Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. De gestolen Broche EERSTE BLAD. R. deRooij.Bourgonjen Stationstraat 71. Waalwijk. FEUILLETON mam i i „N00&D-BRABAND" Binnenland. Reclame. NUMMER 27. ZATERDAQ 24 MAART 1923 46e JAARGANG. WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 88. Telegr,-Adre»ECHO. 2)it nummer bestaat uit 2)rie Bladen Verkrijgbaar bij BAARDWIJK. 22300 Oproep. Het is een feit, dat bij het overgroote deel van ons Volk, de belangstelling voor onze Indiën zoo goed als geheel ontbreekt en de doorsnee-Nederlander er nog een geheel onvoldoende voor stelling van heeft, dat volgens het eerste artikel onzer Grondwet, het Koninkrijk der Nederlanden het grondgebied van Nederland, Nederlandsch-lndië, Suri name en Curagao omvat Het trekt dan ook de aandacht dat kennis van Oost- en West-lndië op het leerplan van de meeste onderwijs inrichtingen in Nederland eene, in ver houding tot de beteekenis dier landen, veel te ondergeschikte plaats inneemt. Wij gelooven niet mis te tasten, wan neer wij zeggen dat op de scholen in Indië en in de West meer kennis om trent Nederland wordt verkregen dan hier te lande omtrent de streken in het overzeesche. Dat dit te betreuren is. behoeft geen betoog. Kennis van land en volk is de noodzakelijke voorwaarde om den weg te banen tot onderling begrijpen en waardeeren, welke weer noodig zijn om samenwerking tusschen de volken van het Koninkrijk der Nederlanden in Europa, Azië en Amerika te verkrijgen en het bewustzijn levendig te doen worden van onderlinge saamhoorigheid Door deze overwegingen geleid, heb ben ondergeteekenden zich aaneenge sloten tot een voorloopig Indisch- Onderwijs-Comité, hetwelk zich ten doel stelt de verspreiding van kennis omtrent Oost- en West-lndië op de scholen in Nederland te bevorderen. Naar het hun voorkomt is hierdoor een taak aangewezen tot vervulling waaraan allen in Nederland, zonder onderscheid van godsdienstige of poli tieke richting kunnen en ook behooren mede te werken. Het Comité stelt zich voor. daartoe de medewerking in te roepen van reeds bestaande Instituten, Comité's en Ver- eenigingen, deze waar noodig te steunen, voorts daartoe bevoegde per sonen te verzoeken zich met de autori teiten in verbinding te stellen, teneinde de noodige maatregelen voor de scholen te beramen. Zij zijn overtuigd te zullen slagen, omdat zij rekenen op volledige mede werking van de autoriteiten, de be trokken Hoofden en Directie's, op alle in dit verband in aanmerking komende organisatie's en vereenigingen en niet in de minste plaats op de scholieren, wier belangstelling zal worden gewekt en behouden door zooveel mogelijk aanschouwelijk en populair onderwijs in de hoogere klassen der Lagere Scholen en door het houden van Lezingen, Causeriën, Cursussen enz. over Indië in den ruimsten zin des woords te geven, door lichtbeelden, films en ander demonstratie-materiaal verduidelijkt en aantrekkelijk gemaakt, ook bij het Voortgezet-, Middelbaar- en Gymnasiaal Onderwijs. Maar vooral rekenen zij te slagen door hun overtuiging den steun van het geheele Nederlandsche Volk te verkrijgen. En zij beginnen daarom iederen Nederlandschtn man en iedere Neder- landsche vrouw, van welke maatschap pelijke positie ook, die met hun streven in beginsel instemt, te verzoeken, hun daarbij daad.werkelijken steun te ver- leenen, door een adhaesie-betuiging aan den laatstondergeteekende te willen doen toekomen. Het voorloopig Indisch-Onderwijs Comité (volgen onderteekeningen) Van het Algemeen Secretariaat Rotterdam, Nieuwe Binnenweg 63. 