VERL01EN SPEL.
Land-en Tuinbouw
Buitenland.
Binnenland.
FEUILLETON
Wat iedere maand te doen geeft.
Nadruk verboden.
JuniZomermaand Moge zij haar
zomersch karakter niet verloochenen,
want na al den regen is er thans
groote behoefte aan warmte. Het vee
heeft het koud gehad in de weide, en
in den melkemmer was het heel goed 11U
te merken. In den regel als er genoeg 1 grond
vooral in droge zomers En waar het
gebeurt, moet het tijdig gedaan worden
dat is, als de planten zoo groot zijn
als een ontbijtbordje. Bij machinaal
rooien der aardappelen is het aanaar
den noodig, en ook, wanneer men met
een vork of schop rooit, gaat dit bij
aangeaarde aardappelen beter. In den
hof. Nu moge alle koude en warme
planten naar buiten, ook de palmen
de laatste evenwel bij gunstig weer.
Is dit ongunstig, dan wachte men
nog liever enkele dagen. Maak de bla
den met een spons goed schoon en
giet ze af. Palmen zijn prachtige kas
en gazonplanten. Brengt men bloemen
uit den pot in den vollen grond over,
dan make men ze eerst goed nat, ze
lijden dan minder. Zijn de planten uil
de kassen, dan is dit een mooie gele-
genheid om de laatste eens terdeeg
schoon te maken, 't Glaswerk, zoowe
I van binnen als van buiten, moet een
goede beurt hebbenhout- en muur
werk eveneens. Dit staat niet alleen
netjes, maar het komt ook den planten,
welke gedurende den zomer de kassen
versieren (Gloxinia's, Colenssen Knol
begonia's e a.) ten goede. Druiven
en perziken, die vroeg zijn aangelegd,
en goed verwarmd, moeten thans ver
der worden behandeld, d.w.z zij moe
ten worden aangebonden en van het
overtollige hout ontdaan. Bij warm
weer besproeie of bespuite men de
perziken in de kas en luchte ze flink,
want tegen warmte kunnen ze niet
best. Wortelen en sla kan men ook
nu nog zaaien, maar men spitte den
goed om en make hem goed
gras is in de wet, zooals thans geluk- nat. Dan niet direct zaaien, maar een
Jfc 'nQ -me>! u s.treken h.et dag laten liggen en dan na het zaaien
was, neemt in t begin van den wei een mat er overheen leggen. Komt het
degang de melkgi.t der koeien toe, om zaad op, dan de mat wegnemen en
na 2, 3 weken weer te dalem Een cor- nogmaals gieten, 't Spreekt van zelf,
respondent van de „Tel, in Dortmund dat deze zorg op lagen, zwaren grond
gezeten, verhaalde eenige maanden j niet noodig is. Hebt gij jonge asperge
geleden, dat zijn Duitsche gastheer, bedden, houd dan nu met steken op,
een groot grondbezitter, er op bedacht het volgend jaar zijn dan de planten
was geweest, om die aanvankelijke j sterker. Op de oudere bedden kan
meeropbrengst der melk te doen voort- j men nog wel een paar weken door-
duren, en dat hem dit door een krach- gaan. 24 Juni is de datum, waarop
tiger, doelmatige bemesting, vooral men den rusttijd doet aanvangen wat
ook van stikstofmest ook was gelukt, verder opkomt, laat men doorgroeien,
zeer in zijn voordeel. In deze richting Ging men nog door, dan zou men de
schijnt dus nog wat te doen te zijn.plamten als 't ware „doodsteken", en
9)
LADY ROKEBY's MEDEPLICHTIGE.
Juni is een maand van drukke werk
zaamheden, van wieden en schoffelen,
van hakkenen aanaarden of verhoogen.
Men geve echter wel acht, bij welk
weer men dit doet Is het weer nat,
of verkeert de grond in een natten
toestand,
zou men ieder jaar minder krijgen
Frankrijk zou bereid zijn de door
Engeland gewenschte procedure te
dan schoffele men niet. De volgen, mits de besprekingen langs
grond zou daarbij worden vastgetrapt
en de groei der planten zou worden
gestuit. Voor het schoffelen, ter ver
nietiging ook van onkruid, kan een
schoffelmachine uitnemend dienst doen,
hiermee werkt men goedkoop en vlug.
