OElCHO VAN HETZmPEH Tweede Blad, En ZE) LIE! Wijl rzE 21 rot iani Mr. J. A. LOEFF, >ED BUITENLAND. Binnenland. BN, 111^ ^es! id 'rag »erk ingrf I, jk. No 55 Zaterdag 16 Juli 1921. 44e Jaarg. Hjj behoorde tot de »oorMosU««de en me?«t g»z*ghebbeDde ledan. Zijn helder oo'deel, xijn k*lm-we!o'erwo- gen woord h*d geztg un beiden zjjden der K>mer. Wanneer hjj opstond om te «preken, d#n wist men, dit hij iets te zeggen h»d, da» daar een man het woo»d voerde »an afge breide kemis en onwrikbare overtuiging, een m*n, die meermalen bij de behandeling van gewichtige aangelegenheden da toik wa* zytier p rtij, wier vertronwen hij als hoog- staards persoonlijkheid ten volle bezat. En wat was hi] niet als afgevaardigde voor ons district Door zijn machtigen Invloed wist hij steeds zeer veel gedaan te krijgen Nim mer werd, door welken persoon öf cor poratie ook mits de zaak op goede gronden en bovenal eerlijke gronden berustte tevergeefs aangeklopt. Opsommen hier wat hij deed, zullen wij uit eerbiediging van zijne groote bescheidenheid, niet doen. Ook zou he> moeilijk gaan volledig te zijn, want veel, wel het meeste, deed hij in stilte, wan» als christen democraat van het echte ras, heeft hij veel en goed gearbeid, zon der ooit zich af te vragen of de volks gunst al dan niet zijn deel zou zijn- Met weemoed zien wil en met ons bet geheeie Christelijke Nederland zijn al te vroegtijdig verschelden, doch de dankbaarheid, waarmede men dezen edelen staatsman van zoo groote ver diensten blijft gedenken, zal nimmer vérgaan. Dat dit een troost zij voor zijne diep bedroefde familie. Hij ruste in Vrede. Oud-afgevaardigde voor de Tweede Kamer van bet Kiesdistrict Waalwijk. Met groot leedwezen zullen onze lezers Maandagmorgen het o verlijdensbericht door ons per bulletin bekend gemaakt hebben vernomen. Niet alleen wtj, bewoners van de Langstraat, maar geheel het Katholieke en Christelijke Nederlaodsche volk hebben hmqI van dit overlijdensbericht met droefheid kennis genomen. Een sleepende kwaal, heeft den eminentèn staatsman langzaam ge- K sloopt en na een langdurig, christelijk gedragen lijden, dat, naar zijn familie leden ons mededeelen vooral de laatste dagen zeer pijnlijk was, is hij Zondag, op voorbeeldige wijze op den dood voorbereid, de eeuwige rust legegaan. dankbaarheid, waarmede de Ne- l!b« dcrlandsche Katholieken de mannen ge- detken, die de zegenrijke phase leidden, waaria tegeD het beglo deze eeuw de 05 sodle en vastberaden ontwikkeling van J het katholieke openbare leven werd voltrokken, bekleedt m-. J A. Loeff een bijzondere plaats. Als Minister van Jus titie ln het kabicet-Kuyper van 1901 had hij waarlijk niet alleen door de Stakingswet een belangrijk aandeel in de principieele en practlsche christe lijke politiek, welke het liberale bewind opvolgde. En later wist hij als invloed rijk staatsman en woordvoerder der ka tholieke partij op bekwame en waardige wijze de katholieke belangen in bet Parlement eo soms daarbuiten te vet dedlgen. Zijn politieke zetten waren meestal meesterzetten. Wie herinnert zich niet de eminente wijze, waarop bij als oud-vooizitter der katholieke fractie in 1913 de houding onzer parlij ten j overstaan van het Kablnet-Cort v. d. Linden bepaalde De door hem toen gehouden rede was niet alleen even mo- I ft 11 mumeataal ais fijn van vorm, maar be- Lrlnl* woog zich ook in die hooge orde van staaismanskunsr, welke een geheel debat weet op te heffen. Men herinnert zich de moeilijkheid der sltuailé na de eerste afwijzing, om het Onderlijs-artikel in de aangekondigde Grondwetsherziening.te betrekken. Met de overtuigende middelen eener hoog geschoolde redekunde heeft de katho lieke afgevaardigde van Waalwijk toen de Regeering weten te winnen, dat zij der Rechterzijde