Eerste Blad.
De Portierster
van Alfortville.
i„N00RD-BE,ABAND"|
WAALWUK.
Dames van Waalwijk en Omstreken
Stoomwasscherij „DE LELIE".
Neemt proef bij
Rath Co., Veghel.
IN
Dit nummer bestaat
nit DRIE bladen
Stoomwasscherjj
„Het Groenewond",
GEREGELD
MAANDAG
WAALWIJK
Dit ons Parlement.
LANDFOUW.
BINNENLAND.
FEÜILLETOM
Maatschappij van Verzekering op het Leven.
NUMMER 85.
ZATERDAG 5 NOVEMBER 1921.
m JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND.
Abonnementsprijs per 8 maanden f 1.86.
Franco p. post door het geheel® rijk 11.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.,
ïranco te zenden aan den Uitgever.
Teief. 38.
WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHB COURANT.
UitgaveWaalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tielen Telegr.-Adre» i ECHO.
Prijs der Advertentiën:
80 cent per regel; minimum I l.M.
Reclames 48 cent per regel.
De vracht-auto der
komt
9641 eiken
tot het thuisbezorgen en ophalen
der wasscben
A. KNEGTEL, Tilbubg.
Vraajt Prijscourant. Vracht gratis
van „De Echo van het Zuiden".
49).
Opgericht
1843;
Verzekerd Kapitaal
Reserve
25.586.757.—
3.113.7o7.-
Verscherpte maatregelen aan de grens I
Uit Zevenaar wordt aan de /fel." ge
schreven
De controle in Dnitschland op Holland-
sche inkoopers, die al sear verscherpt was,
is cadert vandaag nag in belangrijks mate
toegenomen, Op het oogenblik hebben de
beambten aan de grensstations op Dnitsch
gebied sich stipt te honden aan de han
verstrekte instructies, welke zoo strengen,
dat schier alle naar ons land gaande passa
giers weder aan den ljjve aan een minnliens
onderzoek worden onderworpenzelfs de
schoenen moeten de meesten uittrekken en
ons werd heden door reizigers verzekerd, dat
byna alle ingekochte goederen onverbidde
lijk in kaslag genomen worden. Men be
grijpt, dat het onder dezo omstandigheden
streng moet worden ontraden, de grens over
te gaan om inkoopen te doen. Men ver
zekerde ons, dat een speciaie recherche
dienst is ingesteld om de straten en winkels
te controleeren. De burgerij in Dnitschland
die aanvankelijk een afwachtende houding
aann&m. vere9nigt zich nn volkomen met
deze maatregelen.
Wij vernemen voorts, dat heden eenige
nienwe beambten aan de grens zijn ge
plaatst ten einde het onderzoek op bekende
heen en weder reizende personen te kunnen
toepassen.
Men seint uit Weltevreden
De Britsch-Indische gewezen suiker
nabob Ganyhadjeeahmod is onherroepe-
lijk failliet verklaard.
De activa, bestaande uit hotels en
VuSle eigendommen te Soerabaja worden
getaxeerd op f 6.871.000, waar tegenover
een hypotheekschuld staat van fl.200.000
een preferente vordering van de Handels,
bank van f 3.900.000, het Gouvernement
moet wegens O.W.-belasting nog
f 2.300.000 ontvangen en de concurrente
crediteuren vragen f8,900.000.
De vordering van de preferente cre-
dlteuren kan waarsch^nlijk ten volle
betaald wordende vooruitzichten van
de concurrente crediteuren zijn hopeloos.
De collecte, onlangs in alle open
bare kerken en kapellen van het Bisdom
van Den Bosch gehouden, tan bate der
K. S. A., heeft opgebracht de som van
f 11381,25.
»e MO VAN BT ZUIDEN.
Grondwetsherziening.
Verwachtingen en uitkom
sten. Beroepsorganisatie
in ons politieke leven.
Parlement, koningschap en
processieverbod.
