DE ECHO VAN HE TZI HIFI. ACCUMULATOREN. Fa. Gebr. Boeren, - 's-Bosch. Reclame. Gemeenteraad. Derde Blad. Starter— en Verlichtingsbatterijen. „Exide" Agentschap. Nummer 25 Zaterdag 17 Maart 1923 Tijdelijke beperking v«n den invoer van schoenwerk. De werkelijke oorzaak van pijnlijke gewrichten. Rheumatiek is de bekende naam voor pijn in de gewrichten, den rug, de ledematen en vrijwel alle lichaams- deelen. De als rheumatiek bekende pijn is in werkelijkheid te wijten aan overtollig urinezuur in het bloed, door zwmkte der nieren veroorzaakt, hetgeen vofrkomen had kunnen worden door bijtijds Fos ter's Rugpijn Nieren Pillen te gebruiken. Het overtollig urinezuur vormt scher pe kristallen die zich afzetten in de spieren, gewrichten en zenuwen, en langs de wanden der aderen, Bij bewe ging van een spier of zenuw, waarin zich urinezuurkristallen hebben afgezet, ondervindt men scherpe, hevige, ver schietende pijn Na verloop van tijd vormen zich ontstoken zwellingen Rheumatische pijnen in de dijstreek noemt men ischias, in den rugspieren spit, enz. Zoodra gij rheumatische pijn be speurt een onaangenaam of ver lamd gevoel in den rug of gij last krijgt van urinekwalen, is het verstandig met het gebruik van Foster's Nieren Pillen te beginnen Dit geneesmiddel nelpt de nieren om uit het bloed de vergiften af te voeren, die rheumatiek, ischias, zenuwpijnen, waterzuchtige zwellingen, rugpijn, niergruis, enz ver oorzaken. Reeds meer dan 50 jaren worden Foster's Pillen met goed ge- volg tegen zulke kwalen gebruikt Verkrijgbaar in apotheken en drogist zaken k f 1 75 per doos 42 Speciale vakkundige Reparatie-Inrichting. Laadstation. 22374 Eiectriciteit. Station. Tegenover 't Telef. No. 896. WAALWIJK (Vervolg van het Tweede Blad). De Voorzitter wijst er op dat men hier altijd dezen weg heeft bewandeld. Met den Paralelweg en St. Crispijnstraat is het evenzoo gegaan en veel is daar z.i ook niet van te zeggen, want het is het gas- en waterleidingbedrijf, dat er van profiteert ook Vroeger werd zelfs, wanneer eenige bewoners van een dam daarom ver zochten, al een leiding aangebracht, De heer Gragtmans kan nog mede- deelen dat het gas- en waterleiding bedrijf het geld zal kunnen missen. Den heer van der Geld blijkt het uit de discussies dat velen de strekking van de stukken niet volkomen hebben be grepen. Ook hij is thans voor ver rassingen komen te staan, althans hij had zich de zaken geheel anders in gedacht. Gaarne zou hij zien dat over het groote tekort enkele inlichtingen werden gegeven gaat dit nu niet, dan zou hij voor willen stellen deze kwestie nog eens aan te houden. Klijberg. Welke inlichtingen wenscht u. Alles is toch duidelijk uiteengezet in de breedvoerige rapporten die ter visie hebben gelegen Van der Geld. Dat kan ik niet inzien. Oomens. Ik kom tot dezelfde con clusie. Ik begrijp niet f 190 000 het is toch zoo ontzettend veel. Ik zou ook wat meer inlichtingen van de bouwcommissie willen hebben, en willen weten waaraan en waaram zoo veel geld is te kort gekomen. De heer Smolders kan als lid van de bouwcommissie begrijpen dat er leden zijn die de zaak, vocral als ze de stukken niet hebben nagezien, niet begrijpen en daarom zou hij het van groot belang achten als door den Voor zitter van de bouwcommissie in den breede eens werd uiteengezet hoe de zaken werkelijk staan, opdat die leden een beteren kijk op de zaak krijgen. Dat zal niet alleen eene zakelijke afdoening van de kwestie bevorderen maar ook voorkomen dat er wordt ge sproken op ëene manier die de zaak niet verdiend. De heer Klijberg voldoet hieraan gaarne. In 1917 is begonnen met het bouwen. Plannen en teekeningen wer den daarvoor bij den Inspecteur van de Volksgezondheid ingediend, doch eer deze werden goedgekeurd ging er een langen tijd overheen Wijzigingen moes ten worden aangebracht en