eo van imsiraiien. II. DE KAT, Oud-Hoofd-ambtenaar der Belastingen. Eerste Blad. De Portierster yan AlfortYille. De K, i en hare beteekenis. I „N00RD-B RAB AND"! WAALWIJK. I Adverteert in dit Blad Dames van Waalwijk en Omstreken Stoomwasscherij „DE LELIE". mf Neemt proef bij Rath 6l Co., Veghel. Algemeen Bureau voor Administratiefrechterlijke Adviezen en Accountancy !0844 onder Directie van J. FORTUIN. Dit nummer bestaat uit DRIE bladen TJit ons Parlement. Stoomwasscherg „Het Groenewond", GEREGELD MAANDAG WAALWIJK FEUILLETON Maatschappij van Verzekering op het Leven, NUMMER 91. ZATERDAG 26 NOVEMBER 1921. 44e JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG- EN ZATERDAGAVOND. Abonnementsprijs per 8 maanden f .1.25. Franco p. post door het geheele rijk f 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz., franco te aenden aan den Uitgever. Telef. 38. WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHK COURANT. Uitgave: Waalwïjksche Stoomdrukker^ An toon Tielen Telegr.-AdresECHO. HOOFDKANTOOR: Burgemeester RcigerssUaat 77, UTRECHT. Bijkantoren te AMERSFOORT en HEERLEN. BELASTING-ADVIEZENinvullen, reclames, beroepzakeo. Algemeen leider voor Belastingzaken Democratische stroomingen. Meer medeaeggingtchap van het volk in de regeering Adeldom en ridderorden. Pensioenwetten. Het is natuurijk, dat ook bij de be handeling der door de regeering voor gestelde grondwetsherslenlng in onze Tweede Kamer bet streven tot uiting kwam, dat zich vooral de laatste jaren zoo krachtig vrijwel overal In Europa heeft doea gelden. Al hebben we aap den oorlog niet meegedaan, toch heeft ook bij ons de meer democratische strooming, die onder zijn invloed ont stond, zich zoozeer uitgebreid, dat de uitbreiding der medezeggingschap van het volk in de regeering des landsrfei- tclijk ais bet practisch program van elke partij behoort. En de amendementen, die werden ingediend en die bijna allen dit streven uitspraken, vonden dan ook maar weinig principieeie bestrijding. Zoo er verzet was van regeeriegszijde of van de kant der afgevaardigde!, was die het gevolg van andere moUeven en veelal aan praktische bezwaren te wijten. Van dergeiyke bezwaren was de verwerping van de amendementen van Ravensteijn die omtrent alle regeeringsdaden inzake buiteniandsch beleid, de controle der Staten-Generaal wilde vaststellen en het bestuur ovet Indlë wilde regelen volgens regelen bij de wet en in overleg met bestaande volksvertegenwootdigingen te van „De Echo van het Zuiden'. 57). stellen en van de amendementen vaB den beer Marchaot Inzake het opdrage» van het bestuur ovtr Indië aan daar gevestigde organen en tot het doen vervallen van de verplichte raadpleging van den Raad van State over alln wets ontwerpen, blijkbaar het gevolg, terwfll de heer Marchant om soortgelijke rede nen zijn amendementen Introk, dat over alle wetsontwerpen advies van Indische vertegenwoordigende lichamen aan de Staten-Generaal eischte. Daarentegen werd het amendement van Mr. Troelstra dat wettelijke instelling vroeg van thans bij koninklijk besluit ingestelde commis sies van adyies en bijstand evenals ook het amendement Lely, dat een eedsfor mule voor de ministers in de Grondwet wilde opnemen, aangenomen. Het eerste bedoelde een einde te maken aan de overleggingen van dn regeering met al lerlei commissies, waarover de Staten- Generaal geen zeggingschap hadden nn die als een soort voorparlement begon nen dienst te doen, het andere wilde een mogelgk conflict voorkomen tusschen de gehoorzaamheid aan de Kroon, waar- ton de ministers zich verplichtten en hnn getrouwheid aan de Grondwet. De amendementen van den heer de Tong hadden ongetwijfeld eveneens de bedoe* llng de democratische gevoelens van onzen