Toen in November 1918, als de heer Troel
stra het uitdrukte, de donder der revolutie
over de velden rolde, nuchterder gezegd,
toen door de Duitsche "revolutie, die van de
Duitsche nederlaag het gevolg was, ook el
ders nieuwe verlangens en nieuwe verwach
tingen gewekt werden en revolutionaire ge
voelens zich niet onduidelijk uitspraken,
begreep men in ons land, ook in onze Volks
vertegenwoordiging de noodzakelijkheid van
hervormingen en van z66 ingrijpende, dat
een Grondwetsherziening er slechts een
poovere benaming van kon zijn en zij een
geheelen ommekeer zouden brengen niet al
leen in ons politiek maar ook in ons oecono-
miseb leven.
Van dit inzicht is ook de thans aan de
orde gestelde Grondwetsherziening een
uiting.
Maar de berg heeft een muis gebaard.
Minister Ruys zelf moest toegeven, wat
door zijn medesanders als de heeren -Schok
king, Rutgers en Kolkman reeds was be
toogd, dat deze herziening er geen was van
wijde strekking. Alleen ontkende hij, dat
een dergelijke herziening ooit in de bedoe
ling der regeering gelegen had. In Novem-
ber 1918 had de regeering trouwens geen en
kele belofte of mededeeling gedaan. Eerst
in December bij de behandeling der begroo
ting voor 1919 had zij gesproken. En het
toen ontvouwde program was grootendeels
ZES EN VEERTIGSTE HOOFDSTUK.
De sleutel draaide in het groote slot en
dc deur rolde op hare hengsels.
De zusters trotseerden de sneeuw, die in
zware vlokken nederviel, traden over het
binnenplein en bereikten de ruimte tussehen
de twee omheiningsmuren, waar een andere
knecht haar de deur opende.
Tien minuten na haar vertrek werd ar
zacht geklopt aan de deur des vertreks,
waar wij ons zooeven bevonden. De bewa
ker zag eene zuster voor zich en opende.
„Ozeide hij, „het is zuster Philomena.
•Ta, ik weet er alles van. Ga door zuster
W.at is het een ellendig weer. Om zes uur
's morgens een kilometer ver door de sneeuw
loopen is nog zoo prettig niet
De zuster neeg het hoofd zonder te ant
woorden en wendde zich tot de deur die
geopend werd.
Een oogenblik later werd ook de buiten
deur achter haar gesloten.
Jeanne was vrij
Zóu deze vrijheid echter wel van langen
duur zijn?
Wij zullen weldra de gelegenheid hebben
onze lezers daaromtrent in te lichten, doch
voor het oogenblik moeten wij vier maanden
in ons verhaal terugkeeren om ons naar
New-York te begeven bij Jacques Gérard, of
liever bij Paul Harmant, den grooten in
dustrieel, die thans meermalen millionair is.
De gewezen meesterknecht van Alfortville
bereikte zijn drie en vijftigste jaar.
Zijne dochter Mary, die hij met cindeloo-
afgewerkt, terwijl voor de grondwetsherzie
ning de regeering hoofdzakelijk de voorstel
len der Staatscommissie had gevolgd, daar-
alleen voorstellen betreffende de koloniën
en de verkiezing der Eerste Kamer aan had
toegevoegd.
Maar, meende de heer Troelstra, wanneer
de regeering destijds niet van plan was ge-
geweest, aan de bestaande verwachtingen
tegemoet te komen, dan had zij daaromtrent
een negatieve verklaring moeten afleggen.
Want bestaan deden die verwachtingen des
tijds wel en vrij algemeen. De heer Mer
chant vatte ze samen in de gedachtever
meerdering van den volksinvloed op de re
geering en van den invloed van de arbeiders
op het productie-proces en somde ze op
als bekorting van het recht van oorlogsver
klaring, geen vreemdeling op den Neder-
landschen troon, de vrouw als staatsburge
res op volkomen voet van gelijkheid met den
man, afschaffing van de Eerste Kamer en
waarschijnlijk van den Raad van State, in
voering van het volksreferendum enz.
