Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De Portierster
van Alfortville.
Dames van Waalwijk en Omstreken!
Stoomwasscherij „DE LELIE".
Neemt proef bij
Rath Co., Veghel.
Binnenland.
EERSTE BLAD.
Uit ons Parlement.
FEUILLETON
„NOORD-B RABAND"
^3üT^waalw ]JKC
NUMMER 35.
ZATERDAG 29 APRIL 1922.
45e JAARGANG.
Uitgavh:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
2)it nummer bestaat uit 2)rie
Bladen.
Het vet»et der Eerste Kamer
tegen haar gewijzigde santen
stelling. Verwerping van
Hêofdstuk UI der Grondwets
herziening. Enkele andere
wetsontwerpen.
Hot was van don aanvang af duide
lijk, dat er in de Eerste Kamer een
ernstig verzet bestond tegen 9ommige
Hoofdstukken der Grondwetsherziening.
En dit verzet kwam juist van dat deel,
waarop de regeering steunen moest,
Anti-revolutionairen, Chrlstelijk-blstori-
schen en Katholieken, maar de belde
eerste groepen vooral konden zich
blijkbaar met tal der aangebrachte wij
zigingen niet vereenigen. Hun verzet
gold voornamelijk de wtyzo, waarop
voortaan de Eerste Kamer zou worden
samengesteld, een wijze, door minister
Ruys de Beerenbrouck als een nood
zakelijk gevolg van de democratiseering
onzer staatsinstellingen verdedigd. En
het is op dit verzet dan ook, dat de
Grondwetsherziening voorloopig ge
strand is. Hoofdstuk III, dat in de eerste
plaats invoering van de evenredige ver
tegenwoordiging voor de Eerste Kamer
en van de gelijktijdige aftreding der
leden om de 4 jaar inhield en tevens
de verhooging van de schadeloosstel
ling der Tweede Kamerleden tot f 5000,
het vrouwenkiesrecht voor de Tweede
Kamer, de mogelijkheid van tweejaar-
ltjksche begrooting en vrijheid van den
gewonen wetgever ten aaszien van den
stemplicht vaststelde, werd met 24 tegen
21 stemmen verworpen. Al het hierin
geregelde was op tegenstand gestuit.
En de vereenlglng dier verschillende
tegenstanders leidde blijkbaar tot de
verwerping. Maar het verzet richtte
van „De Echo van het Zuiden".
105)
zlch hoofdzakelijk tegen wat de minister
de democratiseerlng der Eerste Kamer
noemde. En'het was daarom begrijpe
lijk dat de regeering Hoofdstuk IV en
de additloneele artikelen waarin o.a. de
ontbindbaarheid der Provinciale Staten
werd*vaatgelegd en de evenredige ver
tegenwoordiging geregeld, maar liever
niet in stemming zag gebracht. Zij
overweegt iu een tegemoetkoming aan
het gebleken verzet en zal dus waar
schijnlijk andere hoofdstukken III en IV
Indienen, waaruit de nieuwe regeling
omtrent de samenstelling der Eerste
Kamer verdwenen is.
Behalve de overige hoofdstukken der
Grondwetsherziening werden nog o.a.
het ontwerp tot wijziging van de Kies
wet, dat de klesgelegenbeid voor reizi
gers en dergelijke verruimt en dat tot
voorkoming van het zonder noodzake
lijkheid bouwen van lagere scholen,
beide na korte discussie aangenomen,
B| de behandeling van het laatste ont
werp verklaarde minister De Visser, dat
bil zoo noodig na de technische her
ziening van de Lager Onderwijswet
met het voorstel tot verlenglag van den
geldigheidsduur van het Bouwwetje zou
komen.
De heer Troelstra heeft een inter
pellatie gehouden over de Eerste Kamer.
