OElCHO VAN HETZmPEH
Tweede Blad,
En
ZE)
LIE!
Wijl
rzE
21
rot
iani
Mr. J. A. LOEFF,
>ED
BUITENLAND.
Binnenland.
BN,
111^
^es!
id
'rag
»erk
ingrf
I,
jk.
No 55 Zaterdag 16 Juli 1921. 44e Jaarg. Hjj behoorde tot de »oorMosU««de en
me?«t g»z*ghebbeDde ledan.
Zijn helder oo'deel, xijn k*lm-we!o'erwo-
gen woord h*d geztg un beiden zjjden der
K>mer.
Wanneer hjj opstond om te «preken, d#n
wist men, dit hij iets te zeggen h»d, da»
daar een man het woo»d voerde »an afge
breide kemis en onwrikbare overtuiging,
een m*n, die meermalen bij de behandeling
van gewichtige aangelegenheden da toik wa*
zytier p rtij, wier vertronwen hij als hoog-
staards persoonlijkheid ten volle bezat.
En wat was hi] niet als afgevaardigde
voor ons district
Door zijn machtigen Invloed wist hij
steeds zeer veel gedaan te krijgen Nim
mer werd, door welken persoon öf cor
poratie ook mits de zaak op goede
gronden en bovenal eerlijke gronden
berustte tevergeefs aangeklopt.
Opsommen hier wat hij deed, zullen
wij uit eerbiediging van zijne groote
bescheidenheid, niet doen. Ook zou he>
moeilijk gaan volledig te zijn, want veel,
wel het meeste, deed hij in stilte, wan»
als christen democraat van het echte
ras, heeft hij veel en goed gearbeid, zon
der ooit zich af te vragen of de volks
gunst al dan niet zijn deel zou zijn-
Met weemoed zien wil en met ons
bet geheeie Christelijke Nederland zijn
al te vroegtijdig verschelden, doch de
dankbaarheid, waarmede men dezen
edelen staatsman van zoo groote ver
diensten blijft gedenken, zal nimmer
vérgaan.
Dat dit een troost zij voor zijne diep
bedroefde familie.
Hij ruste in Vrede.
Oud-afgevaardigde voor de Tweede
Kamer van bet Kiesdistrict
Waalwijk.
Met groot leedwezen zullen onze lezers
Maandagmorgen het o verlijdensbericht
door ons per bulletin bekend gemaakt
hebben vernomen.
Niet alleen wtj, bewoners van de
Langstraat, maar geheel het Katholieke
en Christelijke Nederlaodsche volk hebben
hmqI van dit overlijdensbericht met droefheid
kennis genomen.
Een sleepende kwaal, heeft den
eminentèn staatsman langzaam ge-
K sloopt en na een langdurig, christelijk
gedragen lijden, dat, naar zijn familie
leden ons mededeelen vooral de laatste
dagen zeer pijnlijk was, is hij Zondag,
op voorbeeldige wijze op den dood
voorbereid, de eeuwige rust legegaan.
dankbaarheid, waarmede de Ne-
l!b« dcrlandsche Katholieken de mannen ge-
detken, die de zegenrijke phase leidden,
waaria tegeD het beglo deze eeuw de
05 sodle en vastberaden ontwikkeling van
J het katholieke openbare leven werd
voltrokken, bekleedt m-. J A. Loeff een
bijzondere plaats. Als Minister van Jus
titie ln het kabicet-Kuyper van 1901
had hij waarlijk niet alleen door de
Stakingswet een belangrijk aandeel
in de principieele en practlsche christe
lijke politiek, welke het liberale bewind
opvolgde. En later wist hij als invloed
rijk staatsman en woordvoerder der ka
tholieke partij op bekwame en waardige
wijze de katholieke belangen in bet
Parlement eo soms daarbuiten te vet
dedlgen. Zijn politieke zetten waren
meestal meesterzetten. Wie herinnert
zich niet de eminente wijze, waarop bij
als oud-vooizitter der katholieke fractie
in 1913 de houding onzer parlij ten
j overstaan van het Kablnet-Cort v. d.
