Kerste Blad.
De Portierster
van Alfortyille.
„N00 RD-B RAB AND"
WAALWIJK.
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen
Gemeenteraad
F E ILLETOM
Maatschappij van Verzekering op het Leven
NUMMER 5,3
WQENSDAG flfjUU 1921
Up JAARGANG.
Telei. 38.
WAALWIjKSCHE EN LANGS- ^AATSCHE COURANT.
UitgaveWaalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen
Prijs der Advertentiën;
20 cent per regel; minimum f 1.60.
Reclames 40 cent per regel.
Telegr.-AdresECHO.
drongelen.
Spoedeischende openbare vergade
ring op Zaterdag 23 Juni des v.m. ten
11 uur.
Voorsltter Edelachtb. heer Brune.
Ongeveer 7.15 uur opent de Voorzit
ter de vergadering! aanwezig de heerea
van der Stelt, van der Schans, Nieuw
koop* van Gammeren en van Campeo,
afwezig de heeren Treffers en VcS.
Voorlezing van de notalen wordt aan
gehouden tot een volgende vergadering.
De Voorzitter zegt dat de reden tot
deze spoedeischende vergadering is ge
legen in het feit, dat voor een paar
weken geleden te Dassen een vergade
ring is gebonden van Bargemeesters uit
het Land van Heasden en Altena met
den hoofdadministrateur van de P.N.E.M.
Door dezen ambtenaar waren pogingen
in het werk gesteld om voor de leenin
gen goede condities van de bankiers te
verkrijgen. Het resultaat dezer onderhan
delingen was van dien aard. dat de
condities niet waren als door den ad
ministrateur voorgesteld eu verwacht.
Daarop is een commissie benoemd waar-
bij ook spr. tegenwoordig was, welke
naar Amsterdam is gegaan om daar met
de Directie van de Rijksvetzekerlogsbank
te spreken. Daar konden wij geld krijgen
onder voorwaarden dat de eerste 5 jaren
niets behoeft te worden afgelost ea tegen
een rente van waarschijnlijk ó'/a pCt.
Er mag echter niet eerder afgelost wor
den dan over 35 jaar en dat juist is een
heel groot bezwaar waar wij niet op wil
len Ingaan, want als b.v. over 10 jaar
de rentestandaard op 4 zou zijn gebracht
dan zouden wij niet kunnen «dossen en
maar aldoor een hooge rente moeten
blijven betalen.
Daarop ben ik aan het informeereo
gebleven en aan deze en gene zooa
eens gevraagd. Het resultaat daarvan is
dat iemand uit Drongelen nu aangebo
den heeft f 25000 te geven voo
5'/a pCt. op voorwaarden dat het geld
als hypotheek op vaste goederen wordt
verstrekt. De geldschieter wil zich ver
binden dat hij nooit het geld mag op
vragen en wij het mogen «dossen als wij
willen.
Van der Schans. Zou we, als dat
nu eens in ons voordeel is, over een
jaar het geheele bedrag al kunnen af
lossen.
Voorzitter. Zeker, dat kunnen wijten
allen tijde doen, terwijl hij het nooit kao
opzeggen.
Van der Schans. Dat is een prachtige
aanbiediag.
Voorzitter. Dat was ook m^ne meening
en om dit onze neus niet voor by te
laten gaan heb ik gedacht deze spoed
eischende vergadering te moeten uit-
van ,J)e Echo van het Zuiden".
schrijven. Wij behoeven het geld nu
direct niet te nemen, maar hij wil weten
waaraf en waaraan.
Nieuwkoop. Hoe groot zijn de lande
rijen ongeveer.
Voorzitter. Zoowat goed 16 H.A.
Van Campen. Heeft de geldschieter
er ook aan gedacht dat onze gemeente
kan worden vereenigd met andere ge
meenten. Neemt hij daar dan voldoende
genoegen mee.
Vooizltter. Dat is nu iets wat niet de
moeite waard is dat we er over spreken.
Of het bezit nu in handen van Drongelen
of in handen van de vereenigde gemeen
ten is, dat zal aan de waarde, geloof
ik. toch niets afdoen. Zou de geldschie
ter dat niet willen doen, honderden an
deren weer wel.
Van Campen. Het komt mij voor dat
hy dan het recht heeft om het op te
zeggen.
