f Kerste Blad. De Portierster yan Alfortville. I„N00RD-BRABAND"I WAALWIJK. Dit nimmer bestaat uit TWEE bladen FEUILLETON J Maatschappij van Verzekering op het Leven. NUMMER 90. WOENSDAG 23 NOVEMBER 1921. 44e JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND. Abonnementsprijs per S maanden f 1.26. Franco p. post door het feheele rijk 1! 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Telel. 38 WAALWIJKSCHE KN LANGSTRAATSCHE COURANT UitgaveWaalwljksche Stoomdrukkerij An toon Tklen Te! »gr .-Adres ECHO van „De Echo vqn het Zuiden". 56). Opgericht 1843; VerzeRerd Kapitaal Reserve 26.099.999.— 3.165.341.- Prijs der Advertentiftn. 20 cent per regel; minimum f 1.66. Reclames 40 cent per regel. Ill MO. V W HET '/.IIIIFA VLIJMEN. (Vervolg.) 0. Subsidie Hanzecursus met voorstel van Burgemeester en Wethouders. Adressanten vragen eene subsidie groot 250. Voorzitter. Burg. en Weth. stellen voor eene subsidie te verleenen als vorig jaar n.l. 100.en vrij vuur en licht. Met algemeene stemmen wordt daartoe besloten. 7. Bezoldiging Ambtenaren ter Secreta rie met voorstel van Burg. en Wetb. Voorzitter. Dit is een kwestie waarmede ik hier niet gaarne in de vergadering kom, maar aangezien de werkzaamheden op de secretarie zoo zijn toegenomen, dat men niet meer weet hoe er doorheen te komen kan ik daar niet langer meer mede achterwege blij ven. Door de werkeloosheidsverzekering en nu met Januari weer de evenredige school geldheffing voor de 4 scholen met reductie voor ieder kind brengt ontzettend veel werk op de secretarie. Volgens schatting zal het schoolgeld 1500 opbrengen maar het ver oorzaakt enorm veel administratie. Door den secretaris en mij is een systeem ontwor pen, een kaartsysteem, maar volgens bereke ning is er voor een ambtenaar 14 dagen wer ken per maand mede gemoeid. Iedere keer, iedere maand heeft er verandering plaats wat zooveel werk veroorzaakt., dat men het werk niet meer af kan. Een derde ambte naar op een jaarwedde van 500 zal moeten worden aangesteld. Nu zijn er wel 2 volon tairs waarvan Mej. van Hooff er een Is en waar niet anders als met veel lof over kan worden gesproken. Maar die zal niet langer meer voor niets willen blijven werken. Het is een zeer goede kracht en daar langer van te proflteeren zal niet gaan. De tijd dat men voor niets werkt, is al lang voorbij. Burg. po Weth. aan wie de benoeming is, zullen haar wel benoemen, willen een 3 jaarlijksche verhooging geven van 125 tot een maximum van 825 en de jaarwedde van den tweeden ambtenaar willen we bren gen van 9001200. Van den eersten amb tenaar zal het niet worden verhoogd omdat die 150 krijgt als correspondent van de arbeidsbemiddeling. Geloof maar gerust dat, als men er met de werkzaamheden kon ko men. wij niet met een voorstel om uitbrei ding van personeel zouden komen. Zoolang men echter in Den Haag bezig blijft met het maken van wetten zoolang blijft de mogelijkheid bestaan dat men tot nog meerdere uitweiding moet overgaan. Men werkt hier nu van 912f en van 144 uur. Van Heesbeen. Ik kan me niet met dit voorstel vereenigen. Me dunkt dat de finan- tieele toestand thans wel zoo is, dat we eens aan het bezuinigen moeten. Ik had dan ook gedacht eene begrooting te zullen krijgen EEN EN VIJFTIGSTE HOOFDSTUK. ..En is dat gebeurd?" „Ja, vriend „En was ik er werkelijk bij?" „Zeker." Bij deze woorden hield Stephaan Gastel den blik nieuwsgierig gevestigd op Georges, hij ging den indruk na, dien zijne woorden op zijn vriend uitoefenden. Georges scheen zich niets te herinneren. „Dat is zonderling," zeide hij„men be weert dat indrukken in het hoofd van een kind geprent onuitwischbaar zijnDat is toch bij mij het geval niet. Alles is ver