Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. VERLOKEN SPEL E EERSTE BLAD. Gemeenteraad. FEUILLETON „NOOku-BRABAND4' NUMMER 51. WOENSDAQ 13 JUNI 1923. 46e JAARGANG. WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 83 Telegr.-AdreaECHO. 2)it nummer bestaat uit 7wee Bladen 8) ^WAALW UK^lgg DOOR. ERVARING STERK- e Echo va Waalwyksche en Lansstraatsrke Courant, Dit blad r«r*cMJat WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprijs per 8 maanden 1.26. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stokken, gelden ens., franco te senden aan den Uitgever. Uiigato: Prijs der Adverteatlln 20 cent per regel; minimum 1.60. Reclames 40 cent per regel. Bfl contract flink rabat. Advertentl8n moeten Woensdag en Vrijdag dea morgens om mlterlljk 0 nor ln ons bealt ■ljn. GE ERTRUIDENBERG. Openbare vergadering van den raad de zer gemeente op Vrijdag 8 .Tuni des voor middags ten half tien uur. Voorzitter Edelaehtb. heer Mr. Allard. Ongeveer 10 uur opent de Voorzitter de vergaderingaanwezig zijn alle leden. De notulen der vier vorige vergaderingen worden voorgelezen. De heer Segeren verzoekt alsnog in de notulen te willen laten opnemen dat hij bij de bespreking Nederlof en over het verlee- nen van 350.subsidie buiten stemming was gebleven omdat hij over deze aange legenheden in de vergadering van Burg. en Weth. niet was voorbereid. De Voorzitter zegt toe dit alsnog te zul len laten inlasschen. AAN DE ORDE: 1 Bespreking geldloeniug. Voorzitter. Van een instelling hebben wij een aanbieding gekregen welke wij wel aannemelijk achten. Echter moeten er bij zonderheden worden geregeld waarin de raad zal hebben mee te spreken en nu is het wenschelijk dat. de betrokkene firma niet weet op welke wijze de raad een en ander regelt, redenen waarom BwgjL en Weth. voorstellen dit punt in gesloten vergade ring te behandelen. Aldus wordt besloten. 2. Bespreking werkeloosheid. De Voorzitter merkt op dat het bedrag dat de raad voor steunverleentng beschik baar heeft gesteld, is uitgeput en Burg. en Weth. daarom voorstellen opnieuw daarvoor een bedrag van 500.beschikbaar te stel len teneinde, zoolang als dit noodig blijkt, in de steunregeling te kunnen voorzien. De heer Scherp zegt absoluut niet er tegen te zijn dat er wefkeloozen worden on dersteund, doch hij zou liever zien dat door hen wat werkzaamheden worden verricht. Zoo zouden op 't veld voor het station door deze mensehen goed eenige werkzaamheden kunnen worden verricht. De Voorzitter meent dat door den heer van „De Beho van het Zuiden". Naar het Dultsch door TT. Fr. „Sir Henry bestemde u zelf, mevrouw, tot persoonlijke hoedster zijner dochter", zeide bij langzaam. Miss Rokeby zal onder uwe hoede op Rookhurst leven tot zij meer derjarig wordt of in 't huwelijk treedt. Zoo- dra een dezer heide gebeurtenissen plaats heeft behoort gij n terug te trekken op uw wedmvengoed of wcrwaarts gij verkiest, om miss Rokeby als onbeperkte gebiedster in Rookhurst te laten. Natuurlijk staat het u vrij ook dan nog bij uwe stiefdochter te blij ven. als deze dit zou verlangen. Ik geloof dal gij de inzichten van sir Henry begrijpt; mocht iets u echter niet duidelijk zijn dan zal ik u het testament voorlezen." ,Neen, doe dat niet", viel lady Rokeby hem ongeduldig in de rede. „Ik haat al die vervelende, onverstaanbare schrifturen. Ik begrijp dus dat ik de eenige persoonlijke hoedster ben van miss Rokeby, dat ik hare handelingen moet nagaan, haar in de we reld moet inleiden en dat zij mij zonder eenige terughouding de onvoorwaardelijke gehoorzaamheid eener dochter is verschul digd. Is het niet zoo?" „Ja, zoo is het", antwoordde mr. Harpe, eenigszins aarzelend. „Sir Henry drukte de hoop uit, dat zijne vrouw en zijne dochter elkander zouden liefhebben en dat gij aan zijn wees gewor den kind moederlijke liefde en