D[ iCW) VU HET Mill
Tweede Blad.
De Portierster
van Alfortville.
Vereeniging m de gemeenten
Waalwijk, Baardwllk en Besoilen.
Gemeenteraad.
Provinciaal Simw s.
FEU-ILLETON
f*
No. 96 Woensdag 14 Dec. '21. 44e Jaarg.
WASPIK.
Openbare: vergadering van den raad
dezer gemeente op Vrijdag 9 December
des avonds ten 6,uur.
Voorzitter Edelachtb. heer Dekkers.
Ongeveer 6 uur opent de Voorzitter
de vergaderingaanwezig allefleden.
De notulen der vorige vergadering
worden na een v kleine opmerking van
den heer Rijken, goedgekeurd en vast
gesteld.
Aan de orde:
1. Mededeellngen.
a. Schrijven van Ged. Statee, hïfcden-
de goedkeuring van het raadsbesluit tot
verkoop van een huls aan Van Gennip.
Voorzitter. Het geld zal In Januari
in de gemeentekas worden gestort en
dan zullen, zooals op de begrooting Is
aangegeven, er stukken van de Ned.
werkelijke schuld voor worden gekocht.
b. Schrijven van de heeren G. Ver
meulen en R. de Groot, respectievelijk
Voorzitte* en Secretaris vanjhet Wit-
Geie Kruis, houdende dankbetuiging
voor de verleende subsidie.
Voorzitter. De R. K. bijzondere school
voor jongens is geschat op f 19.725 en
die van de Eerw. Zusters op f 22.510.
Dan nog is bij Burg. en Weth. eer
verzoek ingekomen dat bij den raad
thuis behoort. Rijken vraagt de schoei*
ing te mogen veipla&tsen, zoo, dat deze
gelijk komt met de naaste buren.
Burg. en Weth stellen voor op het
verzoek in te gaaa en aaa; Rijken.,dat
perceel In erfpacht te geven, aangezien
het een zeer mooie verbetering is,
Ruijtenberg. Wordt 't daar nu smaller
Voorzitter. Neeu.
Wordt met algemeene stemmen be
sloten gunstig op het verzoek te be
slissen.
3. Overdracht school aan het R. K,
Kerkbestuur.
De Voorzitter merkt op dat deze aan
gelegenheid in een vorige vergadering
reeds is besproken en toen aangehouden
omdat Burg. en Weth. gaarne eerst
eenige meerdete gegevens wilde hebben.
Thans hebben deze inlichtingen van den
inspecteur ontvangen. Deze ziet geen
enkel bezwaar om de school In over
dracht over te geven.
Wordt met algemeene stemmen daar
toe besloten.
4. Wijziging belasting op hoeden.
De Voorzitter deelt mede dat Burg.
en Weth. voorstellen Art. 1 van die
verordening te wijzigen. Nu staat daarin
dat voor waakhonden f 1.moet worden
betaald en voor lÜsden die voor pleizief
worden gehouden f3.—. Het gevolg is,
dat thans alle honden worden aange
geven als waakhonden. Om daaraan eea
einde te maken, stellen Burg. en Weth,
voor Art- 1 zoo te wijzigen, da» voor
alle honden f 2.50 zal moeten worden
betaald.
Rijken. Waakhonden, moeten die niet
vastliggen
Voorzitter. Neen.
Pruijssers. Moet voor werkhonden dan
ook meer worden betaald.
Voorzitter. Er zal dan voor geen enkele
hond eenige uitzondering worden ge
maakt. Dat gaat niet of anders worden
alle honden weer als zoodanig aange
geven.
De heer Rijken meent dat dit te on
dervangen is door penningen. Nu drukt
deze belasting als het ware weer het
meest op die menschen die er dikwijls
hun boterham mee moeten verdienen
wat juist die categorie van personen is,
die toch reeds genoeg aan belastingen
betalen. Hij voor zich zou waakhonden
en honden noodig in een bedrijf, minder
willen laten betalen. Deze honden moeten
echter steeds worden vastgehouden en
nooit losloopen. De politie is mans ge
noeg om daar een oogje In 't zeil op
te houden, vooral als de honden pen
ningen dragen, zooals dat in de steden
ook het geval is.
