Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Uitvoering van gewapend en ongewapend Beton,
fabriek van Kunststeen en Terrazzowerken.
De gestolen Broche
EERSTE BLAD.
Gemeenteraad
Stationstraat 71. Waalwijk.
B I-" B
„N00RD-BRABAND"
4S41 w
FEUILLETON
R.deRooij.Bourgonjen
NUMMER 19
ZATERDAG 24 FEBRUARI 1923.
2)it nummer bestaat uit 2)rie
Bladen
RAAMSDONK.
AANNEMER 30371
DOOR ERVARING STERK.
e-
NOVELLE VAN
REINHOLD ORTMANN.
48e JAARGANG.
cho van
Wailw ijkschf en Lanptraatsehe Courant
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 8 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden ens.,
franco te «enden aan den Uitgever.
Uitgavi:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 88. Telegr.-AdresECHO.
1.60.
Prijs der Advertentifin
20 cent per regelminimum
Reclames 40 cent per regel.
BjJ contract flink rabat.
AdvertentiBn moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit
zijn.
(Vervolg)
Vervolgens stelt de commissie voor
de gratificatie aan de Marechaussee te
laten vervallen alsmede het vrijwonen
voor den Rijksveldwachter.
Voofïitter. De commissie Is uitge
gaan van de gedachte dat de grati
ficatie vroeger op de begrootlng is ge
bracht omdat de salarissen laag, te
laag waren. Thans echter zijn deze in
die mate gestegen dat dit motief komt
te vervallen.
De heer Broeders meent dat dit be
drag geen invloed op het loon uit kan
oefenen, daarvoor is het te getiog.
Voorzitter. Vroeger, toen er mis
schien maar 2 man waren en bet loon
heel laag was, wel, toen was het mee
genomen.
Broeders. Ik ben voor bezuiniging,
maar als door zoo'n corps goede
diensten worden bewezen gaat het
m. i. niet aan om een lang bestaande
gratificatie zoo maar in te trekken.
Voorzitter. Die ambtenaren worden
gesalarieerd om in deze streek dienst
te doen en nu is die salaiieeriog
tegenwoordig zoo dat ze een gratifica
tie niet meer noodig hebben. Een
gratificatie Is feitelijk uit den booze.
De heer Broeders is van meening
dat dit een prikkel is om tot het
uiterste zijn best te doen. Ia groote
zaken wordt den dheceur eee aandeel
van de winst toegekend terwijl aan de
overige een tantième wo'dt gegeven.
Dergelijke zaken afschaffen zou bij
niet zoo spoedig willen doen.
Voorzitter. Als later de tijdsomstan
digheden weer eens anders worden
kan altijd nog op het besluit terug
worden gekomen.
De heer Broeders kan vervolgens
ook niet goed beg'ijpen waarom men
het vrij wonen van den Rijksveldwach
ter intrekt. Deze ls toch op deze voor
waarde hier gekomen. In Waspik
was hem dit ook aangeboden en toen
heeft men hier gauw eeu besluit geno
men om diezelfde voorwaarden ook ta
stellen.
Vooizliter. H.i hseft (baas voldoend
salaris en het Rijk wijst zijn stand
plaats aan-
De commissie stelt voor het salaris
van de brandweer op f 50 te brengen.
Vervolgens wenscht de commissie
ook eenige veranderingen te brengen
in de salarisregeling van het Arm
bestuur.
De heer van Alphen zegt dat het
baantje van Armmeester niet tot de
prettigste behoort en er nog al wat
aan Verbonden is. Iedere week hebben
ze bovendien nog vergadering en
daarom voelt hij er niet zooveel voor
dit te gaan verlagen.
De heer Dorreboom meent dat
vroegere jaren de werkzaamheden
grooter waren dan tegenwoordig, want
toen had men de administratie er nog
bij en dat is tegenwoordig niet meer.
Thans hebben ze niets anders meer te
doen dan bonnen af te geven.
Wordt besloten aan lederen armmees
ter voortaan eene vergoeding te ver-
leenen van f 50.
D Lankhutjzen. De Secretaris geniet
nu f 250 Ik stel voor dit te brengen
op f 200.
Daartoe wordt besloten.