den weg naar de wij ziging van art. 192 niet bij voo> baat zou afsnijden. Het was een schitterende ma- jOTTT neouvre van een geboren leider, en men weet, welk succes zij Inleidde. Terecht schreef bij die gelegenheid bet liberale i/Hbld.» «De rede van den oud-Minis- i ter Loeff was een model van politieke beschouwing, hoog verheven boven alle verkiezlngsgeklbbel, zwaar geladen met belangrijke denkbeelden, glashelder vsn betoog en stijl, heel zuiver en scherp zinnig van argumentatie, door en door openhartig en voornaam van uiting, het was een meesterrede, een staal van die grootere simpele allure In vorm en denken, waarvoor Thorbecke's redevoe ringen terecht bekend stonden.» Ook de al te zeldzame scripta van mr. Loeff als in bet Gedenkboek vaa het Katholieke Nederland en tijdschriften onderhielden zich steeds door die emi nente logica ln een meesterlijke vorm- beheersching. Slechts degenen, met wie bij geregeld ln het PaJcment en de-vergaderingen zijner pa»tij met hem samenwerkte, weten, wat de goede gang der patle- mentaire zaken en in het bijzonder het beleid, dat over de katholieke belangen ging, te danken hebben aan de tactische bezonnenheid en het scherpe zien van dezen staatman. Toen hij dan ook in 1920 werd geroepen, om zijn hoog gewaardeerde adviezen, die vooral uit muntten op rechtskuodig terrein, admi nistratieve rechtspraak en het internatio nale jus, uit te brengen ln den Raad van State, kon de Katholieke partij zich vereerd achten, dat een harer eminentste leden tot die waardigheid werd geroepen, zij verloor echter tegelijkertijd voor haar practische politiek een eerste kracht, evenals de Tw. Kamer een der beste ver tegenwoordigers van haar parlementair aanzien en staatkundig talent. Hoe hoog hij trouwens ook ia andere kringen werd aangeslagen, bewees wel, dat bij evenals mr. Asser, den bijzonderen kenner van het Internationaal privaatrecht, behoorde tot degenen, die als gedelegeerden ons land vertegenwoordigden ter Tweede Internationale Vredesconferentie VGravenbage ln 1907. AU lid der Tweede Kamer heelt Lo«i ><m gedurende »een reeks van juen aan zijn laud k"1 en aan zijn partij belangijjke diensten be wezen. De heer Loeff werd den löden No vember 1858 te-BaardwiJk geboren, waar zijn vader bet ambt van burgemeester bekleedde. Hij studeerde aan de Leldsche Hoogescbool en vestigde zich, na te zijn gepromoveerd tot doktor in de ?echts- wetenscbap en in de staatswetenschap pen, als advocaat en procureur te 's Hertogenboscb, alwaar hij «ot zijn benoeming tot minister (in 1901) de rechtspraktijk uitoefende. Op 38-jarigen leefiijd ln 1896 bad mr. Lot ff intusscben reeds zijn intrede in 's lands vergaderzaal gedaan. In 1901 nam mr. Lotff zitting als minister van Justitie ln het mlnisterie-Kuyper. Na den val van het kablnet-Kuyper, in 1905, verscheen mr. Loeff weer aao stonds in de Kamer, want bij dezelfde verkiezingen, welke een einde maakten aan het minlsterieele leven van den heer Loeff en zijn mede-leden van het kabinet, gaf het toenmalige kiesdistrict Waalwijk hem weer ia de groene banken een plaats ter rechterzijde. Dit kiesdistrict herkoos hem ook bij de volgende slge- meene verkiezingen ln 1909 en 1913, en ook onder het huidige ste sel van evenredige vertegenwoordiging werd mr. Lotff door de Rootnsch Katholiek^ Staatspartij naar de Tweede Kame- afgevaardigd. In het begin van 1920 verliet de heer Loeff de Kamer voo> het lidmaatschap van den Raad van State, waar hij tegelijk met een ander oud-minister, den heer Rambonnet, zijn intrede deed. Loeff, in het midden der 16de eeuw (1552, 1553) kapitteldeken van Hilva- renbeek en later Jezuiet. Bij zijne vrouw Claesken, welke hem meer dan 25 jaren overleefde, verkreeg Antonie Loeff. die omstreeks 1560 