VERL01EN SPEL. Land-en Tuinbouw Buitenland. Binnenland. FEUILLETON Wat iedere maand te doen geeft. Nadruk verboden. JuniZomermaand Moge zij haar zomersch karakter niet verloochenen, want na al den regen is er thans groote behoefte aan warmte. Het vee heeft het koud gehad in de weide, en in den melkemmer was het heel goed 11U te merken. In den regel als er genoeg 1 grond vooral in droge zomers En waar het gebeurt, moet het tijdig gedaan worden dat is, als de planten zoo groot zijn als een ontbijtbordje. Bij machinaal rooien der aardappelen is het aanaar den noodig, en ook, wanneer men met een vork of schop rooit, gaat dit bij aangeaarde aardappelen beter. In den hof. Nu moge alle koude en warme planten naar buiten, ook de palmen de laatste evenwel bij gunstig weer. Is dit ongunstig, dan wachte men nog liever enkele dagen. Maak de bla den met een spons goed schoon en giet ze af. Palmen zijn prachtige kas en gazonplanten. Brengt men bloemen uit den pot in den vollen grond over, dan make men ze eerst goed nat, ze lijden dan minder. Zijn de planten uil de kassen, dan is dit een mooie gele- genheid om de laatste eens terdeeg schoon te maken, 't Glaswerk, zoowe I van binnen als van buiten, moet een goede beurt hebbenhout- en muur werk eveneens. Dit staat niet alleen netjes, maar het komt ook den planten, welke gedurende den zomer de kassen versieren (Gloxinia's, Colenssen Knol begonia's e a.) ten goede. Druiven en perziken, die vroeg zijn aangelegd, en goed verwarmd, moeten thans ver der worden behandeld, d.w.z zij moe ten worden aangebonden en van het overtollige hout ontdaan. Bij warm weer besproeie of bespuite men de perziken in de kas en luchte ze flink, want tegen warmte kunnen ze niet best. Wortelen en sla kan men ook nu nog zaaien, maar men spitte den goed om en make hem goed gras is in de wet, zooals thans geluk- nat. Dan niet direct zaaien, maar een Jfc 'nQ -me>! u s.treken h.et dag laten liggen en dan na het zaaien was, neemt in t begin van den wei een mat er overheen leggen. Komt het degang de melkgi.t der koeien toe, om zaad op, dan de mat wegnemen en na 2, 3 weken weer te dalem Een cor- nogmaals gieten, 't Spreekt van zelf, respondent van de „Tel, in Dortmund dat deze zorg op lagen, zwaren grond gezeten, verhaalde eenige maanden j niet noodig is. Hebt gij jonge asperge geleden, dat zijn Duitsche gastheer, bedden, houd dan nu met steken op, een groot grondbezitter, er op bedacht het volgend jaar zijn dan de planten was geweest, om die aanvankelijke j sterker. Op de oudere bedden kan meeropbrengst der melk te doen voort- j men nog wel een paar weken door- duren, en dat hem dit door een krach- gaan. 24 Juni is de datum, waarop tiger, doelmatige bemesting, vooral men den rusttijd doet aanvangen wat ook van stikstofmest ook was gelukt, verder opkomt, laat men doorgroeien, zeer in zijn voordeel. In deze richting Ging men nog door, dan zou men de schijnt dus nog wat te doen te zijn.plamten als 't ware „doodsteken", en 9) LADY ROKEBY's MEDEPLICHTIGE. Juni is een maand van drukke werk zaamheden, van wieden en schoffelen, van hakkenen aanaarden of verhoogen. Men geve echter wel acht, bij welk weer men dit doet Is het weer nat, of verkeert de grond in een natten toestand, zou men ieder jaar minder krijgen Frankrijk zou bereid zijn de door Engeland gewenschte procedure te dan schoffele men niet. De volgen, mits de besprekingen langs grond zou daarbij worden vastgetrapt en