En de heer Troelstra kondigde dienover
eenkomstig door de sociaal-democraten in
gediende voorstellen aan, die, als de heer
Van Ravensteyn het in de communistische
amendementen verdedigde, bij de bestaande
verhoudingen binnen het raam van het bur
gerlijk parlementairisme moesten blijven,
dus geen revolutionaire voorstellen konden
zijn. In het. algemeen wensehte hij het recht
op medezeggingschap van de arbeiders en de
rechten van de verbruikers ook in de Grond
wet vastgelegd te zien en betoogde de nood
zakelijkheid, dat oeconomische groepen een
deel van de taak van het parlement over
namen en beroepsorganisaties van allen aard
ingeschakeld werden in ons staatsleven en
onder controle van het v?>lk en leiding van
het politiek parlement meewerkten. De po
sitie van dit parlement tegenover de regee
ring achtte hij bovendien zwak doordat het
niet het recht had inlichtingen te eischen,
niets te zeggen had bij de voorbereiding der
wetten en niets over buiten-parlementaire
lichamen alsHoogen Raad van Arbeid, Nij-
verheidsraad, Mijnraad, Onderwijsraad, enz.
Ten aanzien van het koningschap nam hij
ongeveer dezelfde positie in als de commu
nist van Ravensteyn, die ook begreep, dat
zoolang liet Oranjehuis bestaat, er weinig
tegen te doen valt, maar na de uitsterving
een republiek de natuurlijkste staatsvorm
voor ons land achtte. Zij kwamen hiermee
in de buurt des heeren v. d. Laar, die zich
als calvinist-republikein bekende. Alleen
voelde deze blijkbaar wat warmer Voor het
regeerend vorstenhuis.
Veel minder eens waren deze heeren het
over de opheffing van het processieverbod.
De heer Troelstra zag daarin de toekenning
van een recht aan de Katholieken, dat ook
anderen bezaten. Maar de heer Van de Laar
betoogde, evenals de heer Schokking, dat de
processie een openlijke Godsvereering was
en daarmee de katholieke kerk de straat
voor zich opeischte. Het laten vallen van
deze voorgenomen wijziging nam de heer
Kolkman de regeering kwalijk.
ze teederheid beminde, was achttien jaar
oud.
Zij was een blond meisje, van bijzondere
schoonheiddoch de doorschijnende bleek
heid liarer wangen, de kring van azuur om
hare oogen getrokken mochten wel de vrees
inboezemen, dat zij de kiem der borstziekte
mededroeg, die hare moeder, de engelachtige
Noëmi, waarvan zij een sprekend portret
was, zoo vroeg naar het graf had gesleept.
Deze ziekte had nog geen zichtbaren in
vloed op het teere en schoone lichaam van
Mary uitgeoefendzij bleef echter steeds
dreigen en om aan deze bedreiging niet te
gelooven, sloot Paul Harmant de oogen.
Mary oefende een onweerstaanbaren in
vloed op haar vader uit.
Het was haar voldoende een verlangen te
uiten om het onmiddellijk vervuld te zien.
En zij spaarde op dit gebied haar vader
niet.
Mary was van nature zeer zonderling en
grillig; als eenige dochter, werd zij meer en
meer verwend en vaak uitte zij dwaze wen-
schen, waarvan zij de onmiddellijke vervul
ling eischte.
Op het oogenblik dat wij het meisje aan
onze lezers voorstellen, zat zij aan tafel, in
gezelschap van haar vader en Ovidius Soli-
veau, die sinds den dood van Jacob Morti
mer een huisvriend was geworden en de
erkende neef van den grooten industrieel.
Het ontbijt liep ten einde.
Mary sneed dunne schijfjes ananas en
maakte die met marasquin gereed.
Eensklaps onderbrak zij het gesprek, dat
haar vader met Ovidius over aangelegen
heden der fabriek voerde en zeide
„Vader, luister eens, en antwoord mij..."
Jacques Gérard wendde zich tot zijne
dochter.
„Wat is er, kindlief?" vroeg hij. „Wat
wenscht gij te vernemen?"
„Hoe groot heden uw fortuin is?"
Bij deze vraag wisselden de gewaande ne
ven een blik van verbazing.
Mary wachtte een oogenblik en vroeg dan
met ongeduld
„Waarom antwoordt gij mij niet? Geef
mij eerst bescheid op mijne vraag en dan
kunt gij u verbazen... Neef is op de hoogte
van al uwe zakengij hebt geene geheimen
voor hem... Zijne tegenwoordigheid kan dus
Maar deze verdedigde zich met de bewe
ring, dat de wijziging van art. 171, die de
financieele verhouding -tussehen staat en
kerk regelde, een te grooten financieelen
last op de schouders vau den Staat zou leg
gen.