overleed, be halve Adrianus, nog twee kinderen: Lambertus Loeff. geboren in 1542, en Dirck, Evenals zijn vader Antonie was Jjombertus een man van vrij wat aan zien: hij werd schepen en opperburge meester van, Heusden, welke ambten hij o.a. bekleedde in 1590, 1591, 1592. Behalve dat hij ook aan landbouw in het groot deed, handelde hij in hop en andere grondstoffen tot het bereiden van bier. Uit zijne mooie en typische liandteekeningen, waarmede sommige belangrijke bescheiden voorzien zijn, blijkt dat hij goed onderwijs had ge noten. Bij zijn overlijden in 1605 lie ten hij en zijn vrouw Gericken- Glaes- dochter een zevental kinderen na, van welke de tweede zoon Nicolaas Loeff, geboren in 1568 en gehuwd met Corne lia Beyers, het geslacht Loeff te Oud- Heusden, Heusden, Bern ë.a, plaatsen heeft voortgeplant. Toen Nicolaas in 1641 overleed, bleef zijne weduwe achter met 6 kin deren,-waaronder 4 zonen: Maarten of Mart-inns, AntonieZeger en Lamber tus. Maarten Loeff verwekte bij zijne vrouw Maria, van Elshóut onderschei dene kinderen, allen gedoopt in de Hervormde Kerk te Heusden, van wel ke een, n.l. Libertus Loeff in het begin der 18de eeuw procureur bij den Raad van Brabant was. Deze tak stierf om streeks 1750 met Libertus' dochters uit. Antonie verki'éeg bij zijn vrouw Jenneken Joosten o.a. een zoon Nicolaas Loeff, in de tweede helft der 17de eeuw drossaard of hoofd-offtcicr van Oud-Heusden, die den 13 Novem ber 1666 te Waalwijk huwde niet Juffrouw Gathar in a Govaerts, uit welk huwelijk o.a. werden geboren: Antonius Loeffeerst lid der abdij van Postel en later pastoor van Lieshout; eii Gedefridus Loeff. eveneens lid der abdij van Postel en later (1714) pas toor van Berlicum. Nog een andere zoon van den drossaard Nicolaas Loeff was Petrus Loeff, koopman te Breda die door zijn vrouw Thcresia Decker het geslacht Loeff te Breda heeft voortgeplant. De derde zoon van NicolaasALoeff l''ornel ia Vegers, UI. Zeger.Loeff, gehuwd met jQostjen Cornells dochter de With, verkreeg verscheidene kinde ren ën vermenigvuldigde het geslacht te (denderen, Doeveren en JBethen. De vierde zooft, Lnmbeijjjs Lai'jf, 191-1 toerki Carbii 801 y Onze geachte medewerker, de heer Van der Hammen, zendt ons onder staande ter plaatsing, wat onze lezers evenals alles wat van zijn pen komt met groote belanestelllog zulten lezen. Bij het verscheiden van den oud-mi nister en staatsraad Mr. Johannes Aloysius Loeff een man, die, hoewel door zijne ambtelijke bezigheden lange jaren gewoond hebbende te 's-Graven- liage, een Noordbrabanter was en bleef van den echten stempel ep gaarne ieder jaar een paar weken zich met zijne kin deren verlustigde in het aanschouwen en betreden der schoone Brabantsche heide, welke hij liefhad - lust het mij eenige historische bijzonderheden om- trent diens familie op te diepen uit sommige bestoven oude Brabantsche arejiieven. <-*T)e bakermat van Mr. Loeff s voor ouders was Oud-Heusden. Daar leefde omstreeks 1430 zekere Jan Loeff, ver moedelijk landbouwer en leenman van den Heer van Oirschot, gehuwd met Korstijn Willem Hcymans dochter van Hedichuysen. Diens zoon Dirck Loeff, geboren omstreeks 1450, verwekte bij zijne huisvrouw Adriana o.a. een zoon Antonie Loeff, geboren pl.m. 1490, die in 1525 door den Heer van Oud-Heus den tot schout over genoemde heerlijk heid werd aangesteld en den 28 Augus tus 1556 van keizer Karei V den beken den wapenbrief verkreeg, waarin zijn familiewapen, waarmede hij ambtelijke stukken en oirkonden moest bezegelen, aldus beschreven wordtGedeeld, a. In goud een zwarten uitkomenden, ade laar. b. In groen 3 zilveren leliën, ge plaatst 2 en 1. Datzelfde wapen voer de en gebruikte tot nog toe Mr. J. A. Loeff, als rechtstreeksche afstamme ling van gemelden