De Voorzitter merkt op dat het pen-
ningstelsïl niet alleen een groote admi
nistratie met zich brengt doch ook zeer
duur, is.
De lieei' van Steen zou tocli die men
schen, b.v. bakkers, slagers, landbou
wers enz., die de honden voor bun be
drijf noodig hebben, minder willen
laten betalen.
Het voorstel hierna in omvraag ge
bracht wordt daarna aangenomen met
6 tegen 5 stemmen.
5: Wijziging verordening Hoofdei.
Omblag.
Voorzitter. Dit is meer eene admini
stratieve maatregel en noodig om de
belasting te heffen van 1 Januari tot
30 April. Daarna wordt alles door bet
Rijk gedaan.
Aldus wordt besloten.
6. Wijziging begrooting 1922.
Voorzitter. Ged. Staten hebben de
begrooting niet willen goedkeuren om
dat wij de post ordening van bet ar
chief van 1000 op 100 hebben terug
gebracht terwijl we met de werkzaam
heden nog niet geheel zijn gereed ge
komen.
Burg. en Weth. stellen voor deze
post, nu maar weer op 1000 te bren
gen.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
Voorzitter. Dan is nog ingekomen,
te laat om nog op bet convocatiebiljet
te plaatsen, een schrijven van Th. de
ong.
Deze moet zijn woning verlaten en
kan onmogelijk eene andere krijgen.
Reeds is bij door den Kantonrechter
gesommeerd deze te verlaten en om nu
onderdak te krijgen zal hij zelf gaan
bouwen. Hij verzocht hem een perceel
tje grond te willen afstaan gelegen aan
bet achterste dijkje en zoo de raad bet
niet kosteloos wil afstaan, de betaling
hem daarvan gemakkelijk te maken
door b.v. wekelijksche afbetaling.
'De Jong wil mei een Rijkspremie
gaan bouwen. Burg. en Weth. vinden
het een prachtige manier om zoo in
den woningnood te gaan voorzien. Het
is voor de gemeente veel voordeeliger
als zoo iu de woningnood wordt voor
zien, dan wanneer dat door een wo-
ningbouwvereeniging tyoet worden
voorzien, dan moei worden bijgepast
in de kosten en op deze manier niet.
Daarom stellen wc voor de grond te
geven voor 50 cent per M2. Heeft de
Jong dan 100 M. noodig, dan heeft hij
daar slechts 50 voor te betalen.
Met algemeene stemmen wordt dit
voorstel aangenomen.
De heer Kamp vraagt of de politie-
van „De Echo van'het Zuiden
63).
verordening niet zon kan worden ge
wijzigd dat de politie voortaan in de
kerk proces-verbaal kan maken tegen
die lui die achteraan staan en de orde
verstoren.
Voorzitter. Ik heb door de politie
een afschrift tan de verordening van
Raamsdonk Jaten vragen en dat is
thans in mijn bezit. Het is nu mijne
bedoeling een volgend jaar deze en
andere wijzigingen in de verordening
aan te brengen.
Rijken. Kan de politie nu geen pro
ces-verbaal maken.
Voorzitter. In vele gevallen niet.
Alleen wanneer de godsdienst wordt
verstoord.
De heer Ruytenberg wijst er op dat
land dat hem in eigendom toebehoort,
wordt stuk gereden. Spreker legt een
teekening over boe de situatie daar
aan de Haven is.
De Voorzitter merkt op dat op dit
terrein niemand mag komen en ver
zocht den lieer Ruytenberg hem te wil
len waarschuwen als iemand het ter
rein betreedt, opdat hij proces-verbaal
kan laten opmaken.
