngs- en bezulnigingscommissles te
werken. De regeering met haar orga-
Opgericht
1843;
Verzekerd Kapitaal .25.586.757.—
Reserve 3.113.7o7.—
Prijs der Advertentlfin,
20 cent per regel; minimum f 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
oen moet zelf de uitgaven naar bene
den drukken.
Een verhooging van de uitgaven,
gelijk voor het loopend budget ver
geleken met het vorige geval was,
met een bedrag van ruim 156 mlllloen
moet met alle inspanning, zelfbeper
king, zelfverloochening worden verme
den. Wie nog oog heeft voor het be
lang, dat handel en nijverheid, land
bouw en veeteelt, tuinbouw en vlsscherij
hebben voor de welvaart van ons land,
moet ophouden een beleid te steunen,
dat lostede van de uitgaven te be
snoeien, de oplossing zoekt in ver
hooging van ds belastingen.
De N. Rott. Ct. vestigt dan de aan
dacht. op een omzendbrief, die de
Eogelsche minister van Financiën dezer
dagen heeft gerichtiotalledepartementen,
waarin de eiscü wordt gesteld, dat men
het elude van Juli den minister zou
mededeelen, welke bezuinigingen waren
aan te bevelen om tot een door de re-
geering noodzakelijk geachte verlaging
van de uitgaven met 20 pCt. te geraken.
Het blad zegt dat dit In Engeland, waar
men met een begrooting meer doet,
gemakkelijker zal gaan dan hier te lande.
Het zou alleen reeds om de ver
eischte wettelijke herzieningsmaatrege
len en den daarmede gemoeiden tijd
niet mogeitjk zijn het Eogelsche voor
beeld onmiddellijk te volgen, waar het
feitelijk hierop neerkomt, dat de ge
heele belangenbehartiging door den
Staat opnieuw moet worden beoor
deeld. Ook binnen het kader va» de
bestaande wetgeving echter kan men
Inkrimpen, met gewoonten van voor
spoedige tijden breken, waarschuwin
gen uit laten gaan tegen overschrijding
van uitgetrokken posten gedurende
den loop van het begrootingsjaar enz.
Als de posten weer mochten stijgen,
dan dient men zich maar te bekrimpen
ook voor wetenschappelijke doeleinden
en zelfs op de kleinste posten, waarvan
er nog zoo vele voorkomen op de
jongste aacvuUingsbegrooting van
onderwijs over 1920 van niet minder
dan 43 mlllloen. Ook bij het zetten
en inrichten van nieuwe universiteits
gebouwen moet op de kleintjes worden
gekeken van andere regeeringsgebou-
wen moet dit wel vanzelf spreken.
Dat men reeds bij het opmaken van
de begrooting vooraf Indachtig zij, dat
lateresuppletoireaanvragen zoo eenlgs-
zins doenlijk behooren te worden
vermeden
Het Rotterdamsche blad beslnlt met
de verklaring, dat de bedenkelijke toe
stand der financiën en de door den
oorlog en zijn lsngdurlgen nasleep zoo
zeer aangetaste bronnen van onze wel
vaart om krachtige verdédiging roepen
In het groote er in het kleine.
I
Dit blad verschijnt
WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND.
bonnementsprijs per 3 maanden f 1.25.
Franco p. post door het geheele rijk f 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.,
franco te zenden aan den Uitgever.
l)Ë WHO VAN HET MN,
1. DE BRANDSTICHTING.
ZESDE HOOFDSTUK.
Jacques beefde toen hij die woorden ver
nam, doch hij durfde zijn meester niet te
genspreken. Nochtans waagde hij het op te
merken
„Jeanne is een uitstekende vrouw
„Dat. weet ik, maar zij is zwak, zij heeft
niet den ïioodigen ernst om zich onbuigzaam
te toonen, om aan alle aanzoeken weerstand
te kunnen bieden".
Op dit oofeenblik trad de kassier,binnen en
sprak
„Ziehier het borderel voor de bank, mijn
heer".
Met deze woorden legde hij de waarde op
het. bureau van den heer Labroue neder.
Jacques wildé vertrekken.
„Wacht", zeide de ingenieur ik heb nog
wat met n. te bespreken".
De heer Labroue nam een pen ter hand en
niet een enkelen oogslag had hij liet bedrag
berekend.
„Honderd zevenentwintig duizend francs,
als ik mij niet vergis", sprak hij.
„Ja, mijnheer
Jacques Gérard luisterde.
Oe ingenieur endosseerde de wissels, tee-
kende het borderel en hernam.
„Gij zult dat morgen naar de bank zen
denEn overmorgen zult gij het geld la
ten halen".
,.lk zal er voor zorgen, mijnheer".
„Hebt gij nagegaan wat er den tiende
vervalt".
