Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De Portierster
van Alfortville.
EERSTE BLAD]
Land- en Tuinbouw.
R. de Rooij-Bourgonjen,
Binnenland.
FEUILLETON
,NOO&D-B£ABAND'
NUMMER 70
ZATERDAG'2 Sept. 1922.
45e JAARGANG
JJitgatb:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
2)it nummer bestaat uit 2)rie
Bladen.
De vereenvoudigde rechtsple
ging.
Onmiddellijke dagvaarding.
In vervolg op ons artikel van Woens
dag nog 't volgende
Vrijdag 1 September treden, zooals
wij hebben medegedeeld, de bepalingen
van de wet van 5 Juli 1921 tot vereen
voudiging van de rechtspleging in lichte
strafzaken in werking. Dan zal het mo
gelijk zijn, gelijk men weet, dat, wan
neer een wielrijder zonder licht rijdt, een
agent proces-verbaal opmaakt en den
overtreder een kaart uitreikt, waarop hij
uitgenoodigd wordt over drie dagen
voor den kantonrechter te verschijnen
om zijn veroordeeling te hooren uit
spreken.
Voorloopig heeft een politie-agent
slechts de bevoegdheid dat bij vier
overtredingen te doenbij het fietsen
zonder rem, zonder bel en zonder licht
en bij openbare dronkenschap.
Met die vier meestal eenvoudige
overtredingen wordt de proef genomen
met dezen maatregel, waartegen politie
en burgerij nog geheel vreemd staan.
Wanneer een agent voor een van deze
vier overtredingen een bekeuring op
maakt, heeft hij een oproepingsformulier
uit te reiken. Op deze formulieren staan
de vier overtredingen reeds vermeld,
zoodat de politieagent alleen de drie
niet geconstateerde heeft door te schrap
pen.
Verder wordt de naam van den over
treder er op geschreven en de dag in
gevuld, waarop de geverbaliseerde voor
het kantongerecht moet verschijnen.
Maar de bevoegdheid om zoo snel
op te roepen is nog verder beperkt.
De oproep mag alleen plaats hebben,
wanneer de overtreder op heeterdaad
wordt betrapt en dan nog alleen wan
neer de overtreders boven de 18 jaar
zijn.
Twijfelt een agent aan de juiste opgave
van naam en adres van den overtreder,
dan is hij niet verplicht den oproep
van nDe Echo van het Zuiden".
143)
direct uit te reiken, maar kan de delin
quent mee genomen worden naar hef
bureau ter willen van een nader onder
zoek. Ook mogen geen oproepingen
worden uitgereikt wanneer getuigen
zouden moeten worden gehoord. Weigert
een geverbaliseerde de kaart aan te
nemen, dan verandert dit aan de zaak
niets. De kaart wordt dan over de post
toegezonden en de oproep geldt als
direct te zijn geschied.
Bij dronkenschap kan zelfs na de
ontnuchtering^onmiddellijk voorgeleiding
plaats vinden. Natuurlijk alleen op da
gen en tijden, dat de kantonrechter zit.
Ook zal bij dronkenschap de kaart niet
onmiddelijk uitgereikt worden, omdat de
beschonkene deze verliezen kan.
Op een punt moeten we nog eens
met nadruk wijzen. Men kan de straf
afkoopen. Wanneer men 24 uur na de
overtreding' bij den ambtenaar van het
Openbaar Ministerie een verzoekindient
om straf vervolging te voorkomen, kan
de ambtenaar dit toestaan, mits aan de
voorwaarden wordt voldaan die de
ambtenaar stelt. Deze voorwaarde bestaat
in betaling van een geldsom die ten
minste 50 ct. en ten hoogste het maxi
mum der boete, die op het feit gesteld
is, kan bedragen.
Wat iedere maand te doen geeft
(ie helft September).
Nadruk verboden.
Ia September oogst men nog erwten,
boonen, boekweit. Erwten moet men
maaien, ais de peulen beginnen te
schrompelen. Er zijn grondsoorten, die
hardkokende erwten leveren, men meent
daar, dat de erwten eerder gaarder
koken, als vroeg gemaald wordt. Vroeg
maaien van peulvruchten voorkomt ook
zaadval er in door het openspringen
der peulen de boonen zijn dan ook
blanker en van het stroo is de voedings
waarde grooter.