Vervolgens wijst de heer Ruyten
berg er op, dat hij niet tevreden is
over het baggeren. Men schiet daar
mede niet op.
De Voorzitter zegt dat, toen in een
vorige vergadering besloten is dat de
w rkzaamheden door Burg. en Weth.
moesten worden uitgevoerd, door hen
besloten is thans te laten baggeren
teneinde mede de werkeloosheid te kun
nen bestrijden. Voor elke aak bagger
krijgen ze 6.ze werken met 6 per
sonen er aan en kunnen ongeveer 3
aken per dag baggeren want de bagger
moeten ze achter aan bet, Maasje brem
gen. Deze menschen worden gecontro
leerd door Smits die daarvoor 2.50
geniet. Burg. en Weth. meenden dat
dit alles een heele geschikte prijs is.
Het. zal nu lang zooveel niet kosten
als eerst is begroot. Het huren van de
aak kost 12.50 per week, zoodat alles
te zamen 130 a 135 per week kost.
De heer Ruytenberg zegt dat ze niet
opschieten en het veel geld zal kosten.
Spr. meent dat het een groot gemeente-
beking is een goede haven te hebben.
De hoeren hebben groot belang bij een
goede haven.
De heer Rijken geeft in overweging
om aan den polder en de kinderen de
Jong vergunning te vragen om zoolang
daar te mogen lossen. De schippers
zijn dan gered.
De lieer Rubbens zou liever gezien
hebben dat de werkzaamheden aan een
commissie van den raad werden opge
dragen.
Va eenige verwarde discussie, waar
bij de heer Ruytenberg er op wijst dat,
was hij 30 j. jonger, hij de gemeente
zou gaan verlaten met zijn bedrijf,
wordt besloten hei voorstel van den
heer Rijken aan te nemen om den pol
der en de kinderen de Jong te verzoe
ken dat voor hun perceelen tijdelijk
mag worden gelost.
De heer Rijken vraagt of nog een
Christelijke school zal worden ge
bouwd.
De Voorzitter antwoordt bevestigend
en zegt dat de teekeningen daarvoor
reeds zijn opgezonden.
Rijken. Wordt de school dan door
de gemeente of door de vereeniging ge
bouwd.
Voorzitter. Dat is een kwestie waar
later over heslist zal worden.
De heet' Rijken wijst op het groote
belang van een teekenschool in onze
gemeente. Daar waar men hier een in- I
woner heeft in het bezit van akte tee
kenen kan goedkooper daartoe wordeu
overgegaan.
De Voorzitter zegt dat 't nog steeds
in de bedoeling van Burg. en Weth.
ligt daartoe over te gaan.
Een volgend jaar hoopt men daartoe
te kunnen overgaan.
Daarna gaat de raad over in geheim
Comité.
Waalwijk, 14 Dec. 1921.
De regeering heeft een nota van
wijziging ingezonden met betrek
king tot het wetsontwerp betreffen
de bovengenoemde vereeniging van
gemeenten.
Het tijdstip van ingang van de
vèreeniging wordt een jaar ver
schoven, omdat wegens den kort
op handen zijnden datum van
ingang, thans 1 Januari 1922, 'de
tijd ontbreekt voor de noodige
voorbereiding in de betrokken ge
meenten en voor het verkrijgen
van andere betrekkingen door hen,
die niet in dienst der nieuwe ge
meente overgaan, waardoor de
wachtgelden beperkt worden. Jn
plaats van 1 Januari 1922 wordt
nu gesteld 1 Januari 1923.
Verder worden nog eenige wij
zigingen voorgesteld o.a. betreffende
het wachtgeld en vrijstelling van
bijdragen door de betrokkenen.
Vereeniging van de gemeenten Waalwijk,
Baardwijk en Besoyen.
