De Portierster van Alfortville. "binnenland. I„N00RD-BRABAND"I WAALWIJK. I BUITENLAMP. Ouitschland, Spanje. Engeland. F E I L L E T OÏÏ™ Eusland, Maatschappij van Verzekering op het Leven. ^ÜMMER 5,8 WOENSDAG 27 JULI \m Telef. 38. WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT. Uitjave: Waal wij ksc hp Sto&rrtdrukteerij An toon Tieten Telegr.-Adre»ECHO. Reclame» 40 cent per regel. In Gieiwitz heeft gisteren weer een woeste schietpartij plaats gehad. In een lokaal was namelijk twist ont staan tusschen Duitschers en Franschen. Een Fransche soldaat werd in de hevig heid van den twist de tevolvertasch af gerukt. De andere Fransche manschappen hadden intusschen het gebouw reeds verlaten en openden buiten het vuur. Vensters en deuren werden stukgescho ten. Onder de nog in het lokaal aan wezigen ontstond een paniek. Bij een poging tot vlucht werd een Duitscher doodgeschoten. De uittocht der Duitschers uit Opper- Silezië houdt aan. De treinen zijn lederen dag vol vluchtelingen. Volgens mede- deellag der spoorwegdirectie te Katto- wltz worden in die plaats alleen dage lijks 7 k 8000 reisbiljetten voor verre trajecten afgegeven. De vluchtelingen staan vaak gansche nachten nabij het station, om zich tijdig van een reisbiljet te kunnen vootzien. te raken, moet geseraal Sylvester, uh vrees door de ia aantal veel sterkere opstandelingen verpletterd te worden, aan de Spaansche troepen bevel gegeven hebben terug te trekken. Hij zelf bleef echter op zijn post, omgeven door zijn staf, die weigerde hem alleen achter te laten. Wat er van den staf geworden is, weet men nog niet, wel staat vast, dat behalve de twee hierboven reeds ge noemde kolonels, ook generaal Sylvester gedood is. Latere berichten deelen mee dat het geheele Spaansche gedeelte van Marokko thans in opstand is. Zaterdagmorgen zijn de koning van Spanje, alsmede verschillende ministers die hun vacantie buiten doorbrachten, overijld naar Madrid teruggekeerd in ver band met ernstige geruchten, welke in Spanje ontvangen waren over den toe stand in Marokko. Onmiddellijk werd een kabinetsraad gehouden, welke door den koning gepresideerd werd. Na afloop van den ministerraad ver klaarde graaf Eza, dat volgens de jongste uit Mililla ontvangen berichten de op standige Marokkanen een aanval onder nomen hadden tegen Anoeal. Hun aanval was zoo hevig en ze beschikten over een zoo groote overmacht, dat de Spaan sche autoriteiten genoodzaakt waren, versterkingen te zeeden. De Spaansche troepen waren genoodzaakt gewees', de stellingen bij Anoeal te ontruimen, zoo mede verscheidene andere stellingen, welke ze eerst kort geleden vermeesterd hadden. Ze moesten terugtrekken op Dar Drioes. Tijdens den terugtocht leden de Spanjaarden ernstige verliezen, o.a. wer den twee kolonels gedood. Geoerasl Neringuer, de hooge commissaris der Spaansche regeering, heeft onmiddelhtk last gegeven 2000 man uit Ceuta naar Mellila te zenden. Blijkens de mededeelingen Zaterdag namiddag door het ministerie van oorlog verstrekt, zijn de gebeurtenissen In de omgeving van Anoeal het gevolg van een opstand; welke In Juni j.l. uitgebro ken was onder de inlandsche troepen in Spaanschen dienst. Iedereen is door de gebeurtenissen verrast. Generaal Sylves ter bevond zich juist In de stellingen van Anoeal, toen de aanval plaats had. Men weet nog niet, welke redenen hij had, er heen te gaan. Hij heeft zelf, aan het hoofd van zijn troepen tegen de rebellen gestreden. Toen ten laatste de munitie der Soarjrarden uitgeput begon van „De Echo van het Zuiden". 