Men hooit het groen, malkt de akkers
gereed voor den winterzaai, terwijl in
deze maand ook wordt aangevangen
met het aardappelrooien. Hiertoe ge
bruikt men in streken, waar gebrek aau
arbeidskrachten bestaat, roolmachines,
Ia den moes- en bloementuin Wie
bolgewassen in de kamer in bloei wil
trekken, haaste zich met de bollen In
potten te zetten sommige bolgewassen
Romelnsche hyacinten, narsissen, enz.
pot men liefst nog iets vroeger op.
Voor den tuin heeft men een rijke keuze
de Winter-aco, niet Eranthis-byemalis
met zijn schitterend goudrijke bloemen
is voor een beschaduwde standplaats
als eerste lentebode aan te bevelen
Crocusjes en Sneeuwklokjes zijn met de
Scllla's ook onmisbare voorjaarsbloemen,
vooral voor randen, tusschen, heesters
en in het gras.
6rrrrnj^WAALW U K f
De Scllia s'alba is een zuiver wit
bloemige variëteit. Meer noemen we e(
ditmaal niet.
Wie kasten er op na houdt, kan met
de najaarschoonmaak beginnen, alles
geve men een goede beurt met kwast
en zeepsop, waarop„een flinke afspultlng
volge. Geen vuile ruiten mogen het
zonlicht tegenhouden. De planten mogen
eerst nadat ze zijn schoongewasschen,
worden binnengebracht.
Op buitenplaatsen treft men in den regel
ramen aan voor koude sla, deze teelt Is
voor den beroepskweeker te riskant, de
tuinman kan er echter zijn zorg en -
zijn kunst aan wijden. Heeft hi) eenige
bakken leeg, dan kan hijdeze thans
voor koude sla bestemmen. Rondgaande
in den tuln^zlen we aan de frambozen-
struiken weinig of geen vrachten meer,
tenzij men de gele herfstframboo9 teelt,
die on9 vrucht geeft tot de herfst invalt.
Waarom teelt men deze soort zoo weinig?
't Moet wel om de gele kleur zijn, want
de smaak der vruchten 19 goed, de op
brengst der groote vruchten eveneens.
Ook de aardbei-maandbloelers moeten
in meer tuinen voorkomen ze geven
thans nog een lekker schoteltje. Er zijn
honderden soorten van, we noemen
slechl9 als zeer aanbevelenswaardig >De
Parel* (La Porie) met vele en lekkere
ro9e-gekleurdo vruchten. Ge vraagt wat
dat voor vieze zwarte slakjes zijn op de
pereblaadjes 't Zijn geen slakjes, maar
slakvormige larven der perenbladwesp
ze ruiken inktachtigzie, ook op uw
kerseboom zitten ze. De bladwesp heeft
haar eitjes op de bladeren dier boomen
gelegd. De xupsjes vreten de bovenste
opperhuid der bladeren met het blad
groen weg. Wrijf dus de diertjes dood
(het blad dubbel vouwen en dan wrij
ven) bestrooiing met insectenpoeder of
bloem van zwavel wordt ook wel aan
gewend. Met welgevallen zie ik u kijken
naar de veldsla en cajaarsspinazie, welke
zoo flink boven den. grond staan. Ge
moet nu echter dunnen, de veldsla zou
straks te dicht staan, gaan «smeulen*
en ongeschikt worden,, voor 't.gebrulk
ook uw spinazie moet op^een.behoorlij-
ken afstand ataanj deze geeft ge bij
dioog weer nu^en^dan een matige gift
chili. Ia deze maand haalt "men de plac-
ïyk
BAARDWIJK. 22308
ten naar binnenhuisvrouw» denk er
aan De Araucardia's en andere zijn niet
zoo gevoelig en gewennen aan een ge
leidelijke temperatuursverlaglng, maar
Palmen, vooral de Waalerpalm, de Living*
toaa chlnensls en Cocoa Weddellana
zijn gevoeliger en mogen straks niet in
een vertrek komen waar reeds gestookt
wordt.