Linden bepaalde De door hem toen
gehouden rede was niet alleen even mo-
I ft 11 mumeataal ais fijn van vorm, maar be-
Lrlnl* woog zich ook in die hooge orde van
staaismanskunsr, welke een geheel debat
weet op te heffen.
Men herinnert zich de moeilijkheid der
sltuailé na de eerste afwijzing, om het
Onderlijs-artikel in de aangekondigde
Grondwetsherziening.te betrekken. Met
de overtuigende middelen eener hoog
geschoolde redekunde heeft de katho
lieke afgevaardigde van Waalwijk toen
de Regeering weten te winnen, dat zij
der Rechterzijde den weg naar de wij
ziging van art. 192 niet bij voo> baat zou
afsnijden. Het was een schitterende ma-
jOTTT neouvre van een geboren leider, en men
weet, welk succes zij Inleidde. Terecht
schreef bij die gelegenheid bet liberale
i/Hbld.» «De rede van den oud-Minis-
i ter Loeff was een model van politieke
beschouwing, hoog verheven boven alle
verkiezlngsgeklbbel, zwaar geladen met
belangrijke denkbeelden, glashelder vsn
betoog en stijl, heel zuiver en scherp
zinnig van argumentatie, door en door
openhartig en voornaam van uiting,
het was een meesterrede, een staal van
die grootere simpele allure In vorm en
denken, waarvoor Thorbecke's redevoe
ringen terecht bekend stonden.»
Ook de al te zeldzame scripta van
mr. Loeff als in bet Gedenkboek vaa
het Katholieke Nederland en tijdschriften
onderhielden zich steeds door die emi
nente logica ln een meesterlijke vorm-
beheersching.
Slechts degenen, met wie bij geregeld
ln het PaJcment en de-vergaderingen
zijner pa»tij met hem samenwerkte,
weten, wat de goede gang der patle-
mentaire zaken en in het bijzonder het
beleid, dat over de katholieke belangen
ging, te danken hebben aan de tactische
bezonnenheid en het scherpe zien van
dezen staatman. Toen hij dan ook in
1920 werd geroepen, om zijn hoog
gewaardeerde adviezen, die vooral uit
muntten op rechtskuodig terrein, admi
nistratieve rechtspraak en het internatio
nale jus, uit te brengen ln den Raad
van State, kon de Katholieke partij zich
vereerd achten, dat een harer eminentste
leden tot die waardigheid werd geroepen,
zij verloor echter tegelijkertijd voor haar
practische politiek een eerste kracht,
evenals de Tw. Kamer een der beste ver
tegenwoordigers van haar parlementair
aanzien en staatkundig talent. Hoe hoog
hij trouwens ook ia andere kringen werd
aangeslagen, bewees wel, dat bij evenals
mr. Asser, den bijzonderen kenner van
het Internationaal privaatrecht, behoorde
tot degenen, die als gedelegeerden ons
land vertegenwoordigden ter Tweede
Internationale Vredesconferentie
VGravenbage ln 1907.
AU lid der Tweede Kamer heelt Lo«i
><m gedurende »een reeks van juen aan zijn laud
k"1 en aan zijn partij belangijjke diensten be
wezen.
De heer Loeff werd den löden No
vember 1858 te-BaardwiJk geboren, waar
zijn vader bet ambt van burgemeester
bekleedde. Hij studeerde aan de Leldsche
Hoogescbool en vestigde zich, na te zijn
gepromoveerd tot doktor in de ?echts-
wetenscbap en in de staatswetenschap
pen, als advocaat en procureur te
's Hertogenboscb, alwaar hij «ot zijn
benoeming tot minister (in 1901) de
rechtspraktijk uitoefende.
Op 38-jarigen leefiijd ln 1896 bad
mr. Lot ff intusscben reeds zijn intrede
in 's lands vergaderzaal gedaan. In 1901
nam mr. Lotff zitting als minister van
Justitie ln het mlnisterie-Kuyper.