Voorzitter. Als de gemeente gean
nexeerd is, dan neemt de nieuwe ge
meente alle verplichtingen op zich en
het zal den geldschieter dan toch wel
hetzelfde zijn want door de vereeniging
wordt de gemeente er toch niet minder
soliede om. Dat is nu toch waarachtig
de moeite niet waard dat men er over
spreekt.
Van Gammeren. De landerijen zijn
het onderpand en dis blijven hetzelfde.
Voorzitter. Natuurlijk.
Nieuwkoop. Het is bekend dat groote
bedragen niet meer geplaatst kunnen
worden tegen een behoorlijk onderpand
en tegen een rente van 5'/a pCt.
Voorzitter Dat is mij niet bekend.
Maar als ik zie dat overal nog leeningen
worden gesloten door gemeentebesturen
tegen een rente van 6'/2 en 7 pCt. lijkt
mij een aanbieding met dergelijke con
dities zeer mooi.
De heer van Campen merkt op dat
het hier ook een hypotheek is wat ge
heel iets anders is dan een leentng.
Bovendien komen er nog kosten bij een
hypotheekverleening. Het spijt spr. overi
gens dst hij het niet eerder heeft ge
weten want nog gisteren heeft hij eene
vergadering bijgewoond waar tegen 5
pCt. gaarne geld werd verleend.
De heer Nieuwkoop is van meening
dat in het bepalen van het percentage
een groot verschil is of het op hypotheek
of als gewone leening wordt gegeven.
Verder wijst spr. er op, dat het aanbe
veling verdient dat in de overeenkomst
een clausule wordt opgenomen dat ook
de etfgenamen de overeenkomst niet
kunnen vernietigen.
De Voorzitter zegt nu iets nieuws te
hooren. Hij voor zich is van meening
dat erfgenamen nooit daartoe kunnen
overgaan.
Voorts wyst bij er op dat spoedig
geld noodig zal zyn aangezien in de
bepaling Is opgenomen dat 30 pCt van
de aannemingssom moet worden betaald
zoodra het materiaal is aangevoerd en
dat kan al heel spoedig zijn zoodat we
dan voor het feit staan dat we f 5000
noodig hebben.
Van der Stelt. Ik geloof toch ook dat
door erfgenamen dergelijke zaken kur-
14).
ook maar rechtvaardig. Hij is dat bepaald
nen worden vei broken. Maar tk zou ook
nog eens eerst iaten Informeereu hoe of
het Is met de condities waar men vol
gens van Campen geld kunnen krijgen
tegen een rente van 3 en 4 pCt.
Voorzitter. Staat u er voor in mynheer
van Campen, dat wij daar geld kunnen
krijgen, aflosbaar in 30 jaar en dan op
die voorwaarden als door mij genoemd
tegen een rente van zelfs 5 pCt.
Van Campen. Dat is niet besproken
de kwestie van aflossing want dat wist
k niet. Wel de kwestie van percenten.
De heer Nieuwkoop.-, vraagt of nog
andere aanbiedingen zijn gedaan, waar
op de Voorzitter bevestigend antwoord
doch er op wijst dat geen dezer deze
voordeellge condities geeft.
De heer Nieuwkoop gseft nog in over
weging zich eens in verbinding te stellen
met makelaars en Le ensverzekering-
maatschappijen. Men tA dan zien wat
ze opgeven. Inmiddels kan dan aan
dezen geldschieter gevraagd worden of
hij het nog voor iets minder wil geven.
Voorzitter. Ik wil d&t nog eens met
alle plezier vragen maa? ik heb hem dat
heel natuuriyk ai gevraagd en toen heeft
hij mij gezegd dat daar absoluut geen
sprake meer van was.
Nieuwkoop. Dan zou yaa Campen ook
eens kunnen informeereu want 5 pCt. Is
In leder geval heel w»; beter dan 53/4
pCt. Het goedkoopste rjast ons.
Voorzitter. Dat is zek^en juist daarom
zijn wij ook niet op he| voorstel van de
Rijksverzekeringsbank ingegaan. Men
moet ook wel weten dst algemeen ver
wacht wordt dat de rente, als de handel
en Nijverheid weer wat normaal zal zijn,
vaster wordt.
Nieuwkoop. Op zulk een hypotheek
wil men altijd gaarne liever wat geld
geven vooral nu ze op effecten allemaal
zooveel hebben toegegeven. U zal me
toegeven dat het allemaal zoowat zeer
goed land is en de overwaarde aanmer
kelijk groot, zoodat dit in alle geval
eene zeer solide geldbelegging is.