schout. Dat Keizer Karei Y toen reeds die familie hoogachtte, blijkt uit de waar- deereude woorden, waarmede hij in den genoemden wapenbrief melding maakte van Antonie's zoon Adrianus gëïïoTeii in '1600 eu -overleden pl.m. -4671, i rouwde -sdót ATeneken Sprong, dochter Van sièar Joost SprongN en Adriacntjr Adfiaen Henric Gij mi a M dochter; en verwekte_ bij dezr- onder scheidene kinderen,.van welke Adria nus Loeff, geboren in J640 en overle den te Doeveren den 28 Januari 1686, zich omstreeks 1670 te Doeveren neer zette. Bij dezen Adrianus Loeff begint een nieuwe periode in het geslacht Loeff. Van de oudste tijden af tot on geveer 1670, loopende over een tijdvak van eenige honderden jaren (pl.m- 1300—1670), hield de hoofdtak steeds verblijf te Oud-Heusden of Heusden. De tweede periode begint met Adria nus te Doeveren en loopt over een tijd vak van ruim 100 jaren, van 1670 tot pl.m. 1774. Adrianus Loeff, in 1640 te Oud-Heusden geboren en in 1686 in den betrekkelijk jeugdigen leeftijd van 46 jaren te Doeveren overleden, was gehuwd met een Drongelensch of Gan- soijensch meisje, Adriana Boom, doch ter van Adrianus Boom en Elisabeth van den Kerkhoff. Zij verwekten te zamen 4 kinderen, o.a. Lambertus Loeff de oude en Lambertus Loeff de jonge. Na den dood van Adrianus her trouwde zijne weduwe Adriaentje Boom den 2 November 1688 met Adria nus de With, hij wien zij nog onder scheidene kinderen verkreeg, die het geslacht de With m 't land van Heus den en elders hebben voortgeplant. De bovengenoemde Lambertus Lobff de oude, geboren te Doeveren omstr. 1680 en overleden aldaar plm. 1770 als een oud man van 90 jaren, was een gezeten burger van Doeveren eu groot handelaar in paarden. Zijne hoeve stond te Doeveren op den zoogenaam- den driehoek, een spitstoeloopend stuk gronds tusschen den grooten weg naar Heusden en den dijk. Den 9 Juni 1727 huwde hij met Agnes de Goede, gebo ren te Genderen den 27 Decemh. 1698 uit het huwelijk van sieur Nicolaes de Goede en Maria Willems de Vries. Lambertus en Agnes (overl. 3 Dec 1775) verwekten een zestal kinderen, van welke sommigen het geslacht Loeff te Oud-Heusden, Dongen, Gan- soijen en ook in .Frankrijk (o.a. te Wathelos) hebben vermenigvuldigd, maar waarvan Adrianus Loeff, die den 28 Januari 1733 te Doeveren ge boren was, dat geslacht te Baardwijk heeft voortgeplant. Immers Adrianus huwde den 14 Februari 1768 te Baard wijk met Maria Kogels, dochter van Johannes Kogels -en Elisabeth van de Grint, Dit huwelijk werd gezegend met 7 kinderen, van welke nog twee te Doeveren geboren werden, n.l. Johan nes (4 Augustus 1770) en Elisabeth (12 Sept. 1772Het derde kind, Gor- nelfs Loeff, werd reeds te Baardwijk geboren, n.l. 15 Aug. 1776. Deze Cor nells, gehuwd met Gcertruida de Vries, en vooral zijn zoon Lambertus Johannes Loeff, gehuwd met Antonia van lersel, hebben heel wat nakome lingen verkregen te Baardwijk en Be- soijen. De oudste zoon van Adrianus Loeff, en Maria Kogels, de bovengenoemde Johannes Loeff met wien de derde of Baardwijksche periode begint (omstreeks 1774 tot heden), huwde den 23 November 1812 met Maria van Loon, geboren te Drunen uit den echt van Hendrikus van Loon en Pètronella Paymans. Een hunner kin deren was Henricus Loeff, burgemees ter van Baardwijk, gehuwd met Pe- tronella Antonia Johanna van Hees- been, geboren te Vlijmen, dochter van Jan Baptist van Heesbeen en Maria Therbsia Verhagen, die o.a. verwekten Mr. Johannes Aloysius Loeff, overle den te Den Haag den 10 Juli 1921. De vraag, waarom leden uit het ge slacht Loeff slechts vóór 1600 en pas ïia 1800 tot aanzienlijke openbare ambten konden geraken en tusschen 1600 en pl.m. 1850, dus over een tijd vak van meer dan 200 jaren, gedoemd waren ambtelooze, al waren het dan