dwenenHoe oud was ik toen?" „Drie jaar en een half." „Het is dan een en twintig jaar geleden?" „Ja". „Ik herinner mij niets van dien tijd." „Zoek eens goed in uw geheugen." „Vruchteloos zoek ik Steeds stuit ik op een somberen nacht". „In den tuin," hernam Stephaan Gastel, „waar de gebeurtenis voorviel, had gij tot speelgoed een kartonnen paardje, dat gij van uw moeder gekregen hadt, en daar Ik alle bijzonderheden met de grootste zorg behan delen wil en deze vooral kenschetsend en schilderachtig is, heb uw speelgoed noodig om het naar de natuur op doek te brengen wat er nu staat Is slechts uit het geheugen opgeteekend." „Ik zal het u doen brengen, vriend. Of ik zal het zelf doen." „Ik dank u bij voorbaat," waarop,flink is bezuinigd, maar het tegen overgestelde is het geval. Geen sprake van bezuiniging. Nu komt men weer met een post van 1200 aan voor ambtenaren op de secretarie en na eenige jaren kan daar weer wat meer aan worden gegeven. En het voor naamste werk dat er bij is gekomen is het schoogeld zegt U. Dus dan zal voor 1500. 1200 moeten worden uitgegeven. Voorzitter. En nog vele andere werkzaam heden komen er bij. Van Heesbeen. Ik zou anders zoo zeggen laten we dan maar geen schoolgeld heffen. Voorzitter. We moeten evenredig school geld heffen. Dat is al weer wet. Van Heesbeen. Wat schieten wij met dat alles op. Kijk nu zoo'n begrootiug eens aan. Voorzitter. Wij bieden veel liever een be grooting aan die een verlaagd cijfer aan geeft maar als de toestand is zooalsn u, zou ik niet weten hoe dit kan geschieden. Als ons van uit den Haag het een of ander wordt opgedragen kunnen wij niet zeggen, we zullen het maar laten liggen, zooals dat trouwens op sommige plaatsen ook wel ge beurt, maar daar zijn wij niet voor te vin den. BeKhlve de werkloosheid en schoolgel den brengt het dossier, dat pas is aangelegd, ook veel werk mede. Vroeger werd een inge komen stuk maar in een portefeuille gelegd en klaar was het. Dat gaat thans zoo niet meer, alles wordt geordend en is direct te vinden, wat ook zoo behoort, maar dat kost alles tijd, alles veel werk. Van Heesbeen. Ik zou 't nog zoo eens een jaartje laten. Voorzitter. Dat kan nipt. Straks op de be grooting kan u zooveel bezuiniging aanbren gen als u wil. Er zijn wel posten, die ik u zoo kan aanwijzen, welke lager kunnen wor den geraamd. Van ons is het ook maar een raming. Hoe meer wetten dat er worden ge maakt, hoe meer werk er komt en hoe meer personen aan het werk zullen gesteld moeten worden. Als II in uw privé zaak meer klan- disie krijgt, zal u ook meer personen aan het werk moeten stellen. Nu is het hier wel geen zaak, maar het is toch met een kantoor te vergelijken en als men ons verplichtingen voorschrijft, moeten we die uitvoeren. Prinsen. Is deze kracht noodig, dan moet ze betaald worden ook. Voorzitter. 1' moet zien wat een werk door die juffrouw wordt verzet. Prinsen. Eu' geniet ze nu geen salaris. Voorzitter. Neen. Prinsen. Dat is schande. Voorzitter. Wij mogen daar ten minste niet langer meer van profiteeren. Dat hebben we hier altijd wei gedaan, maar tegenwoor dig gaat dat niet, langer meer. Als ze zeg gen, ik pas er voor om langer voor niets te werken, ik ga weg, dan kan ik niet anders dan ze daarin gelijk geven. Vn Heesbeen. Ze zijn toch niet gekomen om geld te verdienen. Voorzitter. Een half jaar geleden is er al eens om gevraagd. Van Heesbeen. Het zijn tocli volontairs. Voorzitter. De juffronw is gekomen om opgeleid te worden en daarna ambtenaar te worden en daar hebben wij van geprofiteerd. Dt standpunt kunnen we niet blijven inne men. U kunt ook geen krachten voor niets krijgen. Van Heesbeen. Ik heb vroeger wel 2 jaar op de secretarie