l DÉ KIT. Oud Hoofd-ambtenaar der Seiastingen.
Eerste Blad.
m
De Portierster
van Alfortville.
Adierteeft in dit Blad.
!„N00RD-BEABAND"l
WAALWIJK.
Firma gTvËRKADE,
Dames van Waalwijk en Omstreken
Stoomwasscherij „DE LELIE".
ir Neemt proef bij
Rath Co,, Veghel.
Algemeen Bureau voorHdministratiefrechterlijke
Adviezen en Accountancy
Dit nninmer bestaat
uit DRIE bladen
Uit ons Parlement.
Stoomwasscherjj
„Het Groenewond",
GEREGELD
MAANDAG
WAALWIJK
Satinet- Zanella en
laken-onderrokken,
FEUILLETON
onder Directie van J FORTUIN.
MODERNE
MANTELS
Maatschappij van Verzekering op het Leven.
groote sorfeering.
NUMMER 89.
ZATERDAG 19 NOVEMBER 1921.
44e JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND.
Abonnementsprijs per 8 maanden 1 1.25.
Franco p. post door het geheel© rijk f 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.,
franco te zenden aan den Uitgever.
Telei. 38
WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT
UitjravsWaalwijksche Stoomdrukkerij Antooa Tieleo
Telegr.-AdreeECKO.
20844
HOOFDKANTOOR: Burgemeester Reigersstraat 77, UTRECHT.
Bijkantoren te AMERSFOORT en HEERLEN.
BELASTING-ADVIEZENinvullea, reclames, beroepzaken.
Algemeen leider voor Belastingzaken
in prima laken
Velours de latne
Eogelsche Stoffen
Seal en Peluche
7 50. 9 75, 12.53
17 50, 24 50, 35/ 0
39,00, -17.50, 53.( 0
65.00 tot 150.—
Nieuwste klcu ca.
Grootste km e.
Voordeellge Pfijzee.
Kamerleden.
»Obic Courant* van Hoota sprekesde
over de kaodldate&lijst roar de Tweede
Kamer, is va» meeuig, dat er, nu het
vrouwenkiesrecht is Sugevoerd, ook wel
miasteus een katholieke vrouw lu de
Tweede Kamer raag gebracht worden
en dan liefst een getrouwde. Ia de®
kieskring Haarlem heeft raea daartoe
reeds den eersten stap gedaan, daar
mevrouw Bronsfeld-Vitrioga te Laren
op de grosl§st is geplaatst. Voorts merkt
het blad op, dat ook aau andeie groe
pen moet worden gedacht ea men niet
moet aankomen met d» leuzeLaat
van „De Echo van het Zuiden
zitten wat zit*, zon'der meer.
»Hebbea wij*, vraagt het blad, «niet
genoeg onderwijzers in de kamer Drie
Roomsche Kamerleden z 'n frisch uit
het onderwijs weggenomen en io de
Ksmersfeer gebracht. Hebben wij al aiet
genoeg vereenigicgs-ambtenarea ia de
Kamer Onze katholieke fractie telt er
seks! zes of zeven uit verschillende
maatschappelijke standen (en advocaten
Red
Waarom dan door de keuze van can-
dldaten groepen versterkt, wier vertegen
woordiging in de kamer reeds het ken
merk van alzijdigheid draagt
>Gstuigt deze persoonskeuze niet van
den beperkten blik der kiezers in de
kfe«vereeolgin*en, die zich niet hebben
afgevraagd, wat wij missen, maar die hun
eigen kringetje naar ces manseije zoch
ten, dat iets boven middelmatig Ss en
bun aandacht trekt.
>Oaze heele Kamerfractie behoeft
toch niet zoo rachtjes aan uit deze twee
categories alleen gerecruteerd te worden
WH hebben anderen «oodig*
Zeer terecht. Wij hebben nog anderen
noodfg. Het is b.v. zeer te betreuren,
dat we zoo weinig candidates zien uit
nijverheid en industrie. Ziet men b.v.
de lijst Tilburg, éen ledustrieelen kies
kring bij uUnemeadbeid, gee® enkele
fabrika.-t, industrieel of handelsman
komt er, naar wij meenea op voor. t
Is zoo dubbel jammer, dat mannes met
practischen kijk op zaken In onze Ka
mer hun licht niet kunnen laten schijnen,
dat is toch zoo dubbel uoodig- O.i.
hebben wt theoretici ia de Kamer mee
dan voldoende, ook mannen uit de prak
tijk zfja er broodnoodig, vooral bij de
tepscwoordige sociale wetten, die voor
dea handel es Industrie van zoo onge
meens beteekenis blijken
55).