21 Maart 1923. AANNEMER 30371 AANNEMER NOVELLE VAN REINHOLD ORTMANN. Omdat het Brabant Is Prima Waalsteen, Fabriekstegels fabrikaat Escoyez, Pannen, Cement, Grind, Zand, enz. aan concurreerende prijzen. B^waa lw UK(ip DOOR ERVARING STERK. Op de vragen van den heer Ketelaar betreffende de voorgenomen opheffing van een 25-tal Rijksnormaal lessen, luidt het antwoord van den heer De Visser, Minister van Onder wijs Inderdaad heeft de ondergeteekende besloten, dat met 1 Mei a.s, 25 Rijks normaallessen door opheffing rullen verdwijnen De gedragslijn, bij de aanwijzing van die inrichtingen gevolgd, is in hoofdzaak bepaald door de noodzake lijkheid om door opheffing van een aantal opleidingsinrichtingen van welke in verband met de kosten van in standhouding, geen bevredigende resul- teten waren te verwachten, tot bezui niging te geraken. Dat ook eenige normaalscholen zul len verdwijnen, ten aanzien waarvan bovengenoemde maatstaf niet geacht kan worden te gelden, vindt grond in de omstandigheid, dat door samen smelting van inrichtingen op voor het Rijk meer economische wijze partij kan worden getrokken van de in stand blijvende inrichtingen Maatregelen zijn getroffen om de in opleiding zijnde kweekelingen, die daar aan behoefte hebben, met Rijks- steun in staat te stellen aan naburige Rijksopleidingsinrichtingen hun studie te kunnen voortzetten. Naar aanleiding van ons bericht dat de regeering ernstig overweegt een wijziging der Tabakswet, in dier voege dat niet meer de losse sigaren doch alleen de kistjes met sigaren gebande- rolieerd zouden behoeven te worden, kan worden medegedeeld, dat de mi nister van Financiën omtrent de moge lijkheid van een wetswijziging in dien zin dezer dagen het oordeel heeft ge vraagd van de commissie van deskun digen voor den tabaksaccijns, bedoeld in art. 53 der Tabakswet. Dat advies is nog niet ingekomen. Door overspanning en zorgen. Mannen zoowel als vrouwen hebben onder zenuwachtige, beproevende om standigheden gewerkt. Zij raakten over werkt en missen de kracht om de bacillen van gevatte influenza of koude te bestrijden. Het bloed raakt over laden met overtollig urinezuur, de nieren worden ondermijnd door de te groote inspanning en spoedig volgen verschijnselen alshoofdpijn, duizelig heid, zenuwoverspanning, urinekwalen, graveel, waterzuchtige oogen, rheuma- tische spieren en door urinezuur aan getaste gewrichten, stijve schouders en pijn in den rug. Daartegen worden Foster's Rugpijn Nieren Pillen aanbevolen, en er dient geen kostbare tijd verloren te gaan. Uitstel leidt al te vaak tot rheumatiek, spit, steenvorming, ontsteking van de nieren of blaas, en nierwaterzucht. Zelfs ongeneeslijke kwalen kunnen door verwaarloozing ontstaan. Als uw nieren verzwakt zijn door- zorgen en overwerking, tocht, koude, epidemische koorst, schadelijke bezig heden enz., wendt u dan met vertrou- wen tot Foster's Ptllen. Verkrijgbaar in apotheken en drogist- zaken a f 1.75 per doos 34 Abonneert U op en Adverteert in dit blad. Waalwijksche en Lan^straatsrhf Courant Dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprijs per 8 maanden 1.25. Franco per post door bet geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden en»,, franco te lenden aan den Uitgever. Uitgat*: Prijs der AdvertentlBn 20 cent per regel; minimam 1150. Reclames 40 cent per regel. BH contract flink rabat. AdvertenttBn moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 0 uur ln onB bezit rijn. J.GRUNO GRONINGEN De vraag mag gesteld worden tegeü eea insinueetend betoog van den boef- ijzerredacteur in het Handelblad. Deze vraagt, waarom de schoenin- dustiie wel en andere industrieën niet geholpen worden en het voegt er dan aan toe, dat Brabant machtig, zéér machtig is onder deze regeering. Daaruit zou mogen worden afgeleid