geschreven en toen moest „Naar gij mij verzekerd hebt," ging Geor ges voort, „zijn de portretten van mijne moeder, van mijn oom, het Uwe en het mijne op dit doek te vinden?" „.Ta, ja, het uwe ook." „Denkt gij dat werk te verkoopen?" „Waarom vraagt gij mij dat?" „Omdat ik nog niets van u heb, en ik dit doek, dat voor mij heel wat meer waard zou zijn dan een alledaagsch kunststuk, gaarne van u zon willen koopen." „Gij zoudt dat doek willen koopen?" her nam Stephaan, op de lange haren van zijn luie vel bijtend. „En waarom niet?" „Zijt gij zoo rijk reeds?... Gij weet toch wel dat mijne stukken zeer duur verkocht worden." Lachend antwoordde Georges ...Ta, dat weet ik. Maar gij zoudt mij uw werk toch niet tegen den hoogsten prijs aan rekenen „HumHum Het zal een werk van zeer groote waarde zijn „Even als al uwe werken?"' „Meer dan alle overigen." „Welnu, dierbare voogd, schat het, en zoo ik het u niet ineens betalen kan, dan zult gij mij toch wel eenlg crediet willen toestaan?" „Dat zou uw ondergang kunnen zijn." „O, maar ik zal het gat spoedig genoeg ge shopt hebben: zoo noodig zal ik dag en nacht werken." Stephaan Gastel haalde de schouders op. „Wat zijt gij toch nog doodeenvoudig, mijn goede vriend," zeide hij, in een schater lach uitbarstend. „Hebt gij dan nog niet begrepen, dat dit schilderstuk voor u is en het alleen om uwentwille is, dat het thans wflrdt nagezien en voltooid?" „Beste voogd „Het was eene verrassing, die ik u wilde bezorgenDat is echter droevig mislukt. Maar enfin, zoodra het gereed is, krijgt gij het schilderstuk. Maak er eene goede plaats voor klaar." „En wanneer zult gij gereed zijn?" „Dat is moeilijk te zeggen. Ik heb nog al wat te doen. Veronderstel eens, in 4 a 5 maanden." „Maar in dien tijd zal ik het toch wel mogen zien?" „Zoo dikwijls als gij den voet in mijn ik nog geld toegeven. Van der Griendt. Ik kan me goed inden ken dat, als er voor Vier man werk is, men het niet met drie kan afdoen. Voor bezuini ging ben ik ook te vinden, maar daarom kan men iemand niet voor niets laten werken. Voorzitter. U moet zien wat er te doen is om het publiek, te helpen. Er komen tegen woordig zesmaal zooveel menschen op de secretarie als voor 5 jaar geleden. Vooral 's winters als er werkeloosheid heerscht komen er ontzettendveel menschen boven. #Dan kan dikwijls pas na den middag ge werkt worden. Van Engelen. Bij „imexatie van gemeen ten, zou zoo iemand -ian ook op wachtgeld komen. Voorzitter. Ik rjénlt -lat er dan nog ambte naren bij zullen kom» i. Van Engelen. En c. e van Haarsteeg dan. Voorzitter. Het nit we college van Bur gemeester en We tlio uers benoemt dar de ambtenaren uit de o de natuurlijk. Die er dan nog overschieten, komen op wachtgeld. Van Buul. Van Engelen bedoeld meer of die nu benoemd worden er buiten vallen. Boom. Toen ik dit runt op de agenda heb zien staan heb ik het een beetje huiverig aangezien. Dat men met verliooging zou ko men, dat dacht ik wel, maar verhooging en nog een nieuwe er bij, dat had ik niet durven denken. De begrooting die ons is aangeboden, heb ik goed nagezien en toen ik daarbij den toestand van Vlijmen, de belas tingen, overwoog, ben ik met het vaste idee hierheen gekomen dat op een degelijke ma nier flink moet worden bezuinigd. Hoe kan men dit nu verkrijgen Ik vermeen dat er in veel andere plaatsen, als Eindhoven, dat nu wel heel wat grooter is als onze gemeente, voor het nazien van c.c begrooting een com missie wordt benoemh van drie personen, die dan de begrooting. misschien met Burg. en Weth. samen, grondig onderzoeken. Werd dat hier ook gedaan, dan weet men dat alles zeer goed wordt overlegd en in den raad behoeven dan niet die lange discussies te