gegoede, burgers te blijven, valt ge makkelijk op te lossen, als men be denkt, dat de Sta ten-Generaal van de Republiek der Vereenigde Nederlan den, om de Hervorming te begunsti gen, eenvoudig tot 1795 verboden, dat openbare ambten aan de Roomschen wérden gegeven, en men heeft boven gezien, dat de familie Loeff, op ééne tzondering na, steeds Roomscli- Katholiek bleef. De gaven van hoofd en hart, die bij sommige leden dier fami lie vele jaren bleven sluimeren en moesten blijven sluimeren, werden pas gewekt in de 19de en 20ste eeuwen. Gedurende de 10 of 12 jaren, dat on- dergeteekende de eer had, zoo persoon lijk als schriftelijk, met wijlen Mr. J. A. Loeff in 'aanraking te komen, tra den steeds meer en meer op den voor grond de degelijkheid van karakter van den overledene, het vertrouwen dat hij in eens anders arbeid stelde, de blijken van waardeering die hij wist, te geven, de bezadigdheid bij het ■maken van op of aanmerkingen, de o np art ijdigheid zijner denk wijze Hij ruste in vrede! J. VAN DER HAMMEN Niez. Bèsoijen. Het spreekt van zelf dat alle bladtc, >ok van andere lichting, artikelen van «roole waardee.'ing wijden aan de ^na gedachtenis van Mr. Loeff. Piaatsgebiek j ioopt ons slechts enkele grepen uit de ele te doee. Het Vaderland schrijft De oud-Minister van Justitie uit het Kabinet-Kuyper, mr. A. Loeff, is heden in den ouderdom van bijna 63 jaren ovérleden. Hij was een van die men- schen, die het twijfelachtige voorrecht hadden den uilerlijken schijn te hebben van onverwoestbare gezondheid, terwijl hij juist iemand was, die zich terdege ontzien moest. Vandaar dat wij meenen, dat hij niet zóó op den voorgrond ge- treden is in het politieke leven, als an ders wél het geval zou geweest zijn Toch heeft èn zijn Ministerschap èn zijn Kamerlidmaatschap hem gelegen heid genoeg gegeven om zijn groote gaven te doen blijken. Bij hem was alles altijd tot in de puntjes af. En al hield hij zich èn als Minister èn als Kamerlid bij de politieke debatten op den achter grond, omdat het juridisch tournooi zijn voorliefde had hij wist, als het noodig was, ook op politiek gebied zijn man te staan. Daarvoor behoeven wij slechts zijn magistrale en monumentale rede bij de algemeene beschouwingen over het optreden van het Kabinet Cort van der Linden te memoreeren, een rede, die hij hield bij ontstentenis van den partijvoorzitter Mgr. Nolens, die op dat oogenblik te Rome vertoefde en dié buitengewoon insloeg. Toen in de decoratiezaak dr. Kuyper door sommige van zijn eigen vrienden geheel in den steek werd gelaten, was Loeff de man, die met kracht voor den oud-ambtgenoot opkwam, wat van zijn ridderlijkheid getuigde. Gezondheidsredenen beletten hem in 1908 opnieuw als Minister op te treden, zooals zij hem in 1920 een toevlucht deden zoeken in den Raad van State. Misschien heeft daartoe ook bijgedragen, dat de nieuwe koers in de Kamer niet naar zijn zin was; hij was toch nog van den ouden stempel als Kamerlid, dat wil zeggen, dat hij meende, dat een lid van de volksvertegenwoordiging ook in alle opzichten een voorbeeld voor het volk moet zijn. De Katholieke partij lijdt door zijn heengaan een zwaar verlies deze buiten gewoon bekwame man was een warm voorvechter der Katholieke beginselen. R. I. P. De heer Idenburg schrijft in „De Standaard" - Ook in onze kringen zal met droef heid het overlijden vernomen worden van mr. dr. J. A. Loeff, den oud-minis ter van Justitie in het Kabinet-Kuyper. Het is bekend, hoezeer hij ènomzijn arbeid èn om zijn persoon door dr. Kuy per gewaardeerd werd, en ook dat hij zich aan dezen verbonden gevoelde door een vriendschapsband, waaraan wij de gevoelvolle woorden danken, die hij bij Kuypers verscheiden aan den ontslapen staatsman wijdde. Hij was een