wat Brabant onder een andere regeering zoo goed als zeker zou te wachten staan. Wij zijn nu zoover al gekomen, da' de schoenecwet als «Brabantsche* zaak wordt uitgekreten. Men vraagt weder waarom de schoe nen. dus Brabant wel en andere bedrijven niet geholpen worden. Ats hulp door iavoerbeiemmeting of wat ook mogelijk is, moet zeker ook daar hulp worden geboden, tcrwiji overigens moet worden overwogen ot de oorzaken en omstandigheden van een ellendigen toestand wel precies dezelfde zijn. Uit alles blijkt echter, dat met de behandeling der wet niet langer moet worden getalmd. Een antihese van Noord en Zuid wordt al in het geding gebracht. Hoe ver wil men het iaten komen Meent men nu werkelijk dat alle betrokkenen bij een industrie, in het geweer komen enkel bij wijze van spot. De hoefijzercorrespondent van het Handelsblad wage er eens een reis naar het «donkere* Zuiden aan. Hij zal zich dan baasten om tirades J. den Tenling-de Leiier. van „De Echo van het Zuiden". VRIJ NAAR HET DUITSCH. H«t is ypisch. Alles wordt gedaan om het schoe nenwetje maar van de baan te krfigen Eb nu ook weer wordt het zóó be schouwd dat tijd gewonnen, zoo niet alles, dan toch veel gewonnen Is. En daarom is een der nieuwste «ar gumenten*, dat men eerst eens moet zien, hoe de toestand in Duitschland zich verder ontwikkelen zal. In dien tnsschentijd moei een eens welvarende streek in Brabant maar ten onder gaan. Ornda' he' B"->bant Is? HANDEL IN als: «Brabant is machtig,éér machtig onder deze Regeering» terup te nemen. D. v. N. 8) Mevrouw Willisen moest wel voelen, dat dit ernstige verwijt niet onverdiend was, dat in zijn woorden lag. Zg oordeelde het daarom beter het gesprek een andere wen ding te geven. „Ik ben een zieke vrouw en men moet mg een beetje ontzien manheer Imberg. Als iemand bet leven zoodanige parten speelt als mij, moet men wel bitter en onrechtvaar dig worden vaak misschien ook jegens hen, die het niet verdienen. En zou het dan werkelijk niet het b ste zijn, zoowel voor Greta als voor mij, dat ik er niet meer was eer zij terugkomt? Zegt u mij toch wat er van ons moet worden, als zij in de oogen der menschen als een bestrafte dievegge verschijnt, als een gebrandmerkte, die in de gevangenis heeft gezeten, misschien wel in gezelschap van landloopers en slechte vrouwspersonen „Juist om met u te overleggen, wat er na de vrijlating van Juffrouw Greta moet geschieden, kwam ik hierheen. Uwe dochter heeft tot nu toe zelfs het allerkleinste be wijs van mijn vriendschap van de hand ge wezen, hoewel ik telkens weer tot in het oneindige moet herhalen, dat ik daarmee slechts een heel klein deeltje van de schuld kan afbetalen, die wjj jegens haar hebben te delgen." „Mijn dochter heeft volkomen gelijk. De schild, waarvan u spreekt, is die van uw vader, niet de nwe. En dat is een schuld, die me» niet swt gald ka» vereffenen, rnfln- MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN heer Imberg." „Het zou zeer pijnlijk voor me zijn, ge achte mevrouw, als mijn gedrag bij u de gedachte had opgewekt, dat ik dit voor mo gelijk zou houden. Is het mg dan nog steeds niet gelukt uw vertrouwen en vriendschap te winnen? „Mijn vriendschap?" herhaalde Mevrouw Willisen op bitteren toon. „Wat kan u daar aan gelegen zijn, mijnheer Imberg. En als het de vriendschap van mgn dochter is, die u bedoelt, dan moest u toch begrijpen, dat daarvan feitelijk in 't geheel geen sprake kan zijn." Verrast keek hij op. „Neen, dat begrijp ik niet Houdt u mjj voor onwaardig, de vriendschap van uw dochter te bezitten?" „Wat moet ik daarop antwoorden! Het valt mij moeilijk daarover te spreken, en ik had altijd gehoopt, dat mij dit gespaard zou