teederheid zandt toonen." „Sir Henry wist dat hij zich op mijne goedheid voor zijn kind gerust kon verla ten." sprak zij huichelachtig, „Ik beloofde Scherp wordt bedoeld de waterloozing. Het is waar dat door de vele regens op het voor malig excercitleterrein enorm veel water staat doch dat water is niet anders weg te krijgen dan door het aanbrengen van eene rioleering en dat is wel wat kostbaar. Er zit nu geen andere weg op dan liet water daar te laten versterven want zou men den grond daar gaan bewerken, dan zal het er nog erger op worden. Een rioleering is de eenigste weg. maar dat brengt weer groote kosten met zich mee. Scherp. Mogelijk kan men ze dan wel wat anders laten doen. De heer Timmermans acht het ook beter dat werkgelegenheid wordt verschaft. Het leegloopen werkt, den goeden niet te na ge sproken, zeer demoraliseerend en mede daarom verdient het al aanbeveling dat wordt gewerkt. Alles bij elkaar is ei' nu al reeds 2000 aan steun uitgegeven en daar voor hadden gemakkelijk z.i. heel wat kleine werkzaamheden verricht kunnen worden. Hij stelt daarom dan ook voor dat in plaats van steun productief werk zal moe ten worden verricht. Door den heer Scherp is al geuoen"" verbetering van het terrein voor het station en hij zou daaraan willen bijvoegen het verbeteren van het oude ge- deukteeken, het doorgraven van de vest 0111 tot de binnenhaven te komen enz. De Voorzitter zegt toe dat Burg. en Weth. naar werkgelegenheid zullen zoeken. Over eenige door den heer Timmermans genoem de zaken heeft de gemeente geen zegging schap wijl het geen eigendom der stad is. De heer Timmermans merkt nog op dat al wat aan steun wordt gegeven, weg is. De Voorzitter meent dat als de Staats spoor wordt gevraagd of daaraan mag wor den gewerkt, er gunstig op zal worden ge antwoord. De lieer Timmermans heeft in dezen geest al meermalen gesproken. Wordt daar die muur afgebroken, dan krijgt men een beter uitzicht.' Ook al zou het de gemeente wat kosten, dan zou hij de werkeloozen nog liever werk willen laten verrichten, dan steun geven. Voorzitter. Ik zal vragen of wij het gra tis mogen doen, want ik ben liet met T" eens dat het zoo niet mooi is. De heer Tak wijst er op dat door de R. IC. Werkliodenvereeniging aan de katholie ke fractie een schrijven is gericht waarin hem lijj zijn vertrek dat ik voor haar eene modder zoude zijn, ofschoon ik daarvoor eigenlijk veel te jong beu. Ik zal zeer goed zijn voor liet arme meisje, dat ik reeds be min. Van wetten versta ik niets, mr. Harpe maar is er nog niet een andere voogd noo dig iemand die haar vermogen beheert?" „Er zijn drie mannen van vertrouwen aan gewezen om liet vermogen van miss Rokeby te beheéren gedurende hare minderjarig heid," antwoordde mr Harpe. Sir George Markham is er een van. Gjj kent hem wel mevrouw, en weet dat er bijna geen wak kerder en eerbiedwaardiger gentleman kan zijn dan bij is. 't Is ook een degelijk man van zaken en sir Henry zou moeilijk een betere keus hebben kunnen doen. „Ik ben insgelijks een der mannen van vertrouwen en gevolmachtigde en voor mijn rechtschapenheid en toewijding aan de be langen van miss Rokeby kan ik instaan." „En de derde, wie is dat?" „I)e jonge graaf Stonefield. Hij is de zoon van sir Henry's hesten vriend, zooals (i waarschijnlijk bekend is. en zijn jeugd is een goed tegenwicht voor den rijperen leef tijd van sir George." i'oi gedachten keek lady Rokeby voor zieli uit. De grijze gezelschapsjuffrouw zat diep over haar werk gebogen en wendde geen oog daarvan af; hare asehbloude oog leden lagen op hare aschgrauwe wangen en zij zag er somber en onnoozel uit, bijna zoo als een grauwe schaduw, zooals wij haar noemden; maar Harpe, die haar gezicht be studeerde, kreeg den onaangenamen Indruk, dat onder hare schijnbare kalmte een wild vuur smeulde „Achter die steekt meer dan men haar zou aanzien", dacht hij scherpzinnig, ,,'t Is opvallend zooals zij mij aan mijne kat her innert. 