Christelijk staatsman, met wien men ook als antirevolutionair die pere eenheid gevoelde. Hij leefde en en arbeidde uit Christelijke beginselen. Groot was zijne bekwaamheid. Zijn arbeid droeg een zeer persoonlijk ka rakter, en de kenner kan in de regee- ringsbescheiden, die zijn onderteekening dragen, gemakkelijk de gedeelten aan wijzen, die door hem persoonlijk zijn geredigeerd. Als Minister heeft hij een groot aan deel gehad in de totstandkoming der „vrijheidswetten", met name van die wetten, welke de vrijheid der werkwil ligen beschermen en welke den gere- gelden gang van zaken op het publieke terrein beveiligen tegen de stoornis, die van dienstweigering door ambtenaren het gevolg zou zijn. Hoe fel indertijd de oppositie tegen deze wetten ook was, de ervaring heeft duidelijk doen zien, dat zij geen belemmering vormen voor de vrije ontwikkeling der arbeidersbe weging, maar ook, dat zij eene nood zakelijke voorziening bevatten tot be vordering van den normalen gang van het maatschappelijk leven. Woensdagmorgen had de uitvaart en begrafenis plaats van mr. dr. J. A. Loeff, oud-minister van justitie en lid van den Raad van State. Om half 11 werd in de parochiekerk van den H Jacobus aan de Parkstraat een plechtige H Mis van Requiem op gedragen door den Hoogeerw. heer deken H. A. Th. v. Dam, daarbij ge assisteerd door de weleerw. heeren kapelaans dr E. Hamer als diaken en H. van Beek als sub-diaken, terwijl de weleerw heer kapelaan H. J. Maas als ceremoniarius fungeerde De plechtigheden in de kerk werden door een breede schaar familieleden, vrienden en bekenden van den over ledene bijgewoond. H M. de Koningin had zich doen vertegenwoordigen door haar adjudant Jhr. mr F. X A. Ver- heijen. Verder waren talrijke ministers en oud-ministers benevens tal van hooge autoriteiten aanwezig. Op het kerkhof dankte de oudste zoon voor de betoonde belangstelling en de laatste eer zijn vader bewezen. De president van Amerika Harding heeft aan de groote mogendheden een uitnoodiging gericht voor eene confe rentie te Washington ter bespreking der beperking der bewapening. Het ontwapeningsdenkbeeld van pre sident Harding, of tenminste de pogin gen daartoe door een conferentie bijeen te roepen, wordt overal gunstig ont vangen. De „Temps" verneemt uit Washing ton, dat in welingelichte kringen aldaar wordt verklaard, dat de ontwapenings conferentie een zeer rekbaar en uitge breid programma zal hebben, hetwelk het mogelijk zal maken, de verschillende vraagstukken in den breede te bespre ken en naar gelang van hun belang rijkheid ten aanzien van den wereld vrede, te classificeeren. Men is van oordeel, dat het geen zin zou hebben, om zich bezig te houden met de beperking der bewapening ter zee, zonder zich in te laten met die te land, aangezien deze twee kwesties te gelijker tijd opgelost dienen te worden. De regeering der V. S. zal geen enkel bezwaar maken tegen de deelneming aan de conferentie, van andere staten dan die, welke formeel door president Harding zijn uitgenoodigd, zoo hun aanwezigheid althans nuttig wordt ge acht. De Valera, de Sin-Fein-president in Ierland is voor eene conferentie te Londen aangekomen. Er is zoolang een z.g. wapenstilstand afgekondigd. De Minister van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen heeft de mede- deeling ontvangen, dat de heer H. W. A. Deterding, directeur-generaal van de Koninkl. Nederl. Petroleum-Mij het be roemde „Straatje" van Vermeer van prof. Six gekocht en aan het Rijk ten geschenke aangeboden heeft. Het Eerste Nederlandsche Missie congres is met groot succes te Maastricht gehouden. Aan het departement van Oorlog ligt een ontwerp van afzonderlijk weet- 19M it Kr

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1921 | | pagina 5