Eerste Blad,
De Portierster
van Alfortville
is
BRABAND"!
Dames van Waalwijk en Omstreken
Stoomwasscherij „DE LELIE".
Rath
Neemt proef bij
Co., Veghel.
Dit nummer bestaat
uit DEIE bladen
Uit ons Parlement.
fl
ill
Stoomwasscherjj
„Het Groenewoud",
GEREGELD
MAANDAG
WAALWIJK
FEUILLETON
53).
O et groote vraagstuk*
I Maatschappij va» Verzekering op het Leven, I
NUMMER 87.
ZATERDAG 12 NOVEMBER 1921-
■14e JAARGANG.
DB blad verschijnt
z
5 Sb
e;s-o
2 J H
a at dj au
a.
20700
Oranjeliefde. Monarchie
of republiek Troonopvol
ging in hel Oranjehuis en bij
ontstentenis van een troonop
volger. De positie der
vrouw en haar benoembaar
heid tot ambten. Geen ko
loniën meer
Ons volk is in zeer grooïe meerder
heid ongetwijfeld Oranjegezind. De heer
Troelstra merge op gezag van Fruin be
weren, dat die liefde voor Oranje in het
verleden meer haat aan de regentenfa
milies was tegenover wie men bij de
Oranjevorsten steun zocht en kreeg, hij
zelf moest toch de gehechtheid aan het
Oranjehuis erkennen als een feit waar
mee te rekenen viel eu dat ook de so
ciaal-democratische propaganda voor de
republikeinsche staatsvorm moest be
lemmeren.
Zelfs de heer Kolthek bleek voor de
historische beteekenis van den band
tusschen Nederland en Oranje niet blind,
al achtte hij, evenals Troelstra, de wer.
van ,J)e V.cho van het 'luider
eter, 38.
J
WAALWIJK3CKE. SN LANGSTRAATSCHE COURANT
UftgraveWaalwijksche Stoomdrukkerij An town Tielens Telegr.-A4re« ECHO.
kelijke verdienste van het Oranjehuis
voor ons land heel wat kleiner dan n\en
ze gemeenlijk aanslaat.
Deze niet te miskennen Oranjeliefde
die vooral in de rede van den heer
Van de Laar tot uiting kwam, maakt
het vraagstuk van monarchie of repu
bliek voor ons land van bijzonderen
aard. En bij de behandeling van het
hoofdstuk der Grondwet over de Troon
opvolging bleek dit dan ook in de Ka
mer op overduidelijke wijze. Het aantal
overtuigde monarchisten bleek niet zoo
bijster groot. Ook door mannen van
rechts werd het onomwonden uitgespro
ken dat men ook een republiek als een
goeden regeeringsvornt kon erkennen
Er waren er die niettemin aan een
constitutioneele monarchie de voorkeur
gaven, maar ook anderen, die vrij neut-
traal daartegenover stonden.
Maar allen waren het hierover eens
dat zoolang het Oranjehuis bestaat, ons
land een monarchie moet blijven. Zelfs
de sociaal-democraten en communisten,
de eenige overtuigde republikeinen,
schenen geneigd dat toe te geven of
waren althans zoo overtuigd van de
onmogelijkheid om tijdens het voort
leven der Oranje's aan de monarchie
een eind te maken, dat ze daarvan zelfs
niet repten,
De vraag monarchie of republiek bleek
dus alleen te bestaan voor het geval
het Oranjehuis was uitgestorven. En
deze vraag viel als 't ware in deze twee
uiteenwanneer men die uitsterving
moest aannemen en wat er na die uit
sterving, wanneer dus geen troon
opvolger meer aanwezig was, moest
gebeuren. De artikelen 10 en volgende
onzer Grondwet regelen deze materie.
De regeeringsvoorstellen tot Grondwets
herziening brachten daarin maar weinig
verandering. De regeering wilde, minister
Ruys de Beerenbrouck zei het uitdruk
kelijk, de Grondwet laten uitgaan van
den monarchalen staatsvorm. In zooverre
week zij af van de voorstellen der
Staatscommissie, die bij ontstentenis
van een troonopvolger een volksstem
ming over de te kiezen staatsvorm wilde
doen beslissen, terwijl het regeerings-
voör3tel in dat geval een koningskeuze
voorschre&L
De amendementen der verschillende
afgevaardigden, op deze regeeringsvoor
stellen in zake art. 10 en volgende in
gediend, brachten nu hun meer of min
dere republikeinsche neigingen tot uit
drukking. Er waren er, die het erfrecht
nog verder wilden uitbreiden dan de
regeering dat deed. De heer De Monté
Verloren gitig daarin het verst. Hij wou
de bestaande redactie handhaven en
aldus bij ontstentenis van afstammelin
gen van wijlen koning Willem 1 de
nakomelingen van prinses Carolina,
zuster van wijlen stadhouder Willem V
tot deu troon roepen.