urenlange conferenties worden gehouden om afdoening van zaken te krijgen. Intusschen stegen de bouwkosten enorm, zoodat het dralen van de autoriteiten het bouwbedrijf veel geld heeft gekost. Zoo kwam men tot overschrijding Doch dat dralen en talmen had niet alleen het gevolg dat voor de materialen meer, heel veel meer geld moest worden uitgegeven, ook de loonen waren intusschen enorm gestegen. Dat alles heeft men niet kunnen voorzien, want niet alleen in onze gemeente heeft eene dergelijke overschrijding plaats gehad, meerdere gemeenten zijn de dupe daarvan geworden. Te voorzien was het, dat vragen gesteld zouden worden, waar de oor zaak van de belangrijke overschrijding in gelegen is en daarom is aan het bureau voor Verificatie en aan ingenieur van Veen opdracht gegeven a les nauw keurig le onderzoeken. Al deze rap porten, waarin tot in de kleinste onderdeelen alles is behandeld, hebben ter visie gelegen. Sprekér leest een gedeelte van het rapport voor van den heer Van Veen. Deze zegt daarin o.m. dat de oor zaken van de overschrijding niet mogen worden gezocht in de wijze van uitvoering of beheer maar in het feit van het duurder worden van bouw materialen, hoogere loonen en rente verlies. De Voorzitter wijst er op dat er gebouwd is in een abnormalen tijd wat niet anders kon, want door ieder een werd dag in dag uit geroepen om toch woningen te bouwen. Later was te voorzien dat men belangrijk zou overschrijden en Burg en Weth. hebben zich wel eens afgevraagd of het niet beter zou zijn ze half gereed te laten staan om af te wachten of niet een goedkoopere tijd zou komen. Doch men kwam aldoor maar vragen om woningen, er was een tekort, men wist niet waar de menschen onder te brengen. In alle plaatsen is het zoo gegaan, ook in Besoijen en in Rotterdam waar in de raadsvergadering dezer dagen gehouden, daar nog over gesproken is. De heer Oomens wil beleefd vragen of de bouwcommissie niet aansprake lijk moet worden gesteld, want al wat in 1917 en 1918 is gebeurd, daarvoor kan Baardwijk nu toch moeilijk mee voor opdraaien. Dikwijls heeft hij er mee staan te treuren als hij aanzag hoe onder een dronken kerel werd gelanterfanterd. 't Was schreeuwelijk het aan te zien. De bouwcommissie had de zaak zoo nooit mogen laten aantooveren, want het ging er naar toe juist alsof het geld geen waarde had en dat is schande en verschrikkelijk. Dikwijls vielen ze bijna van de ladder af. Voorzitter. Het is de groote vraag maar wat of u gezien hebt, u kunt be oordeelen. Als ik iets in een schoen fabriek zie, zal ik me wel wachten er een oordeel over uit te spreken. De heer Oomens meent dat iedereen hier kan zien dat het er alles behalve mooi naar toeging. En dan dat ver schrikkelijke groote daggeld dat is gegeven De Voorzitter wijst er op dat men toch volk moest hebben om te arbei den. Hetzelfde, nog in erger mate, heeft men kunnen zien in Tilburg, den Bosch, overal waar maar is ge bouwd moeten worden. De heer Timmermans vindt het jammer dat de heer Oomens met zulke onbenullige kletspraatjes voor den dag komt. Hij vraagt zich af of hij de verantwoordelijkheid van zijn positie wel begrijpt Hij meent van niet, want dan zou hij niet met zulke bakerpraat jes hier voor den dag komen. Zulke praatjes kan men in een café debiteeren misschien of in de kringen waarin hij verkeert, maar hier niet Hij toch h^d anders kunnen oordeelen, indien hij de stukken had willen inzien of had wil len begrijpen wat door den Voorzitter van de bouwcommissie is gezegd. Spr. neemt het den heer Oomens dikwijls niet kwalijk wat of hij zegt, maar hij moet toch willen of kunnen begrijpen dat aan alles een grens is. Het is alles behaive aangenaam als men belangeloos zijn tijd aan iets geeft en men wordt zoo bedankt. De ambitie zal daardoor bij de meesten onzer vervallen, doch dan moeten maar der