19). I. DE BRANDSTICHTING. NEGENTIENDE HOOFDSTUK. Ia het Lagerhuis werden Lloyd George tal van vragen gesteld betreffende de onderhandelingen met Ierland. Lloyd George beloofde, zoodra zonder nadeel voor den gang der onderhande lingen mogelijk was een verklatlng dien aangaande af te leggen. De wapenstilstand in Ierland blijft, zoolang de mogelijkheid bestaat, dat de onder handelingen tusschen De Valera en de regeering voortgezet worden, van kracht. Engeland blijft op zijn standpunt staan om veen troepenversterkiogen naar Oppet-Stlezië te zender. Briand heeft er in toegestemd den oppersten raad den vierden Augustus te doen bijeenkomen, op voorwaarde dat Eogeland in het zenden van ver sterkingen toestemt. Blijkens een bericht, betreffende de onlangs te .Moskou plaats gehad hebbende vergadering van de sowjet- commissarissen waar de door den hongersnood in het leven geroepen toestand uitvoerig besproken werd, heeft Kameneff verklaard, dat het on mogelijk was voldoende voedsel te bekomen voor de 25-millioen menschen, die ïhans van honger omkomen of voor de Moskousche arbeiders. Wanneer men slechts voldoende voedsel kon krijgen om de sofa a ten tevreden te stellen en men er in slaagde weer enkele groote fabrieken aan den gang te brengen, waar ongeveer 80.000 arbeiders werk konden vinden, dan zou het bolsjewisme sterk genoeg zijn om eiken tegenstand te vernietigen. i.aiaal b.-drag per jaar van f 1,795.898. 591 weduwenrama, tot een totaal bedrag per jaar van f 104.719.68 en 1639 wezen renten, tot een toisai bedrag vanf 300.003.34 Het aanial toegekende renten in het gebied ran den R&vd van Arbeid te Tilbarg, be droeg resp. 814, 80 en 41. Dreigend conflict ia het hotelbedrijf. - Het Centraal Bureau van »Horecafc de werkgeversorganisatie in het hotel-, café- en restaurantbedrijf, zet in een uitvoerig exposé zijn standpunt uiteen io het dreigend conflict in het hotel- bedrijf.,. Volgens deze uiteenzetting zou over loon- en arbeidsvoorwaarden en afschaffing van het foolengtelsei bij de laatste besprekingen met de personeel- bonden In Juli nog geen sprake geweest zijn. Eischen dienaangaande zijn nog niet aan Horecaf gesteld. Voorts wordt ontkend, dat na Sep tember 1919 de loonen niet weder vei- hoogd zouden zijn. De thans aangenomen houding van de personeelbonden zou aanleiding kuc- nen zijn voor >Horecaf(, om van na ai verder overleg te weigeren. Op 1 October zal te 's-Bosch een Volksuniversiteit op R.K. grondslag ge opend worden, welke zal beginnen met de volgende leergangen. 1. Ir. L. J. M. Feben, civ. ing. ambte naar met verlof der B.O.W. in Ned. Indië, Den Haag de geestelijke en eco nomische ontwikkeling van Ned.-Indië. 2. Mr. W. K. S. van Haasfert, adv. proc. te Eindhoveneenige algemeene en practische deelen van het Nederland- sche handelsrecht. 3. Huib Luns, directeur der Kon. Sch. voor Kunst, Techniek en Ambacht te 's-Boschde geschiedenis der schilder kunst van de voornaamste landen in de negentiende eeuw tot op heden. 4. M. A. P. C. Poelhekke, directeur der Q.H.8.S. te Nijmegende Vlaamsche beweging; inleiding in de Vlaamsche letterkunde de voornaamste Vlaamsche dichterfiguren. 5. Mr. C. P. M. Romme, adv. proc en lid van den gemeenteraad te Amsterdam eenige actueele hoofdstukken uit de sociaal-economie. 6. Mr. J P. W. A. Smit. rijksarchivaris in N.-Brabant te 's Bosch, de geschie denis van N.-Brabant en van 's-Bosch. Opgericht 1843. Verzekerd Kapitaal Reserve 25.586.757.