de groei der planten zou worden gestuit. Voor het schoffelen, ter ver nietiging ook van onkruid, kan een schoffelmachine uitnemend dienst doen, hiermee werkt men goedkoop en vlug. Het eggen der aardappelen, dat in sommige streken gebeurt, achten wij diplomatieken weg plaats vinden en Duilschland niet tot de conferentie wordt toegelaten, voor het den tegen stand in den Roer opgegeven heeft. De Belgische senaat verwierp het ontwerp-de Brocqueville inzake de hoogeschoolkwestie. Het kabinet heeft zijn ontslag ingediend. c«'f dodmatig. dewijl hierdoor licht Britsche regeering heeft te s engels worden gekneusd of gebroken, j parijs en Brussel opheldering gevraagd nfhot we:. apJ?e.over de beteekenis van den eisch be- nf 6 u/ h! .worden geha^ i treffende het staken van het Duitsche mafr Hp iiahc )fordt aangeaard, verzet in het Roergebied alsmede over h vï uitgeoefend zoo- j de Fransch-Belgische plannen inzake veelal JUm!'deevoitueele ontruiming van hel Roer. veelal geschiedt, dan moet het hakken of schoffelen later 1 of 2 maal her haald worden. Over het aanaarden is al heel wat geschreven. Wij willen er nu alleen dit van zeggen op zand grond werkt het meestal schadelijk gebied Berichten over den toestand in Bulgarije maken melding van toene mende reactie tegen de revolutionnaire regeering Van Bulgaarsche zijde wordt de toestand als volmaakt rustig ge- i schetst De kleine entente beraadslaagt over een eventueele interventie. In de Belgische Kamer hebben de socialisten Wauters en Vandervelde heftige redevoeringen gehouden tegen de Roer-bezetting en den blijkbaren opzet om ook op de laatste voorstellen van Duitschland niet te willen onder handelen De toestand van thans noem den zij een ramp voor België en voor de geheele wereld. Jubileums dankdag. Naar de Stand, verneemt, moet bij de Regeering het voornemen bestaan, om ter gelegenheid van het Regeerings- jubileum van H, M. de Koningin, op 31 Augustus a.s. een officieelen dank dag uit te schrijven. Van 18 tot en met 20 dezer zal het aantal reizigers op de Nederland sche spoorwegen worden geteld. Naar wij vernemen is eerlang de benoeming te verwachten van dr. Ge rard Brom tot hoogleeraar in de kunst geschiedenis en van dr. Wilh. Kosch tot hoogleeraar in de Germaansche taal- en letterkunde bij de R. K, Uni versiteit te Nijmegen. In het tiende verslag van het Christelijk Nationaal Vakverbond in Nederland wordt meegedeeld, dat het aantal leden van de Nederlandsche vakcentralen in de laatste jaren met 145 655 is verminderd. Het aantal leden van het Nationaal Arbeidssecretariaat bedroeg op 1 April 1920 50,140 en op 1 Januari j 1 21,758: dat van bet Nederl Verbond van Vak verenigingen op 1 April 1920 262,196 en op 1 Januari j.l 201,45; dat van het Christ Nationaal Vakverbond op I October 1920 76,756 en op 1 Januari jl 62,251 dat van het R-K. Vakver bond op 1 October 1920 158,221 en op 1 Januari j 1. 122,558 en dat van het Algem Nederl Vakverbond op 1 Januari 1921 51,983 en op 1 Januari j 1. 