pene öioomaruKKCii Aotooa Tielea - Waalwjjk. VERSLAG SPORT. Eén proeforder overtuigt L[ Ei Schoondijke en ,8 middag naar Neuzen, Axel. Hulst.en Zaaaislag gebrasbt. Ten slotte wordt over Haasweert en Viake de provincie verlaten. Ia parlementaire kringen verwacht men, dat een vlootwet half October b\j de Tweede Kamer zal worden ingediend. «Het Vad.* meldt, dat mr. Treab voorzitter van den Nederl. en Indiechen Ondernemeraraad wordt. Het beatnnr van den Nederl, en Indiechen Ondernemeraraad zal in Nederland en wel in Den Haag zjjn zetel krygeD, Dit baston', dat nit een groot aantal leden zal bestaan en waarvan alleen nog de vooraitter mr. Treab werd benoemd, zal worden samen gesteld door de lichamen, die tot de in stelling van den raad het besluit hebben genomen, t, w, de meeste maatschappijen, die in relatie staan met Indtë, als daar zij de atoom raartmaatschappijen, de Koninklijk? Maatschappij tot Exploitatie van Petroleum- brannen in Nederl.-Indië, de Billitoo-Maat. schappij ea *11® cultuur-maatschap pijen. Het doel van den Nederl. en lndiichen Oadernemersraad isbehartiging van d belangen van het in Iodië gestoken kapitaal. Naar «Het Centrum0 verneemt, heeft de Baad van Commissarissen van de N. V. «De Volkskrant* besloten met 1 October a.s. van het anderdaagsoh verschijnend blsd een dagblad te maken. Vandaag verschijnt «Vandaag*, het gr'illustreerde ochtendblad, voor de laatste maal. Het eerste nnmmer verscheen op 26 Juli jongstleden. V erslagen Catal o gi Kant o orboeken Cou P anten Aan d eelen B r iefhoofden Circ u laires Brief k aarten Liniëerwerk Etik e tten p egisters Re k eningen Prijsnot e eringen Loo n lijsten Handelsdrukwerk E nveloppes T abellen Memor a ndums Tij d schriften Fo P muiieren Bonbo e ken Obligatie s enz. enz. Aanbevelend, Waalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen. der Kamer van Koophandel en Fabrieken te Waalwijk, betreffende den toestand van den handel, de nijverheid, de scheepvaart en van den land- en tuinbouw over het jaar 1920. (Vervolg.) Diefstallen, tengevolge van slechte controle op de goederenbureaux van spoor, boot en tram, kwamen nogal eens voor. Al valt over het geheel een kleine ver betering te constateeren zoo moet er toch veranderd worden, wil de toestand goed heeten. In aansluiting met hetgeen wij boven reeds over de schoenmakerijen in het algemeen schreven mogen hier nog de mededeeling van particuliere zijden volgen: Men schrijft o.a. Het jaar 1920 gaf voor de schoenindustrie vele en groote teleurstellingen. Liet het zich aanvankelijk goed aanzien en moest in de eerst maanden zelfs overgewerkt worden, de drukte begon al spoedig te luwen en na Pinksteren trad een algemeene slapte in. Ofschoon tengevolge van de daling der leerprijzen ook de prijzen van schoenen beduidend verlaagd werden, wilden de (bescheiden quantum paardenhuiden in te werken. In wordt door het z.g. Rundbox, ben ik toch in het begin ^ran dit jaar, dus in 1921, er weder toe overgegaan een den lederhandel, waarop ik mij thans meer speciaal toeleg, werd voortdurend nogal omgezet. Naar een vaste prijs-basis zou echter moeilijk gekocht en verkocht worden. Oost-Indische Huiden. Ook voor den handel in bovengenoemde huiden is 1920 een veelbewogen jaar geweest. De abnormaal hooge prijzen van dit artikel, wij wezen er reeds vroeger op, konden onmogelijk op den duur gehandhaafd blijven. De daling in deze huiden kwam echter niet zoo plotse ling en met zulke sprongen, als b.v. bij het Inlandsch artikel. In de eerste helft van 1920 ging de daling slechts langzaam, doch des te sneller tegen het najaar, wat evenwel niet belette, dat toch nog flinke kwantums werden aangevoerd en afgezet, vooral toen importeurs de noodzakelijkheid inzagen, om ook op hunne beurt 1 meerdere concessies te doen. Zoo bedroegen b.v. te Am sterdam de aanvoeren uit de eerste hand 270.000 stuks runder- en buffelhuiden en te Rotterdam circa 110.000 stuks. Op 31 Dec. bedroegen de voorraden op eerstge noemde marktplaats ongev. 