Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
I
"""eersteblad.
De Portierster
van Alfortville.
Adverteert in dit blad
FEÜILLETO
R. de Rooij-Bourgonjen,
Sport
„NOOED-BRABAND"
NUMMER' 66
ZATERDAG 19 Aug. 1922.
45e JAARGANG
Uitgave
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
2)it nummer.bestaat uit Twee
gladen.
De Duitsche mark en de
Hollandsche Industrie.
Mr. B. van Spaendonk schrijft in de
Maasbode
Hoe lang reeds hebben de industri-
eelen, die hun ondernemingen steeds
meer in het nauw gedreven zien door
den stroom van Duitsche producten op
onze markt, van de zijde der verstokte
vrijhandelaren moeten hooren, dat de
Duitsche concurrentie gauw voorbij zou
zijndat de Duitsche valuta spoedig
zouden stabiliseeren en in verband daar
mede de Duitsche en Hollandsche loo-
nen op hetzelfde peil zouden komen
dat Duitschland door 't feit, dat 't z'n
grondstoffen op de wereldmarkt moet
koopen, evenals wij, niet langer een
gevreesde concurrent zou zijn, enz. enz.
En wat leeren de naakte cijfers van
den Duitschen invoer in ons land
Dat, niettegenstaande deze voorspel
lingen voor een belangrijk deel afkomstig
ook van onze hooggeleerde economen,
de Duitsche stroom steeds wassende is.
Enkele voorbeelden van den stijgen
den Duitschen invoer.
Sigaren K.G.
Ie halfjaar 1920 38962
2e 1920 61 792
le 1921 123.707
2e 192 L 190 086
le 1922 820 000
Schoenen K.G.
le halfjaar 1920 103 186
2e 1920 191 524
le 1921 190.098
2e 1921 1 062.372
le 1922 1.704.000
Leder K.G.
le halfjaar 1920 313.815
2e 19^0 287.284
le 1921 180 805
2e 1921 357.794
le 1922 853000
Wollen en halfwollen manufacturen
KG.
le halfjaar 1920 232 965
2e 1920 206 980
le 1921 279.697
2e 1921 692 120
le 1922 904.000
De nog steeds talrijke bestrijders van
invoerbelemmerende maatregelen tegen
de valutaconcurrentie bleven nog altijd
in gebreke de groote beteekenis te
weerleggen van het feit, dat de geheele
wereld haar grenzen geheel of gedeelte.
van „De Echo van het Zuiden
139)
lijk tegen deze valuta-dumping sluit'
waardoor deze zich reeds meer voel
baar tegen Nederland richt.
Tal van landen heffen een dubbel
invoerrecht op Duitsche producten, b.v.
Frankrijk en België, of laten ze in het
geheel niet binnen, zooals Zwitserland.
En het klassieke vrijhandelsland
Engeland hanteert voor een steeds
grooter aandeel artikelen zijn „Safeguar
ding of Indusstries Act".
Waarom werd niet meer aandacht
geschonken, vooral door bladen als de
„N. R. Crt.", die steeds klaar staan elk
betoog voor invoerbelemmering dood
te zwijgen, aan het teekenende bericht
in de bladen van 7 Juli j.l., waarin we
het volgende lezen
„Lloyd George over de Mark.
Lloyd George heeftzich Woensdag toen
hij een afvaardiging van Lancashiresche
katoenspinners ontving, bezorgd uitge
laten over de snelle daling van de
mark. Niemand, zoo zeide hij, had
vroeger voorzien, dat de mark zoo zou
dalen, dat er 2000 voor een Engelsch
pond te krijgen zouden zijn, met het
vooruitzicht op een nog scherper daling.
De mark is op hol geslagen en niemand
weet waar zij stil zal komen te staan.
Ik verontrust mij over de vooruitzichten
van Duitschland. Alles wat ik verneem
versterkt mijn ongerustheid.
Wij staan voor een ernstige gebeur
lijkheid, namelijk, dat in het sterkst
geïndustrialiseerde land van Europa,
na het onze. de werklui 40 of 50 pCt.
minder verdienen dan bij ons en dat
dit land zijn goederen over de geheele
wereld zal verzenden. Men zou Enge
land niet volkomen weerloos kunnen
laten tegen zulke mogelijkheden en ik
ben overtuigd, zeide Lloyd George
verder, dat de tijd zal komen, dat men
zal inzien, dat wetgevende maatregelen
volgens de zelfde beginselen als de
Safeguarding of Industries Act. onmis
baar zullen zijn, niet bij wijze van
tarief, maar bij wijze van muur tegen
een vloedgolf, die uit een buitengewonen
storm is voortgekomen".