Het eggen der aardappelen, dat in
sommige streken gebeurt, achten wij
diplomatieken weg plaats vinden en
Duilschland niet tot de conferentie
wordt toegelaten, voor het den tegen
stand in den Roer opgegeven heeft.
De Belgische senaat verwierp
het ontwerp-de Brocqueville inzake de
hoogeschoolkwestie. Het kabinet heeft
zijn ontslag ingediend.
c«'f dodmatig. dewijl hierdoor licht Britsche regeering heeft te
s engels worden gekneusd of gebroken, j parijs en Brussel opheldering gevraagd
nfhot we:. apJ?e.over de beteekenis van den eisch be-
nf 6 u/ h! .worden geha^ i treffende het staken van het Duitsche
mafr Hp iiahc )fordt aangeaard, verzet in het Roergebied alsmede over
h vï uitgeoefend zoo- j de Fransch-Belgische plannen inzake
veelal JUm!'deevoitueele ontruiming van hel Roer.
veelal geschiedt, dan moet het hakken
of schoffelen later 1 of 2 maal her
haald worden. Over het aanaarden is
al heel wat geschreven. Wij willen er
nu alleen dit van zeggen op zand
grond werkt het meestal schadelijk
gebied
Berichten over den toestand in
Bulgarije maken melding van toene
mende reactie tegen de revolutionnaire
regeering Van Bulgaarsche zijde wordt
de toestand als volmaakt rustig ge-
i
schetst De kleine entente beraadslaagt
over een eventueele interventie.
In de Belgische Kamer hebben
de socialisten Wauters en Vandervelde
heftige redevoeringen gehouden tegen
de Roer-bezetting en den blijkbaren
opzet om ook op de laatste voorstellen
van Duitschland niet te willen onder
handelen De toestand van thans noem
den zij een ramp voor België en voor
de geheele wereld.
Jubileums dankdag.
Naar de Stand, verneemt, moet bij
de Regeering het voornemen bestaan,
om ter gelegenheid van het Regeerings-
jubileum van H, M. de Koningin, op
31 Augustus a.s. een officieelen dank
dag uit te schrijven.
Van 18 tot en met 20 dezer zal
het aantal reizigers op de Nederland
sche spoorwegen worden geteld.
Naar wij vernemen is eerlang de
benoeming te verwachten van dr. Ge
rard Brom tot hoogleeraar in de kunst
geschiedenis en van dr. Wilh. Kosch
tot hoogleeraar in de Germaansche
taal- en letterkunde bij de R. K, Uni
versiteit te Nijmegen.
In het tiende verslag van het
Christelijk Nationaal Vakverbond in
Nederland wordt meegedeeld, dat het
aantal leden van de Nederlandsche
vakcentralen in de laatste jaren met
145 655 is verminderd.
Het aantal leden van het Nationaal
Arbeidssecretariaat bedroeg op 1 April
1920 50,140 en op 1 Januari j 1 21,758:
dat van bet Nederl Verbond van Vak
verenigingen op 1 April 1920 262,196
en op 1 Januari j.l 201,45; dat van
het Christ Nationaal Vakverbond op
I October 1920 76,756 en op 1 Januari
jl 62,251 dat van het R-K. Vakver
bond op 1 October 1920 158,221 en
op 1 Januari j 1. 122,558 en dat van
het Algem Nederl Vakverbond op 1
Januari 1921 51,983 en op 1 Januari
j 1. 45,759.
De werkloosheid in Noord-Brabant.
De leden der Provinciale Staten C.
J. M Foppele, J. C. van Beek en A.
Th. van Rijen hebben een adres aan
Gedep. Staten van Noord-Brabant ge
zonden waarin zij hunne aandacht
vestigen op de uitgebreide werkloos
heid in die provincie en hunne mede
werking vragen tot bestrijding van dit
maatschappelijk euvel door
lo. zooveel mogelijk te bevorderen,
dat provinciale werken, welke hiervoor
in aanmerking komen, spoedig worden
uitgevoerd, en
2o. dat, in navolging van verschil
lende andere provincies in ons land,
onder nader te stellen voorwaarden
tijdelijk door de provincie subsidie
worde verleend, aan die gemeenten,
welke door werkverschaffing, niet be
staande in onderhoudswerken, trachten
den velen werkloozen hulp te verlee-
nen.