Minder ver gingen de heeren Rutgers
en Snoeck Henkemans, die vooral alle
afstammelingen van koningin Wilhelmina
een plaats wilden verzekeren.
Wanneer nu alle overeenkomstig deze
artikelen gerechtigden ontbreken en dus
geen troonopvolger aanwezig is of er
uitzicht bestaat op ontstentenis, dan
moet. zoo deze nog leeft, op initiatief
van den koning een koning gekozen
worden. En tegen dit voorschrift gingen
de amendementen van de heeren Troel
stra, Oud en Van Ravensteijn, die alle
drie in dat geval ;een volkstemming over
den toekomstige i staatsvorm wilden
laten beslissen eu erop wezen, dat de
regeeringsredacik het land" in een im
passé kon brenge i. wanneer de Kamers
geen troonopvolger kozen, maar even
min een meerdern; id van 2/3 voor Grond
wetsherziening, nnodig vpor de invoe
ring van een repvbr'iek, te vinden was,
terwijl het amendement van den heer
Van Schaik de geheele regeling wilde
laten vervallen om dit aan het toekomstig
geslacht ter beslissing over te laten. De
regeering bleek echter voor geen der
amendementen te vinden en beriep zich
daartoe op het monarchale karakter van
de Grondwet. Maar ook de amende
menten van de heeren Rutgers en De
Monté Verloren vielen niet in haar
smaak.
Naast de troonopvolging heeft vooral
de positie der vrouw de aandacht der
heeren bezig gehouden tengevolge van
twee ingediende amendementen. Het
eene was van den Vrijheidsbond, werd
door Mej, Weslerman verdedigd en
luidde na een kleine wijziging de wet
erkent het beginsel van volledige staats
rechterlijke, burgerlijke en oeconomi-
sche gelijkstelling van mannen en vrou
wen. Het zou echter, meende ook de
minister, alle beschermende bepalingen
voor de vrouw layien vhllen. De Kamer
verwierp het danjook met groote meer
derheid. Het amendement-Marchant
eischte, dat de vróuw niet door wettelijk
voorschrift van de benoembaarheid tot
eenig ambt zou worden uitgesloten, maar
werd later omgezet in een motie, waarin
de regeering verzocht werd voorstellen
te doen tot het opheffen van bestaande
uitsluitingen.
Op voorstel van den heer Marchant
werd ook besloten den naam „koloniën"
uit onze Grondwet te schrappen. Voor
den nieuwen naam Indonezië voor Ned.
Indië voelden de heeren echter niets.
Van de valuta en wat daarmee samen
hangt hadden enkele jaren geleden nog
maar weinig menschen eenig begrip,
laat staan een klaar besef, merkt het
„Centrum" op.
Thans heeft men er, tengevolge van
den oorlog en de crisis, de geweldige
beteekenis van leeren kennen.
Tot schade van den een,tot schande
van den ander.
De depreciatie, de ongekende en on
gelooflijke waardevermindering van het
geld, in Rusland en de midden-Euro-
peesche rijken vooral, heeft de geheele
samenleving ontwricht.
Rechtstreeksch gevolg van de ontzetten
de gebeurtenissen en tegenslagen der laat
ste jaren, wordt zij op haar beurt nu weer
de oorzaak van rampen weike de af
metingen dreigen aan te nemen van een
wereld-catastrophe.
Want al is het waar, dat in de eerste
plaats die landen getroffen worden, die
den vollen iast der lage valuta hebben
te dragen, ook buiten de grenzen dier
landen wordt van dien last de zware
druk en de ontredderde weerslag ge
voeld.
Het valuta-vraagstuk is geen nationaal
maar een internationaal vraagstuk.
De werkloosheid in ons land, in En
geland, in Amerika zelfs, vindt voor
groot deel haar oorzaak in den lagen
koers der marken.
En vandaar dat in Groot Brittannië
zelfs reeds stemmen zijn opgegaan, om
aan Duitschland de oorlogsschatting
maar geheel of grootendeels kwijt te
schelden, ten einde op die wijze de
mark weer wat naar boven te brengen.