't Verwondert mij dat sir Henry haar in zijn huis duldde." Lady Rokeby verbrak thans het zwijgen. „Ik begrijp den stand der aangelegen heden," zeide zij, „en ik ben u zeer verplicht dat gij zoo spoedig aan mijne uitnoodigiug hebt gevolg gegeven, mr. Harpe. Ik zal bet beheer mijner geldelijke zaken ook aan u toevertrouwen. Ik wensch dat mijn inkomen in de bank worde gedeponeerd en mij daar- voor credletbrieven worden gegeven', zoodat ik geld kan opnemen als ik verkies. Dit is wordt gewezen op de wonschelijkbeid om bet reglement op de uitkeeringen te wijzi gen. Er komen nu eenige minder goed ge reglementeerde artikelen in voor. artikelen die niet goed functioneeren zoodat liet noo dig is dat een en ander eens wordt her zien. Zoo komt er b.v. in voor dat de geor ganiseerde werklieden zooveel aan uitkee- ring krijgen en de ongeorganiseerden zoo veel. Dat verschil nu is te miniem, veel te gering. De gemeente toch heeft er belang bij dat de werklieden zich 'vereenigen want door het betalen van hun contributie vor men zij een kas van waaruit ze bij werke loosheid een geruimen tijd ondersteuning genieten, dus niet direct ten laste van de gemeente komen. Zooiets moet worden aan gemoedigd en daarom is 't wenschelijk dat het verschil van uitkeering tusschen geor- ga niseerden en ongeorganiseerden grooter is dan nu. Was deze zaak nu voorbereid geweest, dan had in deze vergadering een besluit kunnen worden genomen. De Voorzitter zegt dat het verschil niet te groot kan worden gemaakt omdat het bedrag van de uitkeeringen laag is en rond komen er van dan ook moeilijk is. Gaat men het verschil nu nog grooter maken, dan zal MAATSCHAPPÜ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN het rondkomen voor die mensehen nog moeilijker worden. De heer Tak meent dat de billijkheid eischt dat liet verschil grooter wordt; Eer stens moet in aanmerking worden geno men dat de geórganiseerden zorg dragen dat ze zoolang mogelijk buiten de lasten van de gemeente blijven en ten tweede moet niet worden vergeten dat de geórganiseer den contributie moeten blijven betalen. Voorzitter. Dat alles is niet uit het oog verloren. Tak. Ja, maar hét verschil is te gering. De heer Scherp zegt iemand gehoord te hebben die georganiseerd was, doch geen uitkeering kreeg bij werkeloosheid. Hij wil de hebben dat wij daarvoor zorgden. Do beer Tak denkt dat het 't beste zal. zijn dat de organisatie een adres aan den raad richt met het verzoek het reglement te willen wijzigen. Voorzitter. Burg. en Weth. zullen het na der onder het oog zien. De heer Tak merkt op dat meerdere arti kelen dienen te worden gewijzigd. De heer Timmermans zegt dat de billijk heid vordert dat, als door do werkeloozen werkzaamheden, worden verricht, de uit keering iets hooger wordt gesteld. Voorzitter. Bij het verrichten van werk zaamheden wordt zulks altijd gedaan. 3. Besluit tot het inbrengen van gron den in het grondbedrijf. De Voorzitter zégt dat de hoofdambte naar van thet gouvernement aanvankelijk de meening was toegedaan, dat bet beter was met het inbrengen van grond te wach ten totdat bok die gedeelten van de wallen daarin kunnen worden gebracht. Aangezien zulks echter nog lang kan duren, geeft de hoofdambtenaar thans in overweging om daartoe over te gaan. Voorgesteld 'wordt in te brengen, althans voorloopig, sectie B. no. 147 zijnde het Riet land, sectie 1474. zijnde een gedeelte Dijk, sectie 1527 zijnde de groote Vest, sectie 1470 zijnde dat gedeelte thans in erfpacht bij dé firma Ruyténberg. sectie 1504, zijnde den Havenpolder, sectie 1564 zijnde de weg en haveil, sectie 1402. zijnde dat gedeelte in erfpacht bij Speyer. sectie 1490 zijnde flat gedeelte in erfpacht bij den heer K. Smit. Voorts