Het inkomen van de Kroon
Opbrengsten van het Kroon
domein, Vrijdom van per-
soneele lasten, zomeren win
terverblijven, enz. Het recht
van oorlogsverklaring. Uit
breiding van het recht van
troonopvolging. Gemeente-
lijke zuinigheid en Rijksuitga
ven.
Het geld heeft de laatste jaren een
aadete waarde gekregen. Dat merken
we ailen tot onze eigen schade en niet
zelden met bekommering. Ook de Ko
ningin hee t dezen Invloed van de jong
ste wereldgebeurtenissen ervaren. En om
nu de vroegere verhouding terug te vin
den, heeft de tegeeriag bij deze Grond
wetsherziening een verdubbeling van het
Inkomen der Kroon, en tevens van de
de Koningin-weduwe s-a dea Prin9 van
Oranje voorgesteld. Het betreft hier niet
het particulier inkomen der Koningin.
De heer Troelstra legde er terecht den
nadruk op, dat dit inkomen Hare Majes
teit werd toegelegd qualitate qua, als 't
ware «m stand op te houden. En de
mi£ister-pre«ideat deed dit eveneens
duidelijk uitkomen in d« verklaring, die
hij als 'c ware namens de Koningin af
legde en waarin Hare Majesteit, spre
kende van den wsnsch van volk en
parlement om vreemde staatshoofden
niet de vroegere praal te ontvangen,
haar voornemen te kennen gaf om met
de grootst mogelijke zuinigheid uit het
haar toegemeten bedrag ts gebruiken
Het was dit in hef debat breegen van
persoonlijke inzichten der Koningin, dat
zelfs bij de medestanders en partfjge-
nootea van den heer Ruys de Bserea-
brouck, voorstanders ook van de voor
gestelde verhooging niet |e goede aarde
bleek te vallen, zoodat zij zich bij hue
vóó stemmen van deze verklaring na
drukkelijk losmaakten. Ei den beer
Marchaat gaf bei aanleiding tot een
motie van afkeuring.
Deze afgevaardigde voelde trouwens
als zijn partijgenooten en de socialisten
en communisten, maar weinig voor de
verhooging. Hij drong, evencis de heer
Troelstra, op mededeeling van de op
brengst der Kroondomeinen aan en
ellende een motie in, waarbij een jaar-
Itjksch verslag van den staat en de op
brengst van de regeering werd verlangd.
Zij ging daarin wat verder dan de motie
Troelstra, die mededeeling voor dit
oogeabllk vroeg, maar door de Kamer
verworpen werd. De heer van Ravesteijn
ging cog verder. Maar van zijn amen
dement,datde inkjmsten van het Kroos-
domein aan den Kroon wenschte te ont
nemen, bleek de Kamer al evenmin ge
diend.
De verdere artikelen betreffende de
zomer, en winterverblijven, dtn vrijdom
van personeele lasten van het konink
lijk huls en het Inkomen van de Ko
ningin-Weduwe en den Prins van Oranje
konden in de oogen van den heer Van
Ravenstein ca zijn partijgenooten en van
de sociaal-democraten al evenmin ge
nade vinden. Maar de Kamer verwierp
alle voorgestelde amendementen tot
schrapping of verandering.
I« het artikel, dat thans, in tegen
stelling met voosheen, aan den Koning
alleen hst recht geeft den oorlog te
verklaren na voorafgaande toestemming
der Staten-Geaeraal weeschte de heeren
eveneens verandering. De heer Van
Raveosteijn wilde het aan een volks-
stemmlag overlaten, waar werd verw-
zen naar de stemming, die ia 1914 ook
onder de volken heersebte en bet mak
kelijk opzweepen van de massa aan
toonde. De heer Merchant wesschte
aanvankelijk ook het nemen vaa mili
taire maatregelen tegen vreemde mo
gendheden van de toestemming der
S aten Generaal afhankelijk te stellen.