Om den noodtoestand eenigszins te
demonstreeren, laten adressanten eenige
gegevens volgen
In 1922 werden aan geldelijke onder
steuning van werkloozen en voor werk
verschaffing door verschillende ge
meenten kapitale sommen uitgegeven,
zoo o.a. door Breda f 50 000. Helmond
f 54 000, 's Hertogenbosch f 150.000
Tilbug f 205.000, Waalwijk f 220.000
en Eindhoven f 376 000, Deurne c.a.
f 30.000.
Blijkens het Maandschrift voor de
Statistiek stonden op 1 April jl aan
de volgende districtsarbeidsbeurzen nog
3847 personen als werkzoekenden in
geschreven Bergen op Zoom 138,
Breda 473, Eindhoven 801, Helmond
202. 's Hertogenbosch 996 en Tilburg
1237. Onder de opgegeven getallen
zijn niet inbegrepen de honderden
werkloozen welke nog ingeschreven
staan bij de aangesloten correspondent
schappen. Sedert 1 April is de toestand
voor verschillende Brabantsche ge
meenten nog ongunstiger geworden.
Bij de arbeidsbeurs te 's Hertogenbosch
o a. stonden begin juni nog ruim 900
werkloozen ingeschreven, plus onge
veer 700 bij de aangesloten corres
pondenten. Genoemde gemeente ver
leent aan 350 werkloozen geregeld
geldelijke ondersteuning en verschaft
bovendien nog aan circa 130 personen
werk Vanaf 1 Januari tot en met 2
Juni 1923 vorderde dit reeds eene uit
gave van ruim f 100.000 In de Raads
vergadering van 4 Juni jl. werd be
sloten tot het bedekken van het in
dustrieterrein met zware aarde en het
aanleggen van een sportpark, waarvan
de kosten worden geraamd op rond
3V2 ton.
Gedurende ongeveer een jaar denkt
het gemeentebestuur van 's-Hertogen-
bosch een 300 400 werkloozen hier
mee nuttig te kunnen bezighouden.
De meeste groote gemeenten van
Noord-Brabant moeten zich momenteel
groote geldelijke ofters getroosten tot
bestrijding der werkloosheid of ter
ondersteuning der getroffen gezinnen,
zoodat het aanbeveling verdient ernstig
te overwegen in hoeverre het op den
weg kan liggen der provincie hen
hierin ter hulp te komen bijv. door
het verleenen eener provincale bijdrage
in de kosten van werkverschaffing en
vermeerdering der werkgelegenheid,
door het bespoedigen der uitvoering
van groote werken ten behoeve der
provincie.
Het is adressanten bekend, dat de
provinciesLimburg, Gelderland.
Noord-Holland, Drenthe en Utrecht in
deze geest werkzaam zijn ter bestrij
ding der werkloosheid.
Voor de uitvoering van een betee-
kenend werk ter bestrijding der werk
loosheid in de provincie Noord-Brabant
vestigen adressanten de aandacht op
het volgende.
Er zijn vanwege den Provincialen
Waterstaat plannen opgemaakt tot ver
sterking en verzwaring van de linker-
Maasdijken tusschen Boxmeer en de
Dieze.
De kosten van uitvoering dier plan
nen worden geraamd op eenige tonnen.
De onderhoudsplichtige waterschappen
en gemeenten maken bezwaar tegen
het doen van deze uitgaven en zouden
de uitvoering en financieele regeling
liever zien toevertrouwd aan het wa
terschap „de Maaskant" nadat dit
waterschap daartoe zal zijn uitgebreid.
Met het oog op de bestrijding van
werkloosheid rijst de vraag of het
werk niet reeds aanstonds door de
provincie zou kunnen worden uitge
voerd, met dien verstande, dat op een
later tijdstip de gemaakte kosten, na
aftrek van subsidiën van provincie en
Rijk, op het waterschap „de Maaskant"
worden verhaald.