het tereln van Bollens, de vroegere z.g. ijskelder, het voormalig exercitie-ter rein tegenover het station en ook om voor tui alles, meen ik. wat wij te bespreken had- i den." „Gaarne zou ik nog eenige vragen stellen betreffende miss Rokeby. als uwe ladyschap bet veroorlooft", zeide Harpe met kalme vastberadenheid. „Ik hoor dat zij nog niet hier is. Werd zij bij den (lood liaars vaders niet naar huis ontboden?" „Neen", antwoordde lady Rokeby kort. en trotsch." „Verschoon mij, mevrouw, maar zult. gij ze niet laten komen?" „Neen, ik Iaat ze niet komen; miss Roke by blijft dit jaar nog op school. Hare stu diën mogen in geen geval onderbroken wor den". „Zelfs niet door den dood baars vaders?" vroeg Harpe bitter. Sir Henry gaf tegen over mij den wensch te kennen baar naar huis te halen." ..Sir Henry is niet meer heer en meester op Rookhurst," onderbrak hem lady Roke by met stijgenden trots. .Ik geloof dat ik. zooals woordelijk in liet testament staat, hier meesteres hen. gedurende Nina's min derjarigheid. Ik zal u maar ineens af zeg gen, mr. Harpe, dat ik de eenige, persoon lijke bewaarster mijner stiefdochter ben en geen inmenging betreffende de behandeling van het meisje duld. Als mijn echtgenoot genoeg vertrouwen in mij stelde om mij te benoemen tot hoedster zijner dochter, dan hebben de door hem aangewezen mannen van vertrouwen geen recht mijne handelin gen te beknibbelen, of zich met inijn plan nen te bemoeien. Ik geef u de verzekering dat ik geen inmenging duld, en als gij het beproeft tweedracht te zaaien tusschen de dochter van sir Henry en mij, zijt gij niet alleen ontrouw aan sir Henry, maar schaadt gij ook hare persoonlijke belangen". Mr. Harpe zuchtte en stamelde een ver ontschuldiging; spoedig daarna nam hij af scheid en reed weg in hetzelfde rijtuig, waarmede bij was gekomen. Zijn hart was benauwd en 't werd hem duister voor de oogen toen bij van de bij Rookhurst behoo- rende landerijen op de groote straat kwam en verder naar Oanterburry reed. „De sterfdag van haar vader was voor Nina Rokeby een ongeluksdag", sprak hij in zich zelve, terwijl hij de heerlijke oude bezitting beschouwde, „een ware dag van rouw." Die sehoone zwartoogige lady Roke by, die iedereen prijst als een engel van goedheid en liefde voor haren echtgenoot, is een duivel in haar hart. Zij heeft hooze plannen, ofschoon ik nog niet zeker weet .welke. De arme Nina zal moeilijke dagen te doorleven hebben". Mr. Harpe's gelaatstrekken hadden genoeg van zijne gevoelens doen blijken om^ lady Rokeby tegen liem in te nemen en haar te verraden dat bij haar waar karakter eenigs- zins doorgrond had. Men zal het daarom begrijpelijk vinden, dat zij hem niet spoedig weder naar Rookhurst ontbood. De dagen, weken en maanden van liet. rouwjaar van lady Rokeby verliepen zon der flat er iets bijzonders voorviel. In de oogen der wereld gedroeg zij zieb voorbeel dig. Nooit werden er gasten op Rookhurst verzocht en slechts zelden maakte lady Ro keby een uitstapje naar Londen. Zij droeg den rouw op de strengste wijze en geduren de den gansehen treurtijd stelde zij zich zoo onberispelijk aan, dat zij zich algemeen nog meer bemind maakte in liet graafschap dan zij reeds was. Sir George Markham verklaarde haar voor een engel, hare naburen waren vol lof over haar en alleen de eerlijke mr. Harpe schudde twijfelachtig het hoofd, als hare deugden zoo luide werden geprezen en zeide dat zij misschien toch wel anders was dan zij scheen. Langzaam liep liet jaar ten einde en het was weer midden in den zomer. Eene zeldzame onrust had zich van lady Rokeby meester gemaakt, terwijl de tijd voortging. Hare zware rouwkleeding begon haar tegen te staan en zij begon zich in het licht grijs en violet te steken. Ook de wedu- wenkap, die haar niet goed kleedde, maakte plaats voor lilalinten, die zij door