tijd tot uitdrukking te brengen, waar zij de artikelen, die aan den ko ning recht geven adeldom teverleenen en ridderorden toe te kennen en toe stemming voor het aannemen van vreemde ridderorden te geven, wilde geschrapt zien. Men meende, dat een dergelijke schrapping weinig beteekenla zou hebben en de heer van Ravensteyo wenschte het voorstel versterkt tot een veebod om adelijke titels te voeren. Maar de heer Kleerekooper verklaarde dat het bier er om ging, om dergelijke titels en onderscheidingen, de groad- deur. wettelijke sanctie te ontnemen, wat de Kamer echter blijkbaar geen reden vond om tot schrapping; der artikelen over te gaan. Wel keurde zij het amendement goed van den heer Visser van IJzendoorn waaruit wel een andere geest scheen te spreken en dat alleen voor besluiten van verdragen door den Koning niet ook voor het aangaan van andere over eenkomsten, de goedkeuring der volks vertegenwoordiging eischte. Over de nieuwe pensioenwetten, die in avondvergaderingen behandeld wer den en die verbetering van de posities der pensioengerechtigden brachten door premievfij pensioen» verhoogicg der maxima enz., scheen de Kamer nogal tevreden. Toch bleef er natuurlijk als altijd te weaschen over. De heeren van Stapele, Fieskens ea Daymaar van Twist Spraken enkele dier wenschen uit, door op te komen voor de mogelijkheid door vrijwillige stortieg ztjn pensioenen te verhoogen, waarmee de minister accoord ging, de gelijkstelling te vragen van de weduwen-pensioenen van militairen be neden den rang van officier met barger- lijke wedawen-peusloeneu enz. Ook de amendementen die ingediend werden, brachten die weaschen tot uitdrukking. Met die van den heer Sooek Henkemans om ook ambtenares en beambten van armen- en voogdijraden in de pensioen regeling te betrekken en dat van den heer Bijleveld om uitgesteld pensioen in te voeren voor ambtenaren die vrijwillig den dienst verlaten hebben, bleek de minister zich niet te kunnen vereenlgen. l. Er is misschien onder de sociale or ganisaties van ons vaderland er niet één aan te wijzen waaraan wij katho lieken zóóveel dank verschuldigd zijn, maar die tegelijk ook door tal van katho lieken zóó weinig gekend en begrepen wordt, als het vliegwiel der sociale vereenigingen in "Nederland, de K. S. A. Onbegrijpelijk moet het haast heeten dat een groot gedeelte van ons geor ganiseerd katholieke volk nog altijd geen juist begrip heeft van het wezen, het doel en den arbeid der K. S. A. Jarenlang heeft de K. S. A. gearbeid in het volle licht van den dag om de katholieke sociale actie In den zin der Encyclieken „Rerum Novarum" en „Qraves de Communi ré", in gehoor zaamheid aan H.H. D.D. H.H. den Aarts bisschop en de Bisschoppen van Ne derland op de krachtigste wijze te be vorderen. Om dit doel te bereiken heeft de K. S. A. al die jaren gearbeid aan het ver spreiden van kennis, kennis van die katholieke beginselen en kennis van die practische werken waardoor de katho lieken op sociaal gebied die beginselen tot toepassing kunnen brengen. Het was in een bewogen tijd, dat het plan om de nieuwe organisatie, de K. S. A. tot stand te brengen, werd ont worpen. Het jaar 1903 met zijn stakings woelingen en zijn zoogenaamd „Comité van Verweer" gaf het aanschijn aan een Katholiek Comité van Actie, waaruit de K. S. A, weldra zich ontwikkelen zou. Bovendien deed de behoefte aan meer kennis, aan grooter activiteit op maat schappelijk gebied zich dringend ge voelen. Noodig was, nu ruim 16 jaar geleden, dat de K. S. A. naast de bestrijding van het Liberalisme en het Socialisme, vooral hare aandacht wijdde aan haar eerste en voornaamste taak: alle stan den der maatschappij een levendig be sef bij te brengen van al datgene wat van de