Blijkens het voorloopig verslag in
zake het wetsontwerp tot vereening van
den gemeenten Waalwijk, Baardwijk en
Besoijen zouden vele leden gaarne zien
dat in het vervolg, bij wetsontwerpen
als het onderhavige in de memorie van
toelichting zal worden medegedeeld,
hoe de raad en de commissie van in
gezetenen, bedoeld in artikel 131 der
Gemeentewet, van de belanghebbende
gemeenten, over de vereeniging denken.
Eenige leden brachten ter sprake een
adres van het hoofdbestuur van den
Nederlandschen Bond van Gemeente
ambtenaren betreffende de rechtspositie
van ambtenaren van op te heffen ge
meenten. Deze leden drongen er op aan
in het onderhavige wetsontwerp daar
omtrent gunstiger bepalingen op te ne
men dan daarin thans voorkomen. V»orts
drongen zij er op aan dat het wachtgeld
voor burgemeesters, secretarissen en
ontvangers niet zal worden bepaald naar
de jaarwedde van vóór 1 Januari 1922,
omdat alsdan niet zou kunnen worden
geprofiteerd van eventueele verbeterin
gen in de bezoldiging, die mochten
voortvloeien uit het rapport, der staats
commissie voor de bezoldiging van
burgemeesters en ambtenaren en werk
lieden in dienst der gemeenten.
Sommige leden vroegen of fen aan
zien van de rechtspositie van ambte
naren van opgeheven gemeenten niet
een algemeene regeling zou kunnen
worden getroffen, opdat de regeling
daaromtrent in het eene wetsontwerp
tot vereeniging van gemeenten niet
gunstiger zij dan in het^andere. Andere
leden, die met dit denkbeeld instemming
betuigden; waren van oordeel, dat een
dergelijke regeling in het wetsontwerp
betreffende den rechtstoestand van amb
tenaren zou moeten worden opgenomen.
Zij zouden gaarne vernemen hoe de
regeering hierover denkt Intusschen
merkten zij op, dat een zekere uniformiteit
ook reeds thans bestaat, omdat even
tueel nieuwe bepalingen van gunstiger
aard steeds in latere wetsontwerpen
liegen te worden overgenomen.
Geslaagd voorhst examen van
Hulpkeurmcester, de heer Antoon de
Kort, alhier.
Bi] het alhier gehouden examen
Machiaeschrijwen systeemj Pont
op 7 Dec. bij de Eerw. Zusters J. M. J.
zijn geslaagd de dames M. v. d. Broek
alhier en M. C. Koks te Deunen.
Gisteravond kwam de gemeenteraad
van Waalwijk wederom in geheime zitting
bijeen ter verdere behandeling der aan
slagen in en reclames tegen den H. O.
Wij verwijzen aaar achterstaande
advertentie, waaraü: blijkt dat de be
roemde ïChristus-fsim» a.s. Vrijdag en
volgende dage» in de Witte Bioscoop
gedraald zal worden.
Gezien de schitterende rececties en het
gioote succes welke deze film in elke
stad gehad beeft, twijfelen wij niet of
ook in bovengenoemd theater zal deze
flim ook een reusachtig succes hebben.
Maandagmorgen werd door den
heer Hittel, bedrijfsleider aan de N V.
v. d. Sandens' stoomschoenfabriek fc
Veldhoven, aan de Rijksvakschool alhier
eene lezing gehouden over de verschil
lende zwikmethoden en daarna eene
demonstratie gegeven, die zeer intci-
ressant waren en door de leerlingen en
oud-leerlingen met groote belangstelling
werden gevolgd. Elders in dit nummer
nemen wij het voiledlg verslag van het
gesprokene op, wat voor schoenfabri
kanten, bedrijfsleiders en schoenmakers
zeker van groot belang is.
Na afloop dezer demonstratie werd
door de studenten-vereeaiging »Corwi-
na» eene vergadering gehouden, waarop
statuten en huishoudelijk reglement wer
den behandeld en vastgesteld. Des na
middags kwamen de lede» (leerlingen
en oud-leerlinge») in gezellige bijeen
komst bijeen in Musis Sacrum.