blijven. Want zoo onervaren en onbekend met de wereldsche dingen zult u op uw leeftijd toch wel niet meer zijn om niet te begrijpen, wat voor een slechten dienst u mijn dochter met deze soort van deelneming bewijst." „Beschouwt u mij wat mij betreft voor onervaren genoeg, mevrouw Willisen, om mij dit nader te verklaren. Want uw woor den zijn voor mij volkomen raadselachtig. Het is toch ondenkbaar, dat u eenigen twij fel zoudt kunnen koesteren betreffende de zuiverheid en onbaatzuchtigheid mijner be weegredenen." Over het vermoeide gelaat der weduwe gleed een Ironische trek. „Neen, ik twijfel daaraan in het geheel niet. Maar de wereld kon daar anders over oordeelen. U bent nu eenmal een ongehuw de jonge man en mijn dochter is een tamelijk knap meisje. Men ziet u al sinds maanden ons huis in- en uitgaan, en daar niemand naïef genoeg is om te gelooven dat u soms ernstige bedoelingen zoudt hebben om de hand van Greta te vragen, vormt men zich daarvan zelf een verklaring, waardoor mgn arm kind behalve den naam van een die vegge misschien nog een anderen, veel erger zou krijgen." De ontsteltenis in Rudolfs trekken was zoo levendig, dat Mevrouw Willisen deze onmogelijk als geveinsd kon beschouwen. „Acht u dat werkelijk mogelijk? Mfln he mel, daaraan heb ik nog geen oogenblilc ge dacht". „Ik geloof het wel en Greta is het in haar onschuld misschien evenzoo gegaan. Mij zijn echter reeds herhaaldelijk uit de buurt ge ruchten ter oore gekomen, die mij slapeloo- ze nachten hebben bezorgd en die mijn toch al zoo kort toegemeten leven stellig weer eenige maanden zullen verkorten." Somber keek de jonge rechtsgeleerde voor zich. „Maar dat is laf," zei hij. „Is dan de verdorvenheid in de wereld zoo groot, dat men zich daaraan slaafsch moet onderwer pen inplaats van den strijd daartegen aan te binden en haar den lastertong uit te ruk- ken?" I „Om 's hemels wil spreekt u niet zoo! U zou natuurlijk bij zoo'n strijd niet veel hebben te verliezen; wij echter zouden de eersten zijn, die als slachtoffer van dien strijd zouden vallen. Neen, laat ons het nog niet erger maken dan het nu al is. Als Greta mijn raad had opgevolgd en had zij uw hulp van den beginne af afgewezen, dan waren haar tenminste deze booze lasterpraatjes bespaard gebleven. U ziet immers van welk nut uw vriendschap voor haar tot nog toe is geweest. De ongelukkige zaak is op uw aandringen nog voor een 2e keer -in het openbaar behandeldde kranten hebben er opnieuw vol van gestaan en wie tot op dat oogenblik nog aan haar schuld had ge twijfeld, die is daar thans stellig des te vas ter van overtuigd. Ik geloof graag aan uw goeden wil, maar daar u mijn kind niet voor de gevangenis hebt kunnen behoeden, bewaart u haar dan tenminste voor de schande van dien anderen laster Rudolf was opgesprongentoornig en radeloos liep hij de kleine kamer op en neer, die Greta ondanks haar geringe middelen altijd een vriendelijk en gezellig aanzien had weten te doen behouden. „Met andere woorden: ik moet mg geheel en al van u afwenden, moet u rustig aau uw lot overlatenMaar hebt u er dau wel aan gedacht, Mevrouw Willisen, dat u daardoor mischien uw eenigen oprechten vriend verstoot en dat er mogelijk nog eens dagen kunnen komen, dat u zulk een vriend maar al te zeer noodig zoudt hebben?" „Wat geeft het daaraan te denken! Hoe hst ons aal gaan, weet ik at te goed. Greta zal altijd weer dezelfde ondervinding op doen als in haar laatste betrekking en op een goeden dag zullen wij voor de keus ge steld worden, of te verhongeren of ons met kolen delven rust te verschaffen voor de slechtheid der wereld." „Dat nooit! Maar wat voor een ondervin ding is het, waarvan u daar sprak! Juf- j