180.000 stuks tegen 32000 stuks in Rotterdam. Betaalde men in 1919 voor Bata- viarunderhuiden in de wichten van 2£ tot 3 K.G. 4.30 hom Franc Uriev* fra winkeliers toch nog niet koopen en ook het publiek Prlanede deze soort kocht slechts het hoog noodige, denkende, dat de prijzen -£1r K(ï/' a nog steeds lager zouden gaan. In September kwam de groote concurrentie van schoenwerk uit Slowakye, dat, tengevolge van de lage valuta, een scherpe concurren tie voor het Hollandsch Fabrikaat was. In de winter maanden werd dan ook op de meeste fabrieken de pro ductie sterk ingekrompen en menige fabriek in Decem ber stop gezet. Na. Januari kwam er gelukkig wat op- j leving en vonden vooral de betere artikelen goeden j aftrek. De betalingen der afnemers lieten vooral in het j najaar veel te wenschen over, wat een gevolg was van i te grooten voorraad, slappen verkoop en beperking van j het Bankcrediet. Toch zijn er gelukkig weinig faillisse 2.10 2.15, alzoo eene daling van circa 50%. Soera- baya's van 31 k K.G. liepen van 4.15 A. 4.25 tot 2.00 A. 2.10 terug; met de andere soorten ging het schier evenzoo. De buffelhuiden moesten het in 1920 nog veel meer ontgelden. Deze liepen naar gelang van kwaliteit en gewicht van 0.80 tot 1.10. In Java geite en bokkevellen ging, wegens de hooge vraagprijzen, aanvankelijk weinig om. Tegen het einde fles jaars, toen aanzienlijke verlaging ook in dit artikel een gebiedende eisch bleek, gingen groote voorraden van de hand, zoo dat er zoo goed als geen voorraad meer overbleef. Be driegen de teekenen ons niet, dan breekt echter voor de markt in Oost-Indische huiden weer eene betere virkt No'm niettu tentet He alt H Zand P*k,l gelen Eiste I menten van beteekenis voorgekomen. Men begint wat j meer vertrouwen in de toekomst te stellen en te hopen, I omws aan' n< dat het ergste voorbij mag heeten. I Wcst-Indischc Huiden, hoofdzakelijk La Platei s. j De markt in bovengenoemde huiden, het artikel bij Leerlooierijen. j uitnemendheid voor onze zoolleerlooierijen biedt gedu- meldt i rende 1920 een zeer bewogen aspect aan. De fabelaeh- Begii Ab Met Betreffende den toestand der leerlooierijen men ons het volgende: Het jaar 1920 was voor de looierij in de eerste helft bevredigend. Het vertrouwen heerschte algemeen, dat de vraag naar zooileder zou blijven aanhouden en toe nemen. Plotseling echter gingen in het 2e halfjaar de lederprijzen met vlugge schreden achteruit en moesten de duur ingekochte huiden verre beneden de productie kosten worden afgegeven. Hierdoor werd de winst van het le halfjaar door nog grootere verliezen in het 2' halfjaar overtroffen, zoodat het jaar 1920 voor de mees te looierijen beduidende verliezen heeft opgeleverd. De toestand voor 1921 ziet er niet beter uit. Alhoewel de productie sterk is verminderd, vele fabrieken zelfs sinds geruimen tijd niet meer inwerken, blijkt de voor raad leder nog meer dan voldoende, om aan de vraag te voldoen. De lage valuta's, waardoor import van leder mogelijk gemaakt wordt, doch export geheel uitgesloten is, zijn met den algemeenen wereldtoestand de hoofdoorzaken van den slechten gang in zaken voor de looierij. Zoolang deze toestand bestendigd blijft, is ook voor de toekomst geen verbetering te verwachten. Eene andere groote firma alhier zegt Het jaar 1920 liet zich voor de Lederindustrie in het begin niet ongunstig aanzien, doch spoedig kwam er een stilstand in den verkoop door het afbrokkelen der kuidenprijzen en werd het vertrouwen in de ledermarkt ten zeerste geschokt. Wat deze week gekocht werd, was de volgende week te duur. De afbrokkeling