Uit het Pok
in het
Gemengd Nieuws.
Ingezonden 5tukken,
SOCLAR
toekomst. En wat het verrassende Ver
drag van Repallo betreft, dat Dultsch-
iand en Ruslaod op zoo'n onaardige
manier voor mekaar hebben weten te
brengenFrankrijk zal zorgen, dat het
ongedaan en van geenerlel waarde
wordt In al de onderdeelen, die In-
drulschen tegen het Verdrag van Ver-
- sallies.
Dat de Engelsche en Italiaansche
juridische deskundige bewezen hebben
dat het Verdrag van Rappalo niet In
strijd Is met het Verdrag van Versailles
daarvan repte Mlllerand niet.
De republlkelnsche vechtjassen In
Ierland schijnen bet ln de laatste dagen
gemunt te hebben op aanvoerders in
het vrij8taatsche leger. Nu weer hebben
zij den bevelhebber van de derde bri
gade vrijstaters te Cork doodgeschoten
zonder eenlge sommatie. Ia verband met
dezen moord is een man gearresteerd
Over den moord op brigade-generaal
Adamson te Athlone wordt nog het
volgende gemeldMaandagavond (om
streeks tien uur keerde deze hoofdoffi
cier naar de kazerne terug, toen hij in
de nabijheid van het hotel, waar de
oproerige republikeinen hun hoofdkwar
tier hebben gevestigd, plotseling te
9taan kwam tegenover een gewapende
troep mannen die hem toeschreeuwden
«Handen omhoog*. Adamson,-lie alleen
was, gehoorzaamde onmiddellijk aan dat
bevel. Terwijl hij met de handen om
hoog stond, legde een der muiters een
revolver vlak bij zijn hoofd aan en loste
een schot. De kogel ging den generaal
dwars door het hoofd en verbrijzelde
zijn hersenpan.
Te Mullingar, een marktstad In het
centrum van Ierland, ongeveer 80K.M.
ten westen van Dublin, ls de Valera
voornemens Zaterdag een rede te houden,
Io verband daarmede hebben de elkaar
vijandige troepen openbare gebouwen
bezet en versterkt en een rood arbel
dersleger ls gevormd, teneinde de ar
beidersbevolklng tegen belde legers te
beschermen.
Dinsdagavond kwam het tot een bot
sing tusschen beide legers, doordat een
vrachtauto met Vrijstaat-troepen op het
matktpleln door republikeinen werd
aangevallen. Nadat er eenlge schoten
waren gewisseld, kregen de Vrijstaters
versterking van het plaatselijke garni
zoen en namen een aantal republikeinen
gevangen.
In de stad werden eenlge zware ka
nonnen -opgesteld, terwijl de vensters
van de bezette gebouwen met zandzak
ken werden versterkt. Verscheidene
postkantoren rond Mulllgar zijn 's nachts
geplunderd. De Vrijmetselaarsloge werd
opengebroken en het meubilair ver
nield.
Een verschikkelifke Leeuw.
118 menschen verslonden,
Pater Rose schrijft in zijn missiebericht
over de missie Kapatoe van de Witte
Paters vicariaat Bangweolo, midden
Afrika d d. 30 Juni 1921.
„En thans moet Ik gewagen van de
moorddaden van den verschrikkelijken
leeuw, die sinds 13 Juli 1920 een groot
gedeelte van- ons missiegebied met
schrik en angst vervult.
Kapatoe heeft immer, niet ten on
rechte den naam gehad een leeuwen-
land te zijn. In December 1919 doodde
pater Boisselier een dier vreeselijke
dieren op het lichaam zelf van het
slachtoffer.
Den 13den Juli 1920 opende een
andere leeuw de griezelige rij zijner nu
wel niet te tellen slachtoffers. Het dag
boek der missiestatie Kapatoe telt er
32 sinds dien en dit getal is verre
beneden de werkelijkheid. Twee andere
slachtoffers zijn gelukkig genezen van
hun wonden. Een van hen, een vrouw,
had vreeselijke wonden aan den hals
tengevolge van een leeuwenbeet, doch
ze ls nu weer naar haar dorp terug
gekeerd, nadat zij met succes in de
missie is verpleegd.