Na den val van het kablnet-Kuyper,
in 1905, verscheen mr. Loeff weer aao
stonds in de Kamer, want bij dezelfde
verkiezingen, welke een einde maakten
aan het minlsterieele leven van den heer
Loeff en zijn mede-leden van het kabinet,
gaf het toenmalige kiesdistrict Waalwijk
hem weer ia de groene banken een
plaats ter rechterzijde. Dit kiesdistrict
herkoos hem ook bij de volgende slge-
meene verkiezingen ln 1909 en 1913,
en ook onder het huidige ste sel van
evenredige vertegenwoordiging werd mr.
Lotff door de Rootnsch Katholiek^
Staatspartij naar de Tweede Kame-
afgevaardigd. In het begin van 1920
verliet de heer Loeff de Kamer voo>
het lidmaatschap van den Raad van
State, waar hij tegelijk met een ander
oud-minister, den heer Rambonnet, zijn
intrede deed.
Loeff, in het midden der 16de eeuw
(1552, 1553) kapitteldeken van Hilva-
renbeek en later Jezuiet. Bij zijne
vrouw Claesken, welke hem meer dan
25 jaren overleefde, verkreeg Antonie
Loeff. die omstreeks 1560 overleed, be
halve Adrianus, nog twee kinderen:
Lambertus Loeff. geboren in 1542, en
Dirck,
Evenals zijn vader Antonie was
Jjombertus een man van vrij wat aan
zien: hij werd schepen en opperburge
meester van, Heusden, welke ambten
hij o.a. bekleedde in 1590, 1591, 1592.
Behalve dat hij ook aan landbouw in
het groot deed, handelde hij in hop en
andere grondstoffen tot het bereiden
van bier. Uit zijne mooie en typische
liandteekeningen, waarmede sommige
belangrijke bescheiden voorzien zijn,
blijkt dat hij goed onderwijs had ge
noten. Bij zijn overlijden in 1605 lie
ten hij en zijn vrouw Gericken- Glaes-
dochter een zevental kinderen na, van
welke de tweede zoon Nicolaas Loeff,
geboren in 1568 en gehuwd met Corne
lia Beyers, het geslacht Loeff te Oud-
Heusden, Heusden, Bern ë.a, plaatsen
heeft voortgeplant.
Toen Nicolaas in 1641 overleed,
bleef zijne weduwe achter met 6 kin
deren,-waaronder 4 zonen: Maarten of
Mart-inns, AntonieZeger en Lamber
tus. Maarten Loeff verwekte bij zijne
vrouw Maria, van Elshóut onderschei
dene kinderen, allen gedoopt in de
Hervormde Kerk te Heusden, van wel
ke een, n.l. Libertus Loeff in het begin
der 18de eeuw procureur bij den Raad
van Brabant was. Deze tak stierf om
streeks 1750 met Libertus' dochters
uit. Antonie verki'éeg bij zijn
vrouw Jenneken Joosten o.a. een zoon
Nicolaas Loeff, in de tweede helft der
17de eeuw drossaard of hoofd-offtcicr
van Oud-Heusden, die den 13 Novem
ber 1666 te Waalwijk huwde niet
Juffrouw Gathar in a Govaerts, uit
welk huwelijk o.a. werden geboren:
Antonius Loeffeerst lid der abdij van
Postel en later pastoor van Lieshout;
eii Gedefridus Loeff. eveneens lid der
abdij van Postel en later (1714) pas
toor van Berlicum. Nog een andere
zoon van den drossaard Nicolaas Loeff
was Petrus Loeff, koopman te Breda
die door zijn vrouw Thcresia Decker
het geslacht Loeff te Breda heeft
voortgeplant.
De derde zoon van NicolaasALoeff
l''ornel ia Vegers, UI. Zeger.Loeff,
gehuwd met jQostjen Cornells dochter
de With, verkreeg verscheidene kinde
ren ën vermenigvuldigde het geslacht
te (denderen, Doeveren en JBethen.