45,759. De werkloosheid in Noord-Brabant. De leden der Provinciale Staten C. J. M Foppele, J. C. van Beek en A. Th. van Rijen hebben een adres aan Gedep. Staten van Noord-Brabant ge zonden waarin zij hunne aandacht vestigen op de uitgebreide werkloos heid in die provincie en hunne mede werking vragen tot bestrijding van dit maatschappelijk euvel door lo. zooveel mogelijk te bevorderen, dat provinciale werken, welke hiervoor in aanmerking komen, spoedig worden uitgevoerd, en 2o. dat, in navolging van verschil lende andere provincies in ons land, onder nader te stellen voorwaarden tijdelijk door de provincie subsidie worde verleend, aan die gemeenten, welke door werkverschaffing, niet be staande in onderhoudswerken, trachten den velen werkloozen hulp te verlee- nen. Om den noodtoestand eenigszins te demonstreeren, laten adressanten eenige gegevens volgen In 1922 werden aan geldelijke onder steuning van werkloozen en voor werk verschaffing door verschillende ge meenten kapitale sommen uitgegeven, zoo o.a. door Breda f 50 000. Helmond f 54 000, 's Hertogenbosch f 150.000 Tilbug f 205.000, Waalwijk f 220.000 en Eindhoven f 376 000, Deurne c.a. f 30.000. Blijkens het Maandschrift voor de Statistiek stonden op 1 April jl aan de volgende districtsarbeidsbeurzen nog 3847 personen als werkzoekenden in geschreven Bergen op Zoom 138, Breda 473, Eindhoven 801, Helmond 202. 's Hertogenbosch 996 en Tilburg 1237. Onder de opgegeven getallen zijn niet inbegrepen de honderden werkloozen welke nog ingeschreven staan bij de aangesloten correspondent schappen. Sedert 1 April is de toestand voor verschillende Brabantsche ge meenten nog ongunstiger geworden. Bij de arbeidsbeurs te 's Hertogenbosch o a. stonden begin juni nog ruim 900 werkloozen ingeschreven, plus onge veer 700 bij de aangesloten corres pondenten. Genoemde gemeente ver leent aan 350 werkloozen geregeld geldelijke ondersteuning en verschaft bovendien nog aan circa 130 personen werk Vanaf 1 Januari tot en met 2 Juni 1923 vorderde dit reeds eene uit gave van ruim f 100.000 In de Raads vergadering van 4 Juni jl. werd be sloten tot het bedekken van het in dustrieterrein met zware aarde en het aanleggen van een sportpark, waarvan de kosten worden geraamd op rond 3V2 ton. Gedurende ongeveer een jaar denkt het gemeentebestuur van 's-Hertogen- bosch een 300 400 werkloozen hier mee nuttig te kunnen bezighouden. De meeste groote gemeenten van Noord-Brabant moeten zich momenteel groote geldelijke ofters getroosten tot bestrijding der werkloosheid of ter ondersteuning der getroffen gezinnen, zoodat het aanbeveling verdient ernstig te overwegen in hoeverre het op den weg kan liggen der provincie hen hierin ter hulp te komen bijv. door het verleenen eener provincale bijdrage in de kosten van werkverschaffing en vermeerdering der werkgelegenheid, door het bespoedigen der uitvoering van groote werken ten behoeve der provincie. Het is adressanten bekend, dat de provinciesLimburg, Gelderland. Noord-Holland, Drenthe en Utrecht in deze geest werkzaam zijn ter bestrij ding der werkloosheid. Voor de uitvoering van een betee- kenend werk ter bestrijding der werk loosheid in de provincie Noord-Brabant vestigen adressanten de aandacht op het volgende. Er zijn vanwege den Provincialen Waterstaat plannen opgemaakt tot ver sterking en verzwaring van de linker- Maasdijken tusschen Boxmeer en de Dieze. De kosten van uitvoering dier plan nen worden geraamd op eenige tonnen. De onderhoudsplichtige waterschappen en gemeenten maken bezwaar tegen het doen van deze uitgaven en zouden de uitvoering en financieele regeling liever zien toevertrouwd aan het wa terschap „de Maaskant" nadat dit waterschap daartoe zal zijn uitgebreid. Met het oog op de bestrijding van werkloosheid rijst de vraag of het werk niet reeds aanstonds door de provincie zou kunnen worden uitge voerd, met dien verstande, dat op een later