Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. I De Portierster van Alfortville. Gemeenteraad. FEUILLETON imv LP°°D „NOO&D-BRABAND" NUMMER 67 WOENSDAG 24 Aug. 1922. 45e JAARGANG Uitgatï: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-Adres: ECHO. DRONGELEN. Openbare vergadering van den raad dezer gemeente op Vrijdag 18 Aug. des avonds ten 7 uur. Voorzitter Edelachtb. heer Brune. Ongeveer 7.15 uur opent de Voor zitter de vergadering; afwezig zijn de heerer. van der Schans, Nieuwkoop en j Vos. De notulen der twee voorgaande ver- gaderingen worden na voorlezing onver anderd goedgekeurd en vastgesteld. AAN DE ORDE 1. Ingekomen stukken. a. Schrijven dat door den Minister vrijstelling is verleend van de verplich-1 ting tot keuring bij huisslachting. b. Idem houdende de goedkeuring van de regeling der veekeuring. c. Ingekomen is de rekening van de Gezondheidscommissie over het jaar j 1921. Daaruit blijkt dat de ontvangsten hebben bedragen f 2590.08 en de uit gaven f 2406.01 Va, zoodat de rekening sluit met een batig saldo van f 183.91 Va-1 Alle stukken liggen op de secretarie 1 te Vlijmen ter inzage. Burg. en Weth. stellen voor aan deze rekening goedkeuring te verleenen, waar- j toe met algemeene stemmen wordt besloten. d. Verzoek van het Groene Kruis om evenals een vorig jaar wederom een 1 subsidie van f50 te mogen ontvangen.! Burg. en Weth. stellen voor f 50 subsidie te verleenen. Met algemeene stemmen wordt daartoe besloten. e. Schrijven van den heer Poot, veearts te Andel, houdende het verzoek hem j een subsidie te willen verleenen aan gezien hij hier practijk uitoefent en nu bij een ander ten achter wordt gesteld, iets wat z.i. niet correct is. Burg. en Weth. stellen voor afwijzend op het verzoek te beschikken wijl hij buiten de veekring staat en het gaat niet aan nog een ander daarbij te nemen. De veearts van Heusden is door den veekring aangesteld. Met algemeene stemmen wordt het voorstel van Burg. en Weth. aangenomen. De Voorzitter zegt vervolgens met de van mDe Echo van het Zuiden". 140) P.N.E.M, een onderhoud te hebben ge had over paal 16, dat is die geplaatst is bij de Haan. De P.N.E.M. acht het niet noodzakelijk dat daaraan een blik semafleider met aardplaat wordt beves tigd. Wil men het doen, dan zijn de kosten daarvan f 42. Gaat men daartoe toch over, dan geven ze in overweging het ook te laten doen bij paal 24 bij de pont. Voorzitter. Het is dus niet noodzake lijk, maar om de menschen gerust te stellen zou ik zeggen, laten we het maar doen. Nu we toch eenmaal over de staart zijn, kunnen we wel over den hond ook springen en ik zou zeggen laten we die f84 er nog maar bij uit geven. Dan zijn we gewaarborgd dat we alles hebben gedaan dat we kunnen doen en zou er een ongeluk met onweer of wat ook komen, dan kan het ge meentebestuur geen verwijt worden gemaakt. Van Campen. Was dat niet in de voorwaarden opgenomen dat daar die bliksemafleiders moesten worden aan gebracht. Voorzitter. De een beweerde van wel en een ander van niet. Ik kan er njets van zeggen, en daarom is alles zoo gegaan. (De heer Vos komt ter vergadering,) Voorzitter. Om de menschen gerust te stellen zou ik het doen. Trouwens het blijkt dat de P.N.E.M. er wel iets voor voelt want ze begint er zelf over te praten om daar aan het Veer een geleiding te plaatsen en dan is daar wel reden voor om er toe over te gaan Van Gammeren. De heer van Campen bedoelt meer of het overeengekomen aantal is geplaatst, denk ik. Voorzitter. Ja, het overeengekomen aantal is geplaatst doch op andere plaatsen. 