De Voorzitter wijst er op dat alles
heel mooi kan worden gezegd dat geld
goedkoop Is te krijgen. Hij zal ook geen
5s/4 pCt. geven als h' t voor 5'/z pCt.
is te krijgen. De condities moeten zoo
zijn als deze geldschieter heeft gesteld.
Nieuwkoop Dat kan altijd.
Voorzitter. Zoo, staat u daarvoor in.
Nieuwkoop. Ja, voor zoover ik daar
voor ln kan staan.
Voorzitter. Goed, dan zou het ook j
dwaasheid zijn om 5s/4 pCt. te geven.
U moet er echter sterk in staan want
als wij onze. geldschieter nu laten gaan,
dan is het afgeioopen.
De heer Nieuwkoop is van meening
dat we tegenover de vroegere geld
schieters onrecht hebben begaan.
Voorzitter. Die hebben het toen gaarne
op die condities gegeven.
Nieuwkoop. Die waren niet zoo mooi.
Voorzitter. Er wordt bijna ook nooit
eenig onderpand gegeven.
De heer van der Stelt zou gaarne den
geldschieter op sleeptouw willen hocdeo
tot Woensdag, opdat de heer van Campen
inmiddels kan zien of wy het daar voor
5 pCt. kunnen krygen. Als er zijn die
het daar voor 3 krijgen, dan zullen wij
het wel voor 5 krijgen.
Voorzitter. De heeren van Campen en
Nieuwkoop zeggen dat ze het zeker op
goedkoopere voorwaarden kunnen krij
gen dus dan kan dit wel worden ver
worpen.
Van Campen. Ik kan nu moeilijk Iets
zeggen. Dat weet ik wel dat ze niet voor
35 jaar op die manier geven. Maar ik
heb niet alleen te beslissen.
Van der Stelt. Dan kunnen we er hier
ook niets mee doen.
Na nog eenige discussie, wat echter
allemaal 't zelfde is als reeds gezegd,
wordt besloten den geldschieter te vragen
of hy voor 5'/a pCt. wil geven en om
inmiddels ook elders nog even te pro-
beeren of men niets goedkooper slaags
kan.
Daarna werd de vergadering gesloten.
DUSSEN.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Donderdag 30 Jaol
1921, des namiddags 5 uur.
Voorzitter Edelachtb. Heer Snijders.
Aanwezig alle leden.
De notulen der voorlaatste vergadering
worden na voorlezing onveranderd goed
gekeurd die der laatste vergadering
worden nogmaals aangehouden.
Aan de orde
1. Ingekomen stukken en mede-
deeliogen.
Dankbetuiging van des ambtenaar ter
secretarie Van Iersel voor de verhooging
zyner jaarwedde.
Een door 14 bewoners van Wyk C.
geteekend verzoek is ingekomen om
ook hen in de gelegenheid te stellen
i (Opgericht
Verzekerd Kapitaal
Reserve
1843;
i i 25.586.757.—
3.113.7o7.—
aan het electrisch net aan te sluiten.
Voorzitter. Ik geloof dat deze kwestie
ln de toekomst wel opgelost zal worden.
Wanneer voor het malen electriclteit zal
zijn aangelegd, zullen ook Perenboom
en anderen van stroom kunnen worden
voorzien.
Betreffende de aauslultlng van de Baan
heeft een der ingenieurs mij medege
deeld, dat daarvoor een transformator
huisje noodig Is.
v. d. Koppel. Een trajisfotmatorhulsje
kan toch tot 3 K.M. stroom leveren als
er geen krachtaanslultingen van be-
teekenis doch uitsluitend llchtverbrulkers
zijn. En van hier tot de Baan is toch
geen 3 K.M.
Voorzitter, Een traosformatorhulsje
zooals hier gebouwd wordt, staat op de
begrooting voor f 1000 huur per jaar,
Het zou dus nogal kostbaar worder,
Indien we er voor de Baan nog eenr
moesten plaatsen.
v. d. Koppel. Is het niet mogelijk
dat het huisje, dat hier komt, een bestje
verplaatst wordt.
Voorzitter. Ik zou het niet kunnen
zeggen, doch zal er met de heeren van
de P.N.E.M. eens over spreken.
v. d. Koppel. Tot de uiterste grens
zal het nog niet meer dan 2'/a K.M.
zijn. Ze zouden misschien een zwaarder
kunnen bouwen.