Toen de mlsister hem wees op de voor
zorgsmaatregelen in 1914 en de moei
lijkheid la spoedeischenöe gevallet»,
trachtte h zijn amendement te combi-
seerea met dat van dea heer Schaper,
die daarover hoogelijk verontwaardigd
bleek. Dit amendement stelde de ver
Prijs der Advertentlën;
20 cent per regel; minimum f 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
De vracht-auto der
komt
9641 eiken
tot het thuisbazorgen en ophalen
der wasschen.
A. KNEGTEL, Tilbubg.
Vraagt Prijscourant. Vracht gratis
Opgericht
1843.
VerzeRerd Kapitaal
Reserve
26.099.999.—
3.165341-
pltchiing van den Koning voorop om
geschillen zoo mogelijk langs scheids
rechtelijken of anderen vreedzaraen weg
op te lossen en had blijkbaar de in
stemming der regeerltsg en van vele
afgevaasdigden, redèn ongetwijfeld,
waatom de heer Schaper zich de eer
ervan niet afhandig wilde laten maken.
Ia zake de troonopvolging bracht het
amendement van den heer Rutgers
eenige uhbfeidiog van het erfrecht. De
andere amendementen, werden verwor
pen, wa'arosder ook dat van den heer
Troelstra om art. 13 der Grondwet te
schrappen en aldus het recht van erf
opvolging te beperken tot ptinses Juliana.
In de Eerste Kamer debatteerden de
heeren naar aanleiding van het ontwerp
betreffende de rijksuitkeeringen aan ge
meenten over zuinigheid en verkwisting.
De heer De Vos van Steenwijk meende,
dat deze ulikeering een premie zou zijn
op minder suieig beheer, wat hem bij
de neiging tot verkwisting van vele ge
meenten bedenkelijk leek. Maar andere
afgevaardigden verdedigden de gemeen
ten met tc verwijzen naar de uitgaven
waartoe het Rijk noodzaakt. En de heer
Vliegen vettelde in verband daarmee,
dat hij als Amsterdamsch wethouder
aanvragen bad gekregen om subsidie al
leen voo* confesstcnecle scholenaan den
overkant van het Y tot een bedrag van
meer das een milliocn.
Markt en Qrootestraat - WAALWIJK.
20416
m w ho vu nu
VIJFTIGSTE HOOFDSTUK.
„Zoo" sprak eindelijk Jacques Gérard's
dochter, „deze juffrouw hier zal mijn kleed
je maken?;'
„Ja, mejuffrouw," antwoordde medame
Augustine. „Lucia is mijne beste werkster
zij heeft een uitmuntenden smaak en ik stel
in haar het grootste vertrouwen; zij zal bij
u komen passen."
„Dan wacht ik u spoedig, juffrouw Lucia"
zeide Mary, ,,'s morgens kunt ge- mij steeds
thuis vinden."
Mary lachte vriendelijk de modiste aan en
verliet, door madame Augustine gevolgd, 't
kabinet.
Deze keerde weldra terug. Lucia maakte
de spelden van het pakje dat zij had me
degebracht en legde op de met roode pluche
gegarneerde tafel 't corsage neder, dat zij
had afgewerkt.
„Prachtprachtigriep de groote mo
diste uit. „Lucia, mijn liefste, gij hebt daar
een waar juweeltje gemaakt! Ik heb u nooit
iets anders dan complimenten' toe te voegen.
Daarom vertrouw ik ook nu aan uwe be
kwaamheid juffrouw Harmant's toilet toe.
De jonge dame is moeilijk te voldoen. Hebt
ge haar reeds meer gezien?"
„Neen, madame."
„Zij is eene Amerikaansche. Haar vader,
een industrieel, die verscheidene malen mil-
lionair is, heeft New-York verlaten om zich
te Parijs te komen vestigen. Miss Mary is
achttien jaar oud, eene uitstekende klant,
doch eenigszins zonderling en wat veel-
eischeuilDoch dat is hare schuld niet.
Arm kind Dat komt van hare ziekte."
„Is zij ziek?" vroeg Lucia.
„Zij heeft het aan de longen en schijnt er
niets van te weten. Dat gebeurt maar al te
dikwijls. Die kleine roode vlekjes op hare
overigens bleeke en doorschijnende wangen,
die droge hoest verraden het kwaad, dat
langzaam haar gestel sloopt. Alles bezit zij
het meisje is jong, schoon, rijk /alles heeft
zij om gelukkig te kunnen zijn. En 1111 te
moeten stereven! O, dat is droevig!"