katholieken gevorderd wordt op sociaal gebied. Op den grondslag der Katholieke beginselen moest door allen worden medegewerkt aan de geleidelijke oplossing der sociale questie. Schriftelijke en mondelinge actie moest door de K. S. A. worden gevoerd. Miliioenen vliegende blaadjes heeft de K. S. A. door middel van haar Centraal Bureau in den loop der jaren doen verspreiden. Vlugschriften met een totaal-oplage van in de miliioenen met een inhoud van niet minder dan 54 verschillende onderwerpen, zijn door het Centraal Prijs der Adv«rtenti6n; 20 cent per regel; minimum f 1.58. Reclames 48 cent per regel. Bueau der K. S. A. in alle dorpen en gehuchten van ons vaderland, onder de Katholieken verspreid. Een groote sociale bibliotheek werd door de K. S. A. op 't Centraal Bureau bijeengebracht. Niet minder dan 12000 werken op sociaal-economisch en apo logetisch gebied, heeft de K. S. A. in het afgeloopen tijdperk bijeen weten te brengen. Een bibliotheek, waarvan door alle Katholieken geheel gratis kan wor den gebruik gemaakt. Een knipselcollectie werd door het Centraal Bureau aangelegd uit ruim hon derd dag- en weekbladen, om de spre kers die namens het Centraal Bureau der K. S. A. moesten optreden, op de hoogte te houden van alle actueele feiten en toestanden, van de tactiek onzer tegenstanders. Sociale weken werden door het Cen traal Bureau der K. S. A. georganiseerd om de in den loop der jaren gevormde eiders onzer Sociale beweging, zoo mogelijk elk jaar acht dagen achtereen, door de meest bevoegden goed deug delijk Sociaal onderwijs te laten geven. Maar hier stoppen wij even. Alleen ïopen wij dat onze lezers en lezeressen iet nu met ons onbegrijpelijk en jammer zullen vinden dat ook in ons diocees de K. S. A. veel te weinig gekend en gewaardeerd wordt. Het eenige middel om hierin veran dering te brengen is het oprichten van PI. Comités der K. S. A. Doch hierover een volgende keer. Het Voorl. Bestuur v. h. Diocesaan Comité voor de K. S. A. in het Bisdom 's Bosch, L VAN DER STEEN, 's Bosch, Voorzitter. J. B. j. M. DERKS, Eindhoven, Secretaris. Opgericht 1843: Verzeil©rd Kapitaal Reserve 26.099.999.- 3.165.341.- De vracht-auto der komt 9641 eiken tot het thuisbezorgen en ophalen der wasschen A. KNEGTEL, Tilbühg. Yraajt Prijicourint. Vracht Jratis 20416 Mi ECHO VAN HET ZUIDEN. TWEE EN VIJFTIGSTE HOOFDSTUK. „Paul Harmant 1" herhaalde Lucien. „De gewezen vennoot van .Tacob Mortimer in New-York?" „Hij zelf! Gij kendet hem dan reeds?" „Wie zou dien man, althans zijn naam niet kennen? Aan Paul Harmant is de in dustrie de Silencieuses verschuldigd, naaima chines eener zeer verbeterde soort en de ge perfectioneerde guillocheermachine, die mijn vader, een zeer bekwaam ingenieur en werk tuigkundige, naar het zeggen mijner tante, ook reeds bedacht had." „Welnu, gij zult de rechtehand worden van een groot en bekwaam man," zelde Ge orges. „O, welke dankbaarheid zal ik u dan ver schuldigd zijn?" „De zaak zal zeker goed afloopen, doch vooralsnog geen woord, aan wien het ook zij. Aanvragen zullen van alle zijden in over vloed toevloeien, doch ik wil de eerste zijn *net de mijne. Reken overigens op mij Gij blijft bij mij dineeren, natuurlijk!" „Maar,begon Lucien. „Geen uitvluchtenbid ik u. Ik neem er S«en aan. Morgen zult gij den verloren tijd wel weder inhalenGij zijt thans bij mij en blijft hier!" „Welnu, dan neem ik uw vriendelijk aan bod aan mijn vriend, en met vreugde." „Zoo! Dat is beter! Wat zullen wij van avond heerlijke uurtjes doorbrengen Georges schelde. De oude dienstmeid vertoonde zich aan de „Nog een couvert Deentje," zeide de jeug dige advocaat. „Breid uw menu wat uit en voeg bij den Gorton twee flesscheu Cham pagne." Deentje vertrok met deze