tijdstip de gemaakte kosten, na aftrek van subsidiën van provincie en Rijk, op het waterschap „de Maaskant" worden verhaald. Van Rfln. Alle college's moesten er ook op teekenen. De Voorzitter deelt vervolgens nog mede dat de peilschalen op verkeerde plaatsen zfln gezet en de betrokken ingenieur daar door tot een verkeerd inzicht moet zijn ge komen. De heer Broeders zou protest daartegen willen aanteekenen. Daar waar alle inwo ners zonder uitzondering, de overtuiging zijn toegedaan dat vandaag of morgen bij de minste springvloed het water over de kade komt, moet worden ingegrepen en moet den ingenieur er op worden gewezen dat hfl op een dwaalspoor is. Van Alphen. Zit er soms iets bureaucra tisch in. Moeten wfl soms excuus aan dien mynheer vragen. Voorzitter. Absoluut niet. Van Rtjn. De ingenieur is pas kort in Breda en is daarom nog niet zoo op de hoogte. D. Lankhuyzen. En toch worden zij ge acht op de hoogte te zyn, terwijl hier iedere ingezetene met honderden bewijzen kan komen dat er groot gevaar bestaat. Men is het boven gaan ophoogen en het gevolg daarvan is dat we hier veel meer water krflgen en bij de eerste de beste vloed gaan we onherroepelijk er onder. Broeders. Over twee jaar zal de Regee ring er toch toe over moeten gaan en doet ze liet nu dan helpt ze voor een groot deel het spook der werkeloosheid verdwijnen. Van Rijn. Bij een gewonen stormvloed wflst de peilschaal al 2.70 en er zijn plaat sen waar de kade maar 2.50 is. Broeders. Voor enkele jaren is aan de Provincie een dergelijk verzoek gericht. De gemeente en provincie zouden samen werken en de ka al vast verhoogen tot het Dombosch. Men schijnt later echter tot een andere denkwijze te zijn gekomen, althans het was in eens van de baan. Zou op dat besluit niet terug kunnen worden gekomen? Wat men van het Rijk heeft te verwach ten weet ik niet. Zoolang als de Regeering beweert dat de kaden hoog genoeg zijn en een kind kan begrijpen dat ze veel te laag zijn, verwacht ik er niet veel van. Voorzitter. Wij hebben het Rijk ook ver antwoordelijk gesteld voor alle gebeurtenis sen en alle nadeelen. Broeders. Het mooiste is dat 't Rijk toch in de ondersteuning zal moeten bijspringen, want zoo kan het onmogelijk langer blijven duren. Van Alphen. Dat is zoo en daarom zou 't m.i. goed zijn als de Voorzitter eens op au diëntie ging. We moeten alles, alles doen niets mogen we onbeproefd laten. Voorzitter. We hebben gewacht omdat een van de ingenieurs dacht dat de kaden wel zouden worden verhoogd. We hebben nu gevraagd of er iets van komt. Als er nu niets van komt. dan is het aan ons om te toonen dat. het rapport van dien eenen in genieur niet goed is. Van Rijn. Ik kan maar niet begrijpen dat hij het heeft kunnen afkeuren want toen hij met ons is mee geweest om ter plaatse een onderzoek in té stellen, moet 'hij toch overtuigd zijn geweest. Van Seters. Ik dacht dat het was afge wezen met het oog op de bezuiniging. Voorzitter. Neen, er is geschreven dat de kaden hoog genoeg zijn. Nu wij echter mogen hopen dat deze in genieur het met ons eens is, moeten wij even zeggen wat hij zal zeggen. Van Rijn. Ze schieten niet op. Broeders. Het geld is er voor gevoteerd anders zou men het plan niet hebben laten maken. Daarom moeten wij maar aldoor aanhouden. De Voorzitter zegt dat alles in de motie moet worden gezet. Van Alphen. Hebben God. Staten liet be sluit van den Raad om de kermis hier gelijk te doen vallen met die van