der huiden- prijzen ging (wat niemand had durven voorspellen) tot ver onder vredesprijzen (50%) zoodat op voorraden groote verliezen geleden werden. Een vaste marktprijs voor het product was er in de 2' helft van 1920 niet; er werd zelfs aan prijzen verkocht, die gelijk stonden met het looiloon. Dit is natuurlijk te wijten aan liquidaties en te bange menschen. De reëële basis voor leder n.l. is: de laagste prijs van de huiden looi- en algemeene onkosten; daarbij is het niet aan te nemen, dat een huid geheel waardeloos wordt. Ook heeft de Hollandsche Leder-industrie door de lage valuta der omringende landen veel door import te lijden gehad. In tegenstelling met andere landen zooals Zwitser land, waar de invoer van leder nu verboden is; Frank rijk, waar de invoerrechten met 100% verhoogd zijn, nam of neemt onze Regeering geen maatregelen om de lederindustrie hier te lande te beschermen. Dit is zeer zeker te betreuren, daar deze industrie zich gedurende de oorlogsjaren krachtig heeft kunnen ontwikkelen, doch nu door de algemeene malaise en het euvel der reeds vermelde lagere valuta, voor een deel weer ten gronde dreigt te gaan. Het ware dus te wenschen, dat de regeering spoedig maatregelen trof om alsnog rech ten in een of anderen vorm te heffen. Het jaar 1921 heeft zich door verdere daling slecht ingezet. Nu echter begint de prijs van de huiden weer op te loopen en gelooven wij, dat wanneer de algemeene toestand zich verbetert, de lederindustrie, zonder noch- tans abnormale winsten op te leveren, zich zeker zal i beteren, mits de régeering de noodige maatregelen treft. Nog eene: j Het jaar 1920 was voor onze industrie geen voordee- lig jaar. Was het vooruitzicht in het begin des jaars j hoopvol, al spoedig kwam daarin verandering en brok- keiden de prijzen van lieverlede dermate af, dat wij slechts verliezen op den voorraad goederen konden hoeken. Daar wij, ter wille van de verscheidenheid van onze artikelen, steeds een grooten voorraad moeten houden, was door den teruggang der prijzen voor ons de balans van 1920 niet voordeelig. Van export kon door de lage valuta der naburige i staten geen sprake zijn, terwijl de mailaise in de bin nenlandsche industrieën aanleiding was, dat onze ver koopen dit jaar niet zijn vooruit gegaan. Wij hopen en vertrouwen echter, dat de toekomst ver i andering ten goede zal brengen. Ten slotte uit Besoijen: Door den abnormaal hoogen prijs der paardenhuiden I in het begin van 1920 n.l. 38 a 40.— per stuk, heb ik gedurende 1920 zoo goed als niets ingewerkt en mij er toe bepaald in te looien, wat nog voorradig, en ver der af te werken, wat reeds ingelooid was. Alhoewel de paardenleerlooierijen niet veel meer beteekenen, om reden het artikel paardenleder steeds meer verdrongen tige, door niets gemotiveerde prijzen van 1.50 a 1.60 per -i K.G. voor de prima soorten, zouden eindelijk tot het verleden gaan behooren. De daling echter zette niet zoo spoedig in als men zulks gehoopt of gevreesd had. Het was eerst na de bekende hootwerkersstaking en tijdens de algemeene dépressie in de V.S., dat de prijs- basis der huiden begon te wankelen en de huiden de dalende lijn van vele andere artikelen begonnen te volgen. Einde 1920 stonden de prijzen der meeste soorten Buenos-Ayres droge ossen van 8/10 Kg. 70 75 ets. ongeveer op het niveau van voor den oorlog, dns van 1914. Alsdan golden: Montevideo droge ossen van 10/12 Kg. 75 a 80 ets. Urugay droge ossen van 12/15 Kg. 75 it 80 ets. id. id. id. droge koe van 8/10 Kg. 70 it 75 ets. id. id. id. droge koe van 10/12 Kg. 70 a 75 ets. id. id. id. gezouten ossen 20/25 Kg. 65 k 75 ets. id. id. id. gezouten ossen 25/32 Kg. 65 it 70 ets. id. id. id. gezouten koe 14/20 Kg. 60 k 65 ets. id. id. id. gezouten koe 20/25 Kg. 60 it 65 ets. alles per halve