„Ja, zeer droevig madapie."
- „Maar zoo gaat het in 't leven, liefste
De -eerste coupeuse zal het baltoilet snijden,
een prachtige stof van eene bleek rosekleur,
geheel met wit gegarneerd. Neem morgen
vroeg een rijtuig eu kom de stof hier halen,
dan zal ik u tevens al het garneersel mede
geven en de noodige inlichtingen verschaf
fen."
„Goed. madame. Doch wat zal ik van daag
doen?"
„Hebt gij den tijd een kindermanteltje te
maken van gepikeerde witte cachemire?"
„Ja, madame, en heb ik van daag den tijd
niet, dan zal ik van nacht het werk afma
ken."
„Welaan dan, ga nu naar het atelier dei-
eerste coupeusedaar zal men u het mantel
tje ter hand stellen en daarna kunt gij bij
den kashouder uw geld halen. Ik hen zeer
tevreden over u, Lucia. Hier hebt gij eene
gratificatie van twee gouden Louis."
„Ik denk u, madame," antwoordde het
meisje zeer ontroerd. „Gij zijt al te goed
voor mij."
„Dat verdient gij, mijn kindO. wacht
even, dat ik u liet adres der jouge Ameri
kaansche dame opgeve."
Mejuffrouw Mary Harmant, Murillostraat
27, schreef Lucia in haar zakboekje op.
Dan begaf de dochter van Jeanne Fortier
zich naar het atelier der eerste coupeuse,
vervolgens naar den kassier om daarna den
weg in te slaan naar hare woning op de
Bourbonkade, waar het meisje zich ijverig
aan het werk zette en haren verloofde af
wachtte.
EEN EN VIJFTIGSTE HOOFDSTUK.
Na in het restaurant ontbeten te hebben,
waar hij gewoonlijk zijn eenvoudig maai
gebruikte, ging hij zijne teekeningen aan j
haar adres bezorgen.
De werktuigkundige wien hij deze te leve
ren had, woonde te Issy, een lange weg, en
onze jongeman had nog geruimen tijd te
wachten, alvorens hem nieuw werk werd ter
hand gesteld.
Zoodra hij vrij wits haasste Jiij zich om
de belofte te gaan vervullen. die hij aan
Lucia gedaan had.
Hij begaf zich onmiddellijk naar het pa
leis van justitie om daar de naamlijst der
gdvocateii te raadplegen. Lucien wendde
zich tot een jong. rechtsgeleerde om eenige
inlichting.
,,'t Is niet noodig, mijnheer," antwoordde
deze, „de naamlijst na te gaan. Georges Da
rier is een mijner meest geachte confraters;
ik zal u zijn adres geven."
De dienstvaardige advocaat raadpleegde
izjn zakboekje.
„Bonapartestraat, no. 19," las hij.
„Dank u zeer, mijnheer," antwoordde Lu
cien. die daarop het paleis van .justitie ver
liet.
't Was vijf uur.
„Op dit oogenblik tref ik hem wellicht in
zijn woning," dacht hij, „en de Bonaparte
straat is niet verre van hierLucia had
gelijk. Ik lijd den ouden kameraad, die zich
steeds een warm vriend voor mij getoond
heeft, nooit uit het oog moeten verliezen'.
Misschien is hij veel beter dan alle overigen
en wellicht geheel ouyeranderd gebleven.^
Opgewekt door de gedachte dat hij zijn
vroegeren studiemakker ging terugzien,
wendde hij zijne schreden naar de Bona
partestraat.
Georges Darier was dien dag slechts zeer
kort op het paleis geweest. Na in eene een
voudige correctioneele zaak voor de zesde
kamerg epleit te hebben, was hij naar huis
gegaan om de minuten te bestudeeren van
een zeer belangrijke civiele zaak, die binnen
forten tijd voor de rechtbank moest opge
roepen worden.
Het klinken der schel deed hem van zijn
arbeid opzien. Leentje, de oude dienstmaagd
kwam de komst.melden van Stephaan Cas-
tel.
Georges liep zijn vriend tegemoet, die zijn
voogd was geweest,
c
Stephaan was niet meer dezelfde jonkman,
die wij jaren geleden met den reiszak op
den rug uit den treiu zagen stappen om zich
naar de pastorie van Chevry te begeven.