De heer de Wit vraagt of op de
post drukwerk niet wat meer kan
worden bezuinigd. Bij het teekenea van
de mandaten beeft hij bemerkt dat
deze post ontzettend hoog moet zijn.
Spr. vraagt of bij aanbesteding geen
voordeel zou zijn te behalen.
De Voorzitter zegt dat zulks bijna
niet is te doen omdat er veel te veel
modellen zijn. O 'er het algemeen Iaat
men de plaatselijke agenten inschrijven
en enkele firma's buiten deze gemeente.
Vootts wordt er met de machine at
heel veel werk gemaakt. Waar een
groote partij van noodig is, wordt toch
al ingeschreven.
3. O ïtwerp-besluit tot afschaffing der
paarden- en veemarkten.
Met algemeene stemmen wordt be
sloten deze geheel af te schtffen.
4. Oatwnp-verordeolng tot wijziging
der verordening tot heifiog van keur
loon.
De Voorzitter zegt dat dit reeds In
eeae vo'lge vergadering is besproken.
Daarna wordt de ontwetp-verorde-
ning vastgesteld.
3. Ontwerp-beslult betreffende In
gebrulkgeving van het noodslacht-
gebonw.
Conform hst voo'Siel wo-dt beslo eo
6 Oatwerp-beslult tot goedkeu ing
der contractueele regeling met de N.V.
Scheepsbouwwerven v/h. P. en A.
Ruitenberg inzake uitstel tot aanvaar
ding der van de gemeente gekochte
gronden.
Aangezien de fi ma de gronde*
nog niet kan aanvaarden, wordt beslo
ten te handelen als een vorig jaar.
7. Ootwerp-beslult tot wijziging der
gemeente-gronden.
Conform het voorstel van Bu'g. en
Weth, wordt besloten.
8. Bezwaarschriften oudefhouds-
betastlag.
Wordt besloten In eene volgende
vergadering te behandelen.
Vervolgens wordt besloten de tijde
lijke geidleenlng, In een voiige ver
gadering aangegaan noodig voor het
bouwen aan de school te Raamsdonks-
veer, in eene defiaitieve om te zetten.
7. Benoeming van een hoofdstem-
bu-eau.
Worden benoemd tot Voorzitter de
burgemeester en tot leden de beeren
Klijn, de Wit en D. Lanahuijzen en
tot plaaisvervengende leden de heeren
Schoenmakers A. Lankhuijzen en Van
Doogen-Torman.
B i de roDdvraav, vraagt de heer D.
den Tenlinjjde Leijer.
MAATSCHAPPU VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
ra77TT^T\WAA LW U K
Lankhuijzen hoe het met de waterlei
ding ts.
De Voorzitter zegt dat de aanbe
steding voor het leggen der buizen
vermoedelijk begin van de volgende
maand kan worden tegemoet gezien.
Raamsdonk en Geertruidenberg zijn
het laatst aangesloten en vandaar dat
men hier ook het laatst met de werk
zaamheden zal beginnen.
De heer Van Alphen zegt dat door
de gemeente in den laatsten tijd veel
werk in eigen beheer wordt uitgevoerd.
Bij hem zijn menschen gekomen die
vroegen waaiom zij niet voor leve
rantie in aanmetkiog konden komen.
Nu zijn er schilders die gaarne glas-
cn vetfwerk hadden willen leveren en
timmerlieden weer wat anders, doch
deze menschen zijn daarvoor niet in
de gelegenheid gesteld en wel buiten-
menschen en dat grieft hem. De mid
denstand moet niet In alles gepasseeid
worden.
De Voorzitter zegt dat, als een 1c-
sehrijving 100 pCc. boven de begroe
iing gaat, het werk ia eigen beheer
wordt uitgevoerd. Het aankoopea van
hout ls gepresenteerd, doch men wilde
alet.
De heer van Alpheo merkt op dat
niet alle middenstanders zijn of worden
gevraagd, want er zijn tr wel die het
gaarne doen.
Voorzitter. Het is zeker aan 3 a 4
menschen gevraagd maar ze zijn het
allemaal zoo roerend eens. A's het
100 pCt. scheelt kuanm Bu g. en Weth.
er niet aan denken om het te gunnen.