Wanneer zal in Nederland de tijd
komen dat men zal inzien, om met
Lloyd George te spreken.dat wetgevende
maatregelen tegen den vloedgolf van
Duitsche producten onmisbaar zijn. om
een zeer belangrijk deel van onze Ne-
derlandsche industrie voor den onder
gang te behoeden
De meest ondoordachte argumenten
moeten nog dienst doen om het publiek
afkeerig te maken van invoerbelem
mering.
En de hooghartige en gewichtige toon
dezer betoogen maakt een mallen indruk
op dengene, die de ontzettende gevolgen
van het handhaven van het vrijhandels-
standpunt door dik en dun dagelijks
met zijn eigen oogen ziet.
Zoo lezen we b.v. in „Holland's Im
port and Export Trader" van Juli 1922
bl. 126, n.a.v. het adres der Kamer van
Koophandel te Tilburg aan de Tweede
Kamer, om een tijdelijk invoerverbod
van sigaren, dat we de tientallen milli-
oenen Duitsche sigaren hier maar vrij
moeten laten binnenkomen, omdat onze
Hollandsche export-sigarenindustrie bij
invoerbelemmering hier te lande de
zelfde Duitsche sigaren op de buiten-
landsche markt zal ontmoetenAlsof
niet vrijwel de geheele wereld haar
grenzen voor vreemde sigaren had af
gesloten en speciaal de Duitsche siga
ren door extra tarief-heffingen van haar
markt weet te weren.
En wat doet onze regeering
Zij onderzoektzij wacht afzij on
derzoekt opnieuw; zij benoemt een
commissiewederom wacht zij afeen
nieuwe commissie wordt benoemd wat
zal Genua brengen een commissie spe
ciaal voor de sigaren-industrie, enz. enz.
Honderdtallen adressen, telegrammen,
audiënties
Maar geen enkele maatregel, om onze
industrie tegen den vloedgolf van Duit
sche producten te beschermen.
Geen enkele maatregel
En wat doet Duitschland zelf?
Het weigert1 onze producten. Een Hol.
landsche industrieel sluit belangrijke
^ü^pT\WAALWUK
DOOD ERVARING STERK.
transacties af met Berlijnsche huizen
voor levering van wollen manufacturen.
Maar wat zegt de Duitsche Aussenhan-
delstelle? De Hollandsche textielgoede-
ren komen in Duitschland niet binnen
die maken we zelf en als we ze niet
kunnen maken, moeten onze Duitschers
maar een ander artikel koopen.
Onze Consul-Generaal te Berlijn doet
z'n best om een invoerconsent ten be
hoeve der Hollandsche firma te krijgen.
Maar alles zonder eenig resultaat. Het
„Auswartige Amt" antwoordt aan onze
regeering„Für wollene Gewebe besteht
in Deutschland grundsatzlich ein Aus-
fuhrverbot.
Diese Regelung kan leider durch die
Genehmigung von Sonderbewilligungen
nicht durchbrochen werden, weil das
mlt Notwendigkeit die Folge haben
würde, dass die im Interesse der hei-
mischen Wirtschaft notwendige Kontrolle
der Einfuhr nicht mehr durchgeführt
werden konnte".
En welke conclusie trekt onze regee
ring, die het beginsel der wederkeerig
heid op zoo brutale wijze verkracht ziet,
uit een dergelijk antwoord
Laconiek schrijft de afdeeling Handel
van het Departement van Landbouw,
Nijverheid en Handel aan de betrokken
groep Hollandsche industrieelen
„Bij het aanknoopen van relaties met
firma's in Duitschland omtrent afzet
van textielfabrikaten daar te lande dient
derhalve met voorzichtigheid te werk te
worden gegaan".
Kan men dan in Den Haag niet be
grijpen, dat dergelijke adviezen niet in
staat zijn voldoening te schenken aan
de Hollandsche industrieelen, die hun
eigen markt bedorven zien door de
goedkoope Duitsche artikelen, terwijl
Duitschland hunne artikelen systematisch
weert
En als dan deze feiten niet voldoen
de zijn, om de regeering tot een ge
wijzigd inzicht te brengen, laat zij dan
toch niet blind blijven voor hetgeen
elders geschiedt als maatregel tegen de
valutaconcurrentie.