De Kabinetscris. De „Msb." meld*
dat de oplossing der crisis zeer stellig
deze week niet is te verwachten. Op
z'n vroegst zal het midden der volgen
de week kunnen zijn, vooraleer de
overeenstemming der rechterpartijen op
het nieuwe regeeringsprogram kan zijn
tot stand gekomen.
Als antwoord op het bericht van het
„Vad.a, dat „alle pogingen van de anti
revolutionairen, om te komen tot een
Kabinet-Colijn, waarin deze minister
van financiën zou moeten wezen, van
meet af aan mislukt zijn, door de vol
strekte weigering van de Katholieken
en Christelijk-historischen", verzekert
de Ned., dat althans aan de Chris-
telijk-Historische kamerleden niets
bekend is van eenigen directen of in-
directen stap, om te komen tot een
Kabinet-Colijn, zoodat van een weige
ring hunnerzijds uiteraard geen sprake
kan zijn.
Naar het „Hgz." verneemt, zal
geen nieuwe winterdienstregeling wor
den .ingevoerd, doch er zullen met in
gang van 8 October, in verband met
het eindigen van den Zomertijd^eenige
wijzigingen worden gebracht in de
zomerdienstregeling.
De Echo van het Zuiden,
Waalwijksche en Langstraatsehe Courant,
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.,
franco te zenden aan den Uitgever.
Terwyl by naar Amande luisterde dacbt
de jongeman eensklaps aan een droevig, ver
leden.
„Wat wilt gij?" vroeg bij de hand' terug
trekkend. Gij weet wel dat tusscben ons
beiden alles uit isUw aanwezigheid brengt
mij uren van vreeselyken angst in herinne
ring. Ik ben gekwetst, zwaar gekwetst, op
het punt. geweest wreedaardig te sterven en
dat heb ik aan u te danken
„Aan mij?" riep Amanda verbaasd uit,
„Ja, aan u; want gij zyt de schuld dat ik
de betrekking verloren heb, die mij de mid
delen gaf om in mijn onderhoud te voor
zien, om die ellendige briefjes welke ik ge-
teekend heb ten einde u geld te verschaf
fen en die mij by na met de rechtbank deden
kennismaken, moest ik vluchten van Joigny,
waar ik 't slachtoffer was geworden eener
algemeene verachting! Door u is mijn naam
onteerdO, had ik maar den dood gevonden
bij dat spoorwegongelukDe dood slechts
kan mij uit mijn lijden verlossen!"
En Duchemin liet het hoofd op d- borst
nederzinken, terwijl twee dikke tranen over
zyne wangen rolden.
..Ik neem de verwijtingen aan, die gij tot
my richt, beste Raoul, en ik verdien ze,"
antwoordde Amanda op een van ontroering
bevenden toon. „Ik ben als een krankzin
nige geweest, ik heb dwaasheden begaan,
waarvan ik de droevige gevolgen niet be
greep. Zonder het te weten heb ik u veel
kwaad gedaan, dat betreur ik. Ik vraag u
daarover vergiffenis. Gij moet my den stap,
die ik thans doe, niet ten kwade duiden. Ik
heb zeer voorname redenen om tot u te
komen. Wie weet of niet ik in staat beu de
ongerustheid te doen verdwijnen, die gtf
zooeven nog in de naaste toekomst zaagt?
Wilt gij naar mij luisteren? Wilt gy mij ant-
woorden?"
„Dat zal wel noodig zyu, daar gy nu een
maal bier zyt. Wat hebt gij mij te zeggen?
Wat hebt gy mij te vragen of mede te dee-
len?"
„Ik moet u waarschuwen tegen de geva
ren die u bedreigen."
Duchemin beefde en herhaalde
„Gevaren?"
„Ja."
„Welke?"
Amanda antwoordde met de vraag:
„Kent gij den baron de Reiss?"
De gewezen stadhuisklerk dacht er niet
aan dien naam te hooren. Het was alsof er
eensklaps een koudwaterstraal over hem
werd geworpen. De ongelukkige dacht, dat
er hier sprake was van de stukken, die hy
uit het archief ontvreemd had, en werd
eensklaps doodsbleek.
„Den baron de Reiss," stamelde hy. ter
wijl hy Amanda aanzag om uit hare trek
ken te vernemen wat zij zeggen wilde.
„Ja, een man, dien gij een maand geleden
ongeveer, te Joigny gezien hebt, en die op
dit oogenblik uwe valscke briefjes in han
den heeft."