De heer Troelstra herinnert er aan,
dat, waar de moderne arbeidersbewe
ging de afschaffing van de Eerste
Kamer op haar program had» de Re
geering ten slotte Is gekomen met
voorstellen tot demociatlaeering. Bij
deze voorstellen bleef bovendien het
eindoordeel bij de Eerste Kamer. Zij
bleef het ongelimiteerde vetorecht be
houden. Voorts herinnert spreker er aan»
dat ook In deze Kamer een groot aan
tal stemmen zijn uitgebracht vóór de
afschaffing der Eerste Kamer. Het des
betreffende amendement-Marchant were
slechts met een geringe meerderhelei
verworpen en wei met 47 tegen 37
stemmen. Spr. ontkent, dat het thans
door de Eerste Kamer verworpen wets
ontwerp is tot stand gekomen als een
gevolg van den >waao van den dag».
Waaromen spreekt van «Waan van den
dag» wil spreker slechts even opmer
ken, dat er twee soorten van die «wa
nen» zijn, en wel een waarbij men alles
maar elscht en de andere, die thans
meer en meer den kop gaat opsteken
en waarbty men volstrekt geen rekening
meer houdt met de verschillende demo
cratische eischen. Dit is de reactionaire
waan van dea dag. En spreker i9 van
meening, dat de Eerste Kamer dezen
waan in de kaart speelt.
Dit heeft zij getoond by de verwer
ping van verschillende aan baar voor-
RVAR1NG STERK.
DOOR
gelegde wetsontwerpen. De^Eerste Ka
mer verwerpt In den laatstcnltijd maar
raak.
Spr. merkt op, dat naar aanleiding
van de laatste verwerping door de
Eerste Kamer een zeer ernstig conflict
is ontstaan tusschen Regeorlng en Par
lement, tusschen de Kamers onderling
en tevens tusschen democratie en'reactie.
Spr. vraagt, wat In deze thans dient te
geschieden. Waar evenwel de^Regee-
ring het voornaamste deel van het par
lement achter zich heeft, is de heer
Troelstra van mccning, dat de Regee
ring, principieel beschouwd niet mag
aftreden maar dat zij stand moet houden
en haar waardigheid toonen. Daarom is
spreker van. meening, dat thans de
Eerste Kamer dient te worden ontbon
den, daar het conflict van princlpleelen
aard is en de Eerste Kamer bij dit
conflict niet een sterke positie inneemt.
Ontbinding der Eerste Kamer zou
voorts het prestige der Tweede Kamer
verhoogen. Spr. is het niet eens, met
hen die van meening zijn, dat de be
schikbare tijd voor ontbinding te kort
is. De Regeering Immers is volgens art.
73 bevoegd, de Provinciale staten uit
te noodigen binnen 14 dagen nieuwe
afgevaardigden te kiezen. Wat de ver
worpen en aangehouden wetsontwerpen
aangaat, is spr. yan meening, dat de
Regeering goed zou doen om deze ont
werpen weder ongewyzlgd bij de Eerste
al of niet in haar samenstelling veran
derd In te dienen. Bij de behandeling
van deze grondwetsherziening la voorts
duidelijk gebleken, dat thans een goede
eenigzins beteekenende herziening niet
tot stand kan komen.
De minister Ruijs de Beerenbrouck
beantwoordde de verschillende door
den heer Troelstra gestelde vragen
ontkennend. Hij denkt niet aan Kamer
ontbinding, zal ook de voorstellen niet
ongewijzigd meer indienen, noch de
aangenomen voorstellen terug nemen
maar hij heeft bij de Tweede Kamer
ingediend een nieuw ontwerp betreffende
de samenstelling der eerste Kamer,
waarbij2(eenigszin9 wordt tegemoet ge
komen aan de wenschen der Eerste
Kamer.
Het beginsel der evenredige vertegen
woordiging blijft In het voorstel geband-
ïaafd, maar de uitvoering ervan wordt
aan den gewonen wetgever overgelaten.
Bij zyn repliek diende de heer
Troelstra een initiatief-voorstel in tot af
schaffing van de Eerste Kamer.
De Tweede Kamer heeft de wets
ontwerpen Wijziging van de Vleeseh-
ceurlngswet en Toepassing van mldde-
en voor ontsmettingsdoeleinden z. h. s.
aangenomen.