De heer Broeders vraagt hoeveel
menschen er nog in dienst van de ge
meente zijn van 1 12 per week.
De Voorzitter zegt dat dit aantal
gemiddeld 25 zal zijn. Het werk
loopt echterlop een einde.
De heer Bboedcs heeft dit zien aan
komen en vraagt of het niet wenscbe-
liik zou zijn dat de straten eens van
het vuil worden ontdaan.
De Voorzitter zegt dat dit al reeds
is gedaan, doch dat het niets helpt.
De heer_Broeders zegt dat men op
het Veer toch nog niets aan de wegen
heeft gedaan.
Voorzitter. Volgens de bestaande
verordening moeten de menschen daar
zelf zorg voor dragen.
Broeders. De een doet het en een
ander weer niet. De werkloozen moeten
toch ondeihouden worden en beter is
het dat ze iets doen dan niets.
De Voorzitter zegt_toe( dat hij naar
werk zal otmisn.
Daarna wordt de vergadering ge
sloten.
>VV«VVVVV«(
van „De Echo van het Zuiden".
VRIJ NAAR HET DUITSCH.
1)
I.
Het bureau van den pandjeshuishouder
Aaugust Imberg lag in een van die stille zij
straten, waar gedurende den avond het ver
keer bjjna geheel ophield, en waar de spaar
zame verlichting de weinige voorbijgangers
nauwelijks in staat stelde, elkander te her
kennen. Dit bureau bevond zich daar reeds
meer dan 30 jaren.
Iu de buurt ging het gerucht, dat de oude
Imberg door zijn zaak een welgesteld man
was geworden. In ieder geval was zijn clien
tèle zeer talrijk en wanneer een nauwkeurig
opmerker zich de moeite getroost had in het
halfdonker onder de poort van het oude huis
een paar uur op de loer te staan, dan had hij
stellig zeer veel personen van lederen stand
en leeftijd zien voorbij gaan. Zjj wierpen
meestal schuwe blikken om zich heen, alsof
zjj zich op verboden paden bevonden om dan
vlug door de op een binnenplaats gelegen In
gang van den winkel van Imberg te verdwij
nen.
Vooral Zaterdagsavonds, of wanneer de
eerste van de maand voor de deur stond, was
er een groote toeloop van menschen, en Au
gust Imberg, die nog altijd net als 30 jaar
geleden alle voorkomende werkzaamheden
van zijn beroep alleen voor zijn rekening
nam, wist ondanks zijn wonderbaarlijke be
weeglijkheid soms de overstelpende drukte
nauwelijks te overwinnen.
Zulks een drukke dag was het ook thans.
Het was de laatste van de maand en sedert
de schemering was ingevallen, had de deur
bel, welker helder geluld telkens de komst
van een nieuwen bezoeker aankondigde, nau
welijks een minuut lang stilgestaan. De klei
ne ruimte voor de toonbank, die het kan
toortje in tweeën verdeelde, was van tijd
tot tijd geheel gevuld met bezoekers van
beiderlei kunne. Het kostte den pandjes
baas, een klein manneke met een goedmoe
dig gelaat en lichte, verstandige oogen, dan
ook dikwijls geen geringe" moeite de onge-
duldigen te bevredigen, van wie een ieder
het eerst geholpen wilde worden.
Een ander in zijn plaats zou bij al die din
gen van allerlei aard, die hem als pand wer
den aangeboden en die toch alle onderzocht
en naar waarde geschat moesten worden,
bij zulk een drukte het hoofd kwijt raken.
Maar August Imberg had in zijn lange prac-
tijk zooveel ondervinding opgedaan, om
meestal met een enkelen blik te kunnen
taxeeren hoeveel hij zonder schade te lijden
op een onderpand kon uitleenen en boven
dien gingen sieraden, horloges en kleeding-
stukken immers niet voor de eerste maal
door zijn hand. Boven het bod dat hij een
maal had gedaan ging hij nooit en als een
of andere nieuweling trachtte de afwikke
ling van een zaak door een hoogere eisch
te vertragen, dan schoof hij hem zijn eigen
dom stilzwijgend weer toe. Het onderzoek
naar het bewijs van herkomst van het pand,
dat hij volgens de wettelijke voorschriften
van ieder moest vorderen, ging even snel
als de invulling van het pandbriefje, dat hij
met een krassende pen op een oerouden,
wormstekigen lessenaar in orde maakte. In
de geweldige ijzeren geldkast echter schenen
de uit te betalen bedragen voor elk pand
afzonderlijk reeds afgeteld klaar te liggen,
want August Imberg behoefde slechts een
enkele greep te doen, om de benoodlgde
meestal vrij geringe som in de hand te
nemen.