Hij was reeds diep in de veertig, doch al
begonnen haar en baard te grijzen, toch had
hij nog steeds het open gelaat bewaard, den
fieren blik. de losse houding en liét vroo-
lijk uiterlijk, dat wij toenmaals hij hem be
wonderden.
Hij was met een zorg gekleed, die de ko
ketterie nabijkwam en droeg in het knoops
gat het lint van het Eerelegioen.
Georges stak hem beide handen toe. ter
wijl hij uitriep
„Weet gij wel, beste voogd, dat uwe lie-,
zoeken hoogst zeldzaam worden? Het is al
ruim veertien dagen geleden dat ik u gezien
heb."
„Ja," antwoordde de artist, „ik had een
schilderstuk te voltooien... Doch de afstand
van de Bonaparte- naar de Assastraat is
niet verwaarom kwaamt gij niet eens aan-
loopen?"
„Gaarne zou ik het gedaan hebben, docïi
ook mij ontbrak de tijd geheel en al."
„Des te beterIk duid u dan ook niets ten
kwade. Wilt gij een bewijs daarvan?.,, ik
kom hier dineeren. zoo ik u niet tot last ver
strek."
„Gij beste voogd! Dat kunt gij toch zelf
niet gelooven
„Welnu zeg dan aan Leentje. dat zij voor
een persoon meer dekt en de lekkere noedels
niet vergeet, die zij zoo goed weet gereed te
maken."
Georges schelde, terwijl een vriendelijk
lachje om zijne lippen zweefde.
De oude dienstmaagd opende de deur.
„Mijn voogd zal hier dineeren," zeido
Georges, en
„Ik zal voor geurige noedels zorgen," on
derbrak hem Leentje, ,uiet waar mijnheer?"
„Ja, zeker, Leentje; gij hebt het geraden."
„Klokslag zeven uur zal do tafel gereed
zijn. Ik zal twee flesschon ouden Gorton ho
ven brengen waarvan mijnheer Stephaan
zooveel houdt."
„Bravo, Leentje
De dienstbode verwijderde zich en de
schilder herivim
„Nu ik mijtie dringendste werkzaamheden
geëindigd heb, mijne bestelde schilderstuk
keu, gn ik een doek afwerken, dat ik een en
twintig jaar geleden geschilderd en waar
van ik de schels gemaakt heb bij mijn ouden
vriend uw oom, den goeden pastoor van
Chevry."
„Het schilderstuk in uw atelier, dat met
een grijs doek bedekt is?"
„Juist"
„Waarom verborgt gij dijt?"
„Ik verborg het niet... Ik hing het niet
ten toon, ziedaar alles; het is een werk uil
mijn jeugd en dus vrij onvolmaakt onder
menig opzichtdoch thans wil ik er de noo
dige verbeteringen aanbrengen en dan kom
ik met het doek te voorschijn... A propos,
gij hebt mij daartoe een dienst te bewijzen."
„Beschik over mij."
„Gij hebt vol feerbffd een souvenir be
waard uwer "jeugd, een kartonnen paardje.
„Ja, een geschenk mijner moeder." zeide
Georges Darier. „Zij schonk mij dat. toen
ik nog zeer klein was, reeds zoolang gele
den. dat ik er mij niets meer van herinner,
en ik bewaar het als een kostbaar heilig
dom. Daar staat het .boven op die kolom
met rouwkrep bedekt."
„Deze reliquie moest gij mij leenen."
„Hebt gij die noodig?" vroeg Georges ver
wonderd.
„Ja."
„Waartoe?"
„Voor mijnschilderstuk."
De jonge advokaat begreep er niets van.
„Maar wat stelt dat schilderstuk dan toch
voor?" vroeg hij.
„Een treffend dramatisch tooneel. Gen
darmen komen eene arme vrouw, van zware
misdaden beschuldigd, in eene woning ar
resteeren, waar zij een toevluchtsoord ge
vonden hadHet is een treffende groep,
uit tal van personen bestaande. Behalve de*
aangehouden vrouw, de gendarmen,' dett
ma ire, den veldwachter, heb ik uwe moeder
en uw oom op dit doek gebracht, mijzelven
en ook 11. mijn dierbaren Georges met uw
paardje."
„Mijherhaalde de zoon van Jeanne
Fortier.
„Ja u, die de gerechtigheidspersonen ge
nade schijnt af té smeeken voor de onge
lukkige."
(Wordt vervolgd).