worden gehouden. De raad gaat dan In de meeste gevallen gemakkelijker mee. Ik zou dit punt aan de begrooting willen vastknoo- pen en een Gom missie benoemen om de be grooting te onderzoeken, die mee deze zaak ook onderzocht. Is de commissie dan van oordeel dat het noodig is. welaan, dan leg ik er mij gaarne bij neer. Voorzitter. Als wij den raad niet kunnen overtuigen dat er een ambtenaar bij moet komen, dan kunnen wij dat een Commissie ook niet. De raad moet in deze voile ver trouwen stellen in Burg. en Weth. en den Secretaris. Als de commissie zelf eens zou moeten oordeelen, dan zou ze eerst eens een maand op de Secretarie moeten gaan zitten. Als een patroon het in zijn eigen zaak ziet dat er meer werk komt of is. dan zet hij toch ook een kracht er bij. Wat betreft; de begrooting, om daar een commissie voor te benoemen, dat is iets an ders, dat wil ik met pleizier doen alhoewel we in een half uurtje de heele begrooting aan een grondig onderzoek kunnen onder werpen. Boom. Dan zou ik dit punt aanhouden en behandelen bij de begrooting. 't Staat er mee in verband. Voorzitter, 't Staat er geheel los van ook. Boom. Het voorstel houdt eene ver hoogt hg in ook. Sr Voorzitter. Als we «ten axi"venaar moesten benoemen lie bier in Vlijm u moest blijven wonen, da») konden wij er geen enkele krij gen. Nu hebben we telkens jongelui die met de fiets komen. Een kosthuis kunnen ze niet betalen. Wat is het nu t/„h. een tweede ambtenaar die 5 jaar laijfe hier heeft ge werkt. willen Burg. -en Web. een salaris geven van 14.per we^k. Prinsen. Jongen, jongen'en Jioet hij daar nog een boord voor aan hrebbet ook. Voorzitter. Gedurende (Jen geheelen oor log heeft hij niets verdiend gier. Prinsen. Dat is mooi hoor. Voorzitter. Wij schrikken om er hier; mee aan te komen. Nu de nood het hoogst is ge stegen, ja, nu durven, nu moeten wij komen. Maar verondersteld dat een ambtenaar hier zou moeten wonen, dan kan hij 18.kost geld geven. Een werkman verdient overal heel wat meer. Van Helvoirt. Ik zag er aanvankelijk ook een beetje huiverig tegen aan, doch toen ik den secretaris heb hooren praten, ben ik tot andere gedachten gekomen. Boom. Voor mij begint het nu, na al deze toelichtingen, er ook heel anders uit te zien. Van der Griendt. De eerste ambtenaar, heeft die nu 1400. Voorzitter. Ja. die komt ook van buiten de gemeente, die komt telkens met een stoonifiets. Als hij hier in de kost moest komen zou er ook niet veel meer van zijn salaris overblijven. Dit salaris wordt niet eens voorgesteld om te verhoogen. Prinsen. Ik zie de begrooting Sluit op :U ron.. Voorzitter. Daar is 2 ton bij voor den wo ningbouw. Prinsen. Ik dacht al zoo 34 ton en dan nog geen 500 voor iemand een heel klein sa- larisje te geven, 't Is treurig hoor. ia tel iec zet. TWEE EN VIJFTIGSTE HOOFDSTUK. Georges greep beide handen van zijn voogd in de zijne en drukte die met veel ge- Ivoel. „O, wat zijt gij goed beste voogdsprak hij tevens. '„Ik dank u bij voorbaat en van jganscher harte. Maar zeg mij eens wat de .vrouw misdaan had, die bij mijn oom op de pastorie van Chevry door de gendarmen ge arresteerd^ werd?" „Zij werd van eene drievoudige misdaad beschuldigd, van diefstal, brandstichting en moord," antwoordde de artist. „De ongelukkigeZeker heeft zij moeten terechtstaan?" „Ja". „En zij werd veroordeeld?" „Tot levenslange gevangenisstraf." „Zij was dan schuldig?" „Ongetwijfeld, daar de rechters voldoende bewijzen gevonden hebben om haar te ver- oordeelen." „Kent gij haren naam?" Vroeger kende ik dien," doch ik heb hem vergeten". Op dit oogenblik weerklonk opnieuw de schel. „Zoo het een klant is, dfe een advies komt halen, zal ik in uwe bijzondere kamer eene