boodschap. „Zooeven zegdet gij, dat uw vader een be kwaam man was op het gebied der uitvin dingen, niet waar mijnheer?" vroeg Ste phaan Gastel aan Lucien. „.Ta, mijnheer." „Zijt gij dan de zoon van den heer .Tules Labrone, wiens werkplaatsen twee en twin tig jaar geleden zijn afgebrand?" „Ja, mijnheer, en mijn vader werd het slachtoffer van een vuigen moordaanslag in het midden der brandende fabriek." „Uw vader werd vermoordriep Georges ontsteld uit. „Dit vreeselijk drama hebt gij mij nooit medegedeeld - „Ik wist het zelf niet, dierbare Georges. Gedurende mijne kinderjaren en mijne eer ste jeugd heeft met deze bijzonderheden steeds voor mij verborgen gehouden, om mijn jeugdig gemoed voor eene al te groote ontroering te sparenSlechts toen mijne tante stierf vernam ik de schrikbarende waarheid." Zich tot Stephaan wendend, voegde Lu cien er bij ..Kendet gij mijn vader, mijnheer?" „Ik heb hem nooit gezien, doch! evenals iedereen, zeer vaak van hem hooren spreken. Het drama dat te Alfortville werd afge speeld, vormde stof voor alle gesprekken en de naam van Jules Labrone bleef in het ge- beugen gegrift." „Wat eene zonderlinge speling des lots," dacht hierbij de artist, „die van den zoon des slachtoffers den Innigsten vriend maakt van den zoon des moordenaars." „Werd de schuldige gestraft?" vroeg Ge orges. „Eene vrouw, schuldig verklaard aan doodslag en brandstichting, werd tot levens lange gevangenisstraf veroordeeld," ant woordde Lucien. „Eene vrouw!" j-iep Georges uit. „Ja... Na de misdaden, die te Alfortville bedreven werden, had zij de vlucht genomen. In den tuin eener pastorie, niet verre van Parijs, werd zij in hechtenis genomen." Georges wierp een ondervragenden blik op den schilder. „Gij vergist n niet," antwoordde Stephaan. „De vrouw, waarvan hier gesproken wordt, is dezelfde, die nog slechts korte oogenblik- ken geleden de stof leverde van ons gesprek, en op den voorgrond staat van het. schilder stuk, dat ik voor u bestem." „Dan hebt gij die vrouw ooit gezien?" vroeg Lucien vol levendigheid." „Gezien en gesproken." „Waar dan toch?" „Op de pastorie van Chevry, bij den waar- digen pastoor Laugier, de oom van Georges." „En welke vrouw was 't?" vroeg Lucien. „Eene sehoone vrouw, wier gelaat ieder een zeer vriendelijk en welwillend toe scheen," antwoordde Stephaan. „Zij selieen zwaar te lijden." „Zij ontkende de misdaad bedreven te hebben „Met kracht. De ongelukkige beweerde ge heel onschuldig te zijn, het slachtoffer van valschen schijn." „En misschien sprak zij de waarheid wel. Georges en Stephaan staarden elkander verwonderd aan. „Zij werd veroordeeld," hernam de schil der. „En wat bewijst dat, mijnheer? Hoevele rechterlijke dwalingen levert ons de geschie denis niet?" „Alles liep samen om de onschuldige aan te klagenBewijzen van schuld waren in overvloed aanwezig." „En zoo men eens met leugenachtige be wijzen heeft te doen gehad? Hebt gij het proces gevolgd mijnheer?" „Ja, met de grootste aandacht... Ik ver langde te weten of d!e vrouw ons waarheid had gesproken?" „En uwe overtuiging na de debatten?" „Was, dat de aangeklaagde wel de schul dige kon zijn." „De schuldige kon zijnherhaalde Lu cien, op elk woord nadruk leggende. „Gij zoudt dan de schuld niet durven uitspreken en als lid der jury op der vraag der rech ters „neen" geantwoord hebben?" „Dat is mogelijk," antwoordde Stephaan, na een oogenblik te hebben nagedacht. „Het ts zelfs zeer waarschijnlijk. „Ik heb de processtukken gelezen, mijn heer", ging Lucien dan weer voort. „Mijne tante had de dagbladen bewaard, die uit; voerige verslagen omtrent dit rechtgeding geleverd haddenIk ben volkomen over tuigd, dat de beklaagde onschuldig was. En mijne tante heeft mij voor haren dood ook nog