— 3.113.7o7 Oo de interdiocesane vergadering der R K. Vereenlging ter bescherming van meisjes, welke in Mei jl. te Utrecht is gehouden, werd door de dames be stuursleden uit Amsterdam, Rotterdam, Den Haag de klacht geuit, dat het ge tal der meisjes, die in onze groote ste den in betrekking zijn, enorm groot is. En bedroevend was de mededeelieg >bij nader onderzoek is gebleken, dat het geloof en de goede zeden van de meeste dier meisjes in de groote stad met haar vele gevaren en verleiding ernstig worden bedreigd.* Deze verbijsterende mededeeling en dc vele feiten (niet voor publiciteit vat baar) deden mij besiulteni de ouders met kraebt en klem te vermanen en te waarschuwen. Moet ik nog wijzen op de gevaren aan het leven in de groote stad verbon den Wanneer hier in onze provincie steden de deagd van zoo menig jong meisje al gevaar loopt, terwijl ze hier oog is onder toezicht van ouders en kennissen, hoeveel grooter is dan dat gevaar( als die meisjes in een vreemde stad dleneo, aan haar zelve overgelaten zonder stean, zonder toezicht. Het be hoeft dan ook geen verder betoog en helaas, de feiten liggen voor het grijpen dat de verleiding en de gevaren in onze groote steden zoo groot en talrijk zijn, dat verreweg de meeste van onze Noord- Brabantsche meisjes, die daar in betrek king zijn, tot diepen val komen. En vraagt ge de reden, waarom vooral in de laatste jaren zoovele meis jes van onze steden en dorpen naar Amsterdam, Den Haag, Rotterdam e.a. gaan dienen We zullen het maar zonder omwegen zeggen. Die reden is te zoeken èa bij de meisjes èa bij de ouders, De meisjes, die naar Holland In be trekking gaao, willen vrij zijn en onaf hankelijk. Hier staan ze nog te zeer onder toezicht van vader en moeder, hier zijn ze te zeer bekend en daarom willen ze weg van huis en uit haar omgeving, om vrijer ce zijn en onbekend. Niet zelden is een ongeoorloofde verkeering met een an dersdenkende hieraan niet vreemd. Ze maken vader en moeder wijs dat ze elders meer geld kunnen verdienen en voor dat bewijs zwichten, helaas maar al te veel ouders. Ea zoo worden de ouders mede oor zaak, dat hun kinderen om een handvol geld naar den vreemde trekken. De ouders, die hun kinderen toch het best moeten kennen, weten zeer goed, of moeten althans weten, aan welke geva ren zij hun kinderen prijs geven naar ziel en lichaam. Dwaas en onverantwoor delijk handelen zulke ouders, als ze hun kinderen laten gaan, zonder zelfs ook maar eenige inlichting te nemen, aan welke personen zij in die betrekking hun kinderen toevertrouwen. Is het niet bedroevend, dat de R.K. Vereeniglng ter bescherming van meisjes telkens en telkens de klacht moet laten hooren dat in deze gewichtige zaak zoo weinig Informaties worden genomen bij de dames der Vereenlging. De wlt-gele kaart, die bij den Ingang van bii»a alle kerken hangt, geeft u de Wordt vervolgd, Dit blad versohljnt WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND. bonnementsprijs per 8 maanden f 1.25. Franco p. post door het geheele rijk f 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Ill ECHO VAV HET ZIIIIKV, Prijs der Advertentiën. 20 een', per regel; minimum f 1.50. Een zeer lange weg strekte zich voor haar uit. Waar zou zij heen gaan? Wat zou zij aanvangen? Wat zou er van haar worden? „Ik ben op de vlucht gegaan!" sprak de ongelukkige tot zich zelve. „Waarom? Ik was vol angst. Waarom?Kon men dan eene ernstige beschuldiging tegen mij uitbrengen? Zou men mij dan niet op mijn eerste woord geloofd hebben?" Eene koude rilling liep haar over de lede maten. Zij dacht aan Jacques' woorden: „Ik heb maatregelen genomen, opdat al les u beschuldlge. „Ja." zuchtte zij, „hij had gelijk;... men zal mij aanklagende ledige petroleumfles- schen zullen gevonden worden en men zal zich de woorden herinneren, die ik tot den ingenieur gericht heb, woorden, welke eene bedreiging