De vierde zooft, Lnmbeijjjs Lai'jf,
191-1
toerki
Carbii
801
y
Onze geachte medewerker, de heer
Van der Hammen, zendt ons onder
staande ter plaatsing, wat onze lezers
evenals alles wat van zijn pen komt
met groote belanestelllog zulten lezen.
Bij het verscheiden van den oud-mi
nister en staatsraad Mr. Johannes
Aloysius Loeff een man, die, hoewel
door zijne ambtelijke bezigheden lange
jaren gewoond hebbende te 's-Graven-
liage, een Noordbrabanter was en bleef
van den echten stempel ep gaarne ieder
jaar een paar weken zich met zijne kin
deren verlustigde in het aanschouwen
en betreden der schoone Brabantsche
heide, welke hij liefhad - lust het mij
eenige historische bijzonderheden om-
trent diens familie op te diepen uit
sommige bestoven oude Brabantsche
arejiieven.
<-*T)e bakermat van Mr. Loeff s voor
ouders was Oud-Heusden. Daar leefde
omstreeks 1430 zekere Jan Loeff, ver
moedelijk landbouwer en leenman van
den Heer van Oirschot, gehuwd met
Korstijn Willem Hcymans dochter van
Hedichuysen. Diens zoon Dirck Loeff,
geboren omstreeks 1450, verwekte bij
zijne huisvrouw Adriana o.a. een zoon
Antonie Loeff, geboren pl.m. 1490, die
in 1525 door den Heer van Oud-Heus
den tot schout over genoemde heerlijk
heid werd aangesteld en den 28 Augus
tus 1556 van keizer Karei V den beken
den wapenbrief verkreeg, waarin zijn
familiewapen, waarmede hij ambtelijke
stukken en oirkonden moest bezegelen,
aldus beschreven wordtGedeeld, a. In
goud een zwarten uitkomenden, ade
laar. b. In groen 3 zilveren leliën, ge
plaatst 2 en 1. Datzelfde wapen voer
de en gebruikte tot nog toe Mr. J. A.
Loeff, als rechtstreeksche afstamme
ling van gemelden schout.
Dat Keizer Karei Y toen reeds die
familie hoogachtte, blijkt uit de waar-
deereude woorden, waarmede hij in
den genoemden wapenbrief melding
maakte van Antonie's zoon Adrianus
gëïïoTeii in '1600 eu -overleden pl.m.
-4671, i rouwde -sdót ATeneken Sprong,
dochter Van sièar Joost SprongN en
Adriacntjr Adfiaen Henric Gij mi a M
dochter; en verwekte_ bij dezr- onder
scheidene kinderen,.van welke Adria
nus Loeff, geboren in J640 en overle
den te Doeveren den 28 Januari 1686,
zich omstreeks 1670 te Doeveren neer
zette.
Bij dezen Adrianus Loeff begint
een nieuwe periode in het geslacht
Loeff. Van de oudste tijden af tot on
geveer 1670, loopende over een tijdvak
van eenige honderden jaren (pl.m-
1300—1670), hield de hoofdtak steeds
verblijf te Oud-Heusden of Heusden.
De tweede periode begint met Adria
nus te Doeveren en loopt over een tijd
vak van ruim 100 jaren, van 1670 tot
pl.m. 1774. Adrianus Loeff, in 1640 te
Oud-Heusden geboren en in 1686 in
den betrekkelijk jeugdigen leeftijd van
46 jaren te Doeveren overleden, was
gehuwd met een Drongelensch of Gan-
soijensch meisje, Adriana Boom, doch
ter van Adrianus Boom en Elisabeth
van den Kerkhoff. Zij verwekten te
zamen 4 kinderen, o.a. Lambertus
Loeff de oude en Lambertus Loeff de
jonge. Na den dood van Adrianus her
trouwde zijne weduwe Adriaentje
Boom den 2 November 1688 met Adria
nus de With, hij wien zij nog onder
scheidene kinderen verkreeg, die het
geslacht de With m 't land van Heus
den en elders hebben voortgeplant.