2. Aanbieding geraeenterekening 1921. Voorzitter. Tot mijn spijt kan ik hier niet met die mooie cijfers komen als in andere gemeenten, want hier sluit de rekening met een nadeelig slot van f 594.9672- Ik stel voor een commissie te benoe men van drie personen, n.l. de heeren Nieuwkoop, van Gammeren en Treffers. Daartoe wordt besloten. 3. Kasgeldleening. Voorzitter. Burg. en Weth. hebben van de nood een deugd moeten maken en met ingang van 1 Juli een kasgeld leening moeten aangaan van f3000. De Voorzitter vraagt daarvoor alsnog goedkeuring. De voorwaarden zijn dat de rente en aflossing geschieden uit de gewone cniddelen. De Secretaris kan mededeelen dat intusschen de helft reeds is afgelost. Met algemeene stemmen wordt tot de kasgeldleening besloten. 4. Geldleening voor het G. E. B. Voorzitter. Voor het G. E. B. is een geldleening aangegaan groot f21.000. Nu komt er echter nog f6000 te kort. Dat wil zeggen, we komen niet juist f6000 te kort, doch het is gewenscht wat meer te nemen. De Voorzitter geeft vervolgens voor lezing van wat er nog noodig is geweest voor de electriciteitsvoorziening. Dat beliep tot een bedrag van f 3200. Boven dien is na de geldleening nog besloten tot de huisinstallatie over te gaan, wat ook f 1000 heeft gekost, zoodat in totaal (^gi)^WAALWU K C (%rTTff r~r ERVARING STERK. aan onkosten is uitgegeven f4200. En omdat er geen kasgeld is. stelt de P. N. E. M. voor, daar f 1800 voor te nemen, zoodat in totaal f 6000 noodig is. Dit bedrag moet ook in 30 jaar wor den afgelost en hoHdt in alles gelijken tred met de oorspronkelijke leening. De rente bedraagt 6 pCt. Met algemeene stemmen wordt aldus besloten. 5. Opmaken aanbeveling voor twee leden van het College van Zetters wegens periodieke aftreding van de heeren Joh. Burghout en P. van der Schans. Herkozen worden de heeren Joh. Burghout en P. van der Schans, terwijl gekozen werden tot plaatsvervangers de heeren C. Donker en C. van Gam meren. 6. Vaststelling percentage voor de plaatselijke inkomstenbelasting voor het dienstjaar 1922—1923. De Voorzitter zegt dat een vorig jaar het percentage van het belastbaar in komen was vastgesteld op 4 pCt. en heeft de belasting opgebracht f4500. Thans echter is de opbrengst van den H. O. geraamd op f 4000 en Burg. en Weth. stellen daarom voor het percentage vast te stellen op 3'/a pCt., dus een 2 pCt. minder dan een vorig jaar. Men gaat de goede richting heen. Het voorstel van Burg. en Weth. wordt met algemeene stemmen aangenomen. 7. Vaststelling verordening Vleesch- keuring. Door den Voorzitter wordt de ver ordening voorgelezen en toegelicht. De heer Van Campen zegt gehoord te hebben dat Zondags niet wordt ge keurd. Hij vraagt of echter op Zaterdag middag wordt gekeurd. De Voorzitter antwoordt bevestigend waarna de verordening met algemeene stemmen wordt vastge'steld. De heer van Campen vraagt of het kerkhof niet wat kon worden bijgehou den want zoo het nu is weet niemand waar die of die is begraven. Het is een kleine moeite als dat wordt bijgehouden. De Voorzitter merkt op dat dit heel goed kan bijgehouden worden, doch dat het aanstonds geld gaat kosten. Het zou door middel van steenen op paaltjes kunnen gebeuren, maar men mag niet vergeten dat het onderhoud daarvan ook weer geld gaat kosten. Beter is het z.i. dat menschen die er belang in stellen, tegen een zekere vergoeding een steen of wat ook mogen plaatsen. In andere gemeente heeft men dat ook zoo en daar betaalt men voor 10 jaar b.v. f 10. Dan kunnen ze ook een graftombe plaatsen. Zoo iets moet volgens spr. niet van de gemeente uitgaan, maar van de menschen zelf. De heer van Campen zegt dat dit alles zijn bedoeling niet is. Volgens zijn meening kan er heel goed een teekening of plattegrond