gelijke stille krachten als de heer Oomens is, worden aangewezen, die zullen de zaakjes wel beter opknappen. De commissie ontwerpt wel plannen enz maar houdt geen opzicht of beheer, daar zijn anderen voor aangewezen. De Voorzitter zegt het stootende van den heer Oomens ook te hebben ge voeld en verzoekt hem voortaan zich wat meer parlementair te willen uit drukken De heer Oomens zegt niet de be doeling te hebben gehad om hier iemand te beleedigen Echter moet men hem niet beletten om op toestan den die z.i. niet in den haak zijn, te wijzen en hij wil door den heer Tim mermans ook niet worden beleedigd. De Voorzitter wil aannemen dat hij de bedoeling niet heeft gehad om iemand te beleedigen, maar hij geeft hem toch in overweging de portee van zijn woorden na te gaan. Daarna worden de punten 4 en 5 met algemeene stemmen aangenomen. 6. Wijziging van de verordening op de levering van water (tariefwijziging) De Voorzitter zegt dat deze zaak door de bedrijfscommissie is voorbe reid en hij hoopt dat deze het eens is. is is Hij stelt voor de wijziging met 1 April te doen ingaan. Smolders. Aan de hand van het rapport der Waterleidingscommissie wenschte ik een en ander te zeggen. Voorop wil ik stellen dat ik voor stander ben en het standpunt inneem, dat de bedrijven zichzelf moeten be druipen Toch ben ik nog niet overtuigd, dat de voorgestelde tariefsverhooging voor abonnementen in die mate alsvoorge- gesteld, noodig is. Klasse I komt van f5.20 op f9 een verhooging van f 3 80 of 73°/ Klasse 11 komt van f7.80 op f 12 eene verhooging van f 4 70 of 54°/0. Klasse III komt van f 10 40 op f 15 is eene verhooging van f 4 60 of 45%. Klasse IV komt van f 13 op f 18 is eene verhooging van f 5 of 38 pCt. Deze verhoogingen zijn nogal be langrijk. Daar zeer logisch en ook gemaks halve bij de meeste woninghuurders de kosten voor waterleiding in de huis huur is inbegrepen, geeft de voorge stelde wijziging in de respectieve klassen eene verhooging per week van pl m. 7. 8, 9 en 10 cent. Op zichzelf moge dit misschien een laag bedrag schijnen, in het licht van de groote malaise en gedrukte koopkracht der ingezetenen beteekent het veel. Volgens het aantal abonné's per klasse, voorkomende op bldz. 5 van het rapport der commissie van 16 Oct. zal de verhooging een meer opbrengst geven van f 3678 60. Nu is nog een groep van abonné's (volgens het verslag van het waterlei dingbedrijf over 1921) 133 diverse niet genoemd. Of zijn het deze die voor plaatsing van een meter in aan merking komen. Zoo het laatste het geval is, zou deze groep nog een meeropbrengst geven (aannemende dat thans gemiddeld f 10,40 wordt betaald) van 133xf 13,60 is f 1808 80 minimum, maakt met de abonnementsverhooging totaal f 4387,40. Daar in deze vergadering de begrooting voor 1923 is aangeboden komt het mij wenschelijk voor dat de leden nog eens gelegenheid krijgen een en ander in verband met de begroo ting van het bedrijf te bestudeeren Als daarbij een voorloopig verslag over 1922 verstrekt zou kunnen worden is een goed overzicht mogelijk. Waar het rapport zegt dat de ex ploitatie kosten relatief laag zijn, mede omdat het een weinig gecompliceerd bedrijf is, schijnt het mij toch niet on mogelijk juist omdat het weinig gecompliceerd is dat er nog te be sparen zou zijn. Als we het voorstel uitstellen tot bij de behandeling van de begrooting, zou de ingestelde bezuinigingscommissie haar oordeel over dit punt kunnen uitspreken. Over de laatste alinea van biz. 1 van het rapport van 26 Januari zou ik willen opmerken dat men bij de be studeering van een rapport moeilijk rekening kan houden met administra tieve indeelingen die op meerdere plaatsen verschillen, als niet de oor zaken van die verschillen worden ver meld Zooals het nu wordt meegedeeld, is het mij onverklaarbaar. Wat betreft het plaatsen van