De bovengenoemde Lambertus Lobff
de oude, geboren te Doeveren omstr.
1680 en overleden aldaar plm. 1770
als een oud man van 90 jaren, was een
gezeten burger van Doeveren eu groot
handelaar in paarden. Zijne hoeve
stond te Doeveren op den zoogenaam-
den driehoek, een spitstoeloopend stuk
gronds tusschen den grooten weg naar
Heusden en den dijk. Den 9 Juni 1727
huwde hij met Agnes de Goede, gebo
ren te Genderen den 27 Decemh. 1698
uit het huwelijk van sieur Nicolaes de
Goede en Maria Willems de Vries.
Lambertus en Agnes (overl. 3 Dec
1775) verwekten een zestal kinderen,
van welke sommigen het geslacht
Loeff te Oud-Heusden, Dongen, Gan-
soijen en ook in .Frankrijk (o.a. te
Wathelos) hebben vermenigvuldigd,
maar waarvan Adrianus Loeff, die
den 28 Januari 1733 te Doeveren ge
boren was, dat geslacht te Baardwijk
heeft voortgeplant. Immers Adrianus
huwde den 14 Februari 1768 te Baard
wijk met Maria Kogels, dochter van
Johannes Kogels -en Elisabeth van de
Grint, Dit huwelijk werd gezegend
met 7 kinderen, van welke nog twee te
Doeveren geboren werden, n.l. Johan
nes (4 Augustus 1770) en Elisabeth
(12 Sept. 1772Het derde kind, Gor-
nelfs Loeff, werd reeds te Baardwijk
geboren, n.l. 15 Aug. 1776. Deze Cor
nells, gehuwd met Gcertruida de
Vries, en vooral zijn zoon Lambertus
Johannes Loeff, gehuwd met Antonia
van lersel, hebben heel wat nakome
lingen verkregen te Baardwijk en Be-
soijen.
De oudste zoon van Adrianus Loeff,
en Maria Kogels, de bovengenoemde
Johannes Loeff met wien de derde
of Baardwijksche periode begint
(omstreeks 1774 tot heden), huwde
den 23 November 1812 met Maria
van Loon, geboren te Drunen uit
den echt van Hendrikus van Loon en
Pètronella Paymans. Een hunner kin
deren was Henricus Loeff, burgemees
ter van Baardwijk, gehuwd met Pe-
tronella Antonia Johanna van Hees-
been, geboren te Vlijmen, dochter van
Jan Baptist van Heesbeen en Maria
Therbsia Verhagen, die o.a. verwekten
Mr. Johannes Aloysius Loeff, overle
den te Den Haag den 10 Juli 1921.
De vraag, waarom leden uit het ge
slacht Loeff slechts vóór 1600 en pas
ïia 1800 tot aanzienlijke openbare
ambten konden geraken en tusschen
1600 en pl.m. 1850, dus over een tijd
vak van meer dan 200 jaren, gedoemd
waren ambtelooze, al waren het dan
gegoede, burgers te blijven, valt ge
makkelijk op te lossen, als men be
denkt, dat de Sta ten-Generaal van de
Republiek der Vereenigde Nederlan
den, om de Hervorming te begunsti
gen, eenvoudig tot 1795 verboden, dat
openbare ambten aan de Roomschen
wérden gegeven, en men heeft boven
gezien, dat de familie Loeff, op ééne
tzondering na, steeds Roomscli-
Katholiek bleef. De gaven van hoofd en
hart, die bij sommige leden dier fami
lie vele jaren bleven sluimeren en
moesten blijven sluimeren, werden pas
gewekt in de 19de en 20ste eeuwen.
Gedurende de 10 of 12 jaren, dat on-
dergeteekende de eer had, zoo persoon
lijk als schriftelijk, met wijlen Mr. J.