worden gemaakt. Die plattegrond kan worden verdeeld in 1 M2 en die vierkante meters kunnen weer worden verdeeld in nummers. Op die manier kan men ook aanstonds zien waar iemand ligt begraven. Zoo als het nu is. is het heelemaal niet ordelijk. De Voorzitter is het geheel eens met den heer van Campen als deze zegt dat het niet ordelijk is. Hij is, omdat het hek openstond, even voor de vergade- I ring nog eens op het kerkhof wezen kijken doch hij moet bekennen dat het meer op een stuk hooiland lijkt. I Een plattegrond acht hij echter de aangewezen weg niet want wie zal dat hier bijhouden. Dat moet heel secuur gebeuren want als men 10 lijken op een rij zou leggen en het scheelt op teekening maar 5 duim dan kan men bij het vijfde of zesde lijk al niet meer zeggen van wie het is. Voor zooiets moet men een gerouti neerd persoon hebben, anders heeft men er nog niets aan. Van Campen. Men kon paaltjes langs de heg plaatsen en daarop aangeven. Voorzitter. Er is wel wat voor, maar I ik zou toch zeggen laten zij die er be lang in stellen, er iets neerzetten. De gemeente kost het dan geen geld en zoo is het trouwens op de meeste plaatsen. Ik zou zeggen, laten wij er nu niet verder over praten, ik zal dan de verordening eens nazien en dan kan men in een volgende vergadering af spreken. Van Campen. Goed. Ik heb die vraag gesteld omdat er door enkele personen in de gemeente over is gesproken. De Echo van het Zuiden, WaalwUkscbe en Langstraatscbe Courant Dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stokken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. „Ik heb uwe woorden gehoord, mejuf frouw; maar toch verzoek ik u mij thans nog te willen berichten, waaraan Lucia zich schuldig gemaakt heeft, 't Is mp plicht geene werkster in mqn dienst te houden, wier gedrag niet betamelijk is tegenover de klanten. Lucia is een wees, een gevonden kind, doch niettegenstaande hare wellicht onregelmatige geboorte gaf zq mij steeds alle redenen tot lof en tevredenheid." „Ik beschuldig juffrouw Lucia niet. Ik beklaag mij niet over haar. Alleen verlang ik,, dat zij in het vervolg niet mee voor mij werke en nooit meer den voet z e in het hotel mijns vaders." I.' „Eu waarom niet?" „Omdat ilf het wil, en dat moet voldoende zijn, dunkt mij," antwoordde Mary op hoo- gen toon. Madame Augustine, wij weten het reeds lang, gevoelde voor Lucia eene bijzondere genegenheid. Mary's wijze van spreken stemde haar daarom zeer onaangenaam. Op eerbiedigen toon antwoordde zij, maar toch zeer vast: ,,'t Is mij niet mogelijk, mejuffrouw, met deze woorden tevreden te zijn. Gij doet in mijn binnenste argwaan groeien omtrent een kind, waaraan ik het volste vertrou wen geschonken had, aan een kind, dat in mijn dienst gevaarlijk werd gewond. Gij (hebt iets tegen haar in te brengen, dat is duidelijk genoeg. Doch ik heb het recht om te vernemen waarom gij haar beschuldigt* Zoo Lucia mijne vriendschap onwaardig is, dan zal ik haar deze onttrekken." „Ik heb u niets te antwoorden, madame." zeide Harmant's fiere dochter. Op het oogenblik, dat Mary deze woorden sprak werd de portiere geopend, en Lucia, bleek als een doode, nauwelqks iu staat op hare beenen te staan, verscheen op den drempel. „Wanneer men eene lage zaak verricht, mejuffrouw", sprak zij op een toon, die door ontroering zeer ontsteld was, „dan moet men ook den moed hebben die lage zaak tot het einde door te drijven." Mary stampvoette van ontsteltenis en- woede. „LuciaLuciariep Madame Augustine uit, bevend als een riet. „O, ik vraag u wel verschooning, ma dame," antwoordde de werkster; „ik was daar achter die portière, en wachtte toen ik hoorde, dat