Van Rfln. Alle college's moesten er ook op
teekenen.
De Voorzitter deelt vervolgens nog mede
dat de peilschalen op verkeerde plaatsen
zfln gezet en de betrokken ingenieur daar
door tot een verkeerd inzicht moet zijn ge
komen.
De heer Broeders zou protest daartegen
willen aanteekenen. Daar waar alle inwo
ners zonder uitzondering, de overtuiging
zijn toegedaan dat vandaag of morgen bij
de minste springvloed het water over de
kade komt, moet worden ingegrepen en moet
den ingenieur er op worden gewezen dat hfl
op een dwaalspoor is.
Van Alphen. Zit er soms iets bureaucra
tisch in. Moeten wfl soms excuus aan dien
mynheer vragen.
Voorzitter. Absoluut niet.
Van Rtjn. De ingenieur is pas kort in
Breda en is daarom nog niet zoo op de
hoogte.
D. Lankhuyzen. En toch worden zij ge
acht op de hoogte te zyn, terwijl hier iedere
ingezetene met honderden bewijzen kan
komen dat er groot gevaar bestaat. Men is
het boven gaan ophoogen en het gevolg
daarvan is dat we hier veel meer water
krflgen en bij de eerste de beste vloed gaan
we onherroepelijk er onder.
Broeders. Over twee jaar zal de Regee
ring er toch toe over moeten gaan en doet
ze liet nu dan helpt ze voor een groot deel
het spook der werkeloosheid verdwijnen.
Van Rijn. Bij een gewonen stormvloed
wflst de peilschaal al 2.70 en er zijn plaat
sen waar de kade maar 2.50 is.
Broeders. Voor enkele jaren is aan de
Provincie een dergelijk verzoek gericht.
De gemeente en provincie zouden samen
werken en de ka al vast verhoogen tot het
Dombosch. Men schijnt later echter tot een
andere denkwijze te zijn gekomen, althans
het was in eens van de baan. Zou op dat
besluit niet terug kunnen worden gekomen?
Wat men van het Rijk heeft te verwach
ten weet ik niet. Zoolang als de Regeering
beweert dat de kaden hoog genoeg zijn en
een kind kan begrijpen dat ze veel te laag
zijn, verwacht ik er niet veel van.
Voorzitter. Wij hebben het Rijk ook ver
antwoordelijk gesteld voor alle gebeurtenis
sen en alle nadeelen.
Broeders. Het mooiste is dat 't Rijk toch
in de ondersteuning zal moeten bijspringen,
want zoo kan het onmogelijk langer blijven
duren.
Van Alphen. Dat is zoo en daarom zou 't
m.i. goed zijn als de Voorzitter eens op au
diëntie ging. We moeten alles, alles doen
niets mogen we onbeproefd laten.
Voorzitter. We hebben gewacht omdat
een van de ingenieurs dacht dat de kaden
wel zouden worden verhoogd. We hebben
nu gevraagd of er iets van komt. Als er nu
niets van komt. dan is het aan ons om te
toonen dat. het rapport van dien eenen in
genieur niet goed is.
Van Rijn. Ik kan maar niet begrijpen dat
hij het heeft kunnen afkeuren want toen
hij met ons is mee geweest om ter plaatse
een onderzoek in té stellen, moet 'hij toch
overtuigd zijn geweest.
Van Seters. Ik dacht dat het was afge
wezen met het oog op de bezuiniging.
Voorzitter. Neen, er is geschreven dat de
kaden hoog genoeg zijn.
Nu wij echter mogen hopen dat deze in
genieur het met ons eens is, moeten wij
even zeggen wat hij zal zeggen.
Van Rijn. Ze schieten niet op.
Broeders. Het geld is er voor gevoteerd
anders zou men het plan niet hebben laten
maken. Daarom moeten wij maar aldoor
aanhouden.
De Voorzitter zegt dat alles in de motie
moet worden gezet.
Van Alphen. Hebben God. Staten liet be
sluit van den Raad om de kermis hier gelijk
te doen vallen met die van Geertruidenberg,
al goedgekeurd. Ik heb opgemerkt dat bij de
afschaffing hier van de paardenmarkt
daarover aan omliggende gemeenten advies
is aangevraagd.