We behoeven niet te zeggen, dat het
er onder vikkuadlge besprekingen, z*ng
en muziek gezellig r aar toeging en deze
dag weer van groot nut was voor de
ontwikkeling en aangename verstand
houding onder de leerlingen en oud-
leerlingen der school. M«a beweegt zich
o.i. aan de Vakschool met deze leziagea
en demonstraties door erkende specia
listen op verschillend gebied, wel in de
goede richting
De Fiora-Bioscoop zai op beide
Ketstdagen hare uitvoeringen geven met
een pracht-programma, terwij) op 2en
Kerstdag, des namiddags ten 4 uur eene
Kindervoorstelling wordt gegeven.
De Liedectafel Oefening en Vermaak
ontving van de, stad Bremen een uitnoo-
digiog om rnct Pinksïereu a.s. deel te
nemen aart de stedelijke muziekfeesten
aidaar. Tevens wordt dan door de ge
Op bet oogenblik, dat wij Lucia in liaar
kamertje op de Bourbonkade terugvinden,
beeft zij juist het eerste gedeelte geëindigd
van bet fijne werk, baar door madame Au
gustine toevertrouwd.
Zij had de robe geheel samengedriegd en
het garneersel van witte git stond heerlijk
op de losse en bevallige panden. Zooverre
had zij het costuum afgewerkt om zich des
te beter een idee te kunnen vormen van het
geheel.
Het meisje maakte zich gereed naar me
juffrouw Harm.aut ta gaan om te passen.
Zij stak eene petroleum lamp aau om de
overblijfselen van haar diner daarop te ver
warmen.
„Oj" riep zij eensklaps uit, „ik heb nog
geen brood. De brooddraagster is nog niet
hier geweest. Wellicht beeft zij het bij de
portierster achtergelaten. Onmiddellijk ga
ik het halen, zoodra ik de tafel gedekt heb.''
Weldra was Lucia daarmede gereed. Op
de tafel stond een bord met lepel en vork,
een kraft met water, een halfgevulde flescb
wijn en een hall' verbruikte doos sardines.
„Ware Lueien niet uitgegaan om zijn
werk weg te brengen," dacht het meisje,
..dan zou ik voor twee personen gedekt en
hem uitgenoodigd hebben niet mij te dejeu-
neeren."
Na deze opmerking sprong zij. licht als
een ree, de zes verdiepingen af en vroeg
beneden aan de portierster
„De brooddraagster heeft een brood voor
mij afgegeven, niet waar, madame Domini
ca?"
„Neen, juffrouw Lucia".
„Wat! Neen?"
„Kom binnen, juffrouw," zeide zij. ,,'t Is
veel te koud om daar buiten te blijven staan.
En ik heb voor mij ook geen brood ontvan
gen. Men begint mij op die bakkerij zwaar
te vervelen. Men kan in het geheel niet meer
op hen rekenen. Dagelijks zijn er andere
draagsters,"
O, ja, dat is onverdraaglijk voegde Lucia
er bij. „Men is nooit meer op tijd bediend...
Eu ik wilde onmiddellijk ontbijten, want ik
moet uitgaan, madame. Ik mag niet langer
wachten."
„Ik ben een pond brood gaan halen bij
den bakker om den boek, want ik moet toch
iets in huis hebben, wanneer mijn man komt.
Wilt gij een stuk daarvan hebben?"
„Zeer gaarne, madame Dominica".
De portierster opende eene kast en reikte
Lucia een groot stuk brood over.
Op dit oogenblik klopte eene groote blonde
vrouw, die er terugstootend uitzag, aan de
deur.
In de armen droeg zij vier bronden van
zeer verschillenden vorm.
„Ziedaar de draagster!" riep Lucia uit.
„Alweer een nieuw gezicht!"