„.Ta, mijnheer".
„Welk verschil is tusschen de 1e betalen
sommen en die welke kunnen geind' worden?"
„Een actief voor u mijnheer, van drie en
zesting duizend francs".
„Zeer goed".
De heer Ricoux verwijderde zicli. Weder
waren de patroon en de meesterknecht al
leen.
Jacques stond daar tegenover zijn mees
ter met de pet in de handen. De lieer La
broue verliet het bureau en kwam tot de
groote tafel met allerlei teekeningeu en
schetsen bedekt.
„Ik moet mij zeer vergissen, .Taeques. Gé
rard", sprak hij, „of ik heb iets wonderlijks
gevondeneen gansche fortuin
ZESDE HOOFDSTUK.
„Een gansche fortuin!" herhaalde Jac
ques Gérard, terwijl zijné oogen vurige stra
len sclioten, die onwillekeurig aan hebzucht
deden denken.
„Ja", antwoordde de ingenieur.
„Eene nieuwe uitvinding dan?"
„Of althans eene nieuwe toepassing, de
verbetering van een Zwitserseh systeem, dat
gij moet kennen. Ik heb daarover met u te
praten, Jacques; gij boezemt mij vertrou
wen en dé hoogste achting in. Gij kent uw
werk in den grondbovendien wijdt gi.i u
nog met kracht aan de studie en weet dan
ook dikwijls uitstekende raadgevingen te
verstrekken".
De meesterknecht nam onder den regen
van loftuitingen eene verlegen houding aan
en wilde enkele wporden stamelen, doch de
lieer Labroue onderbrak liem.
„Wees maar niet al te nederig", sprak hij
„gij weet even goed als ik wat; gij waard
zijt. Zoo ik u hog waardeer, dan geschiedt
dit slechts dar gij een bekwaam medewer
ker zijtOm n een hqogen stand te ver
schaffen in de wereld ontbreekt u slechts
eenig kapitaal, ik had het ook niet in den
beginne, althans niet genoegzaam, doch he
den vermag ik te doen wat ik toeu niet kon.
Ik wil u deelgenoot maken in mij tie 'onder
neming en dat is niets anders dan mijn
plicht want 'n gedeelte van. mijn sueces ben
ik aan u verschuldigd. En ik heb u nog noo-
dig om al 't mogelijke profijt uit eene laat-
f
ste onderneming te halen. Gij waart in eene
fabriek in Zwitserland, alvorens gij hij mij
kwaamt, niet waar?"
„Ja. mijnheer".
„Gij hebt. daar zeker aan guillocheer ma
chines gewerkt, die vooral voor Amerika
vervaardigd worden?"
„Ja, mijnheerik heb zelfs een der
chines belangrijk verbeterd, wat niet weinig
heeft bijgedragen om de fortuin van mijn
vroegeren patroon te vergroóten. Maar laat
mij toe er n op te wijzen, dat deze machines
thans de volmaaktheid bereikt hebben".
„Gelooft gij dat?"
„Zonder twijfel, mijnheer".
„Wanneer het machines geldt om een
vlak patroon te guillocheeren, geloof ik het
ook".
„Op eene rondstaande oppervlakte, zal dit
wel nooit gaan. Dat is onmogelijk".
„Gelooft gij dat?" herhaalde de lieer La
broue.
„Des te meer, <Ja8^ ik eene bijzondere
studie daarvan gemaakt heb".
„Denk er wel aan, Jacques, dat liet woord
onmogelijk niet iu mijn woordenboek staat",
zeide de ingenieur. „Moeilijk, ja dat kan het
wezen, onmogelijk niet. 't Is eene dergelijke
machine die ik heb uitgevonden".
De meesterknecht opende groote oogen
en maakte een 'teeken van verbazing.
„Zoo gij u niet. vergist mijnheer", zeide
bij dan kunt gij daarmede millioenen ver
dienen. Dezè machines zullen niet in vol
doenden voorraad kunnen vervaardigd wor
den".
„Ik heb 't geheim gevonden: doch ik her
haal het nog eens, tal van bijzonderheden
moeten nog veranderd worden. Even als gij
geloof ik dat daarmede aanzienlijke sommen
voor mijn zoon te verdienen zullen zijn. 't
Is vooral voor hem, dat ik met zooveel moed
werk. Doch ik wil niet egoistiscli zijn; ik
zal u mijne plannen mede deelen, wij zullen
die samen bestudeeren en zoo gij niets ont
moet dat eerst behoort veranderd en verbe
terd te worden, zult gij u onmiddellijk aan
het werk stellen om ,de machine to vervaar
digen. Docli houd de zaak geheim, eep enkel
onvoorzichtig woord zou voldoende kunnen
zijii om ons de vrachten eener uitvinding' te"
doen verliezen, die millioenen kan opbren
gen.".