sigarette rooken," zeide Stephaan. „Wacht een oogenblik." Leeutje trad binnen. „AA'ie is er?" vroeg Georges. „Een persoon, die mijnheer wenseht te Ispreken." „Voor zaken?" „Neen, hij wenseht mijnheer eenvoudig een bezoek te brengen." „Heeft hij zijn kaartje niet afgegeven?" „Hij had geen kaartje in den zak." „Hij zal u zijn naam toch wel gezegd heb ben?" „Ja zeker, hij heet Lucien Labroue". Georges stiet een uitroep van verwonde ring en vreugde uit. „Lucien Labroue!" herhaalde de schilder [even verbaasd. „Ja, een oud schoolmakker, een vriend, [dien ik in vijf jaar niet meer gezien heb... Kent gij hem ook, dierbare voogd?" „Zijn naam/althans, naar ik meen." „AVilt gij mij toestaan hem in uwe tegen- w»x>rdigheid te ontvangen?" „Dat zal mij veel genoegen doen." „Laat hem binnenkomen, Leentje." Een oogenblik ia ter verscheen Lucien La broue op den drempel. Georges strekte de armen naar hem nit, terwijl hij uitriep „Lucien Mijn beste Lucien En de ontroerde jongelieden vielen elkan der in de armen. „O, dat is aardig van u, mij hier te komen opzoeken!" zeide Georges. „Wat ben ik ge lukkig ti weer te zien „Niets gelukkiger dan ik hernam Lucien en boqg voor den schilder. „Mijn voogd en mijn vriend,," zeide de jonge advocaat, „mijnheer Stephaan Gastel." „Een schilder van den eersten rang. wiens fijn en hoog gewaardeerd talent ik ken en bewonder." antwoordde Lucien met eene nieuwe buiging. „Gij treft mij in mijn zwak. mijnheer." hernam de schilder glimlachend. Artisteu honden van loftulgingen en ik maak geene uitzondering op den algemeenen regel." Woont gij te Parijs," vroeg Georges aan zijn vriend. „Ja, twee jaar reeds". „Eene onweerstaanbare roeping dreef u naar de werktuigkunde. Gij staat wellicht aan het hoofd van eene groote inrichting?" „Neen, helaas „AA'at! Neen? Met uwe capaciteiten „AA'at gij wel capaciteiten wilt noemen heeft mij tot nog toe niets gebracht. Ik heb niets. Ik ben genoodzaakt van schetsen en teekeningen te leven." „Hoe is 't mogelijk „Toch i.s het zoo, geachte vriend en niet tegenstaande dien droerigen toestand heeft de moed mij niet ontbroken." „Hebt gij stappen gedaan om eene be trekking te vinden?" ..O ja, maar alles is vruchteloos gebleven en bijna wanhopend kom ik thans tot u." „Dat hadt gij reeds veel eerder moeten doen. Een jongmenscli, zooals gij, moet de vleugelen openspreiden en zijn vlucht nemen, niet op denzelfden voet blijven staan. Gij had eene tante? Aroorzitter. Dat komt omdat wij nooit met dergelijke verzoeken tot den raad durven komen. Tenslotte heeft ons het vele werk ontstaan o.m. door schoolgeldheffing enz., er toe genoopt. Prinsen. Wat ik nu vorstel doe ik niet graag maar het is voor de menschen toch dffg beter als niets. Ais we om te beginnen eens aan den 2en ambtenaar 750 geven en aan den Sen 400.Ik zeg nog eens, ik doe» het voorstel niet gaarne maar ik ben hang dat de menschen anders niets krijgen. Voorzitter. 't ls toch treurig dat daar zou over inoet worden gesproken. Over de men schen kan niet anders dan met lof worden gesproken. Prinsen. Dat ben ik volkomen niet u eetc el) gaarne wil ik het voorstel van Burgem. en Weth. steunen. A'an Helvoirt. AA'i.i moeten niet gaan leg gen martelen met die menschen die beslist altijd vlug werk verrichten. Boom. Het voorstel van den lieer Prinsen is niet correct. AA'ij moeten betalen als ze het verdienen. Is het noodig dat deze krach ten er moeten zijn, dan moeten we ze ook. be talen. Prinsen. Nu werken ze voor niets. Op verzoek van de vergadering zet de se cretaris uiteen hoezeer de werkzaamheden toegenomen zijn. Door de ambtenaren wordt van 9124 uur gewerkt. Dan eten zij huu boterham op en na een kwartiertje'beginnen ze