kilo. Met het scheiden van 1920 hield de daling niet op, integendeel, zij zette zich steeds en belangrijk door, zoodat er sindsdien van een vaste basis moeilijk meer gesproken kan worden. Eigenaardig mag het heeten, dat de daling zich bestendigde in weerwil van het feit, dat het deficit der slachtingen op een gegeven moment aan het einde des jaars vergeleken bij die der vooraf gaande campagne, circa een millioen stuks bedroeg. Sinds in de laatste maanden de lederindustrie zich een weinig herstelde, komt er meer stabiliteit in de prijzen en zijn deze met 10 a 15% zelfs weder gestegen. Trouwens de West-Indische huid blijft een onmisbaar handelsartikel; desniettemin zullen naar menschelijke berekening, de onzinnig opgedreven prijzen van 1919 wel niet meer bereikt worden. Te betreuren is het, dat Rotterdam, dat zoo aardig op weg was voor deze huiden een groote markt te wor den, in 1920 zijn aanvoeren geleidelijk zag afnemen, 't Is te vreezen, dat het als marktplaats voor W. I. hui den zijn beteekenis verloren heeft en, voor deze streken althans, Antwerpen, Havre en Londen weer de voor naamste stapelplaatsen zullen zijn. Inlandsche Huiden en Vellen. Het jaar 1920 is voor den handel in bovengenoemde huiden zeker een der slechtste, zoo niet het allerslecht ste geweest, waarvan in de annalen der huidenmarkt gewaagd wordt. Kapitalen zijn in dat jaar door schier allen verloren, doch in zonderheid door hen, die in de 1' helft des jaars niet konden of wilden verkoopen. De abnormaal hooge prijzen van 70 A 76 ets. voor koehui den, 100 tot 105 ets. voor pinken, 170 tot 180 ets. alles per pond voor kalfsvellen, waarmede de markt einde 1919 sloot, zouden niet lang gehandhaafd blijven. Na het einde der bekende bootwerkersstaking, dat was in Maart, scheen het of alle zaken in eens tot stil stand gedoemd waren. Amerika, waar inmiddels in tal van artikelen een gevoelige baisse was ingetreden, Amerika de voornaamste afnemer van onze om haar kwaliteit terecht geprezen inl. huiden en vellen trok zich geheel van de markt terug, terwijl Duitschland, uitgeput door den oorlog, en neergedrukt door de lage valuta, slechts onbeduidende quantums betrok. Reeds einde Maart waren de prijzen van schier alle artikelen met 10 a 20% verminderd, doch ook aan die lagere no teering viel zoo goed als niets te plaatsen. Toen in Augustus de kalfsvellen kwamen op 1.de pinken op 0.70 en de vette vellen op 0.90, scheen de handel weer iets te willen verlevendigen, doch het werd spoe dig weer door stilte gevolgd. Sinds September bleven op 2.per stuk. NUM Ook de bontvellen moesten het ontgelden. Bunsings daalden van 18 tot 5., tamme konijnen van 5.5D tot 1.50 per Ko., wintermollen van 1.20 tot 0.30 Op dit oogenblik fs de handel iets levendiger. Hierovei WOEI echter kan eerst in een volgend verslag nader geschre ven worden. Handel in Buitenlandsch Zool- en Overleder. De geweldige terugslag op de exotische en inlandsch huiden en vellen deed haar invloed natuurlijk ook ge voelen op de ledermarkt. Reeds vroeger meldden wij hoe de prijzen van inlandsch kuipgelooid zoolleer ei vache-lissée te lijden hadden van den enormen impori van Amerikaansch zooileder, dat, hoezeer ook van min dere kwaliteit, door tal van schoenfabrikanten om dei schijnbaar billijkeren prijs gretig gekocht werd. Dat velen dezer fabrikanten later met dit leder bittere er varingen opdeden, spreekt haast van zelf en te begrij pen is het mede dat sommige handelaars in Ameri kaansch zoolleder tenslotte zoo goed als niets meer kon den afzetten en zware financieele verliezen leden. Door de concurrentie gedwongen, moesten onze leerlooiers er t?' ten slotte wel toe overgaan aanzienlijke concessie's 05 f de lederprijzen toe te staan, wat ook voor hen slechts verlies beteekende, aangezien het