schenen te zijn voor den heer LabroueDeze woorden zijn mijne ver- oordeeling... Ik ben reddeloos verloren! Ik moet vluchten, verre, verre van hier!"" Zij vatte den kleinen Georges bij de hand. „Mijn paardje!" kreet de kleine, die zijn geliefkoosd speelgoed op den grond had neergezet. Jeanne raapte het speelgoed van haar kind op en begaf zich verder op weg, terwijl zij haar zoontje de hand reikte. „Waar gaan wij heen, mamaatje?" vroeg de jongen. By de Tweede K«mer zijn ingediend een zes'al wetsontwerpen betieffende voor behoud der bevoegdheid tot toetreding tot het ontwerp-verdrag van Washington be- tr.ffdode le. beperking van den arbeidsdnnr in ny verheidsondernemingen tot acht nor per dag en 48 nnr per week, 2e. werkloor- heid, 3e. den arbeid van vrouwen vóór en na haar bevalling, 4e, den arbeid van vrouwen gedurende den nacht, Se, vast stelling van den leeftyd, waarop kinderen mogen arbeiden in nyverheidsondernemingen, 6-, nacht*',beld van jengd'ce p-rsone», werk- „Ik weet het niet lieveling „Hoe komt het dat gij dat niet weet?" „God zal ons leiden". „Kom dan, mamaatje, laat ons gaan". Én terwijl zij voortgingen herhaalde de ongelukkige moeder in haar binnenste „Waarheen? Wat zal er van ons worden?" Dikke tranen liepen haar over de wangen. Yan lieverlede kwam de dag op. De zon vertoonde zich aan den gezicht einder, schitterend, vroolijk, alsof zij de aarde eene vergoeding wilde geven voor de zen stormachtigen nacht. Doch de weg bleef nog steeds eenzaam. Jeanne sloeg den blik in de verte op den weg en stond dan eensklaps stil. Zij had ter zijde der groote baan van oen zijpad dat achter bosschen verscholen was, twee rui ters zien te voorschijn komen. Het waren twee gendarmen te paard. De eerste stralen der morgenzon deden hunne zilveren epauletten schitterenhunne vangsnoeren ontwaarde zij en hunne sabels. Voor hen uit liep eene in lompen gekleede vrouw met geboeide handen. Deze gendarmen waren op corresponden tie en de vrouw werd zoo van brigade aan brigade overgeleverd. Jeanne beefde over al haar ledematen. 't Scheen haar reeds toe dat zij, zij, de onschuldige, de eerlijke vrouw, als een dief egge, een brandstichtster met de boeien aan de handen tusschen de vertegenwoordigers der wet voortliep. De ongelukkige werd door angst overmees terd. Koud als ijs werd zij tot in het merg der beenderen. Georges greep zij in hare armen en op het boschje toesnellend verdween zij weldra tusschen de boomen. Zoodra de vrouw daar enkele stappen gedaan had stond zij stil en keek achter zich uit naar den grooten weg. Het loof van struiken en boomen was nog met zware regendroppels beladen, welke in de stralen der klimmende zon er als paarlen uitzagen. Weldra hoorde zij den regehuatigen stap der paarden. Toen zag zij de rijkspolitie met de gevan gene voorbijtrekken. Nogmaals deed1 eene zware huivering haar schudden en beven. Om zich aan den blik der politiedienaren te onttrekken hurkte zij op «t»m in de hyveihetd. Nu langzamerhand de gevolgen van den oorlog overwonnen worden, kunne'! de spoorwegen ook tot norm»le toestand-n teruggebracht worden De voertuigen werden als noodmaatregel in plaats van na 5, na 4 jaren voor groote herstelling en ondersoek naar je groote werkplaatsen gesondso. Thans is die termijn weder op 8 jaren terug gebracht, waardoor de centrale werkplaatsen Haarlem, Zwolle, Amersfoort, Utrecht, Til burg en Blenk in de eerste jaren met werk zn'len worden ovetLden. Een gevolg van dien maatregel is dat ook het aantal «mbachtslieden-persi eel een niet geringe uitbreiding zal ondet aan. Het wagenpark de Spoorwegen zal, om dat d 'or dezen