Geertruidenberg, al goedgekeurd. Ik heb opgemerkt dat bij de afschaffing hier van de paardenmarkt daarover aan omliggende gemeenten advies is aangevraagd. Denkt u, mijnheer de Voorzitter, dat de kermis gelijk zal worden gehouden. Ik vraag dat maar omdat verschillende nering doenden met hun inkoopen daarmede reke ning moeten houden. Zouden ze nu maar gaan inkoopen, dan zouden ze wel eens een groote strop kunnen hebben. Voorzitter. Ik kan daar niets van zeggen omdat ik de zaak niet kan vooruitloopen. Van Alphen. Wij zouden dus afhankelijk zijn van het idee van een anderen Raad. Voorzitter. Op de beslissing van Ged. Sta ten kan ik nu niet vooruit loopen. Daarna gaat de Raad over in geheim Co mité ter behandeling van 12. Bezwaarschriften Hoofd. Omslag. 01*516 16 1 tl Ha tiroi taaiIo tkirin van „De Echo van het Zuiden". Naar het Duitsch door H. Fr. Hoofdstuk VI. De morgen, met zoo koortsachtig onge duld door lady Rokeby te gemoet gezien, brak eindelijk klaar en helder aan, maar eindigde in eep drukkenden somberen na middag. De weduwe des baronets besteedde uren aan haar toilet en was over haren arbeid tevreden. Met zelfbehagen lachend, beschouwde zij haar beeld ln den spiegel. Hare weelderige zwarte lokken waren naar de laatste mode gefriseerd en hier en daar schitterden juweelen tusschen dezelve. Haar laag uitgesneden kleed van van licht lila met kostbare zwarte kant bedekt. Brillan- ten blonken aan haren hals en hare armen. Hare zwarte oogen schoten stralen en hare wangen gloeiden als roode rozen. Nooit had zy er zoo schoon uitgezien in de dagen, toen zjj sir Henry boeide en hij haar het hof maakte. Zij had hare kamenier weggezonden en bracht hare lokken in orde, met Luttrel pra tend, toen men een rijtuig de laan hoorde oprijden. Terwijl het nader kwam stak een man het hoofd huiten het portier. Zijn ge laat was half afgewend en ongetwijfeld beschouwde hij den voorgevel van het slot. Luttrel gleed naar lady Rokeby ton en fluisterde de volgende woorden. „Hij is gekomen!" Een plotselinge aandoening scheen zich van de weduwe des baronets meester te ma- ken. Haar aangezicht werd vaalbleek. Zij hield zich aan een stoel vast en stond daar bewegingloos, toen een dienaar binnen trad, die haar op een zilveren schaal een kaartje aanbood, waarop de naam van „Diby Borne" te lezen stond, en haar mededeelde dat de heer in het salon wachtte. Toen richtte de dame zich op en de kleui- kwam weder op hare wangen. „Kom, Luttrel," sprak zij, „Wij zullen naar beneden gaan. Of liever, blijf gij hier; gij kunt een half uur later komen. Waar lijk, niemand kan het stootend vinden dat ik hem een oogenblik alleen ontvang. Sinds ik ten tweedenmale weduwe ben, is het mij steeds te moede, alsof ik leef in een huis van glas en alsof de oogen van geheel Kent op mij gevestigd zijn. Maar het is toch niet noodig de voorzichtigheid al te ver te drij ven. Zij wierp een laatsten blik in den spie gel, schikte nog iets van hare kleeding, daalde de trappen af en trad het salon bin nen. Een heer stond daar van zijn zetel op en trad haar met uitgestoken handen en glan zend gezicht te gemoet. 