Niet ter wille of ten gerieve van
Duitschland natuurlijk, maar uit eigen
Opgericht WAALWIJK. 1843,
I Verzekerd Kapitaal 26.099.999.— a
Reserve 3.165 341
Prijs der Advertentiën.
20 cent per regel; minimum f l.#6.
Reclames 46 cent per regel.
Dts vracht-auto der
komt
9641 eiken
tot het thuisbezorgen en ophalen
der wasschen
A. KNEGTEL, Tilburg.
Vraagt Prijscourant. Vracht gratis
belang en om een verdere uitbreiding
der werkloosheid in het eigen land
tegen te gaan, door de moordende con
currentie der Duitschers te beteugelen.
Tweeërlei blijkt hieruit:
Ten eerste, welk een voorname plaats
Duitschland in het wereldverkeer, de
voortbrenging en de nijverheid inneemt.
En ten andere, hoe dwaas en hoe
kortzichtig het is bij prijzen en loonen
alleen te letten op de absolute cijfers.
Op de werkelijke waarde van het geld
komt het aan, op de vraag dus, wat
men er voor krijgen kan.
Daarom is de verhouding tusschen
prijzen en loon zoo overwegend en lijdt
bijv. in Oostenrijk een arbeider gebrek
al verdient hij duizenden kronen in de
week.
Het is te hopen, dat men de les zal
verstaan, welke hierin ligt opgesloten.
Zij spreekt duidelijk genoeg en waar
schuwt ten ernstigste tegen de eenzijdig
heid, waarmee nog zoo dikwerf over
loonen en prijzen gesproken en ge
schreven wordt.
Op het verkrijgen van een redelijke
verhouding tusschen die beide moet,
in het belang der maatschappij, ons
streven gericht zijn.
En tevens doet zich thans zéér klem
mend gevoelen, van welk een invloed
de wereldconcurrentie is en hoezeer de
volken elkander noodig hebben, of
in de wielen kunnen rijden.
Wat glashelder aantoont, dat evenals
tusschen de verschillende klassen der
maatschappij, ook tusschen de onder
scheidene volken en staten het aan-
kweeken van goede betrekkingen en het
plegen van eerlijk overleg in aller ge
meenschappelijk belang geboden is.
WAARSCHUWING!
Wi: exaaj-a wil afl-ggec voo. Kofn
mies, Politieagent, Bewaarder enz.
moet cu reeds schrqven aan P. BOER,
Nieuw-Amsterdam. 20783
20416
WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND.
honnementsprljs per 8 maanden f 1.25.
Franco p. post door het geheele rijk f 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.,
franco te zenden aan den Uitgever.
IA - H Z
ai Z 2 M
«Sfta,
ACHT EN VEERTIGSTE HOOFDSTUK.
„Jacques ging voort.
„Ik ben een Franschman, docli kom van
Amerika, waar ik een machinefabriek geëx
ploiteerd heb van allereersten rang. De ge
zondheidstoestand mijner eenige dochter,
haar verlangen om in Frankrijk te wonen
hebben mij aangespoord mijne zaken te N
Vork te likwideeren- en naar liet vaderland
terug te keeren. Doch ik moet werken, ik
wil werken, en al is mijn fortuin groot ge
noeg om mij in staat te stellen geheel onbe
zorgd de toekomst in te gaan, zal ik hier
toch mijne werkzaamheden hervatten... Ik
heb te Courbevoie uitgestrekte terreinen ge
kocht, doch op het oogenblik dat men met
den bouw mijner fabriek zou aanvangen
deed zich een hinderpaal voor. eene. moei-
lijkeid
„En van welken aard?" vroeg Georges.
„De gewezen vennoot van Jacob Mortimer
gaf de noodige uitleggingen en logde een
afschrift der koopakte over.
„Georges las het stuk met aandacht en
zeide daan
„Gij zijt volkomen in uw recht, mijnheer.
Zoo gij een proces begint, zult gij de zaak
zeker winnen;... daarvoor zou ik wel dur
ven Instaan."
„Gij zult u dan met de zaak belasten?"
„Zeer gaarne... Ik zal een volmacht noo-
dig hebben."
„Gelief die gereed te maken."
„OnmlddelijkGelief mij uw naam en
voornamen op te geven, uw horoep. en uw
adres
m
„Paul Alexander Harmant, eigenaar, in
genieur en werktuigkundige, wonende te
Parijs, Muriliostraat 27".