Laten wij een greep doen onder de
meest ontstellende feiten der laatste
maanden
Den 23sten October gingen vijf kin
deren van ons missiedorp naar het
bosch om wilde honing te zoeken. Zij
waren juist den waterloop, die onzen
tuin begrenst, over en waren nauwelijks
500 passen geloopen, toen de leeuw
uit het hooge gras, waarin hij ver
scholen zat, te voorschijn sprong. Het
achteraanloopende kind zette het bijtijds
op een loopen, zoo hard het kon, naar
het dorp, ofschoon meer dood dan
levend van schrik. Een ander der
kinderen gelukte het zich in het gras
te verbergen, Maar reeds had den
leeuw met zijn machtige pooten den
kleinen Lazaro tegen den grond geslagen
om zich dan bliksemsnel tot den kleinen
Leo te wenden, dien hij bezig was ie
verscheuren.
Terwijl de leeuw bezig was met Leo
vatte Lazaro moed, sloop stilletjes tot
aan den voet van een boom, waarop
Albert de oudste der vijf geklommen
was. Albert hielp nu Lazaro om ook
op den boom te klimmen, alwaar beide
veilig waren. Onderwijl riep Albert met
al de kracht van zijn longen om hulp.
Pater Boisselier, de beste schutter van
het vicariaat, gewaarschuwd door het
kind, dat in het dorp terug was ge
komen, was spoedig ter plaatse met tal
van werklieden en vrouwen uit het
dorp. Leo was door den leeuw meege
sleurd. Eerst maakte men werk van den
kleinen gewonde. Zijn wonden leken
niet gevaarlijk op het eerste gezicht,
maar spoedig stierf de arme kleine
jongen.
Men volgde nu de bloedsporen. Het
wilde beest was dra ontdekt. Achter
een termietenheuvel tusschen meters
hoog gras, richtte de leeuw zich fier
op en liet een dof. door merg en been
dringend gebrul hooren. Men wees den
pater het wilde dier. De kop alleen was
te zien en het was moeilijk den eigen
lijken stand van het monster waar te
nemen. De inboorlingen verzekerden
den pater, dat de leeuw hen recht
aankeek en ook met de borst naar hen
gekeerd stonddus een goed mikpunt
aanbood. Afgaande op die aanduidingen
gaf pater Boisselier vuur. Een vreese-
lijken sprong boven het gras en
niets meer.
Hij is dood, schreeuwden de negers.
Voorzichtig klommen eenlge in de
boomen
Niets te zien. Zeer behoedzaam sloop
men wat nader. Nogmaals klauterden
eenigen in nabijstaande boomen. Zij
ontdekten de overblijfselen van den ver
scheurden jongen. Maar van den leeuw
niets te ontdekken, tenzij wat bloed
droppels op de bladeren der struiken
in de richting der struiken waar het
ondier was verdwenen. Den geheelen
dag zocht men maar vruchteloos.
Het duurde niet lar.g, of de leeuw
liet bemerken, dat hij den dood ont
snapt was. Den 14 November op een
Zondag, tijdens de Hoogmis, hoorde
men plotseling in het missiedorp heftig
de trom roeren. Een rilling voer on
willekeurig door de menschen in de
kerk.
De leeuw is er weer, hoorde men
roepen en in een oogenblik was de kerk
leeg.
Pater Boisselier ging ook dadelijk
naar buiten, om inlichtingen te verkrij
gen, maar vooral ook om te zorgen,
dat men geen onvoorzichtigheid begaan
zou.
Het ongeluk was gebeurd in de vel
den onzer Christenen op twee en een
half uur van hier. Drie slachtoffers
een man, zijn vrouw en hun jongste
kind.
Dadelijk haalde de pater zijn geweer,
sprong op zijn fiets en. gevolgd door
al wat het dorp aan moedige kerels
telt, begaf hij zich naar de plaats des
onheils. Och, kon men toch dien men-
schen-verslindenden leeuw doodcn.