kraan tjes, zal ik de cijfers en in het rapport der commissie èn in het adres der huiseigenaren in eerste instantie laten rusten, doch om redenen, door mij reeds meermalen naar voren gebracht, ben ik voor het plaatsen der kranen boven de gootsteenen. De heer Qragtmans zegt dat het be drijf meer inkomsten moet krijgen wijl het anders er niet kan komen. In alle opzichten is er bezuinigd en de inge stelde bezuinigings commissie heeft dan ook niets meer kunnen vinden waarop nog maar iets kan worden be zuinigd. Hij geeft in overweging de zaak niet langer uit te stellen want dat niet met ingang van 1 Januari daartoe is overgegaan kunnen worden, kost het bedrijf al f 1000. De heer Smolders geeft toe dat de heer Gragtmans een lichtpunt heeft gegeven door mede te deelen dat de bezuinigingscommissie geen enkele bezuiniging meer heeft kunnen aan brengen. Echter heeft hij nog niets gehoord van die groep van 133. Gragtmans. Die komen in andere klassen. De Voorzitter zegt dat het moeilijk gaat om op een dergelijk betoog, hij wil gaarne verklaren dat hij het zeer op prijs stelt dat het door den heer Smolders zoo wordt uitgepluisd, zoo maar in te gaan. Had hij het van te voren ingezonden, zooals bij de Pro vinciale Staten en Kamers wordt ge daan, dan had men het onder de oogen Aan het voorloopig verslag wordt het vol gende ontleend Verklaarden vele leden aan het ontwerp hun steun niet te kunnen geven, een groot aantal andere leden was bereid, de regeering te steunen bfl haar pogingen een door bij zondere omstandigheden in ernstige moei lijkheden geraakte industrie voor algeheelen ondergang te behoeden. Bevonden er zich onder de eerstgenoemden die niet in begin sel van iedere bescherming afkeerig waren, onder de laatstgenoemden waren er die in normale omstandigheden zich tegen eiken vorm van protectie zouden verzetten. Ver scheidene leden hadden ernstige bedenking tegen het wetsontwerp wijl het h.i. te eenen- male in strijd is met het beginsel van den vrijhandel dat voor Nederland steeds richt snoer voor de handelspolitiek is geweest. Andere leden ontkenden dat onze handels politiek gebaseerd zou zijn op het stelsel van vrijhandel. Intusschen gaven vele leden als hun meening te kennen dat het wetsontwerp niet uit een oogpunt van dogmatische han delspolitiek doch uitsluitend met het oog op de tegenwoordige buitengewone omstandig heden moet worden beschouwd. De schoen industrie is een der oudste en belangrijkste takken van nijverheid in Nederlandvele kapitalen zitten daarin vastvele werkge vers ontleenen daaraan hun welstandvele arbeiders verdienen daarin hun brood, voor een geheele streek is zij het voornaamste middel van bestaan. Tijdens den oorlog Is in deze industrie veel geld verdiend; maar grootere verliezen zijn gevolgd. De industrie is volkomen mo dern geoutilleerd. De loonen zijn relatief nog laag. De prijzen, waarvoor zij kan leve ren, blijken dan ook laag. Deze Industrie is gelijkwaardig aan de buitenlandsche. Verscheidene andere leden waren door dit betoog geenszins overtuigd. Zij vroegen om nadere gegevens omtrent den nood in de schoenindustrie en overlegging van een op gave van de door deze industrie gemaakte oorlogswinsten. Verscheidene leden betreur den, dat het ontwerp niet eerder was inge diend. Thans is de uitputting der schoen industrie zeer ver gevorderd en zijn er reeds zeer groote voorraden valuta schoenwerk in het land. Zij wenschten, dat het ontwerp thans met spoed zou worden afgedaan en met de noodige voortvarendheid zou worden haar lot overgelaten en ging zij ten gronde, op buitenlandsche schoenen zijn aangewezen, die dan zonder twijfel niet meer zoo goed koop, integendeel wegens het ontbreken van de binnenlandsche concurrentie tegen een aanzienlijk hoogeren prijs dan thans zouden worden verkocht. Verscheidene leden waren