De Voorzitter zegt toe hiernaar te
Informecren.
Van den brievenbesteller Wijk is een
verzoek ingekomen om een buis te
mogen leggen voor drinkwatervoor
ziening,
Voorzitter. Dit stuk is nog niet by
Burg. en Weth. behandeld, zoodat er
van hen geen advies is.
v. Honsewijk. Ik kan U wel zeggen
dat hy ook de toestemming van het
polderbestuur hebben moet.
Voorzitter. Dat heb ik hem ook ge
zegd, docb hy beweerde dat het niet
noodig was.
v, d. Koppel. Hij moet dan eerst maar
de toestemming van het polderb stuur
vragen en dan hier om toestemming
komen.
Van de Prov. Staten Is een schrijven
ingekomen betreffende de oprichting van
het waterschap »Het Noordelijk Af
wateringskanaal*.
Daar de gemeente Dassen hierbij ook
belang zal hebben, wordt het stuk ln
handen van Burg. en Weth. om advies
gesteld.
2. Belastingverordeningen.
Onder terugzending der belasting
verordeningen verzoeken Ged. Staten
in Art. 1, 2e lid, bet maximumpercentage
van 6 pCt. terug te brengen op 4 pCt.
Burg. en Weth. stellen voor de ver
ordening aldus te wijzigen en het per
centage thans te bepalen op 3 pCt.
Aanvankelijk was 2'/s pCt, vastgesteld,
doch daar er verschillende uitgaven zijn
te doen, is het in overleg met den in
specteur raadzaam geacht het percentage
op 3 pCt. te stellen.
Aldus wordt besloten.
3. Schoolgebouw wijk C.
De Voorzitter zegt dat Burg. en Weth.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND.
Abonnementsprijs per 8 maanden f 1.25.
Franco p. post door het geheele rijk i 1.40.
Brieven* Ingezonden stukken, gelden enz.,
franco te zenden aan den Uitgever.
m ECHO VAN HET ZEIDEN,
I. DE BRANDSTICHTING.
DERTIENDE HOOFDSTUK.
„Ik word door mijne werkster zeer vol
doende bediend... Gij weet overigens wel,
dat ik mijn huishouden 't liefst zelf bestier".
„Goeddoch Jeanne zou voor n niet zoo
zeer eene dienstbode zijn, maar eerder een
juffrouw van gezelschap. Gij zijt niet jong
meer dierbare zuster en hebt rust noodig.
Deze rust zoudt gij u kunnen gunnen, wan
neer gij Jeanne Fortier in huis naamt. Haar
kleine jongen die drie en een half jaar oud is
zou Luciëns speelmakker wordenLater
zou ik hem een goede opvoeding doen geven
en mij zoo van mijn plicht kwijten tegen
over de weduwe, wier man in mijnen dienst
gestorven is
„Welaan, waarde zuster daartegen kunt
gij u niet verzettendit moet geschieden
In de fabriek kan Jeanne Fortier niet blij
ven, doch ik wil niet dat de maatregel, die
ik wel verplicht ben tegenover haar te ne
men, de vrouw in het verderf storte. Ik heb
mij hardvochtig aangesteld en ik geloof dat
zij erg boós op mij is; welnu bij mijn terug
keer te Alfortville zou ik haar gaarne een
goede tijding medebrengen om de ongeluk
kige zoo alles te doen vergeten. Het is na
tuurlijk dat uwe uitgaven en Jeanne's ver
diensten voor mijne rekening zijnWei
ger niet, waarde zuster. Niet slechts zoudt
gij mij zeer onaangenaam teleurstellen,
maar mij tevens in een hulpeloozen toe
stand brengen."
„En dat wil ik niet broeder," hernam me
vrouw Bertin, ,ik zal u helpen, en met de
grootste liefde zal ik dat doen in uw werk
van liefdadigheid. Zoodra gij zijt terugge
keerd, kunt gij mij Jeanne Fortier en haar
zoon zenden".
„O, wat zijt gij goedriep de heer La-
broue uit. „Geheel verlicht van harte, zal
ik van hier naar huis terugkeeren.
Gedurende het overige van den namiddag
bleef de ingenieur bij het bedje van den
kleinen Luciën, die van uur tot uur beter
werd.