Men is ter plaatse. Wat een vreese-
lijk schouwspelVeel sporen van het
dier nabij de hut, gebouwd aan den
rand van het veld. In het veld nabij
een soort schuurtje, plassen bloed.
Eenige stukken van het verscheurde
kind, een krom gebogen lans, een bijl
zonder steel, bewijzen, dat een ver
schrikkelijke strijd op leven en dood
heeft plaats gehad.
Men volgt de bloedsporen.
Daar liggen het hoofd en de beenen
der vrouw, bijna geheel verslonden....
Men blijft zoeken, immer zeer voor
zichtig en stil voortsluipend....
Eindelijk ontdekt men het lijk van den
man, met zorg geborgen in een doorn
)oschje, maargeen leeuw Toch vindt
men de sporen van den leeuw en men
vervolgt ze tot vier uren 's avonds,
helaas, immer vruchteloos.
Den 21sten December gaan vier
meisjes uit het dorp Kapata, vier van
de missie, op zoek naar paddestoelen,
een gerecht waarvan de negers veel
louden. Dc meisjes vinden een goeden
voorraad en vroolijk en blij keeren zij
naar hun dorpje. Een paar honderd
meter van het dorp verschijnt eensklaps
de leeuw en doodt drie der deernis
waardige meisjes. Het vierde ontkwam
als bij toeval aan den dood. door in
tiet hooge gras te springen, waar zij
zich verborg.
Onlangs, den 7 Mei, gaan vrouwen,
vergezeld door twee jongelieden, naar
het veld om aardneten, die rijp zijn,
uit te zoeken. Allen gaan naar hetzelfde
veld door een kleine haag afgezet. De
eigenares van het veld zegt tot haar
gezellinnenhier zijn er genoeg aan
iet werk, ik ga aan het andere eind
werken."
Nauwelijks had zij een paar stappen
gedaan, of de leeuw sprong over de
haag, sloeg de arme vrouw tegen den
grond, pakte haar in zijn muil, sprong
weer over de haag en verdween in het
bosch Een doodelijke schrik nagelde
de anderen aan den grond Men
schreeuwde om hulp. Uit de nabije
velden kwamen eenige mannen aange
sneld en nu begon men het dier te
achtervolgen. De leeuw, merkende, dat
men hem inhaalde, liet zijn prooi los
en verborg zich in de ondoordringbare
doornenboschjes langs den zoom van
een naburigen waterloop De vrouw was
reeds vreeselijk verwond en dood.
Den 23sten van dezelfde maand Mei
ging een jonge vrouw, een onzer cate
chumenen, bij Opendera, een dorp nabij
onze statie van Hoepoendoe, tegen zes
uur 's avonds op eenige honderden
meters van het dorp wat vruchtbladeren
halen, die zij daar te drogen had gelegd.
Eenige oogenblikken, nadat zij weer de
richting van het dorp had ingeslagen*
voelde zij zich plots ter aarde geworpen.
Het was de leeuw Zij stierf in den
nacht aan de bekomen wonden.
Waar zou ik eindigen. Hoe kunnen
wij ons van dezen attilla der dieren
ontdoen
Het is moeilijk te zeggen.
Wat ons betreft, wij doen alles wat
wij kunnen.
Ongelukkigerwijs heeft de „stychnine"
die wij hebben, geen doodend effect.
Meermalen hebben wij dit gift gepro
beerd op hyena'sen ook op dezen
leeuw.
Het ondier van zijn kant is zeer sluw.
Nooit verdedigt hij zijn prooi. Zoodra
hij gewaar wordt dat hij ontdekt is en
achtervolgd wordt, vliedt hij op grooten
afstand, of verbergt zich in het woud
een veertien dagen lang.
De Engelsche regeering heeft nu in
ieder der meest bedreigde dorpen acht
met geweren gewapende lieden gepos
teerd. Zal die maatregel iets uithalen
De toekomst zal het ons leeren.
En de gevolgen van den angst en den
ongeloofelijken schrik, door dien ver
schrikkelijken leeuw verwekt? ln meer
dorpen heeft men de velden niet kunnen
of durven bezaaien, beplanten. In andere
dorpen waar men gezaaid had, heeft
men de velden niet kunnen bewaken
tegen de verwoestingen aangericht door
de olifanten, die immer talrijker schijnen
te worden, en die zich door geen nog
zoo stevige haag of omheining laten
ophouden.