,,'t Wordt eene droevige zaak," meende de
portierster. „Men zal ons eindelijk geen
brood meer brengen't Ziet er ellendig uit
Tk had reeds lang elders moeten gaan."
„Is dat mijne schuld?" vroeg de draag
ster op ontevreden toon. „Ik vervang thans
de vrouw, die meu gisteren aan de deur
heeft gezet, en ik ken de klanten niet
„Geef mij dat brood van twee pond." zoo
zeide Lucia, „en zoo gij geregeld blijft ko
men, ga dan mede naar mijne kamer want
ik betaal steeds contant."
„Neen, juffrouw, ik zal niet meer komen.
De bakker zoekt eene vaste draagster. Ik
heb daarvoor geen tijd".
„Dan kunnen wij er op rekenen, dat wij
nog dagen lang met denzelfden slakkengang
zullen te doen hebben."
Lucia klom haastig de trappen op, ge
bruikte niet meer dan een kwartier uur» om
te ontbijten, nam dan met de grootste voor
zorg haar pakje mede, ging een rijtuig ont
bieden bij het naburig station en liet zich
naar de Murillostraat brengen, waarvan ma
dame Augustine, zooals wij weten haar het
adres gegeven had.
Sinds enkele dagen leed Mary Harmant
meer en meer.
Hare hoestaanvallen herhaalde zich vaker
en duurden dan we! ooit zeer geruimen ti.id
voort.
Deze ziektetoestand maakte het karakter
van het jonge meisje meer en meer onaan
genaam.
Op hevige zenuwtrekkingen volgden uren
van afmatting en verslagenheid.
Dan maakte zich een diepe droefgeestig
heid van Mary meester, terwijl hare tranen
overvloedig vloeiden. Bijzonder zachtmoedig
en vol medelijden voor liet. ongeluk van an
deren herhaalde zij dan vaak
„Ik ben rijk... Ik zou veel goeds moeten
stichten, weldaden om mij heen moeten ver
spreiden
ZESTIGSTE HOOFDSTUK.
Tn deze gemoedsstemming bevond zich
Paul Harmant's dochter, toen haar bericht
werd. dat een jeugdig meisje daar was om
haar te spreken.
Dat was eene uitspanning voor haar.
Mary beval het jonge meisje onmiddellijk
boven te laten komen en ontving de mode
maakster met de grootste welwillendheid.
„Wel, juffrouw Lucia, hebt gij wonderen
verricht," zoo vroeg zij.
„Ik heb alles gedaan wat mogelijk was,
mejuffrouw, en geloof wel niets verzuimd
te hebben van hetgeen madame Augustine
mij bevolen heeft."
„Ts het kostuum bijua gereed?"
„Ik kom om te passen", antwoordde Lucia.
„Dat weet ik. Maat hebt gij aangetoond
hoe rok en tunique zullen gegarneerd wor
den?"
„Zeker, mejuffrouw, gelief maar eens te
zien."
Lucia maakte haar koffertje open en zij
spreidde de robe op, een canapé ten toon.
„Wat is dat schoonriep Mary uit. „en
de wijze, waarop het garneersel is aange
bracht. is allerliefst, origineel!
„Dat is eene vinding van mij," antwoord
de de Werkster met eene naieve eigenliefde.
„Welnu, ik maak u mijn compliment. Juf
fer, gij hebt een zeer fijnen smaak."
Paul Harmant's dochter was zeer opge-
wekt geworden. De doorzichtige Weekheid
was van haar gelaat verdwenen. Maar dik
wijls toch bracht een droge hoest hare horst
iu beweging, zonder dat zij daarvan iets
scheen te bemerken.
„Arm meisje!" dacht Lucia, terwijl zij
luisterde. „De jonge dame is zeer ziek."
En het arme kind beklaagde van ganseher
harte de rijke bezitster.
Mary hernam
„Zullen wij nu de robe passen?"