leder gelooid was vat nog abnormaal dure huiden en looistoffen. Het is schier ondoenbaar een overzicht te geven van de buitenland sche zool- efi overlederprijzen, aa.ngezien deze zich toet slechts zelden en dan nog maar voor zeer korten tijd op een vaste basis bewogen. Wat de invoer van buiten landsch zoolleder en huiden, croute en. zoolleer afval beteekent, zij vermeld, dat van 1 Jan. '19 tot 1 Sept, 20 in ons land werd binnengeloodst 4.000.000 Ko. tei waarde van circa 14.500.000 gulden. Hiertegenover staat slechts een uitvoer ter waarde van 4.700.001) De invoer aan overleder bedroeg in datzelfde tijd perk 1101176 Ko. ter waarde van 20327331, tegenover een uitvoer ter waarde van 3.622634 gulden. 1920 betaalde men ongeveer voor: Amerik. Croupons prima waar 5.80 per Ko, Amerik. halzen prima waar 1.65 per Ko, Amerik. liezen prima waar 1.30 per Ko In 1921 1" kwartaal waren de prijzen resp. terugge loopen tot 2.25, 0.90 en 0.65 per Ko. Voor Duitsch zoolleer en vache-lissée betaalde mei begin 1920: Croupons Mark 95 tot Mark 125, ander zoolleer 80 tot 95 Mark per Ko. Op gelijk tijdstip in 1921 waren deze prijzen respect. 75 tot 95 en 70 tot 85 Mark per Ko. Amerikaansch overleder, in beseheiden quantums aangevoerd, bleef tamelijk prijshoudend. Prima Amerik. Chroom gold tot 1.80 per vierk. voet Voor minderwaardige soorten bestond geen vastr marktprijs. Duitsch Boxcalf zwart gold 1.per vierkante voet Duitsch Boxcalf bruin gold 1.25 k f 1.60 p. vierk. v Lak daalde van 3.50 a 4.20 in 1920 tot 1.50 s 2.75 in 1921 per vierk. voet. Box-rund van 1.85 a 2.15 in 1920 tot 0.60 k f l.lt in 1921 per vierk. voet. Chroom van 2.75 a 3.50 in 1920 tot 1.00 A 2.25 in 4921 per vierk. voet. Bazaan van 0.50 A 0.90 in 1920 tot 0.20 A 0.25 in 1921 per vierk. voet. Goede sortimenten werden slechts sporadisch aange boden. Goudleer kostte 3.A 3.50 per vierk. voet, Goud en zilver brocaat 15 A 20 per Meter. Algemeen verwacht men, dat de handel in bovenge noemde artikelen van lieverlede in normale banen ge leid zal worden. Inlandsch Zool- en Overleder. In aansluiting met hetgeen wij reeds in ons vorig hoofdstuk schreven, kunnen wij vermelden, dat gedu rende de eerste maanden van 1920 er nog al levendigs vraag was naar croupons van Nederlandsche looiing Vooral zware croupons genoten de attentie; lichts vonden moeilijk plaatsing. Door concurrentie echtet van Duitschland en België, in verhand met een terug loopende markt voor exotische huiden, kon de prijs van circa 6.25 niet gehandhaafd blijven en liep deze vrij spoedig terug tot 5.per Ko. Daar voor velen ook deze prijs voor prima waar nog te hoog was, nam de vraag naar liezen en afval gesta dig toe. Lichte liezen in prima qualiteit golden l.lt tot 1.30, zware 0.90 en halzen tot 0.80 per K.G Kuipgelooid zoolleer, voor de machinale schoenfabri katie, wegens den uitpoets minder geschikt, was onge veer 10 tot 15% goedkooper dan bovenvermelde crou pons in vache-lissée. Zij golden ongeveer 3.20 k 3.40 3 per K.G. In inlandsch overleder was, door gebrek aan goede van pres! 1921 ging deze de waar veth 't geve laag schli kern iets loftu ja»«! men enz. beel ea t dan denl hij van O Frai Kar held echs saks of s P man bijn die stal vori buitenlandsche soorten, nogal veel vraag. Vooral ge kleurde overleders genoten de attentie; doch ooi zwarte inl. boxcalf, box-Java en box-runds werdet levendig gevraagd. Ondanks die levendige vraag liepei toch de prijzen beduidend terug. Ook schapen vellet waren een gewild artikel. De prijzen dezer artikelei waren ongeveer gelijk aan die in ons vorig hoofdstuk vermeld in de laatste kolom. Zwaar vetleer kosttf 1.50 a 1.90; inlandsch tuigleer 1.30 per pond. Inlandsche Schors. Vreemde Looimiddelen. Doordat in 1920 meer buitenlandsche looimiddelei vrij kwamen en verhandeld werden, liepen de hoog) schorsprijzen van 1919 snel terug tot 50% zelfs benedei het niveau der vorige campagne, gelijk blijkt uit onder staande opgave. 