En 't gevolg?
De dorpen verdwijnen. Immers de in-
MJSTVLOKKEN
ook o\t
kindërvoedseL
sèeer aan te bevelen.
So ffet uiater of melk,
koud of Lüarm zonder
koken bereid is het
volgens doktersadvies
- voor eik kind een
c^uitnemende voeding.
NtfHET steel- roerbond
Et)
Fabrikante
der bekende
armbandhorloges, gouden horloges, een
chronometer van f 500, uitgesneden en
nïefc uitgesneden schilderijen, een pen-
boorlingen vluchtten weg de een na den i ^ulo met coupes, stapels linnengoed,
ander Waarom Eerstens om de oo- gordijnen, handdoeken, eetgerei,
ander. Waarom Eerstens om de op
lettendheid van de gouvernements-be-
ambten of soldaten niet te wekken en
ten tweede door den honger gedwongen,
ja, de hongersnood. Immers daar waar
olifanten huizen, is het planten van
manioe onmogelijk. En dan het hoofd-
voedsel hier is eleusine (vogeltjeszaad
en men heeft niets kunnen oogsten.
Ons missiedorp, dat juist zijn velden
heeft waar veel olifanten opduiken, is er
bijzonder slecht aan toe. Het is dan ook
niet te verwonderen, dat de bevolking
afneemt.
Pater J. v. Sambeek schreef d.d. Fe
bruari 1922 nog, dat de vreeselijke
leeuw, nog steeds menschen doodt, en
nu aan zijn 118de prooi was. Waar
schijnlijk echter zijn de slachtoffers nog
talrijker.
Natuurlijk gelooven de negers, dat
die leeuw geen ware leeuw is, zooals
de andere, maar een afschuwelijke heks
of toovenaar, die de gedaante van den
koning der dieren heeft aangenomen en
nu wraak neemt op de bevolking.
Men meldt ons uit Wijk bij Duur
stede
Gistermiddag reed de landbouwers
knecht J. Koster, in dienst bij den
landbouwer A. Vernooy, met een met
2 paarden bespannen wagen, toen de
paarden, schrikkende voor een hond,
op hol sloegen. De bestuurder kwam
voorover van den wagen te vallen en
moest dit ongeluk met het leven be-
koopen. Nog ongeveer een half uur
heeft de ongelukkige geleefd. Als
tragische bijzonderheid kan worden
gemeld, dat precies een jaar geleden
een knecht van denzelfden landbouwer
op bijna gelijke wijze om het leven
kwam.
Een hevige brand heeft het douane
kantoor van Malaga vernield, vele
personen sprongen uit de vensters en
vielen op straat te pletter. Er zijn reeds
20 dooden gevonden, onder wie vrouwen
en kinderen. Het aantal gewonden is
zeer groot. Het zeer moeilijke reddings
werk duurt voort.
Schatkamer van gestolen goederen 1
Meer en meer blijkt, dat de politie
van het bureau Overtoom te Amster
dam een buitengewoon succes beeft ge
had met de arrestatie der drie gebroe
ders Gr. Niet alleen, dat de daders zich
thans in arrest bevinden, maar ook een
zeer groot deel van het gestolene is
gevonden.
Een week lang zijn door den com
missaris van dat bureau, den beer Dijk*
stra en door zfln inspecteurs uitgebreide
nasporingen ingesteld, die geleid heb
ben tot de arrestatie der drie inbrekers
en vandalen. De eerste huiszoeking ln
hun woning, Pieter Aertszstraat, had
weinig succes. Die van Maandag heeft
een verrassend resultaat opgeleverd.
De politie vond in den vloer van de
achterkamer een handig verborgen
blikje. Inspecteur Mijjer bemerkte dit,
doordat de vloer onder het kleed even
bewoog. Het karpet werd weggetrokken
en spoedig was het luikje gevonden.
Gewapend met eiectrische lantaarns
daalden de Inspecteur en een recher
cheur ln het gat af.