haar ravenzwart haar vlocht, en in haren lich ten rouw zag lady Rokeby er schooner uit dan ooit. „Lutrel", zeide zij op eeuen morgen tot hare grijze gezelschapsjuffrouw, terwijl zij uit het venster op het sehoone bloemperk staarde, „dit gevreesde jaar is eindelijk j voorbij. Ik heb voldaan aan de eischen der i samenleving; ik heb de ijverzuchtige blik- ken der naburen misleid en ben eindelijk vrfl. Als ik morgen wilde trouwen, zou nie- loopig nog in te brengen dat deel bij de N. V. Vatenfabriek. een deel van bet spoor weg-emplacement. De lieer Timmermans vraagt wat de be doeling hiervan is. I)e Voorzitter zegt dat do verordening zulks eischt. Voor eene regelmatige boek houding is zulks gewenscht. Trouwens, de verordening schrijft ook voor dat de gron den voor een zeker bedrag in de boekhou ding moeten voorkomen. Timmermans. Over enkele gronden heeft de gemeente toch nog niet de vrije beschik king. Moet die kwestie nog niet worden op gelost. Voorzitter. Zeer waarschijnlijk zal dat alles spoedig worden opgelost althans de toezegging is gedaan dat wij het spoedig in erfpacht zullen krijgen. In den Haag want ik dezer dagen nog ben geweest, heeft men mij dit toegezegd. Timmermans. Als wij daar nu toe over gaan, kan het dan later weer niet worden vera nderd. Voorzitter. De Ohef van deze afdeeling van het Gouvernement die ons in deze heeft voorgelicht, zegt dat wij er voorloopig moe- tfen toe over gaan aangezien de definitieve inbrenging spoedig kan worden tegemoet gezien. Timmermans. In verband hiermede wil ik nogmaals de vraag stellen of er nu onder hand een kaart wordt gemaakt waarop al les komt te staan opdat een Commissie uit den raad of deze in zijn geheel bekend wordt met den prijs van den grond. Nn komt het voor dat ons daarnaar wordt ge vraagd en steeds moet men dan het ant woord schuldig blijven. Nu zijn bijna alle leden geheel onbekend. Overweging zou het daarom verdienen dat in groote lijnen stond aangegeven wat ieder stuk moet kosten. Voorzitter. Het bepalen van prijs voor grond is al eens gebeurd. Zoo zijn de gron den die beschikbaar zijn gesteld voor bouw grond, het. z.g. oude exercitieterrein gelegen tegenover het station, volgens een besluit getaxeerd op 5.- per vlerk. Meter en (lie perceelen gelegen over het station en om den hoek van de te projecteeren straat, op T.— per vierk. Meter. Van het andere terrein zou bij aanvraag de prijs worden geregeld. De heer Timmermans meent toch dat, als ieder lid een baart had met vermelding van mand kunnen zeggen dat ik de nagedachte nis van sir Henry niet genoegzaam in eere heb gehouden. Ik heb nauwelijks meer dan twee jaren opgeofferd* om mij levenslang een schoon inkomen te verzekeren, en tot aan Nina's meerderjarigheid een deftig^ te huis met de voogdijschap over een der rijk ste erfdochters van geheel Engeland. Dat is ook minstens 3000 pond 's jaars waard, zoo lang ik het. in handen heb. Waarlijk, ik heb mijn rol goéd gespeeld." „Ja. dat hebt gij", zeide Luttrel. „Nina moet nn spoedig naar lniis komen, maar mijne eigene aangelegenheden moe ten geregeld zijn voordat zij hier verschijnt, ik zal onmiddellijk aan Digby schrijven. Nu wil ik niet langer uitstellen." Zij ging zitten en schreef de volgende regels „Digby! Eindelijk moogt gij tot mij ko men. Er bestaat geen hinderpaal meer tus schen ons. Victoria." Deze korte boodschap werd in een om- stag gestoken en voorzien van het volgende adres „Den Weled. Heer Digby Borne, Piccadilly Londen." Zij schelde en beval den binnen tredenden bediende den brief onverwijld in het dorp op de post te brengen. Toen bij weg was haalde zij tevreden adem en sprak„ik ben van plan het loon voor al mijne ondernemingen te gaan in- oogsten. Morgen zal Digby hier zjjn." <X -dt vervol#dV

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1923 | | pagina 1