1919. 8.— k 7.— a 6.— a 9.50 8.00 8.00 1920. 4.50 k f 3.50 k 3.- ft 5.— 4.25 4 Graafschapp. schors Veluwer schors Noordel. gewonnen alles per mud of 65 Ko. (vrij stroom). De kosten van boord tot looierij waren ongeveer 0.70 per mud. In vreemde looimiddelen ging wegens de slapte in de looierij lang- niet zooveel om als het vorige jaar en daar de prijzen maar aldoor réculeeren om bij het einde van van sommige soorten de aanvoeren nogal ruim waren, 1920 ver beneden de vroeger welbekende „maximum- j liepen de prijzen zeer terug, prijzen" te staan, nl. koehuiden circa 30 cent, stieren j Einde 1920 werden aangeboden 25 a 30, pinken 50 a 55, vette vellen 55 A 60 ets. per vioeib. Quebracho-extr. 30% 22.50 35% A 30.- pond. j Mimosa 30% A 24. 35% k f 30.— Voor paardenhuiden, eenmaal tot 40 opgedreven,Myrabolanen 25% k 16.50 besteedde men einde December nog 15.tl 16.—. i Nog was echter het laagste punt niet bereikt. In 1921 j zette de daling zich nog steeds voort, zoodat op een ge geven oogenblik de koehuid slechts 15 ets., de stier- j huid 12, een pink 25 en een vet kalsvel 30 k 35 ets. per pond halen kon. Paardehuiden kwamen tot op 10. Prima geiten eenmaal 10 h 11 op 2.25, schapen niets om. Enkele chemische artikelen golden als volgt Kal. Bichroinaat 135. Caust. Soda 76% 30.- Negrosino in stukken 3. In Fransehe en Belgische schors ging zoo goed alf "é&m 33 Men herinnert zich het optreden van Peeters inzake het kampioenschap van Ne derland dat verreden zal worden op de T. W. E. M. en waarover de geheele Nederl. pers geschreven heeft. Peeters wilde op 15 Augustus niet in de finale rijden en nu mag hij niet meer rijden, als straf door de N. W. B. hem opgelegd. De finale om het kampioenschap wordt a.s. Zondag 11 Sept. op de T. W. E. M. ver reden tusschen Maizairac, Willems en een van het vijftal Kloppenburg, Belmer van Duinen, Leene, Kossen en Krijgsman, die daarvoor eerst moeten kampen. Op den wedstrijd 14 Aug. was bij de de mi-finale Mazairac de snelste over den ge- heelen afstand en Willems de snelste over de laatste 200 M. Het zal derhalve een spannende strijd worden. Behalve deze wedstrijden komen er inte ressante nummers achter groote motoren. De Duitscher Nettelbeck is al bekend te Tilburg als een snelle renner ook zoo Schlabaum en als derde komt Lejour, die Maandag door het publiek zoo luide werd toegejuicht. De jongste stayer der wereld, de ster dei- wielerbaan dwong niet alleen de bewonde ring af van het publiek, doch de andere stayers stonden verwonderd over de groote snelheid waarmede hij reed. Verder zal de Tilburger Paijmans de uit daging aanvaarden van Turkman uit Zut- fen, waarbij beiden natuurlijk alles op het spel zetten om te winnen. Aan de Directie der Wielerbaan was al gemeen verzocht de programma's korter te maken. Dit heeft zij voor a.s. Zondag ge daan en daarom alleen interessante num mers pp het program geplaatst. Daardoor verkreeg zij twee voordeelen. Eerstens behield zij alleen speciale num mers en tweedens was zij door de mindere onkosten ook in staat de prijzen lager te stellen, zoodat het publiek voor uiterst ge ringe prijzen gedurende ruim drie uur van uitsluitend interessante sport getuige kan zijn. Men zie de advertenties. Het zal er dan ook aanstaanden Zondag- enorm druk zijn. Met het oog op het Kam pioenschap van Nederland worden thans reads van verre plaatskaarten tegen a.s. Zondag besteld. r f 2.1ft t 2.15. al zoo PPnP daline- van circa 50%. Soera- JilU. UuivU iAVll. A tr J j kei set kei kU de: va evt aa m< Uj di aa oc de in ke le< de m in w ai k< dl di li CU

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1921 | | pagina 10