't Was een man met hooge, slanke gestalte, blond, met licht- blauwe onheilspellend blikkende oogen, en om zijn volle, zinnelijk gekrulde lippen speel de een cynische lach. t Was dezelfde die vanaf den havendam te Brighton de redding van Victoria uit de golven door sir Henry Rokeby had aange zien dezelfde die achter eene kolom ver borgen, getuige was geweest van haar hu welijk en wiens onheil verkondigende woor den bjj het uitgaan der kerk wij hebben medegedeeld. Snel gleden zyne blikken over Lady Roke- by's gezicht en gestalte heen en een uitdruk king van bewondering blonk ln zyne oogen. Met een vrooiyken kreet, sprong de schoone weduwe op hem toe en werd in zyne armen gesloten. „Eindeiyk, eindeiyk," lispelde zy. .Ta, eindeiyk! herhaalde mr. Borne op overwinnenden toon. „Nu staat er niets meer tusschen ons, Victoria, wy hebben ons aan geen misdaad schuldig gemaakt en liet noodlot heeft ons begunstigd. En gij zelve, Victoria, zyt nu in de volle ontwik keling uwer schoonheid en heeriyker dan ooit" Hg trok haar op een sofa en sloeg een arm om haar midden. Haar hoofd rustte op zpnen schouder en een blos van onuitspre kelijke biydschap gloeide op hare wangen. Lady Rokeby beminde dezen man met ge heel hare ziel, en hare stem sidderde als zij zacht sprak „O, Digby, ik ben blp'de, dat myn leven van huichelary eindeiyk voorbij is en geen gevaar voor ontdekking meer bestaat dat wij vip zyn om ons loon te kunnen genie- I ten. Hoe lang sehynt het mij geleden, dat gy en ik onze plannen smeedden, die mij op mgn tegenwoordig standpunt gebracht heb ben. Ik was eene weduwe met een armzalig inkomen en kostbare gewoonten. Gij een we duwnaar, die een zoon hadt groot te bren gen, en bezat slechts eene karige rente, die u niet veroorloofde te trouwen. Hoe goed herinner ik my dien avond in Londen, toen gy my zeidet dat, als ik zoo koen en moe dig als schoon was, ik ons beiden i-yk en gelukkig kon maken. Verlangend vroeg ik hoe dat mogelijk was en gy toondet my een courant waarin te lezen stond, dat sir Hen ry Rokeby naar Brighton was gegaan en daar als 't ware belegerd werd door trouw lustige dames. En toen verhaaldet gy mij van zyn ï-ykdom en zijne grootmoedigheid en overreeddet mij om te beproeven of ik bem kon boeien, hem geheel in te nemen, te huwen en zoo in korten tyd tot een ver mogen te geraken, dat ons beiden in staat zou stellen om te trouwen. „Was het niet een stout plan en werd 't niet buitengewoon goed uitgevoerd? sprak mr. Borne triomfeerend. 't Is eene goed ge lukte samenzwering en u behoort de lof van den gunstigen uitslag, Victoria. Gy gingt. naar Brighton, knooptet op eene ganscli on gewone wyze kennis aan met sir Rokeby en gij bebt deze kennismaking met uitstekend beleid voortgezet en wel zoo, dat by u zyne band aanbood en daar gy niets anders van hem verlangdet, traadt gfl met hem in den echt. Gy zoudt u zelve weduwe gemaakt hebben, maar het noodlot heeft u deze moei te bespaard." „Voor twee en een half jaar waart gy een arme weduwe en wy konden niet samen trouwen omdat wij beiden arm waren. Thans zijt gy andermaal weduwe, rflk, geacht, en geëerd in.gansch Kent, en kunt trouwen als gy wilt. Ik ben nog even arm als voor drie jaar, en toch weet ik, Victoria, dat gy mij verkiest boven alle andere mannen. Is dat niet zoo?" Lady Rokeby kleurde toen zij bevesti gend antwoordde. Zij was een door en door slechte, gewetenlooze vrouw, maar zy be minde Digby Borne uit ganscher harte en met eene innigheid, die haar zelve verwon derde. Lady Rokeby was na den dood van haar eersten man met Digby Borne in kennis ge komen. By den eersten oogopslag waren zij op elkander verliefd geworden. Wel stamde hij af uit eene oude adeliyke familie, maar bij was een speler, een geluk zoeker en een nietswaardig mensch. Hp was