Denkt u, mijnheer de Voorzitter, dat de
kermis gelijk zal worden gehouden. Ik
vraag dat maar omdat verschillende nering
doenden met hun inkoopen daarmede reke
ning moeten houden. Zouden ze nu maar
gaan inkoopen, dan zouden ze wel eens een
groote strop kunnen hebben.
Voorzitter. Ik kan daar niets van zeggen
omdat ik de zaak niet kan vooruitloopen.
Van Alphen. Wij zouden dus afhankelijk
zijn van het idee van een anderen Raad.
Voorzitter. Op de beslissing van Ged. Sta
ten kan ik nu niet vooruit loopen.
Daarna gaat de Raad over in geheim Co
mité ter behandeling van
12. Bezwaarschriften Hoofd. Omslag.
01*516 16 1 tl Ha tiroi taaiIo tkirin
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Duitsch door H. Fr.
Hoofdstuk VI.
De morgen, met zoo koortsachtig onge
duld door lady Rokeby te gemoet gezien,
brak eindelijk klaar en helder aan, maar
eindigde in eep drukkenden somberen na
middag. De weduwe des baronets besteedde
uren aan haar toilet en was over haren
arbeid tevreden. Met zelfbehagen lachend,
beschouwde zij haar beeld ln den spiegel.
Hare weelderige zwarte lokken waren naar
de laatste mode gefriseerd en hier en daar
schitterden juweelen tusschen dezelve. Haar
laag uitgesneden kleed van van licht lila
met kostbare zwarte kant bedekt. Brillan-
ten blonken aan haren hals en hare armen.
Hare zwarte oogen schoten stralen en hare
wangen gloeiden als roode rozen.
Nooit had zy er zoo schoon uitgezien in
de dagen, toen zjj sir Henry boeide en hij
haar het hof maakte.
Zij had hare kamenier weggezonden en
bracht hare lokken in orde, met Luttrel pra
tend, toen men een rijtuig de laan hoorde
oprijden. Terwijl het nader kwam stak een
man het hoofd huiten het portier. Zijn ge
laat was half afgewend en ongetwijfeld
beschouwde hij den voorgevel van het slot.
Luttrel gleed naar lady Rokeby ton en
fluisterde de volgende woorden.
„Hij is gekomen!"
Een plotselinge aandoening scheen zich
van de weduwe des baronets meester te ma-
ken. Haar aangezicht werd vaalbleek. Zij
hield zich aan een stoel vast en stond daar
bewegingloos, toen een dienaar binnen trad,
die haar op een zilveren schaal een kaartje
aanbood, waarop de naam van „Diby Borne"
te lezen stond, en haar mededeelde dat de
heer in het salon wachtte.
Toen richtte de dame zich op en de kleui-
kwam weder op hare wangen.
„Kom, Luttrel," sprak zij, „Wij zullen
naar beneden gaan. Of liever, blijf gij hier;
gij kunt een half uur later komen. Waar
lijk, niemand kan het stootend vinden dat
ik hem een oogenblik alleen ontvang. Sinds
ik ten tweedenmale weduwe ben, is het mij
steeds te moede, alsof ik leef in een huis
van glas en alsof de oogen van geheel Kent
op mij gevestigd zijn. Maar het is toch niet
noodig de voorzichtigheid al te ver te drij
ven.
Zij wierp een laatsten blik in den spie
gel, schikte nog iets van hare kleeding,
daalde de trappen af en trad het salon bin
nen.
Een heer stond daar van zijn zetel op en
trad haar met uitgestoken handen en glan
zend gezicht te gemoet. 't Was een man met
hooge, slanke gestalte, blond, met licht-
blauwe onheilspellend blikkende oogen, en
om zijn volle, zinnelijk gekrulde lippen speel
de een cynische lach.
t Was dezelfde die vanaf den havendam
te Brighton de redding van Victoria uit de
golven door sir Henry Rokeby had aange
zien dezelfde die achter eene kolom ver
borgen, getuige was geweest van haar hu
welijk en wiens onheil verkondigende woor
den bjj het uitgaan der kerk wij hebben
medegedeeld.