m» regel meer voertuigen aan den dieuat worden onttrokken, met ongeveer 2000 goed en wagens worden ni*. gebreid, welke hoofdïakelyk bij de #Han- „overa* in Hannover besteld zyn. Ook znHen, om aan de steeds s'ijgende eischen van het internationaal vei keer te knnnen voldoen, een 100-tai personenrijtuigen aar- gemaakt worden. De tot dasverre ger ace bestellingen worden door Du'tschland stipt op tijd nitgeroerd. Dat de Rijksverseketingsbank zich op een ruim standpunt stelt wat betreft de uitvoering van art. 99 en 100 der Iuvsli- diteitawet, blijkt uit het mamdelijksch over zicht van de toegestaue geneeskundige be handeling en verpleging op l Juli 1921. Niet minder dan 1533 verzekerden werden voor langereu of korteren termijn ter be- b> handeling of verpleging opgei omen, va» wie 18 door tasscbenkomst van den Raad van A beid te Tilburg. Hei aantal aanvragen, dat bij de verschil- teude Raden van Arbeid binnenkomt, leven het bewijs, dat het belang van art, 1C0 oneer en meer tot de vetzekerden doordringt. Toch willen wij de strekking van Ai». 100 hier nogmaals herhalen. Dit artikel n.l. opent oor het Bestuur de:- Rijksverzekeringsbank de gelegenheid, indien door den Raad van Arbeid daartoe een voorstel gedaan wordt, een verzekerde op k-,:>steu van het Invalidi- leitsfonds ter behandeling of verpleging in «en ziekeniurichting of eener Sanatorium te doen opnemen, wanneer voor hem gevaar rest blij »eade iirvu-rfll&efc. dreigt, Lateu de verzekeid n, die tneenen daarvoor in aan merking te komen, niet wachten uitstel Oeteek-nt hier nadeel. Ook het aantal toegekende renten neemt e ke maand toe. Op 1 Jalt waren in totaal loegekend 11871 ouderdomsrenten, tot een het natte gras neder. Georges begreep natuurlijk niet wat er gebeurde. Hij wilde spreken doch zijne moeder leg de den jongen het stilzwijgen op door hem angstig de handen op den mond te leggen. De gendarmen zetten hun weg voort en verdwenen weldra in gezelschap van hun gevangene. Jeanne wachtte nog steeds. De droevigste en schrikbarendste over peinzingen hielden haren geest bezig. Eensklaps brak zij in wanhoop uit. „En toch ben ik niet schuldig!" zeide zij haast op luiden toon, zonder echter iets daarvan te weten. „Die man, die ellendeling heeft alle misdaden bedreven en ik verberg 'mij,ik ben de aangeklaagde, ik, de on schuldige Huiverend zweeg zij een oogenblik en ging dan weer voort: „Ja, ik ben onschuldig!Doch is dit feitelijk wel volkomen waar?... Ik had den zin van dien sehaamteloozen brief moeten begrijpen en de politie waarschuwen! Ik was de bewaarster der fabriekik moest dus daar blijven, wat er ook gebeuren mocht en op mijn post sterven eerder dan dien te verlaten. Hoe heb ik dat toch niet begrepen? Ik was met den boosaardigen Jacques tegenwoordig, toen de kassier voor het vertrek van den heer Labroue rekening en verantwoording deed van de gelden der kasHoe is 't mogelijk? Ik heb er niet eens aangedacht dat de som van twee hon derd duizend franken, waarvan in den brief gesproken werd, juist het kapitaal der kas vertegenwoordigdeWaarom heb ik den dief en moordenaar het gezicht niet met de na gels verscheurd? Waarom heb ik mij niet aan zijn kleederen vastgeklampt met den uitroep: Houdt den dief! Den moordenaar! ware eene uitkomst voor mij geweest! Veel beter honderdmaal de dood dan te moe ten leven onder den druk van zulke monster achtige beschuldiging, zonder in staat te zijn mijne onschuld te bewijzen!" Jeanne's alleenspraak werd door Georges onderbroken. „Mamaatje," zeide het kind, „ik heb zoo*n honger". Dat was een zware slag voor het hart der ongelukkige moeder. Haar zoon