weduwnaar met een nog al karig inkomen. Maar door de ongeoorloofde winsten, die hp aan de speeltafel behaalde en andere avon tuurlijke ondernemingen gelukte bet bem op voornamen voet te leven en zpnen reeds tot den mannelijken leeftpd gekomen zoon een goede opvoeding te geven. Over 't geheel echter waren zpne winsten maar armzalig en daarom had hp steeds geweigerd een huwelpk aan te gaan met iemand, nog armer dan hijzelf. Gedurende haar eerste weduwenschap was lady Iiokehy nauweiyks meer dan eene ge- lukzoekster. 't Is waar, zij was van goede familie, en had bij hare oude tante een deftig tehuis, maar zij was eerzuchtig' en streefde naar een hoogere plaats in de maatsehappp zy morde over hare armoede en was zelve veel te slim om Digby Borne te trouwen, zoolang zij beiden arm waren. Toen dus zpne vindingrijke hersenen een plan hadden verzonnen, waardoor zij bei den rijk konden worden, wanneer zy een rijken edelman zoover kon brengen haar te huwen, en hem van kant te maken zoodra zyn leven voor hen waardeloos was gewor den, toen aarzelde zij aanvankelijk maar stemde eindeiyk toe. Hoe zij haar rol in deze schandeiyke sa menzwering tegen sir Henry gespeeld had weet de lezer reeds. „Vierduizend pond rente en een deftig tehuis zpn waard er voor te arbeiden," zeide mr. Borne nadenkend. „Ik geloof echter dat wij lang genoeg hebben gewacht, Vic toria. Wanneer zult gy my huwen?" „Niet voor de maand September," ant woordde lady Rokeby beslist. „Ik moet my eene prachtige garderobe aanschaffen. Ik ben deze afschuwelpke zwarte kleederen reeds lang moede; en daar ik de familie sieraden aan de erfgename moet overlaten, moet ik mij ook nieuwe sieraden bestellen. Laat ons bepalen dat ons huweiyk in Octo ber zal plaats hebben. De lieden zouden er over praten als het vroeger geschiedde." „Zult gp u bekommeren om hetgeen men zal zeggen? Ik geloof dat gy dit in 't. geheel niet behoeft." ,Toch wel, geene vrouw ter wereld slaat meer acht op hetgeen anderen zeggen, dan ik," antwoordde lady Rokeby met nadruk. „Dit kan nip niet onverschillig zijn. Mijn streven is eene in 't oog vallende rol te spe len in de maatschappy en daarom moet ik de lieden bewijzen dat ik weet wat passend is. Als sir Henry's weduwe neem ik hier een eerste plaats in, en hp werd hier zoodanig vergood dat ik geloof dat de menschen het niet goed zullen keuren, dat ik weder in 't huwelpk treed. Daarbij wensch ik ook de liefde en het vertrouwen mpner stiefdoch ter te winnen voordat ik hertrouw," zeide lady Rokeby. „De voogdpschap over haar is mij jaarlijks drieduizend pond waard; ik zal die som trekken als vergoeding omdat ik de plaats eener moeder bp haar bekleed." „Deze voorwaarden zpn zeer aanneem baar," zeide mr. Borne, voor dien prijs kan men wel moeder zpn over een jonge dame. Hoe oud Is zij?" „Byna achttien jaar." „En hoe groot is haar vermogen?" „Zeventig duizend pond rente 's jaars" Een uitdrnkking van hebzucht teekende zich op Digby's gelaat. „Een schoone som,riep hy uit. Zp heeft een heeriyke erfenLs. Wat voor een soort meisje is zy?" .Waarsehyniyk een zeer gewoon school meisje. Ik heb haar nooit gezien. Zp was sir Henry's afgod en altijd wilde hij ze te huis hebben; maar ik stond er niet op mij steeds door hare ijverzuchtige blikken be waakt te zien, en zoo bewerkte ik, dat zij moest blpven. Zoolang Ik hier ben is zij nooit op Rookburst geweest." (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1923 | | pagina 6