Duchemin was doodsbleek geworden.
Met een stem, die geen klank meer had,
hernam liy
„Hoe kent gy dien man? Hoe weet gij,
dat die persoon briefjes van my in handen
heeft?"
„Even als ik weet, dat by van madame
Deliou een zekere schuldbekentenis gekocht
heeft door mij geteekend, die hij met de
uiterste zorg bewaart. Daar baron de Reiss
of wie dan ook onder dien naam verscholen
gaat, dergelijke zaken koopt om zijne col
lectie van eigenaardigheden te verrijken,
moet hij er wel een bijzonder belang by
hebbenIk ben natuurlijk op de hoogte
van de papieren die hy van ray in zyn be
zit heeft, doch van de uwe weet ik niets
byzonders, en toch moest ik daarvan op de
hoogte zyn."
„Waartoe?"
„Is dat niet duidelijk genoeg?" Gy en ik,
die de laat9te jaren steeds zijn verbeterd
maar nog geen volmaakt werk leveren
Veelal rooit men echter met greep of
schopook ziet men nog wel, dat de
knollen met de handen worden uitge-
krabt, nadat de staramen zijn «opgesto
ken» op deze wijze 9chlet men wel
vlug op, maar voor den rooier Is het
bij nat, guur weer een ongezond werk
Nog een andere methode i9dat de
rijen worden losgeploegd, de pollen met
de vork los geschud, waarna de knollen
mot de handen worden geraapt.
Prijs der Advertentiën
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
By contract flink rabat.
Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit
zijn.
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERrtfó OP HET LEVEN
wy worden beiden bedreigd, daarom moe
ten wy ons vereenigen 0111 gezameniyk den
gemeenschappelyken vyand te kunnen be-
stryden."
Duchemin beefde van het hoofd tot de
voeten.
Toch antwoordde liy zoo bedaard moge-
„Maar ik heb niets te vreezen van hem."
Amanda haalde de schouders op.
„Vertel iuy toch zoo een onzin niet," lier-
nam zy. „Gy weet wel, dat ik ook iets be-
gi-yp van hetgeen er in de wereld omgaat.
Hoe heeft de baron de wissels in handen
gekregen, door u met een valschen naam
onderteekeud
„Die beeft hy betaald."
„Kendet gy dien man reeds lang? Was liy
een uwer vrienden?"
„Ik zag hem dien dag den eersten keer."
„En toen reeds is hy u te hulp gekomen?"
„Ja".
„Maar hoe is dat dan toch gebeurd?"
Duchemin werd angstig.
In korte woorden deelde hy Amanda
mede, op welke wyze de baron hem zyne
diensten had aangeboden.
„En hebt gy dit niet zonderling gevonden,
meer dan zonderling zelfs?" riep Amanda
uit.
„Ja, 't kwam my zeker wonderiyk voor."
„En toch hebt gy zyn voorstel aangeno
men?"
„Waarom zou ik een dienstbetoon gewei
gerd hebben, dat zoo juist op tyd kwam?"
„En denkt gy my nu wfls te maken, dat
die man daarvoor geen wederdienst geeisebt
beeft?"
„Wat zou hy geëischt hebben?"
„Zoo ik 't wist, zou ik bet u niet vragen.
Kom, Raoul, wees openhartig en deel my
alles mede, de geheele waarheid. Ik herhaal
het u, wy worden beiden bedreigd en wy
moeten de handen ineenslaan om aan den
ellendeling te ontsnappen, die evenmin een
baron is, als gy een graaf zyt".
„Hy geen baron? zyt gy daar zeker van?"
„Zeer zeker."
„Hoe beet hy?"
„Ovidius SoliveauHy is een dief en
een moordenaar en heeft my dezer dagen
nog byna vergeven."
„Heeft by u byna vergeven, u?"
„Ja, my."
„Waar dan?"
„Hier, te Boisjle-Roi."
„Eu waarom?"
„Hy begreep dat ik hem geraden had.
Soliveau had ontdekt dat ik hem door zyn
masker heen bad bespied. Die kerel heeft
meer dan eene misdaad op het geweten en
ik geloof er nog eene te kennen, die alleen
door omstandigheden, geheel van zyn wil
onafhankeiyk, mislukt is."
