KMV
&NHETZÜ
HEI
1.
Buitenland.
Tweede Blad.
Sprang-Capelle.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Vrijdag 27 Juli des
middags ten 3 uur.
Voorzitter Edelachtb. heer Meijer.
Ongeveer kwart over drie uur opent
de Voorzitter de vergaderingaanwezig
alle leden.
De notulen der vorige vergadering
worden na voorlezing onveranderd
goedgekeurd en vastgesteld.
Aan de orde
i l Ingekomen stukken.
Eenige ingekomen stukken, waaron
der een besluit van Ged. Staten, hou
dende de goedkeuring van het raads
besluit om een perceel land, gelegen
aan de haven aan de Gebr. Konings,
in erfpacht te verleenen, worden voor
kennisgeving aangenomen.
Adres van de politie-agentenKuijsten,
Gouda en Van der Linden, houdende
het verzoek hun een extra toelage te
willen verleenen voor dit jaar. wijl zij
om uniformiteit in de kleeding te
krijgen, groote kosten hebben moeten
m[)e Voorzitter zegt dat Burg. en Weth.
voorstellen om afwijzend op het adres
te beschikken, op grond van het feit
dat de veldwachters hun oude kleeding
kunnen afdragen, terwijl op de begroo
ting voor iederen veldwachter een som
van f 125 is uitgetrokken als tege
moetkoming in de kosten van zijn
kleeding.
Voor Sprang werd 'daar vroeger f 100
voor uitgetrokken. Voor Capelle f 110
en voor Vrijhoeve-Capelle ook f 100.
Voor den veldwachter van voormalig
Vrijhoeve-Capelle is het dus eene ver
hooging wat in verband zit met zijn
rijwiel.
De heer Oerlemans zegt dat in Vrij
hoeve Capelle besloten was dat de
veldwachter voor het aanschaffen van
1 extra kleeding, eene vergoeding zou
krijgen. Door Ged. Staten is dat be
sluit niet goedgekeurd, omdat die ge
meente daarin niet meer had te be
slissen. Gouda heeft daarop kleeding
aangeschaft en nu hij geen toelage
krijgt is hij daardoor gedupeerd.
De Voorzitter merkt op dat aan
Gouda alleen geen vergoeding daar
voor is kunnen gegeven worden.
Vervolgens deelt hij nog mede dat
Gouda thans geen nachtwacht meer
en het salaris in overeenstemming
is
is gebracht met dat van de overige
agenten van politie.
De heer Oerlemans meent dat prac-
tisch alles op hetzelfde zal neerkomen
aangezien hem nu het verrichten van
nachtdienst toch zal worden opge
dragen.
De Voorzitter blijft bij zijn gevoelen
dat een jaarlijksche bijdrage in de
kleeding van f 125 voldoende mag
worden genoemd en geeft daarom nog
maals in overweging afwijzend op het
adres te beschikken. Als de oude
kleeding niet mocht worden afgedragen
zou het nog iets anders zijn
Na nog eenige discussie wordt het
voorstel van Burg en Weth. aangeno
men met 9 tegen 2 stemmen.
Tegen stemden de heeren Oerlemans
en Moonen
Voor de heeren Jac. Rijken, M. Rijken,
Kerst. Zwart, Van der Hoeven, Ver
hoeven, Middelkoop, Van Willigenburg
en Michael.
2. Voorstel Burg. en Weth. tot ver
koop van grond aan de N.V. Adrianus
Oerlemans Zonen, handel in fourage,
hout en bouwmaterialen te Vrijhoeve-
Capelle.
Burg. en Weth. stellen voor tot ver
koop van grond over te gaan en daar
voor te vragen f900. De in de vorige
vergadering benoemde schatters hebben
de waarde van het land geschat op
f850. doch de firma heeft zich bereid
verklaard f900 daarvoor te geven.
Wij hebben de bepaling vastgesteld,
dat de firma immer verplicht is de
kade op voldoende hoogte te houden,
alsook dat, wanneer aan het naast
gelegen perceel bij het bouwen schade
wordt aangebracht, b.v. aan het gras
gewas, daarvoor eene billijke ver
goeding zal moeten worden gegeven.
De heer Oerlemans merkt op dat
men dan altijd recht op schadever
goeding heeft.
De heer Van Willigenburg ziet
er daarom juist geen bezwaar in om
dit in de voorwaarden vast te leggen.
De heer Michael acht het goed,
indien maatregelen worden genomen
dat door het stof van de zagerij geen
schade aan het grasgewas kan worden
toegebracht.
De heer Middelkoop zegt dat men
door het af te laten maken, alles be
reikt wat men wenscht. Dat is de
eenigste practische oplossing.
De heer M. Rijken is het daarmede
eens, doch geeft in overweging het
door een sloot af te laten maken. Bij
het afmaken met een draad of heining
of wat ook heeft men een voortdurende
kosten. Een sloot van 3 M. is afdoende.
De Voorzitter kan zich daarmede wel
vereenigen en zou dan voor beider
rekening l'/a M. van de sloot willen
zien genomen.
De heer Oerlemans acht een sloot
van 2'/j M. breedte voldoende.
De heer M. Rijken wil zich daar
niet tegen verzetten. 2'/j M acht hij
ook nog voldoende
Voorzitter. Dit zullen we dan zoo
bepalen en vaststellen dat de koop in
gaat op 31 Augustus.
M. Rijken. Hoe lang is het land
verhuurd, anders zou de pachter om
schadevergoeding kunnen komen.