allerminst ge rust ten aanzien van den consentenhandel. Sommige leden vreesden van het ontwerp wederom een toenemen der smokkelarij. Dat de vaststelling van bepalingen tot beperking van den invoer zou kunnen bij dragen tot de bestrijding van de werkloos heid achten verscheidene leden onjuist. Ver scheidene andere leden konden deze ziens wijze allerminst deelen. Verscheidene leden meenden dat niet al leen de schoenindustrie doch ook nog andere industrieën voor steun in aanmerking ko men. In de eerste plaats de aan de schoen industrie verwante lederindustrie. Tien per cent stijging van den lederprijs beduidt; 2 percent stijging van den schoenprtjs. Het is dan ook wel een merkwaardig feit dat de schoenindustrie die belang heeft bij lage lederprijzen het verzoek om een invoerrecht van leder ondersteunt. Hetzelfde geldt voor de chroomoverleder-industrie die evenzeer in noodtoestand verkeert ais de zooileder industrie. Deze leden vroegen de in het wetsontwerp vervatte regeling uit te brei den tot beide takken der lederindustrie, doch beperkt tot die ledersoorten welke hier te lande in voldoende quantiteit en kwali teit gemaakt worden. Voorts meende een deel dezer leden dat ook de textielindustrie (wol), de sigarenin- dustrie, de klompenindustrie, de metaal industrie en het confectiebedrijf in zeer moeilijke omstandigheden verkeeren en dat derhalve ook ten aanzien van deze indus- triën het treffen van steunmaatregelen dient te worden overwogen. Verscheidene leden meenden dan ook dat aan het wetsontwerp een meer algemeen ka rakter behoort te worden gegeven. Zij zouden bij de wet aan de regeering de bevoegdheid willen zien verleend tot het uitvaardigen van invoerverboden voor alle industrieën welke daaraan in verband met bijzondere omstandigheden behoefte zouden hebben. Tevens zou dan in de wet behooren te worden bepaald dat een door de regeering uitgevaardigd invoerverbod vervalt indien het niet binnen een zekeren termfln door de Staten-Generaal is goedgekeurd. De minis ter zou kunnen worden geadviseerd door een algemeene commissie van niet vak-man nen welke op haar beurt voor elke te nemen beslissing een deskundige commissie van werkgevers en werknemers zou kunnen hooren zoodat de belanghebbenden buiten de beslissing zouden worden gehouden. Verscheidene leden die onvoorwaardelijk aannamen dat met den voorgesteld-n maat regel geen principieele wijziging onze han delspolitiek wordt ingeluid, toonden zich Men vroeg inlichtingen omtrent 's minis ters voornemen met betrekking tot de sa menstelling der commissie van advies. Naarmen meende zou daarin één of meer vertegenwoordigers der verbruikers en eenige arbeiders, die een eenigszins onaf hankelijke positie in de schoenindustrie in nemen, moeten worden opgenomen. Eenige leden achtten de in artikel 3 ge noemde strafmaxima te hoog, welke opvat ting echter niet onweersproken bleef. uitgevoerd. Sommige leden waren van oor deel, dat het ontwerp reeds te laat is. Ande- 1 echter wel beducht voor de talrijke verdere re leden brachten daarentegen juist hulde aan de regeering, dat zij niet aanstonds ge zwicht is voor den aandrang tot toepassing van invoerbelemmeringen, doch eerst na rijp beraad daartoe is overgegaan. Verscheidene leden gaven als hun opvat ting te kennen, dat de in het wetsontwerp vervatte maatregel zoo al eenig, dan toch slechts zeer weinig effect zal kunnen sor- teeren. Vooreerst werkt deze maatregel niet dadelijk. Inmiddels zal de groothandel ruim schoots in de gelegenheid zijn geweest voor raden in te slaan. Nu treedt de wet reeds 1 .Tanuari 1924 wederom buiten werking. Het is zeer waarschijnlijk, dat tot dien datum uit de zooeven genoemde voorraden de ge heele of althans een zeer groot deel der bin nenlandsche behoefte kan worden bevredigd. Het invoerverbod heeft dan geen hulp ge bracht