De ontdekking die zij deden was ver
bijsterend.
Overal onder den vloer siond of hing
gestolen goed. Borden, beeldjes, twee
dames-onderkleedlng, japonnen, rokken,
heereu colberts, pantalon?, rollen stof,
een regenjas, eca kleine viool, brillen,
een aantal gouden sieradeo, likeurglaas
jes, kistjes sigaren, een brocbare over
Zwitserland, ja, een programma ven
Carré ontbrak niet. De kleioerc voor
werpen hingen in speciaal getimmerde
latjes aan doa onderkant vauA den
vloer.
Per handkar werd de bult der politie
naar het^bureau Overtoom gebracht.
De waarde vaa het ocdekte bedraagt
ongeveer f 18.000.
Men deed de verrassende ontdek
king, dat e? ook goederen bij waren
van andere Inbraken. Behalve uit de
perceelen Emtnalaan 15, 23 en 25, wer
den goederen gevonden afkomstig uit
de petceelen Pieter de Hooghstraaï 61.
v. d. Veldestraat, Museumplein 12 en
van een der hulzen aan bet-2e Wete-
ïlngplantsoen. Van dit laatste perceel
waren o.a. aanwezig oen uitgesneden
olieverfschilderij, voorstellende een pol
derland met molen van Gabriel en een
van Welseubrucb, voorts eeu squarcl
van deozelfden schilder. Ook bevond
zich onder de gestolen waa? eeu uit
gesneden Thijs Marls, ter waarde van
f 9000.
In de Nijmeegsche Ct. schrijft de
arts G. Noorduijn over prof. Otto-Otto
(in werkelijkheid geheeten Otto Schle-
singerprofessor Otto-Otto was zijn
vroegere naam als variété-artist. terwijl
de medicinale professorstitel, aan Schle-
singer door den Brunswijkschen com-
munistischen minister-president Sepp
Oerter in 1921 toegekend, hem door het
Brunswijksche staatsministerie hetzelfde
jaar weer is ontnomen) dat deze man
begaafd is met zakentalent en in het
bezit van „meerdere bijzondere eigen
schappen, doch dat de schade, die hij
kan aanrichten in de zieke geesten van
gevoelige zielen" verschrikkelijk kan zijn.
„Het kan nooit worden goedgepraat
zegt dr. Noorduijn dat zenuwzieke
vrouwen en meisjes door een leek met
hypnose worden behandeld en aldus in
een toestand van min of meer beperkte
of zelfs opgeheven wilsuiting worden
gebracht, terwijl de later nablijvende
schade geweldig zijn kan.
Hinderlijk is het optreden van O. Schle-
singer in zijn reclamemethode en de
voorspiegeling als zou hij een nieuw
soort wonderdadige psychotherapie heb
ben uitgevonden of wetenschappelijk
hebben opgebouwd.
Ondersteund door verslagen in de pers
over het effect der séances, welke uiter
aard niet critisch kunnen zijn, omdat
het daar vertoonde alleen door deskun
digen critisch beoordeeld kan worden,
kan deze man een gevaar zijn voor velen,
die meenen bij hem beterschap te heb
ben gevonden.
Het is ontegenzeggelijk jammer, dat
mannen met dergelijken aanleg voor hyp
nose en suggestie geen medische leer
school hebben doorloopen, die hun het
„halt" kan toeroepen op het juiste oogen
blik.
Nu is en blijft deze man een gevaar
voor vele zwakke zielen.
Summa summarum
O. Schlesinger is iemand, toegerust
met veel aanleg voor psycho-analyse en
suggestie, met een uitstekend begrip
van de „médication grand spectacle"
die hij a outrance toepast. Hij bézit een
(onmiskenbaar zakentalent, is medisch
een leek en daarom in z'n methoden
gevaarlijk.
Zijn methode is niet nieuw, noch is
ze wonderbaarlijk. Als reizend beroep
uitgeoefend, zal zijn behandeling niet
op veel blijvende resultaten kans hebben.