Terwijl dit te Saint-Germain voorviel
ging het werk te Alfortville zijn gang. De
arbeiders waren des morgens op het vast
gestelde uur aan het werk gegaan.
Jacques Gérard was de portiersloge voor
bij gegaan zonder eenig teeken van leven
te geven. Jeanne, die op dit oogenblik de
presentielijsten liet teekenen had hem zelfs
niet gezien. En toch lette zij op hem. De
raadselachtige woorden van den meester
knecht en vooral zijn zonderlinge houding,
zijn ongewoon uiterlijk boezemden Jeanne
Fortier geheel bijzondere gevoelens in. Zij
wenschte Jacques te zien om de verzekering
te erlangen dat hij bedaarder was gewor
den onwillekeurig hielden hare gedachten
zich met hem bezig en zij was zoo ontsteld
en koortsachtig, dat verscheidene personen
haar daarvan de opmerking maakten.
David vooral toonde zich daarover onge
rust toen hij des morgens de sleutels kwaïn
halen van het kabinet des ingenieurs en list
kantoor van den kassier, dat hij eiken mor
gen moet uitvegen en reinigen.
„Wat zijt gij bleek, madame Fortier," zoc
sprak hij. „Zijt gij ziek?"
„O, neen David."
„Toch deert u iets."
„Niets bijzonders, dat verzeker ik u".
„Ik begrijp dat uw aanstaand vertrek u
óngerust maakt. Gij zult uwe gewoonte ge
heel moeten veranderen, eene betrekking
zoeken. Denkt gij in deze streek te blijven
madame Fortier?"
„Ik weet er nog niets van, David," ant
woordde Jeanne op drogen toon.
„Ik geloof niet," hernam de loopjongen,
„dat de patroon u zonder eene goedé grati
ficatie zal laten vertrekken, om u zoo eenigs-
zins schadeloos te stellen......... En dat is
verschuldigd."
„Ik vraag liem niets," antwoordde de jon
ge weduwe met eene bijzondere fierheid.
„O, dat begrijp ik! Ieder heeft zijn eer
gevoel. Doch al heeft men niets gevraagd,
men kan toch aannemen wat geboden
wordt."
„Ik zal nooit een aalmoes aanvaarden."
"\Vat zegt gij dat op een zonderlingen
toon, madameWie denkt er aan u een aal
moes te geven? Gij moet dan wel boos zijn
op den patroon
„Jeanne kon een beweging van ongeduld
niet weerhouden.
„David", zeide zij, „ik hid u spreek over
dat alles niet meer!Hier zijn de sleu
tels,' breng mij die van bet kabinet van
mijnheer Eabroue terug, zoodra gij daar
gereed zijt."
Dan keerde zij den jongen den rug toe
en begaf zicli naar bare bezigheden.
„Ja,ja, madame Fortier, zooals naar ge
woonte."
David verwijderde zich, terwijl hij tus-
schen de tanden mompelde:
„Ik geloof dat de patroon het hard zou te
verantwoorden hebben, zoo zij hem eens on
der vier oogen had!... Hemel!... Wat heeft
zij haar ontslag toch ernstig opgenomen
Jeanne was druk aan hare bezigheden.
Eensklaps kwam er een nieuwe gedachte bij
baar op.
„O," murmelde zij, „die vervloekte petro
leum moet niet in deze kan blijven. Ik zal
ze in flesschen overgieten en medenemen..
wanneer ik vertrek."
Nauwelijks was zij daarmede bezig, toen
de schel aan de poort weerklonk.
Het was de kassier. Jeanne haastte zich
hem binnen te laten.
VEERTIENDE HOOFDSTUK.
De heer Ricoux sloot de deur achter zich
toe en ging Jeanne voorbij, die hij met een
kleine beweging der hand groette.
Eensklaps echter stond hij stil.
„Ik ruik nog petroleum, madame Fortier,"
zeide hij, zeer ontevreden toetredend.
„Dat is niet te verwonderen, mijnheer,"
antwoordde Jeanne op drogen toon; „ik ben
bezig de petroleum uit de groote kan in
flessdiea oyer te gieten. De olie behoort mij
toe en ik zal ze medenemen, wanneer ik
vertrek. Later kan ik de petroleum ln mijn
nieuwe woning gebruiken en dan zal men
geen angst meer behoeven te hebben, dat ik
de fabriek in brand steke."
Ricoux bromde tusschen de tanden
„Men heeft altijd gelijk angstig te zijn...