weer tot 5 uur te werken, dikwijls nog later. Vervolgens wijst spr. er op dat men op een secretarie wel op twee manieren kan werken, n.l. door bet werk dat moet afge daan worden ntaar te laten liggen, doch daar houdt hij en ook de Voorzitter niet van. Met de volkstelling was deze gemeente de eerste waarvan het cijfer was vastgesteld. Toen de lijsten van deze gemeente al maan den weg waren, waren er gemeenten die nog aan de samenstelling moesten beginnen. Bovendien waren er dan nog gemeentebe sturen die heel het zaakje kregen terugge zonden. Spr. laat nooit eeuig stuk weggaan voor het zelf ook nog eens goed te hebben nagekeken. Spr. acht een derde kracht abso luut noodzakelijk. AVagenberg. Hoeveel ambtenaren heeft men in gelijksoortige- gemeenten. Voorzitter. Dat ban ik zoo direct niet pre cies zeggen. Heugden met. 1800 zielen, heeft er twee. Haarsteeg met 1200 zielen heeft er een en een volontair, in Kaatsheuvel zijn er wel ti of 7. Maar men begrijpt toch wel dat. als het niet absoluut noodzakelijk is. Burg. en AA'etb. niet met een dergelijk voorstel zouden komen, die zijn toch ook niet gek. A'oor alles willen wij goed en net werk hebben want daar staat de secrearis gewel dig op. Nooit krijgen wij dan ook eenige aanmerking op bet werk. Rn pels kennen wij hier niet. Een goed bestuur behoeft een goede administratie en dat ban alleen wor den verkregen als men voldoende personeel heeft. Ik durf gerust zeggen." dat, als tk hier ben. ik den secretaris in zijn werk nog heel wat verlicht. Verordeningen en besluiten en brieven ontwerpen dat alles doe ik dan. De secretaris verricht heel wat werk en op eene wijze dat het niet beter meer kan, maar zoo ontzettend zijn de werkzaamheden toegeno men, dat het niet om te zeggen is. A'oor de invaliditeitswet h.v., geen dag gaat er voor bij of er worden 5 a 7 geboorteakten ge- „Ja, de zuster mijns vaders, eene goede, brave vrouw, die overleden is korten tijd na den dag, dat ik u laatstmaal gezien heb." „Heeft zij u uiets nagelaten?" „Enkele briefjes van duizend franken, die mij in staat gesteld hebben mijne studiën te voltooien?" „Wel. wel. boste Loeien, ik betreur slechts eene zaak. en dit is. goede vriend, dat ge zoolang geaarzeld hebt alvorens u tot mij te wenden... Reeds morgen zal ik mij met n bezighouden en op ernstige wijze." „Hebt gij iets op bet oog?" „Ja." „Wat. dan?" „Wat dunkt u van eene betrekking als di recteur in eene groote machinefabriek?" „Dat zott al mijne hoop te boven gaan", antwoordde de oude schoolmakker. „Die betrekking zal ik trachten voor u te verkrijgen, Lucien." „In Frankrijk?" „In de onmiddellijke nabijheid van Parijs. Een Franseh ingenieur-werktuigkundige, die te New-York een zeer aanzienlijk fortuin verzameld heeft, is thans naar Frankrijk teruggekeerd met de bedoeling daar eene groote fabriek te bouwen, volkomen gelijk aan de inrichting van «liereersten rang wel ke hij te New-York geëxploiteerd heeft". „Deze ingenieur te een klant van mij," ging de jonge advocaat voort, zijn vriend Lucien vriendelijk aanstarend. „Ik zal het genoegen hebben hem een uitstekenden dienst te bewijzen, dus heb ik ook het onbe twistbaar recht hem eene gunst hiervoor te vragen. Op 't oogenblik leidt hij den bouw van zeer uitgebreide ateliers op den oever <ler Seine te Courbevoie, en weldra zal hij teekeuaars, werktuigkundigen, ajusteurs en monteurs noodig hebben om een aanvang te maken met de mechanische bouwwerken, die zijn 'naam in Amerika hebben beroemd gemaakt. Ik verzeker u, dat uwe benoeming het eerst geteekend contract zal zijn voor de fabriek van den grooten industrieel Paul Harm ant". Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1921 | | pagina 1