Juist had hij een blëeke, ziekelijke en
armoedig uitziende vrouw enkele centen
uitgeteld, die de Zondagsche jas van haar
man na welwillende taxatie in ieder geval
nog waard kon zijn, of anderen drongen zich
reeds weer in haar plaats. Imberg echter
richtte zich op en keek over de hoofden dei-
aanwezigen heen naar het achterste gedeel
te van het vertrek. Zijn scherpe oogen,
waaraan ondanks de groote drukte, niets
scheen te ontgaan, hadden daar een jong
meisje ontdekt, dat reeds lang met angstig
gebogen hoofd dicht bij den Ingang stond
alsof het haar aan moed ontbrak dichter bij
de toonbank te komen.
„Als U altijd achteraan blijft staan, mijn
beste kind," sprak hij op zijn vriendelijk-
jovialen toon, waarom zijn klanten hem zoo j
graag mochten, „dan kunt ge wel den lieelen
avond wachten, voor ge aan de beurt komt.
Laat maar eens kijken, wat voor moois U
voor me hebt".
Het jonge meisje (want alleen zij kon
naar haar slank, sierlijk figuurtje te öor-
deelen de aangesprokene zijn) naderde aar
zelend. Bereidwillig hadden de anderen
plaats voor haar gemaakt en alle blikken i
waren nieuwsgierig op haar gericht.
Men hield haar klaarblijkelijk voor
iemand uit de betere standen, hoewel de
donkere regenmantel, die het kleine figuur
tje nauw omsloot, de kleeding daaronder
geheel bedekte en hoewel zij In plaats van
een hoed een roode omslagdoek van vlokkige
zjjde droeg, zooals de dames ze dragen die
uit de schouwburg huiswaarts keeren. Dat
zij haar gelaat met deze doek zooveel moge
lijk trachtte te bedekken, verwonderde nie
mand, de plaats waar men zich bevond in
aanmerking nemende. Iedereen zou immers
het liefst met een tooverkap hierheen geko
men zijn, die hen behalve voor August lm-
berg onzichtbaar maakte.
Een allerliefst recht neusje, een klein,
kersrood mondje en een paar ronde, angstig
rondblikkende oogen ontwaarde men echter
al te goed, ondanks de dichte omhulling, en
vermoedelijk was niet het minst aan haar
aardig gezichtje toe te schrijven, dat de
pandjeshouder het jonge meisje 't aarzelend
overgereikte kleine pakje met zulk een be
minnelijk lachje uit de hand nam.
Hij ging naar de door twee gaslampen
helder verlichte lessenaar en maakte het
pakje los.
Een étui van rood leer kwam eruit te
voorschijn en toen hij dit losmaakte, fonkel
de op een witzijden, iets geelachtig gewor
den kussen, een groote, ouderwetsche broche
hem tegen, die een uit brillanten en kleurige
edelsteenen bestaanden vlinder voorstelde.
August Imberg, wien zulke kostbare voor
werpen slechts zelden als onderpand werden
aangeboden, liet gedurende eenige seconden
de lichtstralen op de steenen schitteren.
Toen richtte hij zich weer tot het jonge
meisje en vroeg: „Is dat van U, juffrouw?"
„Ja", klonk het zacht terug. „Het is af
komstig uit de nalatenschap van mijn moe
der."
„Zoo? En hoeveel geld verlangt u daarop?
„Duizend gulden als het kan".
„HemDat is een heel bedrag en ik werk
niet graag met zulke groote sommen. Hebt
u dan wel een voorstelling van de waarde
van dit sieraad?"
„Neen, dat weet ik niet."
„En waarom moet u juist duizend gulden
hebben?"
„Omdat ik deze som noodzakelijk noodig
heb".