A. Loeff in 'aanraking te komen, tra
den steeds meer en meer op den voor
grond de degelijkheid van karakter
van den overledene, het vertrouwen
dat hij in eens anders arbeid stelde,
de blijken van waardeering die hij
wist, te geven, de bezadigdheid bij het
■maken van op of aanmerkingen, de
o np art ijdigheid zijner denk wijze
Hij ruste in vrede!
J. VAN DER HAMMEN Niez.
Bèsoijen.
Het spreekt van zelf dat alle bladtc,
>ok van andere lichting, artikelen van
«roole waardee.'ing wijden aan de ^na
gedachtenis van Mr. Loeff. Piaatsgebiek
j ioopt ons slechts enkele grepen uit de
ele te doee.
Het Vaderland schrijft
De oud-Minister van Justitie uit het
Kabinet-Kuyper, mr. A. Loeff, is heden
in den ouderdom van bijna 63 jaren
ovérleden. Hij was een van die men-
schen, die het twijfelachtige voorrecht
hadden den uilerlijken schijn te hebben
van onverwoestbare gezondheid, terwijl
hij juist iemand was, die zich terdege
ontzien moest. Vandaar dat wij meenen,
dat hij niet zóó op den voorgrond ge-
treden is in het politieke leven, als an
ders wél het geval zou geweest zijn
Toch heeft èn zijn Ministerschap èn
zijn Kamerlidmaatschap hem gelegen
heid genoeg gegeven om zijn groote
gaven te doen blijken. Bij hem was alles
altijd tot in de puntjes af. En al hield
hij zich èn als Minister èn als Kamerlid
bij de politieke debatten op den achter
grond, omdat het juridisch tournooi zijn
voorliefde had hij wist, als het noodig
was, ook op politiek gebied zijn man
te staan. Daarvoor behoeven wij slechts
zijn magistrale en monumentale rede
bij de algemeene beschouwingen over
het optreden van het Kabinet Cort van
der Linden te memoreeren, een rede,
die hij hield bij ontstentenis van den
partijvoorzitter Mgr. Nolens, die op dat
oogenblik te Rome vertoefde en dié
buitengewoon insloeg.
Toen in de decoratiezaak dr. Kuyper
door sommige van zijn eigen vrienden
geheel in den steek werd gelaten, was
Loeff de man, die met kracht voor den
oud-ambtgenoot opkwam, wat van zijn
ridderlijkheid getuigde.
Gezondheidsredenen beletten hem in
1908 opnieuw als Minister op te treden,
zooals zij hem in 1920 een toevlucht
deden zoeken in den Raad van State.
Misschien heeft daartoe ook bijgedragen,
dat de nieuwe koers in de Kamer niet
naar zijn zin was; hij was toch nog
van den ouden stempel als Kamerlid,
dat wil zeggen, dat hij meende, dat een
lid van de volksvertegenwoordiging ook
in alle opzichten een voorbeeld voor
het volk moet zijn.
De Katholieke partij lijdt door zijn
heengaan een zwaar verlies deze buiten
gewoon bekwame man was een warm
voorvechter der Katholieke beginselen.
R. I. P.
De heer Idenburg schrijft in „De
Standaard" -
Ook in onze kringen zal met droef
heid het overlijden vernomen worden
van mr. dr. J. A. Loeff, den oud-minis
ter van Justitie in het Kabinet-Kuyper.
Het is bekend, hoezeer hij ènomzijn
arbeid èn om zijn persoon door dr. Kuy
per gewaardeerd werd, en ook dat hij
zich aan dezen verbonden gevoelde door
een vriendschapsband, waaraan wij de
gevoelvolle woorden danken, die hij bij
Kuypers verscheiden aan den ontslapen
staatsman wijdde.
Hij was een Christelijk staatsman, met
wien men ook als antirevolutionair die
pere eenheid gevoelde. Hij leefde en
en arbeidde uit Christelijke beginselen.