Al9 datum voor de invoering der
Tabakswet is thans 1 Juni a.s. vastgesteld.
Dezer dagen heeft te Amsterdam
een conferentie plaats gehad van voor
standers van protest-candidaten voor
de Tweede Kamer. In die bijeenkomst
t9 een commissie benoemd, welke tot
taak heeft, een groslijst voor alle districten
samen te stellen. De meening, dat weer
paria's als De Gelder, candidaat gesteld
moesten worden, kon geen meerderheid
vinden. De overheerschende stemming
was, dat de meoschen uit het anarchis
tische kamp candidaat gesteld moeten
worden, die echter van zulk een repu
tatie zijn, dat niemand ooit zal kunnen
zeggen, dat de anarchisten ernstig aan
het parlementarisme meedoen. De com-
mlscle beeft, naar men mededeelt, als
nummer 1 voor de lij9t bereid gevonden
den komiek-dlchter-zanger Klaas Drie
huis. Het Amsterdamsche gemeente
raadslid Zuurbier zal waarschijnlijk als
nummer 3 op de lijst komen. Verder
worden onderhandelingen gevoerd met
een water- en vuurvrouwtje uit den
Jordaan en een zeer bekend boot
werkerstype.
DE LEZERSKRING VAN ONS BLAD
BREIDT ZICH MET DEN DAG UIT,
ZOODAT OOK DE WAARDE VAN
ADVERTEEREN STEEDS GROOTER
WORDT.
De Echo van het Zuiden,
Waalwylische en Langstraatst-lie Courant,
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.,
franco te zenden aan den Uitgever.
Prijs der Advertentlën
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
B^j contract flink rabat.
Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit
zijn.
„Toen zij terugkeerde om te Bois-Oolom-
bes den trein te nemen, is%zy uitgegleden
met het ongelukkig gevolg, dat zij zich vrij
ernstig gewond heeft."
..GewondWat een ongeluk Is het erg?"
„Neen. gelukkig niet. Zij zal weldra her
steld zyn. In enkele dagen kunt gij Lucia
hier terug verwachten."
„O. d§s te beter! Gy stelt inrj gerust. Ik
was van plan morgen vroeg den commissaris
dezer sectie te waarschuwen."
„Gij begrijpt dat dit nu volkomen overbo
dig is. Doch het zou niet slecht zijn, dat
madame Augustine gewaarschuwd werd. Ik
zal er morgenvroeg heengaan."
„Hoe hebt gij iets van het ongeluk gewe
ten, mama Lison?"
„Lucia heeft mij een commissionair naai
de bakkerij gezonden... A propos, zij heeft
my gevraagd of er geen brieven voor haar
waren aangekomen."
„Ja. een".
„Dien zal ik morgen medeneinen om hem
haar te bezorgen."
„En hoe is 't met uwe meesteres? Men
heeft ons vandaag nog geen brood gebracht.
„De arme vrouw is verleden nacht gestor
ven."
De portierster sloeg de handen te zamen
en riep uit
„Ach. de arme vrouwZy was jonger
dan ik, en is nu reeds heengegaan!... Wat
is toch het leven?"
Jeanne liet de portierster over aan hare
philosophisclie opmerkingen omtrent de on
standvastigheid der menschelijke zaken in
het algemeen en van het leven in het by-
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
zonder. Zij haastte zich eene hoogst noodige
rust te gaan nemen.
Den volgenden morgen kweet zy zich van i
hare gewone taak en bracht het brood haars
meesters ronddan kleedde zy zich haastig
om by de uitvaart tegenwoordig te zyn.
Een tweede brief was er voor Lucia aan
gekomen.
zy stak ze beide in den zak en daar de
tijd nog niet was aangebroken, ging zij eerst j
nog madame Augustine waarschuwen, wie
zy een tweede editie opdischte van hetgeen
w-y haar de portierster hebben hooren ver-
tellen. j
De modiste geloofde de vrouw op haar
woord en toonde door hare w-yze van han- i
delen duidelijk genpeg welk groot belang
zy in Lucia stelde. j
Na de uitvaart harer meesteres te hebben
bygewroond, vertrok zy naar Bois-Colombes
waar het meisje hare kornet met een gemak- j
kelijk te begrepen ongeduld verbeidde.