Over de overwerkvergunningen, waarover
de beer Drion interpelleerde, hebben de hee
ren ook nog een oogenblik gesproken. Dooi
de arbeidersafgevaardigden ter rechterzij
werd minister Aalberse geestdriftig verde
digd.
Wat iedere maanr. te doen geeft.
(Ie helft N,,.ember).
Nadruk verboden.
Bewerk en bemest n iw aardappelland!
Als ge nu, en niet in voorjaar, uw stal
mest aanwendt, krijgt de lekkerste aard
appels. Op zand- en c grond kunt ge nu
ondiep bouwen, later, na den winter, dit
herbalen, om vóór het poten op diepte te
ploegen. Op de klei wordt het land veelal
vóór den winter reeds, plantbaar gemaakt.
De voeder- en ook de suikerbieten, die nog
in den grond zitten, moeten thans gerooid
worden. De suikerwortels gaan 't liefst da
delijk naar de fabriek. Is dit niet mogelijk,
dan worden ze op groote hoopen gestapeld
en door loof of aarde tegen vorst en uitdro
ging beschut.
Onze dieren zijn of komen op stal. De
staivoedering zal dezen winter méér dan
anders zorg geven. De veehouder doet na
tuurlijk zijn best de dieren in goede conditie
te houden. Tot die conditie hoort allereerst
de voedingstoestand. Men houdt de les van
Haubner voor oogen. „Waterig, weinig eiwit
bevattend voeder geeft een slap, weekelijk
lichaam, zonder kracht of toon". Voorts
zorge men, dat het dier zooveel mogelijk
zuivere lucht inademt, noch aan een te
hooge, noch aan een te lage en vooral niet
aan een sterk afwisselende temperatuur
worde blootgesteld, en dat het drinkwater
geen schadelijke bestanddeelen bevat. Meest
al voedert men driekeer daags, anderen ge
ven aan twee maal de voorkeur. Voldoende
tijd moet gegevöh worden voor het verteren
én het herkauwen, bij runderen en scha
liën Haubner rekent hiervoor ongeveer
4 uur, de ruimte tussehen twee voedertijden
neme men dus niet te kort.
Het fruit moet nu binnen zijn, behalve de
mispel. Deze laat men zitten, tot ze z.g. be
ginnen te rotten, alsdan is ze eetbaar. De
vrucht moet op een droge plaats bewaard
worden. Een goede bewaarplaats voor fruit
is niet steeds gemakkelijk te vinden. Wie
zeer veel fruit teelt, dus voor den handel,
moet 'n kleiner of grooter frulthuis hebben,
voorzien van dubbele wanden, dubbelen zol
der, dubbele toegangsdeuren, opgevuld met
zaagsel of strooisel, en dubbele ramen met
luikenverder van een betonnen vloer, 15
c.M. dik, en een ventilatie-inrichtingde
dakbedekking zij van riet. Wie zulk een
fruitbewaarplaats wil bouwen, vrage nade
re inlichtingen bij zijn Rijkstuinbouwleer-
aar. Wie fruit bewaart voor eigen gebruik,
zorge voordoelmatige ventilatiekoude
lucht beneden, warme lucht boven afvoeren
temperatuur even boven het vriespunt, zoo
gelijkmatig mogelijk; vrij droge, niet te
droge lucht, in 't laatste, geval sprenkelen.
Wees op uw hoede voor de nachtvorsten
Uw bloemkool en selderij, die zoo lang
mogelijk buiten blijven, brengt ge in een
bak onder glas, of in een drogen vorstvrijen
kelder. Dek uw schorseneeren met voldoen
de blad, als ge ze ten minste niet rooit en in
den kelder brengt; ge kunt ze dan bij stren
gen vorst nog afnemen. Eet uw schorseneer
als eenjarige groente, ze is dan malscher en
smakelijker dan als tweejarig gewas, die
wel veel grooter, doch ook harder is, Had ze
knolvoeten, trek dan de stronken uit en ver
brandt ze: kom daar de eerste 3, 4 jaar niet
weer met koolkalk den bodemVerdelg al
het onkruid, doe het op een hoop, opdat het
verstikt; geen onkruidzaden op de mest
vaalt Zie de groenten en vruchten in den
kelder wekelijks na, verwijderen wat rot is.