„En welke is die misdaad?" vroeg Raoul
Duchemin, die veel belang begon te stellen
in hetgeen hy thans vernam.
„Een maand zoo wat geleden," antwoord
de Amanda, „wilde de gewaande baron de
Reiss, die met zyn waren naam Ovidius
Soliveau heet, een jong meisje van kant
maken, een arm ding, in het gesticht der
gevonden kinderen opgevoed. Hy slaagde
echter maar half in ziju booze plannen. Het
meisje, door een messteek getroffen, werd
zwaar gewond, doch stierf gelukkig niet."
„En weet gy zeker, dat die man de moor
denaar was?"
„Ik heb een overvloed van redenen om dit
te veronderstellen. Om er bepaald zeker van
te zyn, heb ik slechts een geringe aanwfj-
zing noodig. Zoodra ik deze bezit, zal ik
wapenen hebben en sterk genoeg zyn om
my te wreken, om ons beiden te wreken,
want onze belangen loopen geheel en al
saam."
De woorden: „gevonden kinderen," liad
Raoul getroffen en zyn angst verdubbelde.
„Kent gy den naam dier wees?" vroeg hy.
.Ja".
ÜEn 'die is?"
„Lucia
„Lucia riep Raoul uit, „ja, dat is wel
de naam van het meisje, die ik op de acte
geschreven zag staan, welke ik hem bezorgd
heb.
„Eene acte?" herhaalde mejuffrouw Ré-
gamy, bevend van hoop en vrees.
„Ja. Om zich schadeloos te stellen voor
den dienst, dien hy my bewees, eischte die
man van my, dat ik hem een acte zou leve
ren op het gemeentehuis te Joigny door de
voedster afgegeven, toen het bevtuste kind
naar het gesticht werd gebracht."
„Welk belang had die man daarby
„Dat weet ik niet."
Verkrijgbaar bij
„De ellendeling! Nu biyft er my geen
twijfel meer over! Hy heeft getracht Lucia
te vermoorden en het papier, dat hy u
heeft weten af te persen, zal hem voor eene
nieuwe misdaad dienstig zyn... Maar hadt
gy dan liet recht niet," vroeg nu weer juf
frouw Amanda, „hem dat bewys ter hand
te stellen?"
„Neen, dat moest in het archief bewaard
blijven."
„Wat zou er gebeuren, zoo men wist, dat
gy dit ontvreemd had?"
Raoul beefde, vol angst en schrik.
Druppelen yskoud zweet stonden op zyn
slapen.
„Dan ware ik verloren," antwoordde by,
onherroepelyk verloren!"
„En zoudt gy u dan niet wreken over een
booswicht, die u uit een afgrond gered heeft
om u daarna weer in een anderen neder te
werpen? Zoudt gy niet trachten hem het
papier te ontrukken, dat zoo licht u in het
verderf zou kunnen storten, en de valsche
wissels, waarmede hy u gebonden houdt, en
die u tot zwygen doemen?"
„My wrekenHem die papieren ontruk
ken? Ja, zeker zou ik dat willen, zoo ik 't
maar kon! Maar hoe zal ik het aanleggen?"
„Hebt. gy vertrouwen in my?"
Raoul Duchemin aarzelde.
Na enkele seconden antwoordde hy ech
ter
„Ja, dat heb ik."
„Wil gy my laten handelen, en zult gy
dan gehoorzamen?"
„Ja, wat moet ik doen?"
„Alle handelingen van den valschen ba
ron de Reiss nagaan."
„Maar ik lig hier op het ziekbed en dat
kan nog verscheidene dagen duren."
„O, zoo'n haast is er niet by. Zoodra gy
hersteld zyt, zullen wy ons werk aanvan
gen."
„Daartoe zullen hulpmiddelen noodig zyn
en die heb ik niet."
„Laat dat aan my over. wy zyn beiden
zonder het te weten de medeplichtigen van
dien kerel, en dat zou ons een heel eind ver
kunnen brengen. Ons belang brengt dus
mede dat wy ons vry maken van die mede
plichtigheid. Eerstens moeten wy trachten
te weten te komen waar Ovidius Soliveau,
de gewaande baron woont."
(Wordt vervolgd).
4