„O. mijnheer, gij kunt op mij rekenen;
(lat weet gijriep Jacques uit.
„Ja, "dat weet ik, en daarom verhef ik u
lieden tot een aandeelhebbëhd medewerker.
Gij zult 15 procent van de winst hebben die
deze machine zal afwerpen".
Het vuur van de hebzucht straalde weer
uit de oogen van den meesterknecht.
„Vijftien procent!" herhaalde hij.
„Ja, en na eene som van driehonderddui
zend franken, netto verdiensten bereikt te
hebben, zal ik zelfs twintig procent geven.
Wij zullen samen een klein contract maken
dat de belangen van beide zal waarborgen...
Ivom thans mijn plan zien".
De heer Labroue opende thans zijn brand
kast, dié aan de andere zijde van liet ven
sier stond, en haalde er een kistje uit. dat
hij op de groote tafel plaatste. MeU een
klein sleuteltje dat hij aan zijn horlogeket
ting droeg opende de ingenieur het koffer
tje en bracht dan verscheidene papieren
voor den dag, die hij op de groene tafel ont
vouwde.
„Ziedaar mijn systeem" zegde hij, met den
vinger zeer ingewikkelde teekeningeu «kan-
wijzend.
Met vurige oogen werden deze door Jac
ques verslonden.
„Luister, ik zal u alles uitleggen," hernam
de ingenieur. Dan trad hij in de geringste
bijzonderheden met een overvloed van tech
nische termen, die wij hier niet zullen we
dergeven. 't Zou ons trouwens niet mogelijk
zijn den lezer al die uitleggingen duidelijk
te maken en ze zouden dan ook slechts ge
schikt zijn om hem gruwzaam te vervelen.
Doch Jacques begreep alles en hem ver
veelde liet nietbegeestering lag er op zijn
gelaat te lezen en straalde uit zijn blikken.
„Dat is bewonderenswaardig, mijnheer!
Dat is heerlijk!" riep de meesterknecht
uit. toen de patroon ophield met spreken.
„Ziedaar de verwezenlijking van het onmo
gelijke?''
■Gij gelooft dan thans aan een goeden
uitslag?"
„Volkomen".
„Welnu dan, mijn werk is verricht, liet
uwe. gaat beginnen."
„Zoodra ik alle bijzonderheden met de
noodige aandacht heb nagegaan, zal ik on
middellijk de hand aan het werk slaan om
de modellen te vervaardigen van alles war
gegoten of geslagen moet worden".
„Gij zult alles op uw geniak nagaan. Da
gelijks zult gij bij mij in mijn kabinet ko
men en gedurende twee a drie uren zaDik it
deze plannen voorleggen. Buiten dit vertrek
durf ik ze niet mede te gewen, er* kunnen
geen voorzorgen genoeg genomen \\;orden.
Een heel eenvoudig ongeluk zou voldoen
de zijn om den uitslag van een jarenlangen
arbeid te vernietigenGij zoudt ze kun
nen verliezenMen zou ze u kunnen ont
stelen't Is de fortuin In handen denk.
daar wel aan!"
„Ik begrijp U volkomen," antwoordde de
meesterknecht, „en mij dunkt ook, dat gij
groot gelijk lieht. Ik zal hier komen, onder
uwe oogen. om de teekeningen en modellen
te maken en zoo geringe veranderingen mij
wenscheiijk schijnen, zal ik u die qiededee-
len".
„Uitstekend iWij zullen samen wer
kenZijt gij tevreden Jacques over de
toekomst die ik u bereid?"
„Ik dank u. mijnheer, uit den grond mij
ner zielIk ben overtuigd dat geen énkel
patroon zou handelen, zooais gij handelt en
gij hebt dan ook eeuwig recht op mijne er
kentelijkheid."
„Ja, ja, ik weet dat gij een goed hart
hebtDoch nu gij in zekeren zin mijn
medevennoot zijt geworden, moet uwe werk
zaamheid, uw ijver nog verdubbelen, zoo
wel als uw gestrengheid in de werkplaatsen.
Houd het reglement met kraeht in eere en
laat u voor overtredingen altijd onbarmhar
tig vinden."
...Moet ik Vincents rekening gereed maken
e'n ze den kassier overhandigen?"
„Ja. ik wil een waarschuwend voorbeeld
aan de overigen gevenZeg aan den
loopjongen dat hij direct madame For
tier waarschuwt, ik wensch haar te spre
ken".
„Goed mijnheer".
„Wij zullen dan morgen ons werk geza
menlijk beginnen?"
„Welk uur verkiest mijnheer?"
„Zoodra gij de werkzaamheden van den
morgen zult hebben nagegaan
„Om negen uur dan".
(Wordt vervolgd.)