Jacques Gérard teekende de volmacht met
zijn valschen naam.
„Ik zal zonder dralen eene vervolging in
stellen." sprak dan weer de advocaat, „en
u op de hoogte houden. Gij zult spoedig be
richt van mij hebben."
„Zoo 't niet te veel gevraagd is, kom mij
dan zelf mededeeling doen van hetgeen gij
verneemt; ik zal mij gelukkig achten n te
kunnen ontvangen."
En mij zal 't een waar feest zijn, mijn
heer, van uwe vriendelijke uitnoodiging ge
bruik te maken."
De bankier Hallberger had het talent, de
wetenschap, de kunde en de werkzaamheid
van den jongenman niet overschat. Een
maand later moesten de tegenstanders van
Paul Harmant erkennen dat zij ongelijk
hadden en gaven zich gewonnen.
Georges was tweemaal in de Muriliostraat
geweest, waar hij dan door vader en doch
ter op de meest vriendschappelijke wijze
ontvangen werd.
Het werkzaam leven, dat Paul Harmant
leidde, was oorzaak dat hij dikwijls geheele
dagen van huis verwijderd was. Mary was
dan alleen in het hotel, maar verveelde zich
toch niet, daar zij in de groqte wereldstad
reeds talrijke vriendinnen had gevonden.
Zij ontving die bij zich, bezocht ze op hare
beurt en ging met haar uit. Dikwijls zelfs
ging zij geheel alleen met een kamermeisje
wandelen, naar Amerikaansche mode, zich
al de vrijheid gunnende die te genieten viel.
NEGEN EN VEERTIGSTE HOOFDSTUK.
De lucht scheen te Parijs niet voordeelig
op het gestel der jonge dame te werken.
De ziekte, die haar verteerde en waaraan
ook Noëmi hare moeder gestorven was,
maakte snelle vorderingen.
Een roode vlek als karmijn tintte thans
hare overigens bleeke wangen.
De azurenkring om hare oogen werd bree
der en een droge weerspannige hoest ont
snapte vaak aan hare borst.
Jacques was ongerust over hetgeen hij
zag en hoorde. En niettegenstaande al den
weerstand door Mary geboden had hij een
dokter geroepen, die met de vrees des vaders
lachte.
Na een zeer ernstig onderzoek uitte de ge
neesheer zeer geruststellende woorden en
beval eene behandeling, die, naar hij meen
de, het kwaad spoedig zou tegengaan.
Mary onderwierp zich aan de voorschrif
ten om haar vader genoegen te doen, doch
bracht overigens geen verandering in haar
dagelijksch leven.
Koket was de jonge dame niet; toch hield
zij veel van toilet, en daar zij naar hartelust
de brandkast haars vaders kon plunderen,
had zij een modiste, die als eerste van Pa
rijs geroemd werd.
Madame Augustine zoo heette deze
had eene zeer uitgebreide clientèle in de
aristokratische wereld, zoowel als die in
de kunst en der financien.
Niettegenstaande er in hare uitgestrek
te ateliers in de St. Honoréstraat heel wat
werk kon gereed gemaakt worden, had
madame Augustine, om aan de veelzijdige
bestellingen tijdig te kunnen voldoen, zich
genoodzaakt gezien nog talrijke naaisters
aan te nemen, die zij thuis werk verschaf
te.
Een der vrije arbeidsters was eene lie
velinge van haar.
Dolgaarne zou zij het meisje bij zich
gehad hebben, maar Lucia zoo werd het
naistertje genoemd wilde haar onaf
hankelijkheid niet prijsgeven. Zij bewoon
de een kamertje op de bovenste verdieping
van een groot huis aan de Bourbonkade
op het eiland Saint Louis.
Was deze liefde der onafhankelijkheid
de eenige reden, waarom Lucia de aanbie
dingen van madame Augustine van de
hand wees'?
Wij zullen het weldra vernemen.
Lucia was twee en twintig en een half
jaar oud.
Nooit had een liever kopje de schouders
eener schoone Parisieune bekroond. Lucia
was de bevalligheid zelve, een beeldschoon
meisje, dat algemeen de aandacht trok. Zij
droeg kastanjebruine haren, blauwe oogen,
die er zeer verstandig en bijzonder zacht
uitzagen.