er iemand bq u was. Het toe val deed mq de woorden liooren door me juffrouw gesproken en inqne verontwaardi ging was zoo groot, dat ik mq niet langer kon inhouden. Men beleedigde mq. men sprak van mq in bewoordigingeu, die wel in staat waren mq in uwe oogen te vernie tigen, mq uw vertrouwen, uwe liefde en achting te doen verbeuren, welke mij zoo lief en zoo dierbaar zqn, bewoordingen, in staat zelfs mq liet middel te ontnemen om op fatsoenlijke wijze inqn brood te verdie nen. Men raakte mque eer aan, de eer van het jonge meisje. Moest ik mq niet verdedi gen?Ik ben binnengekomen. Zie, hier beu ik. Gelief zoo goed te zqn juffrouw Har- mant te verzoeken u in mque tegenwoordig heid te verklaren, waarom zy niet wil, dat ik nog ooit by haar binnentrede! Dat zq haar gemeen werk vbltooie, zoo zy 't durft! Ik wacht!" „gadame," zeide Mary, zich tot de eige naarster der groote 'modezaak wendend, „laat gij mq in uwe woning beleedigen?" „Ik verzoek u nadere verklaringen te geven,', onderbrak haar Lucia. „Is dat een beleediging, mejuffrouw? Hebt gq nu reeds vergeten, dat nog geen acht dagen geleden gq tot my zyt gekomen op de Bourbonkade, dat gy hijgend van vermoeienis en warmte de zes verdiepingen der arme werkster be klommen zyt? Stondt gy toen niet biddend en smeekeud tegenover haar, die gy hedon Prlja der Advertenüön 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. By contract flink rabat. Ad verten tlën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur In ons bezit zijn. MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN met zooveel minachting behandelt?" „Genoeg! Genoeg!" beval Mary. „Gy zult mq aanhoorenIk wil inq rechtvaardigen! Hoort gq dat? Ik wil het!" „Maar ik zal er toch niets van hooren." hernam Mary naar de deur loopend. Lueien Labroue's verloofde sneed haai den pas If. „LuciaLuciastamelde opnieuw ma dame Augustine, hoogst verschrikt. „Ik' wil' mq rechtvaardigen, madame! herhaalde het jonge meisje. ,.I)at is myn recht! Dan kunt gy oordeelen... Herinnert zich juffrouw Harmant niet meer, dat zy nog slechts acht dagen geleden voor niy op de knieën lag, my biddend en smeekend dat ik myn geluk voor het hare zou opofferen en my tevens geld bood. eene zware som gelds, drie honderd duizend franken, indien ik bereid was Parqs te verlaten?... Ik zal u zeggen, madame, waarom? Alleen, omdat ik hare mededingster henzy bemint den jongeman, dien ik bemin en door wien ik bemind wcrrd. Ziedaar de eenige oorzaak van baren haat! Vraag haar of het niet de waarheid is wat ik hier verklaar!" Mary, een aanval van onbescliryfeiyke woede ten prooi, verscheurde zenuwachtig handschoenen en zakdoek Lucia ging voort: „Zq is jaloersch en jaloerschheid di-yft haar tot het sehaiidelqke en laffe werk der lasteraars! Welaan, mejuffrouw, wy staan hier tegenover elkanderLogenstraf my zoo ik niet de geheele waarheid spreekGjj bemint Lucieji Labroue. Gq wilt hem bezit ten, wat het ook kosten moge. Daar gy hem niet winnen kunt, wilt gq hem koopen. Gy zult hem betalen met zware sommen gelds en gq haat mq, omdat gq wel weet, dat zoo zqn naam kan gekocht worden, z.yn hart mq toch zal biyven toebeliooren, my, my alleen! Is dat niet waar, mejuffrouw? Nu, spreek op, zoo er eene andere reden is. Ik wacht „Pas op. dat ik niet sprekeriep Mary uit, wier lippen bleek van toorn waren en wier oogen bliksems schoten. „Neen, ik beef niet, ik daag u uit integen deel, en doodbedaard met opgeheven hoofd wacht ik uit uwen mond nieuwe las tertaal af. „Gy wilt dat Ik spreke en gy daagt my uit „Ja." „WelnuGy zult slechts aan u zelve al de schande te danken hebben, al het onge luk, waarmede gy thans