frouw Greta was toch tevreden met haar betrekking van boekhoudster. Heeft men haar dan opgezegd?" „Zeker en nog wel op staanden voet. Haar patroo nhad juist de diefstalgesehie- denis vernomen, zooals iedereen ze wel te weten zal komen. Ik mocht het u niet zeg- j gen Greta heeft het mij verboden. Maar ik zie niet in, waarom ik daarvan een ge heim zou maken. En zooals het daar ging, zal het later natuurlijk overal gaan. Uw vriendschap, mijnheer Imberg, zal haar daartegen moeilijk kunnen beschermen, en daar wij nooit uw ondersteuning in den vorm van geld of geldswaarde zullen aan nemen, mag u zichzelf het antwoord geven op de vraag, of de nadeelen van deze vriend schap voor mijne dochter misschien niet veel grooter zouden zijn dan de voordeelen." i Rudolf Imberg antwoordde niet. Nog twee of drie keer liep hij zwijgend heen en weer, toen nam hij plotseling zijn hoed. I „Ik moet over hetgeen u mij daar verteld hebt, eerst eens kalm nadenken, mevrouw Willisen, voor ik een besluit neem. Ik kan dus gedurende deze drie maanden in het ge heel niets voor u doen?" „Neen, niets. Mijn dochter heeft ervoor gezorgd, dat ik intusschen niet van honger i behoef om te komen, en indien, zooals ik met beslistheid gevoel, de doodsengel on danks „Uw sombere voorgevoelens zullen u naar ik hoop u ditmaal bedriegen, zooals zij u tot nu toe gelukkig nog altijd bedrogen heb ben," viel Rudolf haar in de rede. „Ik zal me dus den eersten tijd niet bij u opdringen, maar ik ben natuurlijk altijd tot uw be schikking, indien u meent op de een of an dere wijze van mijn diensten gebruik te kun nen maken. Na de invrijheidstelling van Juffrouw Greta zult u in ieder geval wel verder van mij hooren." Hij nam snel afscheid en mevrouw Willi sen dacht, toen de deur achter hem dicht viel, vol bitterheid: „Ik wist het immers wel hij denkt daar niet aan. Maar dan is het ook het beste dat ik opheldering heb gebracht. Wat tracht zij het angstig voor mij te verbergen, ik weet toch, dat er een dwaze hoop in haar hart leeft. Maar zij behoeft nog niet ongelukkiger te worden dan zij reeds is. Wij beleven al genoeg ellen de en verdriet." Zijn plan om zich nog naar de gevangenis te begeven, had Rudolf Imberg niet ten uit voer gebracht. Hij keerde daarentegen rechtstreeks naar zijn bureau terug en ver zocht Doktor Volkmar in zijn plaats dus danige stappen te doen, die hem toelaatbaar en doelmatig voorkwamen, om de in 't alge meen geoorloofde kleine gunsten inzake ver pleging en bezigheden voor Greta Willisen te verkrijgen. Volkmar bemerkte, dat zijn jonge com pagnon gedurende dit gesprek en ook de volgende dagen nog veel ernstiger en stiller was dan anders. Hij werkte met verdubbel den ijver, maar den rtfk aan menschenken- nis zijnden vriend ontging het niet, dat hij zich daaraan geheel overgaf om andere ge dachten te verbannen of ze tot zwijgen te brengen. Hij stelde geen vragen, want hij wist dat Rudolf Imberg niet tot de mede deelzame naturen behoorde. Hij was dan ook wel wat verwonderd, toen Rudolf na kantoortijd op hem toetrad met de woorden„Heb je een kwartiertje voor me vrij, Volkmar? Ik zou graag een persoonlijke zaak met je willen bespreken „Ik ben geheel tot je beschikking. Zullen we daarvoor echter niet liever naar een of ander café gaan, waar het gezelliger praten is?" „Neen, laat ons hier blijven. Het is gauw afgeloopen en het is ook feitelijk geen zaak om er gezellig over te praten. Zou je het. mijn tegenwoordig salaris en mijn voor uitzichten in aanmerking genomen, voor lichtzinnig houden, indien ik met een onbe middeld meisje ging trouwen?" (Wordt vervolgd). J

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1923 | | pagina 1