August Imberg draaide het étui besluite
loos naar links en naar rechts. Toen, daar
hij bemerkte, dat de overige klanten, die
zulke lange onderhandelingen bij hem niet
gewoon waren, teekenen van ongeduld ga
ven, sprak hij. „Als ik er u een genoegen mee
doe, en wanneer u over uw persoon behoor
lek ophelderingen kunt geven, dan wil ik
de zaak misschien in orde maken. Maar ik
moet eerst de echtheid der steenen ^pider-
zoeken, en daarvoor heb ik, zooals u ziet, op
dit oogenblik geen tijd. Een kwartiertje on
geveer zult u geduld moeten oefenen. U kunt
wel indien u lust hebt hiernaast in mijn huis
kamer -wachten.
Zeker van haar toestemming, sloeg hij een
klap van de tafel opzij, om de jonge onbe
kende door te laten en deed de deur naast
de groote geldkast voor haar open.
„Ah, mijn zoon is reeds thuis," zei hij,
nadat hij een blik in de aangrenzende ka
mer had geworpen. „Nu, dat maakt ook fei
telijk niets uit. Ge zult elkander wel niet
storen."
Hij noodigde haar met een handbeweging
uit binnen te treden, aan welke uitnoodi-
ging zij gevolg gaf waarschijnlijk omdat
haar werkelijk ieder ander gezelschap dan
dat in den winkel wenschelljker voorkwam,
doch misschien ook, omdat zij in haar ver
legenheid alles gedaan zou hebben, wat men
van haar verlangde.
De huiskamer van den pandhouder ver
toonde van de welgesteldheid, waarin hij
volgens de buren verkeerde, evenmin iets
als zijn bijna armoedig ingericht kantoor.
Verkrijgbaar bij
BAARDWIJK. 27?rO
Het waren nog dezelfde goedkoope, oude
meubels, die hij 30 jaar geleden bij zijn
huwelijk had aangeschaft, dezelfde van wei
nig smaak getuigende glazenkast met de
verschrikkelijke, vergulde verjaarskopjes en
lompe snuisterijen, waarvoor zijn overleden
vrouw zoo'n groote voorliefde had gekoes
terd. Het kaalgeworden vloerkleed vertoon
de nog slechts op enkele plaatsen flauwe
sporen van sierlijke bloèmen, die daar eens
geweest waren. De vochtige plekken ver-
toonende schilderijen aan den wand behoor
den tot de treurigste voortbrengselen van
haar kunst en alleen een met vele boeken
bezet boekenrek stemde niet geheel en al
overen met het klein-burgerlijk, armzalige
karakter van het vertrek.
Op een ronde tafel voor dit boekenrek
brandde een studeerlamp, die in de verst
verwijderde hoeken van de kamer slechts
een zeer onzeker licht verspreidde, doch de
trekken van den daaraan sclirijvenden jon
gen man des te scherper verlichtte. Het was
een interessante kop met hoog voorhoofd en
edele scherp omlijnde gelaatstrekkende
energie die deze trekken vertoonden hadden
hoegenaamd geen familie-gelijkenis met het
goedmoedige, onbeduidende gezicht van den
pandhouder. Toen de deur geopend werd,
had de vlijtige werker even vluchtig opge
keken. Maar de groote, heldere, wat diep
liggende oogen, waren dadelijk weer op de
voor hem liggende bladen gericht en hij
was oogenschijnlijk vastbesloten van de
aanwezigheid der jonge dame niet de min
ste notitie te nemen. Hfl bekommerde er
zich zelfs niet om, dat zij was blijven staan,
hoewel August Imberg haar een stoel had
toegeschoven. Een aangename verrassing-
spiegelde zich dan ook af op zijn gelaat,
toen zij na verloop van ongeveer 5 minuten
plotseling het stilzwijgen verbrak.
„Ik vraag excuus, mijnheer, als mijn
tegenwoordigheid li hinderlijk is. Maar ik
ben daarvoor niet aansprakelijk, want uw
vader deed mij liier binnengaan."
Zij had dit in 't geheel niet schuchter of
deemoedig gezegd, doch met een frissche en
lopgewekte, hoogst aangenaam klinkende
stem en met een merkbare tinteling van
schalksheid.
(Wordt vervolgd).