Groot was zijne bekwaamheid. Zijn
arbeid droeg een zeer persoonlijk ka
rakter, en de kenner kan in de regee-
ringsbescheiden, die zijn onderteekening
dragen, gemakkelijk de gedeelten aan
wijzen, die door hem persoonlijk zijn
geredigeerd.
Als Minister heeft hij een groot aan
deel gehad in de totstandkoming der
„vrijheidswetten", met name van die
wetten, welke de vrijheid der werkwil
ligen beschermen en welke den gere-
gelden gang van zaken op het publieke
terrein beveiligen tegen de stoornis, die
van dienstweigering door ambtenaren
het gevolg zou zijn. Hoe fel indertijd
de oppositie tegen deze wetten ook was,
de ervaring heeft duidelijk doen zien,
dat zij geen belemmering vormen voor
de vrije ontwikkeling der arbeidersbe
weging, maar ook, dat zij eene nood
zakelijke voorziening bevatten tot be
vordering van den normalen gang van
het maatschappelijk leven.
Woensdagmorgen had de uitvaart en
begrafenis plaats van mr. dr. J. A. Loeff,
oud-minister van justitie en lid van den
Raad van State.
Om half 11 werd in de parochiekerk
van den H Jacobus aan de Parkstraat
een plechtige H Mis van Requiem op
gedragen door den Hoogeerw. heer
deken H. A. Th. v. Dam, daarbij ge
assisteerd door de weleerw. heeren
kapelaans dr E. Hamer als diaken en
H. van Beek als sub-diaken, terwijl de
weleerw heer kapelaan H. J. Maas als
ceremoniarius fungeerde
De plechtigheden in de kerk werden
door een breede schaar familieleden,
vrienden en bekenden van den over
ledene bijgewoond. H M. de Koningin
had zich doen vertegenwoordigen door
haar adjudant Jhr. mr F. X A. Ver-
heijen. Verder waren talrijke ministers en
oud-ministers benevens tal van hooge
autoriteiten aanwezig.
Op het kerkhof dankte de oudste
zoon voor de betoonde belangstelling
en de laatste eer zijn vader bewezen.
De president van Amerika Harding
heeft aan de groote mogendheden een
uitnoodiging gericht voor eene confe
rentie te Washington ter bespreking der
beperking der bewapening.
Het ontwapeningsdenkbeeld van pre
sident Harding, of tenminste de pogin
gen daartoe door een conferentie bijeen
te roepen, wordt overal gunstig ont
vangen.
De „Temps" verneemt uit Washing
ton, dat in welingelichte kringen aldaar
wordt verklaard, dat de ontwapenings
conferentie een zeer rekbaar en uitge
breid programma zal hebben, hetwelk
het mogelijk zal maken, de verschillende
vraagstukken in den breede te bespre
ken en naar gelang van hun belang
rijkheid ten aanzien van den wereld
vrede, te classificeeren.
Men is van oordeel, dat het geen zin
zou hebben, om zich bezig te houden
met de beperking der bewapening ter
zee, zonder zich in te laten met die te
land, aangezien deze twee kwesties te
gelijker tijd opgelost dienen te worden.
De regeering der V. S. zal geen enkel
bezwaar maken tegen de deelneming
aan de conferentie, van andere staten
dan die, welke formeel door president
Harding zijn uitgenoodigd, zoo hun
aanwezigheid althans nuttig wordt ge
acht.
De Valera, de Sin-Fein-president
in Ierland is voor eene conferentie te
Londen aangekomen. Er is zoolang een
z.g. wapenstilstand afgekondigd.
De Minister van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen heeft de mede-
deeling ontvangen, dat de heer H. W.
A. Deterding, directeur-generaal van de
Koninkl. Nederl. Petroleum-Mij het be
roemde „Straatje" van Vermeer van
prof. Six gekocht en aan het Rijk ten
geschenke aangeboden heeft.
Het Eerste Nederlandsche Missie
congres is met groot succes te Maastricht
gehouden.
Aan het departement van Oorlog
ligt een ontwerp van afzonderlijk weet-
19M
it
Kr