aan de Nederlandsche industrie en de werkloosheid niet verminderd, doch groo te voordeelen bezorgd aan den tusschenhan- delaar van buitenlandsch schoenwerk. De kans bestaat dan nog, dat dit geschiedt ten nadeele van den verbruiker. Gevraagd werd in dit verband naar een opgaaf van de vermoedelijke voorraden hier te lande. Sommige leden meenden, dat het niet ge- wenscht was den datum van 1 Januari 1924 in de wet op te nemenh.i. zou deze datum door de regeering hooren te worden vast gesteld gehoord de commissie in art. 2 be doeld. In elk geval achtte men den in de wet gestelden datum minder juist gekozen. In December is het de tijd voor de orders in het voorjaar. Weten de winkeliers nu, dat na 1 Januari de invoer weer onbeperkt zal worden toegelaten, dan stellen zij hun inkoopen natuurlijk tot na 1 Januari uit. Eenige leden zouden 1 Januari gaarne door 1 Juli zien vervangen. Anderen wen- schen bepaald te zien dat de wet vervalt een jaar na haar inwerkingtreding. Weer ande re leden wezen er op dat de genoemde da tum van 1 Januari 1924 niet meer dan een fictie is. Tegen dien datum gaat er wel een noodgeschrei uit de industrie op en wordt de geldigheidsduur der wet wel weer verlengd. Deze leden achtten het juist een groot nadeel van maatregelen als de hier bedoelde dat men eenmaal er mede begon nen, er zoo moeilijk weer afkomt. Verschei dene leden stelden de vraag en zij waren geneigd die aanvankelijk in bevestigenden zin te beantwoorden of de aan het oor deel der Staten Generaal onderworpen rege ling niet achterwege zou kunnen blijven nu gebleken is dat de invoer van buitenlandsch schoenwerk reeds begonnen is af te nemen tengevolge van de stabilisatie en de daarop gevolgde stijging van de mark. Gevraagd werd overlegging van de cijfers omtrent den invoer over de maanden December 1922 en Januari en Februari 1923. Men meende te weten dat de invoer wel onder den invloed van de indiening van dit wetsontwerp eenigszins is vermeerderd, doch dat deze, de genoemde meerderheid buiten beschou wing gelaten, toch over het geheel een da lende lijn vertoont. Een zeer groot bezwaar tegen den voor gestelden maatregel zagen vele leden in de prjjsverhooging welke de invoering daar van met zich zal brengeneen prijsverhoo- ging welke wederom een stijging der kosten van levensonderhoud tengevolge zal hebben welke naar verscheidene dezer leden op merkten in de verhouding het grootst zal zijn voor de minst draagkrachtige groepen der bevolking. Verschillende leden vroegen in dit verband welke maatregelen de regee ring denkt te nemen om prijsstijging te voorkomen en of deze reeds zijn voorbereid. Veel andere leden die niet wilden ontkennen dat de voorgestelde invoerbelemmering tot eenige prijsstijging zal kunnen leiden meen den dat deze niet spoedig zal plaats hebben, omdat er nog groote voorraden buitenland sche schoenen in ons land aanwezig zjjn, die den eersten tfld de markt zullen druk ken en dat bovendien deze stijging niet be langrijk zal zijn omdat de tegenwoordige prijzen van het buitenlandsche schoenwerk slechts weinig blijven beneden die, waarvoor de Nederlandsche industrie kan leveren. Heeft de maatregel eenigen tijd doorge werkt, dan is zelfs een verlaging van den verkoopsprijs van inlandsch schoenwerk mogelijk door den grooteren omzet. Verscheidene leden wezen er in dit ver band op dat de ontworpen invoerbeperking ook nog op andere wijze in het belang van de verbruikers is. Dezen toch zouden zich, werd de Nederlandsche schoenindustrie aan stappen in deze richting. Vele leden merkten op dat uit deze be schouwingen duidelijk blijkt op welk een ge vaarlijken weg men zich begeeft wanneer men eens met invoerverboden begint. Vele leden die erkenden dat de malaise en daar door ook de werkloosheid in de schoenindus trie buitengewoon groot zijn en die wel mee- nen