Wij wezen op Engeland, Frankrijk,
België en Zwitserland. Maar de jongste
gebeurtenissen in Denemarken zijn niet
minder leerzaam. Aangemoedigd door
de regeering, met steun van alle moge
lijke zijden, wordt te Kopenhagen een
Nederlandsche tentoonstelling gehouden.
Onze Nijverheid en onze Landbouw
exposeeren daar thans hunne producten
Met veel kosten wordt daar getracht
een afzetgebied te krijgen of een be
staand afzetgebied te vergrooten.
En thans vertellen ons de Deensche
bladen van 3 Augustus, dat als maat-
BAARDWIJK. 22308
regel ter bescherming der Deensche nij
verheid een invoerverbod wordt uitge
vaardigd voorloopig van buitenlandsche
schoenen en sigaren.
Bedoeld tegen de valutaconcurrentie
worden onze sigaren en schoenindustrie
er even hard door getroffen. Evenals
in Zweden zal men dus voortaan in
Denemarken geen sigaren of schoenen
kunnen importeeren zonder invoercon
sent. Een dergelijk consent wordt af
hankelijk gemaakt van hei plaatsen door
den importeur van een order in het
binnenland. Bijvoorbeeld een zakenman,
die 1000 Hollandsche sigaren wil in
voeren, zal verplicht kunnen worden
om tegelijkertijd 10 000 Deensche siga
ren te koopen.
Moest onze Nederlandsche industrie,
gezien al deze zaken, genoegen blijven
nemen met telkens nieuwe commissies
en nieuwe onderzoekingen, zonder dat
een enkele maatregel door de regeering
wordt getroffen
Of wacht onze regeering tot de in
dustrie, als uiterste maatregel de fabrieks-
poorten sluit?
T. W. E. Af.
Zondag 20 Aug. echte sport. Men
krijgt alsdan de beste wielrenners uit
Nederland en België op tandem en in
koppelwedstrijd.
In beide wedstrijden komen uit o.a.
van Nek, Nankman Barendse, deGraeve,
v. d. Bosch, de juges, enz
Veel belangstelling bestaat er voor
het record rijden door den wereldkam
pioen Luycken, die het wereldrecord
wil verbeteren op de Twem, welke baan
daarvoor volgens den renner speciaal
geschikt is.
Reeds is de K. N.M. V. en N. W. B
van die recordpoging in kennis gesteld.
De Echo van het Zuiden,
Watlw(jksckt en Lanptnutsclie Courant
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.,
franco te zenden aan den Uitgever.
Prijs der Advertentlën
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclames 44) cent per regel.
By contract flink rabat
Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur ln ons bezit
zijn.
„Wel, wel," mompelde zy, „ik had dan
zeer goed geraden. Vroeger was hij een
dief en daarna is hy een moordenaar gewor
den Hy heet Ovidius Soliveau en niet
baron de Reiss. In Amerika is hy de be
schermeling van Paul 'Harmant geweest,
van jufrouw Mary's vader, de jonge dame,
voor wie Lucia werkte Alles hangt op een
byzondere wyze te zamen. Hy had inlich
tingen noodig en my heeft hy gekozen om
die te verkrygen en zonder-het te weten
ben ik dwaas genoeg geweest om zyne me
de plichtige te worden. Hy heeft my byna
gedood, zeide de dokter, door my een In-
diaansch vocht te schenken om my te doen
spreken... En zeker heb ik gesproken! Op
dit oogenblik is hy volkomen op de hoogte
van al hetgeen lk van hem denkmaar hy
weet niet, dat het my geen geheim is hoe
hy alles vernomen heeft. Thans trekken wy
ten stryde en wy zullen eens zien wie de
sterkste zal zyn!... Ovidius Soliveau kan
vertrekken. Hy kent Paul Harmant, en
door Paul Harmant zal ik hem weten te
ontdekken. Ik zal te weten komen waar hy
woont en wat hy te Joigny kwam doen
Maar dit zonderlinge vocht moet hier zyn.
O, zoo lk dit vinden kon
En juffrouw Amanda was op het punt
alles te gaan afzoeken, toen zij eensklaps
iets aan de deur hoorde.
zy zette zich weer neder en deed alsof
zy las.
Ovidius trad binnen met een glimlach op
de lippen.
„Ik dacht dat gfj ln den tuin waart,
liefste," zeide hy.
„Het werd er wat koud," antwoordde 't
meisje, „en ik ben weer binnen gekomen."
„Gy leest om wat verstrooiing te hebben?"
„Ja, wat zou ik anders doen? Gedurende
uwe afwezigheid moest ik wel trachten den
tyd te dooden. Hebt gy myn brief op de
post bezorgd?"