Steeds lag er een vriendelijk lachje op
hare roode lippen, die dan een paar rijen
tanden vertondoen zo blank als 't witste
ivoor. Hare stem was frisch, welluidend
en breed. Hare buren verlustigden zich
steeds er in, wanneer 't meisje bij het ver
richten harer werkzaamheden de Jaatste
liedjes zong, die burgerrecht hadden ver
kregen.
De lievelinge van madame Augustine
was van ieder geacht en bemind.
Bemind omdat zij een goed hart toonde
en steeds een ieder zooveel mogelijk van
dienst wilde zijn, geacht omdat gedurende
de vier jaren dat zij haar kamertje in het
zelfde huis .bewoonde, niemand haar iets
te verwijten had, en haar gedrag steeds
boven alle verdenking toonde.
Men veronderstelde dat Lucia verloofd
was.
„Spoedig zal zij huwen," zeiden zij, die
goed ingelicht waren of althans dit meen
den te zijn.
„Met wien dan?" vroegen anderen.
„Met haar buurman, den teekenaardat
is duidelijk genoeg."
„Haar buurman?"Welke buurman?
Lucien Labroue?"
„Wel zekerDat is een nette jongen, be
daard, werkzaam en altijd even netjes. Van
den morgen tot den avond is hij aan den
arbeid, dikwijls zelfs tot laat in den nacht.
Hij heeft de jaren bereikt om het te wagen
en is smoorlijk verliefd op de kleine Lucia
Wat zal dat een schoon paar wezen
Het zal wel overbodig zijn den lezer mede
te deelen, dat Lucien Labroue, van wien
hier gesproken wordt, de zoon was van den
ingenieur, die door Jacques Gérard te Al
fortville vermoord werd.
Bij den dood zijner tante, mevrouw. Ber-
tin, was Lucien, toen twintig jaren oud,
alleen overgebleven met geene andere mid
delen dan eénige briefjes van duizend fran
ken. Doch de jongeling was arbeidzaam en
oppassend. Naar het zoo dikwijls uitgedruk
te verlangen haars broeders, had mevrouw
Bertin hem ernstige studiën laten maken
vooral in het vak der werktuigkunde. Zijne
roeping leidde hem overigens ook op dat
pad.
De spaarpennningen zijner tante stelden
hem in staat zijne studiën te voltooien.
Hij zocht naar eene winstgevende be
trekking, die hem in staat kon stellen zijne
bijzondere kundigheden nuttig' te gebrui
ken.
Ongelukkiglijk stelde niemand belang in
hemeenige goede bescherming had hij
niet. Alle plaatsen vond hij door jongelie
den ingenomen, die met hem niet in verge
lijking konden tredendoch deze werden
van goede zijde de had boven het hoofd ge
houden. Toch moest hij middelen trachten
te vinden voor zijn dagelijksch onderhoud,
en bovendien had hij nog voor grondlasten
te zorgen zijner terreinen te Alfortville, die
hij niet met eenige hypotheek belasten en
nog minder verkoopen Wilde.
Hij besloot dan een atelier op te zoeken,
waar bij met het dagelijksch onderhoud
vele praktische bekwaamheden zou kunnen
opdoen. Weldra was er geen werkman met
hem te vergelijken, doch de jongeman
voelde zich niet geroepen zijn leven met de
vijl en den hamer in de hand door te bren
gen.
Lucien was een toonbeeld van stiptheid
en toch vond hij den tijd om elders werk
zaamheden op te sporen. Eindelijk werd hij
met bezigheden belast die beter met zijn
kundigheden overeenkwamen. Hem werd
eenig teekenwerk opgedragen, en zoodra
dit begon toe te nemen, verliet de jongeman
het atelier, waar hij niets meer te leeren
had en waar de omgang met lieden zonder
opvoeding hem vaak onaangenaam trof.
Duizendmaal liever werkte hij te huis.
Het toeval leidde Lucien in hetzelfde huis
waar Lucia haar kamer bewoonde en het
bracht hem zelfs terecht in het aangren
zend woonvertrek.
Lucien ontmoette nog al dikwijls zijn
buurmeisje. Eerst groetten zij elkander be
leefd, en dan ging de groet van een vrien
delijk bevallig ilachje vergezeld. Weldra
stonden zij bij eene toevallige ontmoeting
een oogenblik stil om enkele vriendelijke
woorden te wisselenvan lieverlede duur
den deze samenkomsten langer en eindelijk
kwam de liefde in het spel, eene ernstige,
oprecht, fatsoenlijke en vurige liefde.
(Wordt vervolgd).