zult overladen worden „Schande? Ongeluk?" herhaalde het Jon ge meisje, als in een droom toeluisterend. „Gy weet niet dat ik uw naam ken." zeide Mary. „Myn naam is Lucia? Ik droeg het num mer negen In het gesticht der gevonden kinderen, waarin ik op den leeftyd van een jaar door myne voedster werd geplaatst.... Gy zinspeelt op den naam myner moeder... Ziedaar een laagheid te meerMyne moe der werd door eene veroordeeling geschand vlekt... Maar wat gaat u (lat aan? Hebt gy daarom het recht haar onschuldig kind met uwe beleedigingen te overladen? Hebt gy 't recht mqnp reputatie door uwe lastertaal te schandvlekken? Ik heet Lucia Fortier... De gerechtigheid, misleid wellicht door zeer valscbe gegevens, heeft mqno moeder ver oordeeld... Welnu! Ben ik daarom schul dig? Waarom klaagt gy my aan? Wy staan hier tegenover elkander, mejuffrouw. Gy zyt rqk. ik ben armIk draag een ge- scliandvlekten naam. Doch hoe nederig ook de rol zq. die ik te spelen heb, ik verkies die verre boven de uwe, want de rol, die gy speelt, Is hateiyk en gemeen „Madame," riep Jfary uit. zich tot A i- gustine wendend, „of wel zult gy dat meis je onmiddeliyk uit uw huis jageu, of ik zal aannemen dat gy my beleedigt, evenals zy dat doet... Hare moeder werd veroordeeld wegens diefstal, brandstichting en moord... We appel valt niet verre van. den hoorn. Ik vrees de misdaden van haar geslacht en daarom zeide ik zooeven, dat ik haar niet meer wemchte te ontmoetenIk was hang..." „Juffyouw Lucia," sprak madame Augus tine op drogen toon, „ga tot myn kassier en laat n uitbetalen wat gy nog te gc-e.l hebt. Vanaf dit oogenblik behoort gy niet meer tot myn personeel." Lucia werd doodsbleek. „Dau jaagt gy my weg!" stamelde zy met beklemde stem. „Uwe dienste* ztfn my overbodig gewor den." Mary toonde een zegevierend lachje. Jeanne Fortier's dochter zag het. „O, dat verheugt n niet waar?" hernam zy. haar vijandin strak in de oogen starend. Niet tevreden my hem ontstolen te hebben, dien Lk beminde, niet tevreden my het hart gebroken te hebben, doet gy my bovendien nog wegjagen! Na myne rust, myne vreugde vernietigd te hebben, ontneemt gy my het dagelqkseh brood! Overal waar ik my uu voortaan zal aanbieden, zal men my vra gen waar ik gewerkt heb. Dan zal ik ma dame Augustine noemen en madame zal antwoorden, wanneer haar iets gevraagd wordt: Neem dat meisje niet. Hare moeder werd veroordeeld wegens diefstal, brand stichting en moord „Luciasprak madame. „O, madame," hernam Lucia onder het storten van bittere tranen, „gy zyt wreed geweest voor mq, die het niet verdiende... Maar ik vergeef het a... Ik vergeef het u van ganseher harte!... Wat n aangaat, zoo voegde zy er by, zich tot Mary wendend: God zal zich met uw straf belasten Na deze woorden vertrok zy. VEERTIENDE HOOFDSTUK. Mejufrouw Harmant, met madame Au gustine thans alleen gebleven, hernam veel vrijer ademend het woord „Op myn woord van eer, dat meisje ifl waanzinnig!" sprak zy op minachtenden toon. „Zy beschuldigt mjy haar den man ontroofd te hebben, dien zy bemint. Kon die man, kon Lueien Labroue de dochter bemin nen van Jeanne Fortier, de ellendige, die zyn vader vermoord heeft?" „Wat zegt gy daar, mejuffrouw?" riep madame Augustine hoogst verbaasd nit. „De waarheid, madame!... Maar wy heb ben ons thans lang genoeg met die Lucia bezig gehouden. Het is gelukkig voor den naam van uw huis, dat zy gehoord heeft wat ik zeide en hier is binnengekomen. Gy weet thans door haar eigen bekentenis wat gy van haar denken moet Laat my nu de stof fen eehs zien, waarvan wy zooeveu gespro ken hebben. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1922 | | pagina 1