„Dat was myn eerste werk, en dan ben
lk teruggekeerd om te zeggen dat men de
nota zou gereed maken. Later deed ik nog
een kleine wandeling."
„Zyt gy besloten morgen te vertrekken?"
„Ja en zelfs zou ik heden-avond reeds
naar Parys willen terugkeeren, zoo ik niet
vreesde u al te onaangenaam te zyn."
„Waartoe die haast?"
„Om spoediger by u terug te wezen."
„Welnu, in dat geval laat ik u heden nog
gaan. Breng uwe zaken in orde. Doch wees
verzekerd, dat ik rnfl erg zal vervelen. Wan
neer komt gy terug?"
„Overmorgen, daarop kunt gy rekenen.
Doch ik wil u niet hierlaten zonder de noo-
dige middelen. Ziedaar het noodige om u in
onvoorziene omstandigheden te kunnen red
den.
Hy gaf haar een bankbiljet en hernam:
„Nu, liefste, adieu, of liever tot weerzien,
ik ga dan vertrekken."
„Nu reeds?"
„Ik heb nog juist den tyd om niet te laat
aan het station te komen."
„Ga dan."
Ovidius haalde zyn valies en sprak by 't
afscheidnemen
„Verveel u niet to zeer, liefsteRust goed
uit Laat den dokter roepen, zoo gy de ge
ringste ongesteldheid voelt. Denk aan my
Tot weldra
Ovidius drukte de hand, die Amanda
hem aanbood, en verliet haastig het hotel.
„O drievoudige ellendeling, leugenaar en
bedrieger!" dacht het jonge meisje, toen hy
de deur achter zich had toegetrokken. „Gy
vertrekt zoo spoedig of liever gy neemt de
vlucht, daar gy bang zyt voor René Bosc!
Hy komt overmorgen terug! Op myn eere
woord, dat heeft hy kunnen zeggen zonder
blozen
„O, hy durft! Maar denkt hy dan, dat ik
hem niet begrepen heb? Dan bedriegt hy
zich."
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
Ve>k'ij?baar bii
„Hy hoopt my nooit meer terug te zien.
Doch dat ook zal hem niet medevallen. Myn
heer de baron Arnold de Reiss, Ovidius
Soliveau met uw waren naam, wy zullen
elkander wederzien, en reeds spoedig zal
dit geschieden
Er werd aan de deur geklopt.
„Binnenriep Amanda.
De dienstmeid Madeline trad binnen.
„Maakt mejuffrouw 't nog steeds goed?"
vroeg zy.
„Ja kind, zeer goed."
dan is, alles in ordeMejuffrouw biyft
nog; dat verheugt my. Mejuffrouw doet
niet, zooals mynheer."
„Ja, ik biyf nog hier Madeline."
„Heeft mejuffrouw niets noodig?"
„Ik begin appetyt te kry'gen en daar ik
nu toch geheel hersteld ben, zal ik maar
wat gebruiken, wat ook de dokter er van
zegge."
„Goed. Ik zal dadeiyk voor u dekken."
„Nog een woord, Madeline. Gy schynt
een goed meisje te zyn. Zoudt gy my niet
een dienst willen bewtyzen, zoo ik u goed
betaal?"
„Volgaarne, mejuffrouw; voor niets zelfs.
Wat is uw verlangen?"
„Ik wenschte wel den gekwetsten jonge
man te zien, die hier in het }iotel gebracht
is, den heer Duchemin."
„Niets is gemakkeiyker."
Dan hernam Am nda weer:
„Ik wensch hem te zien, maar niemand
mag het weten dan gy."
„Oantwoordde de dienstmeid.
„Kunt gy my naar zyne kamer geleiden,
'zonder dat iemand iéts merkt?"
„Ja".
„Hoe?"
„Langs de binnenplaats en de trap van
het dienstpersoneel."
„En," hernam Amanda, „zal er niemand
iets van weten?"
„Niemand," antwoordde de meid. „Wan
neer wil mejuffrouw den gekwetste zien?"
„Dat zullen wy nader overleggen" zeide
Amanda een gouden Louis in de hand der
meid stoppend. „Wellicht is de heer Duche
min nog te zwak om een gesprek van eeni-
gen duur te voeren?"
„O, dat kan wel... Wil ik den heer Du
chemin waarschuwen?"
„O, neen. Daarvan mag niets gezegd wor
den."
„Gy kunt my waarschuwen, zoodra de
gewonde zonder hinder my kan ontvangen."