had honger! En hoe zou zij dien honger stillen? Haastig stak zij de hand in den zak, ho pende daarin een portemonnaie te vinden met eenige franken. Ildele hoop! Zij had hare portemonnaie in hare kamer op tafel laten liggen. Slechts drie stuivers was zij rijk. „Alles spant tegen mij te zaamzuchtte Jeanne. „Alles verdrukt, alles verplettert mij „Mamaatje ik heb zoo'n hongerzuchtte het kind. „Wij moeten onzen weg nog voortzetten, lieveling", antwoordde Jeanne met benepen hart, terwijl bittere tranen over hare wan gen biggelden. „Weldra zullen wij een of ander dorp bereiken, waar ik brood voor u zal koopen en een groot stuk chocolade. „Ik ben moe, maatjeIk kan niet meer loopen." „Dan zal ik u dragen lieveling." En Georges op den arm nemende, zette de ongelukkige vrouw haren weg voort. Zoo ging zij een uur lang vooruit, hijgend en bijna onder haren last bezwijkend. Eindelijk bereikte zij den zoom van het bosch en op eenigen afstand ontwaarde zij een dorp. Dit gaf haar nieuwen moedde ongeluk kige versnelde den pas. Op een honderd pas afstand van de eer ste huizen stond zij stil, zette haar kind op den grond neder, niet in staat het nog lan ger te dragenhare armen waren verlamd van moeheid en niet meer instaat eenigen last te torschen. „Loop thans aan mijne zijde, mijn jon gen", zeide Jeanne. Georges trachtte te doen wat zijne moe der van hem verlangde, doch viel weldra geheel uitgeput op den grond neder. TWINTIGSTE HOOFDSTUK. „Wilt gij hier op mij wachten?" vroeg Jeanne aan haar kind. „Dan zal ik eenig voedsel voor u gaan koopen". „Ja, mamaatje". „Zult gij niet bang zijn alleen in 't bosch?" „Neen, mamaatje." Madame Fortier keerde met haar kind in het bosch terug, aocht eene droge plaats on- der de boomen en legde Georges daar op een bedje van bladeren en mos neder. „Is 't zoo goed, Georges!" vroeg de moe der. „Ja, maatje", antwoordde de jongen wiens oogen weldra gesloten waren, terwijl zijn hoofdje van rechts naar links schommelde. Daar lag de kleine met zijn houten paard je op de borst. „Weldra zal hij inslapen," dacht Jeanne. „Dat is 't beste; zoo zal de lieveling mijne afwezigheid niet opmerkenSpoedig zal ik terug zijn". Georges sliep reeds. Madame Fortier richt te zich, zoo snel hare beenen haar dragen konden naar het dorp, dat op eenigen af stand gelegen was. In de nabijheid der huizen stond zij stil en wierp een blik op hare kleederen. De re gen had deze gedrenkt en zij waren met slijk bedekt. De haren vielen half losgerukt ordeloos op haar gelaat en schouders neder. Zij bracht eenigszins haar toilet in orde, reinigde zoo goed mogelijk hare kleederen en ging verder. In minder dan een kwartier uurs bereikte zij de huizen. 't Was nog zeer vroeg; nochtans begon men de winkels te openen en enkele dorpe lingen stonden op den drempel hunner wo ningen. Het ontging Jeanne niet dat men haar met een bijzondere nieuwsgierigheid aanstaar de en dit ontstelde de ongelukkige zeer. Met neergeslagen oogen vervolgde zij haren weg en trad weldra een suikerwerkwinkel bin nen, waar zij een stuk ehocolaad vroeg van vijf centen. De winkelierster keek Jeanne strak aan, terwijl zij haar bediende en scheen zich af te vragen of zij haar reeds vroeger gezien had. „Die hoort hier, niet thuis," sprak zij tot zichzelve na dit vruchteloos onderzoek. Daarop trad Jeanne een bakkerswinkel binnen en liet zich voor tien cent brood ge ven. Na deze geringe uitgaven bleef haar niets meer over. Met dit geringe voedsel hernam zij, ge volgd door de nieuwsgierige blikken van ve len, den weg naar het bosch.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1921 | | pagina 3