Snel gleden zyne blikken over Lady Roke-
by's gezicht en gestalte heen en een uitdruk
king van bewondering blonk ln zyne oogen.
Met een vrooiyken kreet, sprong de schoone
weduwe op hem toe en werd in zyne armen
gesloten.
„Eindeiyk, eindeiyk," lispelde zy.
.Ta, eindeiyk! herhaalde mr. Borne op
overwinnenden toon. „Nu staat er niets
meer tusschen ons, Victoria, wy hebben
ons aan geen misdaad schuldig gemaakt en
liet noodlot heeft ons begunstigd. En gij
zelve, Victoria, zyt nu in de volle ontwik
keling uwer schoonheid en heeriyker dan
ooit"
Hg trok haar op een sofa en sloeg een
arm om haar midden. Haar hoofd rustte op
zpnen schouder en een blos van onuitspre
kelijke biydschap gloeide op hare wangen.
Lady Rokeby beminde dezen man met ge
heel hare ziel, en hare stem sidderde als
zij zacht sprak
„O, Digby, ik ben blp'de, dat myn leven
van huichelary eindeiyk voorbij is en geen
gevaar voor ontdekking meer bestaat dat
wij vip zyn om ons loon te kunnen genie-
I ten. Hoe lang sehynt het mij geleden, dat
gy en ik onze plannen smeedden, die mij op
mgn tegenwoordig standpunt gebracht heb
ben. Ik was eene weduwe met een armzalig
inkomen en kostbare gewoonten. Gij een we
duwnaar, die een zoon hadt groot te bren
gen, en bezat slechts eene karige rente, die
u niet veroorloofde te trouwen. Hoe goed
herinner ik my dien avond in Londen, toen
gy my zeidet dat, als ik zoo koen en moe
dig als schoon was, ik ons beiden i-yk en
gelukkig kon maken. Verlangend vroeg ik
hoe dat mogelijk was en gy toondet my een
courant waarin te lezen stond, dat sir Hen
ry Rokeby naar Brighton was gegaan en
daar als 't ware belegerd werd door trouw
lustige dames. En toen verhaaldet gy mij
van zyn ï-ykdom en zijne grootmoedigheid
en overreeddet mij om te beproeven of ik
bem kon boeien, hem geheel in te nemen, te
huwen en zoo in korten tyd tot een ver
mogen te geraken, dat ons beiden in staat
zou stellen om te trouwen.
„Was het niet een stout plan en werd 't
niet buitengewoon goed uitgevoerd? sprak
mr. Borne triomfeerend. 't Is eene goed ge
lukte samenzwering en u behoort de lof van
den gunstigen uitslag, Victoria. Gy gingt.
naar Brighton, knooptet op eene ganscli on
gewone wyze kennis aan met sir Rokeby en
gij bebt deze kennismaking met uitstekend
beleid voortgezet en wel zoo, dat by u zyne
band aanbood en daar gy niets anders van
hem verlangdet, traadt gfl met hem in den
echt. Gy zoudt u zelve weduwe gemaakt
hebben, maar het noodlot heeft u deze moei
te bespaard."
„Voor twee en een half jaar waart gy een
arme weduwe en wy konden niet samen
trouwen omdat wij beiden arm waren. Thans
zijt gy andermaal weduwe, rflk, geacht, en
geëerd in.gansch Kent, en kunt trouwen als
gy wilt. Ik ben nog even arm als voor drie
jaar, en toch weet ik, Victoria, dat gy mij
verkiest boven alle andere mannen. Is dat
niet zoo?"
Lady Rokeby kleurde toen zij bevesti
gend antwoordde. Zij was een door en door
slechte, gewetenlooze vrouw, maar zy be
minde Digby Borne uit ganscher harte en
met eene innigheid, die haar zelve verwon
derde.
Lady Rokeby was na den dood van haar
eersten man met Digby Borne in kennis ge
komen. By den eersten oogopslag waren zij
op elkander verliefd geworden.
Wel stamde hij af uit eene oude adeliyke
familie, maar bij was een speler, een geluk
zoeker en een nietswaardig mensch. Hp was
weduwnaar met een nog al karig inkomen.