Uw fuchsia's kunt ge ook zeer goed in een
kelder overhouden, als ge geen andere plaats
hebtgeef in den winter geen watervorst-
vrij houdenDek uw struikrozen in de
perkjes met blad, zoodat ze er goed onder
zitten; liebt, ge er veel, dan met aarde, tot
even boven de oculatie. Stamrozen kunnen
geen strenge nachtvorst doorstaande stam
men buigt men door tot de kroon op den
grond ligt; een laag zand op de kroon en
daarop een laag blad. Is de stam dik, dan
vóór bet buigen eerst den grond rondom den
geesnzins eenigen hinderpaal bieden. Kom
zeg mij wat ik verlang te weten."
„Maar, waarom wilt gij dat weten?" waag
de Jacques Gérard.
„Waarom?Omdat ik het weten wil."
„Dat is geen reden."
„En ik vind ze voldoende... Ik wil, daar
ik wil. Welnu, antwoord dan."
„Luister, mijn kind; wij bezitten op dit
oogenblik schier vijf honderd duizend pond
rente."
„En dat vertegenwoordigt een kapitaal
van?
„Ongeveer tien millioen."
„Is de fabriek in de som begrepen?"
„Neen".
„Wat kan die waard zijn?"
„Een millioen... Aan dien prijs zou er wel
een kooper te vinden zijn."
„Wel verkoop ze dan."
De valsche Paul Harmant en Ovidius Soli-
veau staarden Mary verbaasd aan.
„Wilt gij dat ik mijne fabriek verkoop?"
vroeg Jacques.
„Ja, zeker".
„Maar
„Ik begrijp niet, dat er nog bedenkingen
gemaakt worden; ik acht u rijk genoeg."
Het jonge meisje glimlachte bij het zien
van het gelaat harer tavee toehoorders.
„Ik raad u zelfs aan." voegde zij er dan
weer bij, „de inrichting zoo spoedig mogelijk
van de hand te doen."
„Er kan toch geen haast bij zijn?"
„Wat I De zaak is zeer spoedeiseliend. Ik
heb egn plan gevormd, dat niet uitgesteld
kan worden."
„En dat plan is?"
„In Frankrijk te gaan wonen
De twee mannen voelden eene geweldige
huivering over hunne leden gaan.
„In Frankrijkherhaalde beiden te ge
lijk.
„Wel zeker, in Frankrijk, liet land mijns
vaders, en uw land, neef Ovidius!Uw
land is ook het mijneik bemin Frankrijk
zonder het te kennen. Ik wil Frankrijk zien,
in Frankrijk leven, in Frankrijk sterven
„Wat spreekt gij van sterven, liefste?" riep
Jacques uit, het lieve blonde kopje zijner
dochter aan de borst drukkend.
„O, ik beb nog geen plan daartoe. Dat
kunt ge wel gelooven," antwoordde het jon
ge meisje lachend. „Integendeel, ik wil niet
stervenHier zou ik jong naar het graf ge
bracht worden, want ik verveel mijIk
houd niet van Amerikamaar Parijs trekt
mij aan, Parijs, de stad der wonderenMij
dunkt dat ik daar gemakkelijker zal adem
halen dan te New-York, dat ik daar niet
meer die drukking zal gevoelen op de borst,
welke mij hier zoo vaak pijnigt."
„Liefste kind," hernam Jacques, „niets
verhindert ons onmiddellijk naar Frankrijk,
naar Parijs te gaan en daar twee, drie
maanden door te brengen."
„Neen, neen, dat niet!" klonk het storm
achtig uit Mary's mond. „Ik houd niet van
halve maatregelen. Mijn verlangen is dat gij
hier uw zaken aan kant maakt, uw gansche
fortuin tot geld maakt,, om dan naar Frank
rijk te vertrekken, zonder er nog aan te
denken hier terug te keeren."
■Ovidius kwam thans tusschenbeide.