De koorts was merkbaar afgenomen en de
wonde hinderde haar veel minder dan twee
dagen geleden. Kortom de algemeeue toe-
stand was zoo bevredigend mogelijk. De
dokter gaf daarvan aan mama Lison de
plechtige verzekering.
NEGEN EN DERTIGSTE HOOFDSTUK, j
I
Lucia las of beter gezegd, verslond de i
bekle brieven, welke Jeanne Fortier voor j
haar had medegebracht.
Beide waren van Lucien Labroue.
In den tweeden verweet de jongeman aan 1
zyne verloofde hare stilzwijgendheid, die
hem zeer ongerust maakte.
Lucia deelde den inhoud aan mama Lison
mede.
„Ik moet hem onmiddellijk schrijven,"
sprak deze, opdat hy nog heden antwoord
krijgt."
„Maar zoo gy schrijft," voegde er het
jonge meisje by, „dan zal hij des te onge
ruster zyn. Wat gij hem ook verzekert, hij 1
zal zich overtuigd houden, dat de toestand i
veel ernstiger is dan er gezegd wordt."
„Dat is waar, en daaraan had ik niet ge-
dacht. Wat zullen wij dan aanvangen?"
..Ik zal zelve schryven."
„In uwen toestand van zwakte?"
..Ik heb de kracht genoeg om de pen te be- i
stieren."
„Maar de dokter heeft het verboden."
„Ily zal er niets van weten."
„En zoo vermoeidheid uwen toestand ver
ergert?"
„O, ik ben veel- heter! Dat zal niet het
geval zyn. Daar op tafel ligt alles wat er
noodig is om te schryven. Geef my dat hier.
dan kunt gy den inktkoker vasthouden."
Jeanne haastte zich te doen wat Lucia ge
vraagd had. die met een hand. welke wel
eenigszins beefde, de volgende regelen
schreef
„Innig geliefde Lucien!
„Ik zal u de gansche waarheid mededee-
len. maar gy moogt niet verschrikken, want
ik verzeker u dat ik niets verberg eu dat
gy geen vrees behoeft te koesteren.
Gewond lig ik te bed, doch gy begrijpt
wel, dat mijne wonde niet ernstig kan zijn.
anders zou ik u niet schrijven.
„Ik ben het slachtoffer geweest eener
wreede aanranding. Men heeft mij willen
vermoorden om my te bestelen en zoo heeft
men my het voorwerp ontstolen, waaraan
ik voor alles de meeste waarde hechtte, het
lieve kleine horloge, dat gy van uwe spaar
penningen gekocht hebt.
„Luister eens wat er gebeurd is."
Hier verhaalde Lucia hoe zy naar Col om-
bes gegaan en door een vreemdeling was
aangevallen, hoe zy als het slachtoffer van
een wreeden messteek ten gronde was ge
worpen en daarna in onmacht gevallen was.
Zij sprak van de beschikking der Voorzienig
heid, die mama Lison op haren weg gezon
den had en van de liefderijke wyze, waarop
zy by den commissaris van Bois-Colomhes
verpleegd werd.
Zij eindigde met de volgende woorden
„In twee fl drie dagen zal ik naar Parijs
mogen terugkeeren en ik haak er ook zeer
naar om weer my» kamertje te betrekken,
waar alles my van u spreekt. Wat zal ik
ook tevreden zyn wanneer ik myn werk kan
hervatten.
.Ik lig hier in het geheel niet verlaten.
De vrouw van den commissaris, eene bemin
nelijke en allerliefste dame, houdt my ge
regeld gezelschap en de goede mama Lison
komt my eiken dag bezoeken.
„Ik lijd zoo geduldig mogelijk inyu leed
en zou er zelfs niet aan denken my te be
klagen. zoo ik u hier maar op zachten toon
kou toefluisteren, dat ik u nog wat meer
lief heb dan gisteren en dat ik morgen u
zeker nog wat meer zal beminnen dan van
(laag.