Maar door de ongeoorloofde winsten, die hp
aan de speeltafel behaalde en andere avon
tuurlijke ondernemingen gelukte bet bem
op voornamen voet te leven en zpnen reeds
tot den mannelijken leeftpd gekomen zoon
een goede opvoeding te geven.
Over 't geheel echter waren zpne winsten
maar armzalig en daarom had hp steeds
geweigerd een huwelpk aan te gaan met
iemand, nog armer dan hijzelf.
Gedurende haar eerste weduwenschap was
lady Iiokehy nauweiyks meer dan eene ge-
lukzoekster.
't Is waar, zij was van goede familie, en
had bij hare oude tante een deftig tehuis,
maar zij was eerzuchtig' en streefde naar
een hoogere plaats in de maatsehappp zy
morde over hare armoede en was zelve veel
te slim om Digby Borne te trouwen, zoolang
zij beiden arm waren.
Toen dus zpne vindingrijke hersenen een
plan hadden verzonnen, waardoor zij bei
den rijk konden worden, wanneer zy een
rijken edelman zoover kon brengen haar te
huwen, en hem van kant te maken zoodra
zyn leven voor hen waardeloos was gewor
den, toen aarzelde zij aanvankelijk maar
stemde eindeiyk toe.
Hoe zij haar rol in deze schandeiyke sa
menzwering tegen sir Henry gespeeld had
weet de lezer reeds.
„Vierduizend pond rente en een deftig
tehuis zpn waard er voor te arbeiden," zeide
mr. Borne nadenkend. „Ik geloof echter
dat wij lang genoeg hebben gewacht, Vic
toria. Wanneer zult gy my huwen?"
„Niet voor de maand September," ant
woordde lady Rokeby beslist. „Ik moet my
eene prachtige garderobe aanschaffen. Ik
ben deze afschuwelpke zwarte kleederen
reeds lang moede; en daar ik de familie
sieraden aan de erfgename moet overlaten,
moet ik mij ook nieuwe sieraden bestellen.
Laat ons bepalen dat ons huweiyk in Octo
ber zal plaats hebben. De lieden zouden er
over praten als het vroeger geschiedde."
„Zult gp u bekommeren om hetgeen men
zal zeggen? Ik geloof dat gy dit in 't. geheel
niet behoeft."
,Toch wel, geene vrouw ter wereld slaat
meer acht op hetgeen anderen zeggen, dan
ik," antwoordde lady Rokeby met nadruk.
„Dit kan nip niet onverschillig zijn. Mijn
streven is eene in 't oog vallende rol te spe
len in de maatschappy en daarom moet ik
de lieden bewijzen dat ik weet wat passend
is. Als sir Henry's weduwe neem ik hier een
eerste plaats in, en hp werd hier zoodanig
vergood dat ik geloof dat de menschen het
niet goed zullen keuren, dat ik weder in 't
huwelpk treed. Daarbij wensch ik ook de
liefde en het vertrouwen mpner stiefdoch
ter te winnen voordat ik hertrouw," zeide
lady Rokeby. „De voogdpschap over haar
is mij jaarlijks drieduizend pond waard; ik
zal die som trekken als vergoeding omdat ik
de plaats eener moeder bp haar bekleed."
„Deze voorwaarden zpn zeer aanneem
baar," zeide mr. Borne, voor dien prijs kan
men wel moeder zpn over een jonge dame.
Hoe oud Is zij?"
„Byna achttien jaar."
„En hoe groot is haar vermogen?"
„Zeventig duizend pond rente 's jaars"
Een uitdrnkking van hebzucht teekende
zich op Digby's gelaat.
„Een schoone som,riep hy uit. Zp heeft
een heeriyke erfenLs. Wat voor een soort
meisje is zy?"
.Waarsehyniyk een zeer gewoon school
meisje. Ik heb haar nooit gezien. Zp was
sir Henry's afgod en altijd wilde hij ze te
huis hebben; maar ik stond er niet op mij
steeds door hare ijverzuchtige blikken be
waakt te zien, en zoo bewerkte ik, dat zij
moest blpven. Zoolang Ik hier ben is zij
nooit op Rookburst geweest."
(Wordt vervolgd).