„Ik zal mejuffrouw op de hoogte hou
den."
„AccoordThans ga ik my kleeden en
intusschen kunt gy de tafel dekken."
Madame uit het hotel informeerde vol
belangstelling naar den toestand van Aman
da's gezondheid en voegde er by
„Mynheer de baron heeft ons verlaten.
Keert hy spoedig terug?"
„Misschien wordt hy wel eenige dagen
door zyne zaken teruggehouden," antwoord
de Amanda, „doch hy zal my wel spoedig
schryven. Gelief voor my de brieven te ont
vangen, die hier voor juffrouw Amanda
Régamy worden besteld.
„Zeer goed," antwoordde madame, zonder
eenige verwondering te toonen.
Amanda ging aan tafel, en de voorschrif
ten van dokter Richard volkomen in den
wind slaande, at zy met den besten appetyt
en begaf zich om 9 uur reeds naar bed.
DERTIENDE HOOFDSTUK.
De brief, door juffrouw Amanda aan ma
dame Augustine geschreven en door Ovidius
in de bus geworpen, was maar kort, doch
zeer behendig gewend.
Amanda vroeg verlenging van verlof en
drukte vooral op de dringende noodzake-
ïykheld, waarin zy verkeerde om hare ge-
vaariyk zieke tante niet te verlaten, aan
wie zy tot het einde toe en een spoedig
uiteinde was, helaas! te voorzien al
hare zorgen wenschte te besteden.
Madame Augustine was getroffen door
de edele gevoelens van het meisje en ver
leende haar per keerende post de gevraagde
toelating.
Zy had juist den brief naar de bus laten
brengen, toen men haar mededeelde dat
juffrouw Harmant haar in de zaal wachtte.
Madame Augustine was zeer verwonderd
over deg roote veranderingen, die zy op 't
gelaat der jonge dame ontdekte.
Mary scheen eene nieuwe gezondheid te
hebben opgedaan. Hare wangen waren min
der hol, hare blikken minder koortsachtig,
de roode vlekken op hare koonen minder
zichtbaar.
„Gy komt my beknorren, niet waar, me
juffrouw?" vroeg madame.
„Daar ik de kostuums nog niet geleverd
heb, die gy my besteldet. Doch gelief zoo
goed te zyn verzachtende omstandigheden
aan te nemen. Gy hebt, naar 't schynt, ge
weigerd te passen, en daaruit heb ik be
sloten, dat gy geen haast hebt."
„Werkeiyk, dat herinner ik my," ant-
woorde Mary. ,Ik was ïydend, torn men
zich by my aanbood. Ik dacht niet meer
aan die kostuums. En nu is het goede weer
gekomen en kan ze niet meer gebruiken.
Doch dan zullen zy my aanstaand jaar die
nen."
„Dan zullen zy geheel buiten de mode
zyn."
„Wel, dan geef lk ze aan myne kamenier
sterLaten wy ons thans bezighouden
met hetgeen my hierheen gevoerd heeft...
Ik ben gekomen om nieuwe stoffen en ook
nieuwe fagons uit te zoeken."
„Sorties?"
„Receptie- en baltoilletten en een bruids
toilet."
„Een bruidstoilet! herhaalde madame
Augustine. „Mag ik de eer hebben uw
bruidstoilet te maken?"
„Wel mogeiyk," antwoordde het jonge
meisje glimlachend. De zaak is in principe
besloten doch de tyd is nog niet vastgesteld.
Maar omdat telken dage een plotseling be
sluit kan genomen worden, wil ik zorgen
steeds gereed te zyn om my niet tot op het
laatste oogenblik met al die voorbereidselen
tot den grooten dag bezig te houden."
,Ik ben geheel tot uw dienst, mejuffrouw.
Doch ik zal thans niet de werkster beschik
baar hebben, die steeds voor u gewerkt
heeft, 't Is zeer ïydend, het arme meisje
Mary toonde een beweging van ontevre
denheid en antwoordde op drogen toon
„Wel, gy hebt andere werksters genoeg...
Toon my uwe stoffen nu, als ik u verzoeken
mag."
Madame Augustine keek het jeugdige
meisje verbaasd aan en vroeg haastig:
„Zon Lucia het ongeluk hebben fe mis
hagen, mejuffrouw? Vroeger toondet gy
haar zooveel sympathie."
„Gy zult mij een genoegen doen, zoo gy
my nooit meer van dat meisje spreekt,"
onderbrak haar Mary.
(Wordt vervolgd).