verklaard, dat zij Jeanne Fortier. niet tegenstaande deze allen schijn tegen zich had, nooit schuldig had geacht „O, heette die ongelukkige wouw Jeanne Fortier?" murmelde Georges. „Ja", antwoordde Lucien en zich dan tot Stephaan wendend, vroeg hij „Herinnert gij u ook nog, mijnheer, wat zij tot hare verdediging aanvoerde?" „Zeer goedEen ellendeling, de mees terknecht uit de fabriek van Alfortville, ver volgde haar met zijne liefdesbetuigingen en loerde tevens op de fortuin uws vaders. Hij stelde voor Frankrijk te verlaten en met Jeanne en liet gestolen geld de wijk te ne men naar Amerika. Die kerel, Jacques Gérard genaamd, had haar geschreven, zei- de zij, en dit schrijven moest het onbetwist baar bewijs bevatten zijner misdaad. Doch de brief kon nergens meer gevonden wor den." „Dat is waar," zeide Lucien, „en wees toch volkomen overtuigd, dat die brief be stond. Gérard was de dief. de moordenaar, de brandstichter „Gij vergeet, dan deze man gestorven is als het slachtoffer zijner toewijding." „Niets staat minder vast... Ik geloof niet aan dien dood. en mijne tante geloofde er ook niet aan." ,,'t Is toch duidelijk, dat Gérard in de vlammen is omgekomen." „Voor mij in 't. geheel niet. De overtuiging mijner tante is ook de mijne geworden. Ik heb het vast besluit geuomen alle mogelijke pogingen in het werk te stelden om eenmaal het masker van dn waren moordenaar mijns vaders te kunnen ontrukken en zoo het onge^ lukkige schepsel, dat onschuldig veroordeeld werd weer in zijn eer te kunnen herstellen." „Den moordenaar ontmaskerenzeide de artist. „Waartoe zou u dat dienen? Een en twintig jaren zijn sinds die misdaad verloo pen. Er bestaat prescriptie. De wet vermag niets meer tegen hem." „Wat kan mij dat schelen? Zoo de men- schelijke gerechtigheid hem niet meer tref fen kan, dan zal ik mij wreken zonder haar. „Weet gij of Jeanne Fortier nog leeft?" „Ik weet het niet, maar dat zal gemakke lijk genoeg te vernemen zijn." „Zoo gij wilt, zal ik een onderzoek instel len zegde Georges. Mijne betrekking in het paleis, mijn omgang met magistraten van allen rang stellen mij-in staat spoedig de gewenschte inlichtingen te verkrijgen." „Dat zal mij zeer aangenaam zijn." ..Accoord „Maar," hernam Lucien, „mij dunkt, dat wij thans lang genoeg over mijn persoon en over hetgeen mij aangaat, gesproken hebben. Honden wij ons thans eens met u bezig Zijt gij tevreden?" „Zoozeer als dit mogelijk is... Ik heb nie mand iets te benijden... Mijn uitstekende voogd is mijn vriend gebleven. De klanten beginnen goed den weg naar mijn kantoor te vinden. Tk werk. en met veel succes werk ik, wat kan ik meer verlangen?" „Maar eene vrouw Georges begon te lachen. „Eene vrouwherhaalde hij. „Ik heb nog tijd genoeg daaraan te denken... En waar om zou ik niet doen, zooals mijn voogd ge daan heeft en jonkman blijven? Tot nu toe althans beschouw ik het celibaat als eene roeping voor mij. En wat denkt gij daar van?" Lucien kleurde tot in het wit zijner oogen. „Ik ben van heel andere gedachten," ant woordde hij, „maar ik moet een positie zien te vinden, alvorens ik aan een huwelijk kan denken." Georges was het niet ontgaan hoezeer Lu cien kleurde bij zijne laatste vraag. „En toch denkt gij er wel eens aan?" her nam hij. „Ja, dat mag ik niet ontkennèn." „Wellicht zijt gij reeds verloofd?" „JaEn dat is juist de reden, waarom ik verlang eerst vasten grond te hebben. Lucia, het jonge meisje, dat eens mijn vrouw zal worden, is even arm als ik. Zij is een meisje zonder familie, uit barmhartigheid opgevoed, maar eene reine ziel, 'een gouden hart en eene engelachtige godheid. Boven dien is zij vlijtig en werkzaam als de bij." (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1921 | | pagina 1