Er zijn zooveel booze lieden... Er zijn per
sonen, wier hart vol haat is en kwaad om
het kwaad te bedrijven".
De jonge vrouw, die deze woorden ge
boord had, haalde eenvoudig de schouders
op.
Op dat oogenblik naderde Jacques den
kassier.
„Ik heb u zien binnentreden" zeide hij,
„en thans kom ik tot u om"
De stem--van den meesterknecht deed ma
dame Fortier het hoofd wenden. Nieuwsgie
rig staarde zij Gérard aande man scheen
zeer kalm en zijn gelaat toonde geen sporen
meer van de opgewondenheid van gisteren.
Jacques vestigde het oog op de portierster.
„Wat verlangt gij?" vroeg Rocoux.
„U te waarschuwen, dat Vincents vrouw
gisteren avond overleden is."
„Zoo, zooDe arme drommel had dan wel
gelijk een droevig voorgevoel te koesteren
„Hij heeft mij door een machinist doen
verzoeken hemhet geld te doen toekomen,
dat hij hier te goed heeft; er bij voegende
dat hij niet meer van plan was naar het
atelier terug te keeren maar naar zijn ge-
j boortestreek terug te gaan."
j „Verstaat gij dat? Hij zal er wel van ge-
1 oord hebben, dat zijn rijk hier uit was, er.
daar de kerel nog al eigenliefde bezit, heeft
hij thans een voorwendsel weten te vinden
om niet den schijn te hebben hier te worden
weggezonden. Gelooft gij dat niet, Jacques?"
„Ik weet er uiets van, mijnheer Ricoux".
„Hebt gij Vincents rekening opgemaakt?"
„Ja, hier is zij."
Jacques haalde een stuk papier uit den
zak en reikte het den kassier over.
„Vierenvijftig uren aan negentig centimes
per uur maakt achtenveertig francs zestig,"
telde Ricoux. „Kom, Jacques, ik zal u het
geld geven."
Terwijl deze woorden gewisseld werden,
was Jeanne gereed gekomen met het over
gieten van de petroleumzij plaatste de
i flesschen en de groote blikken kan weer hi
dezelfde kast, buiten haar woonhuisje.
De meesterknecht volgde den kassier, en
nam de aan Vincent verschuldigde som in
ontvangst, stelde deze aan den machinist
ter hand, die Vincents boodschap gedaan
had en ging toen een bezoek brengen in de
ateliers, 't Laatst was hij bij de schrijnwer
kers'en de draaiers, waar de modellen ver
vaardigd werden der stukken, die moesten
gegoten worden.
De eerste knecht kwam tot Jacques Gé
rard en zegde
„Mijnheer, gelief dien overvloed van krul
len, waardoor wij zeer gehinderd worden
te laten opruimen."
„Goed," antwoordde Jacques, „daar zal
morgen voor gezorgd worden," en zette zijn
onderzoek voort.
Dan begaf hij zich naar zijn eigen werk
plaats en sloot zich daarin op. In dat atelier
«tond een bureau, een kast vol registers en
onder het venster in het volle 'licht eene
v erk- en draaibank met eeh bankschroef en
rilerlei gereedschapaan de andere zijde
■■•as een kleine smidse.
Jacques trok zijn jas uit, deed een kiel
aan en dan uit een hoek een staaf nemende
begon hij een sleutel te smeden.
Dat kon niemand verwonderende mees
terknecht sloot zich vaak in zijn atelier
op om modellen te vervaardigen, die hij
daarna aan de arbeiders bezorgde.
Hij werkte zonder tusschenpoozen tot het
ontbijt. Dan verliet hij de fabriek evenals
de overige werklieden, docb was weer een
der eerste terug,
Thans grootte hij Jeanne zoo natuurlijk
mogelijk en ging zich weer opsluiten om het
werk, des morgens aangevangen, voort te
zetten.
Het was een zware lachter heerschte
eene drukkende atmospheer en alles voor
spelde een hevig onweder tegen het einde
mui den dag. De werklieden stonden hijgend
aan hunne bankschroeven, al hadden zij
ook alles opegezet om zoo goed mogelijk
versche lucht te doen binnendringen.
Jacques parelde het zweet op voorhoofd
en wangen; doch wat kon dat hem deren?
Hij scheen er niet door te lijden en smeedde
en vijlde zonder ophouden.
(Wordt vervolgd.)