„En zoo zal het steeds blijven.
„Uwe verloofde, weldra uw vrouw niet
waar?
„Lucia'"
Het jonge meisje stak den -brief in een
enveloppe, schreef hot adres en reikte dan
de missive aan Jeanne over, die zich tevens
haastte om alle schrijfmateriaal te doen ver-
dwynen.
't Was tyd.
De dokter trad binnen en de goede man
zou zeker zwaar geklaagd hebben, zoo hij
bemerkt had, dat men zijne voorschriften
niet na kwam.
Doch hy bemerkte niets, verzekerde zelfs
dat het meisje aanmerkelijk boter was en
schreef nog een drankje voor, waarvan zy
elk uur een lepel gebruiken moest. Het was
echter niets anders dan een versterkend mid
deltje.
Jeanne ging naar den apotheker om het
drankje te laten bereiden en vertrok na dit
bezorgd te hebben naar Parijs.
D
Juffrouw Amanda was zeer boos van hu
meur.
By het ontbyt had zy den gewaanden ba
ron Arnold de Reiss verwacht, doch (leze
was niet verschenen. Het griefde haar
vooral, dat de baron niet een woordje tot
haar had gericht.
In den loop van den dag ontving zy een
briefje van haren platonisclien verliefde.
Deze brief hield een briefje van duizend
francs in en deelde mede. dat Arnold ver
plicht was onmiddellijk een reis van vrij
langen duur te ondernemen, zoodal hei hem
onmogelijk was eerst zyn Amanda een be
zoek te brengen.
Amanda stak met zorg het bankbriefje
weg en verfrommelde den brief tusschen de
vingers.
Moest zy dit onverwacht vertrek als een
scheiding beschouwen? Was hij werkelijk
op reis?"
Dat vroeg zich het modeplaatje zeer on
tevreden af, want zy had al hare hoop op
Arnold de Iteiss gebouwd, een hoop. die tlnins
in rook dreigde op te gaan.
zy wist niet wat er van te denken!
Geen enkel middel had zy om eenig licht te
brengen in den twyfel, die haar verteerde!
Ovidius had wel gezorgd, dat zy niet achter
zijn adres kon komen.
Het modeplaatje was geheel terneergo-
slagen en betreurde het verdwynen van al
haar luchtkasteelen.
Beter ingelicht dan Amanda hebben ouzo
lezers reeds begrepen, dat het hier een de
finitieve scheiding gold. Ovidius hield er
zich van overtuigd.
Het briefje van duizend francs was de
prijs der inlichtingen, die hij van haar om
trent Lucia ontvangen had.
Daar hy nu het modeplaatje niet meer
noodig had, zette hy haar doodeenvoudig
aan den dyk, overtuigd dat hy haar nooit
meer zou wederzien. Daarin bedroog hy zich
echter zeer.
Toen Lucien Labroue de oogen op den
brief wierp, waarvan wy het grootste ge
deelte hebben aangestipt, ontving hij een
vreeselijken slag in liet volle hart.
Lucia was byna vermoord op den weg ge
vonden Lucia het slachtoffer van een el-
lendigen moordenaar, lag thans op het ziek
bed uitgestrekt, en hy was niet daar om
het geliefde meisje te verzorgen en te hel
pen.
„Wie weet," dacht hy. „of mijne verloofde
mij den hoogen ernst der wonde niet ver
zwijg! om haren aanstaanden echtgenoot
niet al te zeer te bedroeven?"
Jules Labroue's zoon verkeerde lil een
hoogst pijniyken toestand.
Wat zou hy doen? Naar Parijs terugkeeren
en het opzicht verlaten dat hem was opge
dragen, hel vertrouwen verloochenen, dat
zijn patroon in hem gesteld had? Kon hij
dat doen?
Zeker moest liy vooral zorgen niet in on
genade te vallen by Paul Harmantzoo
toch zou hij gevaar loopen zyne betrekking
te verliezen en zyne toekomst in gevaar Ie
brengen.
(Wordt vervolgd).