De bewondering hem toegedragen is
een teeken van onzen nerveusen, zieken
tijd en het zou gewenscht zijn, dat de
wet de zwakken van geest en wil be
schermde tegen proefnemingen als deze".
Paasch-Indrukken.
Straten vol menschen
Jong en oud.
Blije gezichten
Nog wat koud.
Reizigers, leutig,
In tram en spoor.'
Snaaksche gezegden
Al wat ik hoor.
Amateur-tuinders
Gebukt op grond.
Slent'rende boeren
Pijp in den mond.
Sportieve jongens,
Ongeteld.
In dichte drommen
Naar voetbalveld.
Padvinderskleeding
In duin en dal.
In veld en steden,
Haast overal.
Zedige zielen
Geloovig-sterk,
Netjes gehandschoend
Naar de kerk.
Aardige meisjes,
Slank van leest,
Nieuwe toiletjes
Voor het feest.
Branie-meneertjes,
Zonder jas,
Toen er maar even
Zonnetje was.
Royale luitjes,
Uitgedost mooi.
Kellners die rek'nen
Op dikke fooi.
Lunchroom vol paartjes
Rumoerig-druk,
Gich'lende bekjes,
Klater-geluk.
Zoo zag ik Paschen
Ook dit jaar.
Nergens malaise
Gelukkig maar! G. J. S.
(Buiten verantwoordelijkheid der Red.)
Mijnheer de Redacteur.
Beleefd verzoek ik U mij een plaatsje
af te staan in Uw veelgelezen blad.
Bij voorbaat mijn dank.
Met verbazing las ik in Uw blad van
19 dezer het gemeenteraadsverslag uit
Raamsdonk.
lo. De Voorzitter zegt dat de aan
nemer Leijten het betreurt, dat het met
de havenbeschoeiïng te Raamsdonksveer
zoo is geloopen, maar dat het de schuld
is van zijn mede-aannemers. Wat nu
Wist de Voorzitter dat Leijten mede
aannemers had en wie dat waren, toen
het werk was aanbesteed En als dat
zoo is als we verleden in Uw blad
hebben gelezen, dat zijn mede-aannemers
warenhet Raadslid Oomen en
Van Oordt, waarom heeft dan de Voor
zitter dat werk dan gegund Het Raads
lid Oomen mag toch geen werk van de
gemeente aannemen, meen ik, of is dat
zoo maar een onder onsje geweest?
Als dat zoo is, dan heeft de Voorzitter
hiermede geen eer ingelegd.
2o Wat het geachte Raadslid den
heer Van Alphen betreft, zou men haast
uit Uw blad opmerken, dat hij ook mede
aannemer is. daar hij goed denkt te
doen met er van te spreken dat de fout
wel in de constructie kan zitten.
Echter moet ik hem dan er op wijzen
dat er dan meer palen moesten gebroken
zijn. Neen, dat zit in het slordig werken
dat er door de Aannemers is gedaan,
en daar was de Directie voor om dat
tegen te gaan. Die heeft wat toezicht
betreft, veel van haar plicht verzaakt,
uit onwetendheid of laksheid, dat moet
ze zelf maar uitmaken, maar er is
geknoeid en verknoeid in de geheele
beschoeiing.
3o. Wat nu de opmerking van het
Raadslid Van Rijn betreft, n.l. de Directie
kan haar tijd van oplevering zoo kort
stellen als ze wil, mij dunkt, dat gaat
een ander niet aan. Maar de Aannemers
moeten bij hun inschrijving niet denken
„Als we het werk maar hebben, komt
dat wel terecht", en knoeien er dan
maar op los, om zoodoende op tijd
zien klaar te komen.
En nu nog deze opmerking. Er is
door de Directie, volgens mij, geen
goed toezicht gehouden en het Dage-
lijksch Bestuur heeft de Directie maar
aan laten tobben, omdat ze geen ver
stand had van het werk of te groot
vertrouwen in de Directie, en intusschen
is daarvan door de Aannemers op groote
schaal misbruik gemaakt.
Een Belastingbetaler.
Raamsdonksveer, 27 April 1922.
INGE550NDEN MEDEDEELINGEN
VRAAGT ZE VW WINKELIER
c? CfP-O