„Ik ben gereed, mejuffrouw."
„Wil ik mijne kamenierster roepen?"
„OnnoodigIk zal haar vervangen."
„Goed. daar houd ik ook meer van."
Lucia begon haar werk, waarvan onze
lezeressen althans, zeer goed de groote be
langrijkheid kermen.
Mary, die dank zij het lachend gelaat en
het sympathiek uiterlijk der werkster, bij
zonder spraakzaam werd. vroeg aan Lucia
„Werkt, gij reeds lang voor madame Au
gustine?"
„Ongeveer vijftien maanden, mejuffrouw."
„Zij schijnt bijzonder veel van u te hou
den".
„.Ta, werkelijkzij toont mij eene groote
genegenheid."
.Ik meen uit haren mond verstaan te heb
ben, dat zij u graag in haar atelier aan huis
zoude hebben."
„Ja, dat is zoomaar ik werk liever alleen
op mijn kamertje."
„Gij woont zeker bij uwe ouders?"
.Ik heb geene ouders, mejuffrouw," ant
woordde Lucia op droevigen toon.
„Zijt gij een weesje?"
„Ik weet er niets van... Toen ik een jaar
oud was, werd ik iu het gesticht der gevon
den kinderen gebracht."
„In het gesticht der gevonden kinderen!'
herhaalde Mary.
„Ja, mejuffrouw."
„Dan hebben uw vader, uwe moeder u ver
laten Maar dat is afschuwelijk
„Ja, het is zeer wreed," zeide Lucia. „Mij
dunkt dat ik mijne moeder zeer teederlijk
zou bemind hebben. Doch 't is nooit in mijn
brein opgekomen die onbekende moeder te
laken: van af de jaren des onderscheids
heb ik mij overtuigd gehouden, dat zij wel
licht niet schuldig was, dat de ellende, de
honger haar dwongen te doen wat zij gedaan
heeft."
„Gij hebt gelijk zoo te denken," sprak
Mary, „en toch, zoo ik een kind had, zou ik
liever van honger sterven dan het te verla
ten. Maar zoo uwe moeder nog verschoond
kan worden, wat moet er van uw vader ge
dacht worden?
„Mijn vader is wellicht dood."
,..Ta. dat is mogelijk."
„En dan," voegde Lucia er bij, „zij zijn
zoo talrijk de ongelukkige lieden, die arme
vrouwen verleiden en haar dan verlaten!"
„Dat is ook waar," mompelde Paul Har
mant's doekte.-, en voegde er dan bij„Heeft
men u in het gesticht nooit gezegd onder
welke omstandigheden gij gevonden werd,
of eenig toeken niet aanwezig is, dat u zou
kunnen helpen om uwe familie weer te vin
den?"
„Dat heb ik reeds gevraagd, mejuffrouw,
zoodra ik de jaren des ónderscheids bereikt
had"-
„En wat heeft men u geantwoord?"
„Dat men een zeker iets bij mij gevonden
had, in staat, om misschien wel eens mijne
indentiteit te kunnen bevestigen."
„En wat was dat?"
„De regit meuten van het huis verboden
mij daarvan in kennis te stellen."
„Maar dat is onmogelijk! Dat zou al te
dwaas zijn
.JJat hel' ik ook gezegd, mejuffrouw, doch
steeds zijn al mijn pogingen om te weten
te komen, wat mij zoozeer interesseerde, op
eene onbegrijpelijke beséheidenheid afge
sprongen. Men vreest, naar het schijnt, dat
verlaten kinderen, die door bedriegelijke of
slecht begrepen teekenen op den dwaalweg
geleid orden, in achtbare gezinnen, onaan
gename tobneelen verwekken. En overigens
het onderzoek naar het vaderschap is ver
boden."
„Maar waartoe dient het dan, liet kind
dat te vondeling wordt gelegd, van een beis
kenningsteeken te voorzien?"
U
(W rdt vervolgdj.