dat hier de helpende hand moet wor den geboden, gaven echter als hun meening te kennen dat deze steunverleening dan 'och op andere wijze behoort plaats te hebben dan thans door de regeering, wordt voorgesteld. Zij deden verschillende andere wijzen van steunverleening aan de hand. Sommige van hen achtten het verleenen van individueelen steun aan ondernemingen na onderzoek om trent de noodzakelijkheid niet uitgesloten Andere dezer leden zouden de oplossing liêver zoeken in de richting van een dage lijks vast te stellen compenseerend recht, zooveel mogelijk nabijkomend aan het be drag waarmede de buitenlandsche prijs door de valutadaling verlaagd is. Er waren leden, die er de voorkeur aan zouden geven, dat tot verhoogiug van invoer recht op schoenen zou worden overgegaan om de daardoor te verkrijgen meerdere op brengst tot steun der werkloozen aan te wenden. Ook werd het geven van bijslag bepleit om de aanvaarding van zekere hestellingen mogelijk te maken. Sommige leden bevalen nog het verleenen van exportcredieten aan Eenige leden meenden, dat een weinig meer organisatie in de schoenenfabricatie de cri sis aanmerkelijk zou hebben kunnen ver zachten. Vele andere leden meenden dat de econo mische toestand zich overal geleidelijk zal moeten herstellen; kunstmatige middelen als protectie, vooral door invoerbeperkingen vertragen het proces. Voorstanders van het wetsontwerp waardeeren het zeer dat tegen standers zich beijveren om andere middelen te zoeken, waarmede de noodlijdende schoen industrie zou kunnen worden geholpen, zij achten het echter aan ernstige twijfel onder hevig of deze plannen wel binnen zoo kor ten tijd verwezenlijkt kunnen worden dat er in het onderhavige geval iets mede te be reiken zou zijn. Eenige leden achtten het gewenscht, mocht deze wet niet tot stand komen, een proef te nemen met vervaardiging van schoenwerk door werklooze schoenarbeiders om te kun nen vaststellen voor welken prijs een schoen, speciaal een volksschoen, kan worden ge maakt. Sommige leden waarschuwden er tegen dat te hooge eischen aan de schatkist wor den gesteld. Sommige leden vroegen inlichtingen over de resultaten van het bestaande invoerver bod van schoenen in Denemarken. Eenige leden verlangden een gedetailleerde opgave van den invoer van schoenen over de laatste weken. Gevraagd werd o.m. of het gerucht waar heid bevat dat verschillende fabrikanten te Waalwijk overwerkvergunningen zouden hebben gevraagd om hun export te kunnen volhouden en dat deze hun zouden zijn ge weigerd. Volgens andere leden betrof het hier hoogst waarschijnlijk overwerkvergun ningen welke zijn aangevraagd om spoed- orders te kunnen uitvoeren, wat in den ge wonen werktijd, met het sterk ingekrompen personeel niet mogelijk is. Gevraagd werd of de commissie voor de economische poli tiek over den voorgedragen maatregel is ge hoord. Ook werden inlichtingen verzocht omtrent de verhouding van de winkelprij zen en de fabrieksprijzen. Ten slotte vroeg men waarom de memorie van toelichting alleen door den minister van arbeid, handel en nijverheid is geteekend en niet ook door den minister van financiën die toch aan de uitvoering zal moeten medewerken. Voorstanders van het wetsontwerp ver klaarden gaarne ieder verzoek om inlichtin gen te steunen, mits dit slechts geen uitstel van de totstandkoming van den maatregel ten gevolge heeft. Sommige leden zouden gaarne zien dat schoenen met linnen bovenstof buiten het wetsontwerp werden gehouden. Gevraagd werd, of het de bedoeling is, dat ook klompen, welke men somtijds wel voetschoeisel noemt, onder de werking der wet vallen. Men veronderstelde van niet en drong darom aan op wijziging van art. 1. Voorts achtte men het opnemen van on- derdeelen in dit artikel gewenscht.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1923 | | pagina 9