„Deze werkplaatsen verkoopenriep hij
op onaangenamen toon uit. „Voor- goed dit
land verlaten!Maar dat zou dwaas
dat zou onzinnig zijn
„Het staat u vrij er over te denken, zoo
als gij wilt, neefGij kunt ook te New-
York blijven, zoolang, het u behaagt. Nie
mand zal u weerhouden, zoo gij hier leven
en sterven wiltIk sta er in het geheel
niet op u mede te nemen
Maar ik wil vertrekken en zoo ik niet ver
trok, zou ik sterven
„Nog eens dat woordsprak haar vader
droefgeestig. „Wat gaat er dan toch heden
morgen in uw brein om? Van waar die som
bere gedachten?"
„Ik weet bet nietEr gaat niets in
mijn brein omdoch ik kwijn weg van ver
veling, ik sterf, ik
Mary brak in een luid snikken uit.
Jacques drukte haar in de armen en een
dikke traan viel uit het oog van den ellen
deling op de blonde haren van het meisje.
„Wees bedaard, lief kind!" stamelde hij
met gebroken stemWees bedaard, ik
smeek er u omAI uwe wenscben zullen ver
vuld wordenWij zullen naar Frankrijk,
naar Parijs gaanMaar wat zullen wij
daar doen?
„Leven, zooals uw groote fortuin ons dit
toelaatwij zullen een hotel bewonen in
het schoonste gedeelte der stad, wij zullen
stam wat los maken.
Voor de huisvrouw„De slachttijd komt.
Slacht ge zelf niet, wacht u dan voor „fijne"
worst en „fijne? vleeselnvaren. Veel minder
waardig, zelfs bedorven vleescb wordt er
in verwerkt. Versch vleescb kan men nooit
lang goed houden, en bedorven vleesch is op
geen enkele manier meer goed te maken.
Versch vleesch moet frisch ruiken, friseh
van kleur zijn, noch te donker, noch te
licht't moet veerkrachtig zijneen indruk
met een vinger er op gemaakt, moet dade
lijk verdwijnen; 't mag niet te vellerig zijn
er mogen geen pezen doorloopen.
een gallerij van schilderijen koopen, paar
den, rijtuigenWij zullen iu de opera
onze eigen loge hebben en veel volk ontvan
gen
„Dit leven van niets doen zal ons niet
lang kunnen behagen. Weldra zullen wij ons
bitter vervelen."
„Nooit
„Mij zal het werk ontbreken, de bedrijvig
heid."
„Wilt gij dan nog langer werken?"
„Ja, steeds,"
„Waartoe, daar ge toch meer dan rijk ge
noeg zijt?"
,t Is niet om het geld, dat ik werk, maar
het werk is mijn geluk, mijn leven."
Mary staarde haar vader glimlachend
aan en zeide
„Wel! Indien het zoo is, dan ken ik wel
een middel om u tevreden te stellen."
„En dat is?"
„Wat verhindert u hier uwe fabriek te
verkoopen en een andere, volkomen aan deze
gelijk, in Frankrijk op te richten? Ziedaar
een heerlijke gedachte, niet waar, vader?
Gij zijt de grootste werktuigkundige en een
der eerste uitvinders van de Vereenigde
StatenDe naam van Paul Harmant is
beroemd gewordenIk zou mij gelukkig
achten in uw vaderland dezelfde positie te
zien innemen. De faam zal u daar ginds
volgen en weldra zult gij in Frankrijk even
beroemd zijn als in AmerikaZiedaar-
een roem, die benijdenswaardig is, en die ik.
uwe dochter, voor u benijd, vader."
ZEVEN EN VEERTIGSTE HOOFDSTUK.
Jacques Gérard had met -gefronste wenk
brauwen toegeluisterd.
Mary ging voort
„Gij zult in Frankrijk eene prachtige in
richting bouwen, even groot als die te New-
YorkDaar zult gij de oogenblikkelijk
werkende remtoestellen, welke gij uitge
vonden hebt, exploiteeren. Dat zal voor de
spoorwegen van onberekenbare waarde zijn
uw naam zal met eer en met roem herhaald
worden... De regeering zal hare aandacht
op u vestigen. Gij zult gedecoreerd worden
O, wat zal ik dan gelukkig en fier zijn!.,.
(Wordt vervolgd).