Van den Willigenburg. Dat zal ge-
regeld worden met den huurder.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
3. Voorstel van Burg. en Weth. tot
het bouwen van een nieuw raadhuis
Voorzitter. Naar aanleiding van het
raadsbesluit, genomen inde vergadering
van 28 Mei, waarin Burg en Weth.
werden opgedragen plannen te ont
werpen voor het bouwen van een nieuw
Raadhuis, waarvan de kosten niet veel
hooger mogen zijn dan f 18000, hebben
wij de eer U een plan aan te bieden.
De kosten daarvan zullen buiten den
grond niet veel meer dan f 18000
bedragen.
Het oude Raadhuis in voormalig
Vrijhoeve-Capelle zou dan moeten
worden afgebroken en de afbraak
daarvan in hoofdzaak worden gebruikt
voor de veldwachterswoning, die vol
gens het plan direct achter het Raad
huis moet komen.
Er zou dan eene geldleening moeten
worden aangegaan groot f 19.000 tegen
eene rente van 6 pCt. af te lossen in
38 jaar, alzoo jaarlijks f 500 en dit
bedrag te vinden uit de gewone
middelen.
De heer Middelkoop acht hel beter
dit punt te behandelen na de behande
ling van de begrooting. In verband
met een en ander, en vooral in verband
met de sprekende cijfers, komt men
misschien tot andere, gedachten.
De Voorzitter kan zich met dit
voorstel niet vereenigen, wijl het reeds
een besluit is door den raad in de ver
gadering van 28 Mei genomen. Er
behoeft niet meer te worden besloten
om een raadhuis te gaan bouwen. Dat
besluit is reeds lang genomen. Nu
heeft men het aangeboden plan te
bespreken. De verschillende cijfers van
de begrooting kan men dan toch wei
noemen.
De heer Middelkoop geeft gaarne
toe dat het besluit daartoe is genomen
doch tengevolge van de slechte vooruit
zichten en nog steeds donkere toekomst,
zijn wellicht eenige leden tot andere
gedachten gekomen.
De heer M Rijken blijft het precies
hetzelfde. Of het nu eerst, of na af
handeling van de begrooting word
besproken, 't zal zijn overtuiging niet
doen veranderen.
De heer Michael kan zich goed met
het voorstel van den heer Middelkoop
vereenigen. Als men een financieel
overzicht en eenigszins een kijk op den
toestand van de gemeente heeft ge
kregen, dat zal wellicht van invloed
zijn.
De heer M. Rijken wil zich er niet
tegen verzetten, maar kan niet inzien
wat men er mee zal bereiken.
De Voorzitter ziet het nut er niet
van in.
De heer Middelkoop wil er dan niet
verder op aandringen.
De heer M Rijken blijft omtrent
deze voor hem onverkwikkelijke ge
schiedenis, bij al hetgeen hij in vorige
vergaderingen daarover heeft gezegd.
Hij kan niet begrijpen dat men in een
tijd van ongekende malaise een nieuw
raadhuis durft gaan bouwen terwijl men
een goed raadhuis heeft. De begrooting
zal niet meevallen maar van het eerste
jaar zal zoo weinig zijn te zeggen,
Het is met alles maar een slag in de
lucht slaan.
Wat het plan van het nieuwe raad
huis betreft, de afmetingen daarvan
zijn zoo klein, dat men later toch zal
moeten gaan bijbouwen en dat zou
hij willen voorkomen. Trouwens, hij
gelooft niet dat men dit plan voor
f 18000 gebouwd krijgt.
De Voorzitter merkt op dat in de
toelichting stond dat men meer naar
de Oostzijde zal moeten beginnen te
bouwen waardoor men dan vanzelf
meer ruimte krijgt tusschen het Raad
huis en het nieuw gebouwde postkan
toor. Het raadhuis is begroot op
f 17960 en de veldwachterswoning op
f 2021 waaraan dan, zoo als reeds is
opgemerkt, de afbraak van het oude
raadhuis zal worden gebruikt. Het ge
volg daarvan zal zijn dat werkeloozen
aan het werk kunnen worden gezet
o.a. aan het steenen schoonmaken,
zwarte grond uitgraven enz. De archi-
tect heeft de kosten expres niet te
hoog berekend opdat niet boven de
begrooting zal worden ingeschreven.
Met het oog op de slapte die in het
bouwbedrijf heerscht en het gunstige
jaargetijde om te bouwen is boven
dien een spoedige beslissing zeer
gewenscht.
De heer van Willigenburg merkt nog
op dat den architect last is gegeven de
begrooting zoo te berekenen dat be
slist het werk daarvoor wordt aange
nomen.
De indeeling van het Raadhuis is
voldoende groot en komt geheel over
een met den bouwtrant. Z i. ziet het
Raadhuis er zoo goed uit Voor, aan
de straatzijde, twee verdiepingen en
achter een en dat wordt zoo ingericht
dat, mochten later de werkzaamheden
eens zoo toenemen dat meer personeel
noodig is, dan kan daar gemakkelijk
en goedkoop aan worden bijgebouwd.
Thans echter kan men met een der
gelijk gebouw zeer goed volstaan
De heer Middelkoop merkt op dat
dit plan dus f 17.960 plus f 2520 kost,
dus goed f20 000 en dan heeft men
er een huisje bij dat, omdat het achter
in den tuin komt te staan, later geen
Waarde heeft en ziet men dan dat men
hier een goed gebouw heeft dat om
zijn bouwtrant bijna niet anders dan
gesloopt kan worden, dan mag zonder
overdrijving worden gezegd dat het
weggooien van geld is Bovendien zal
er nog wel een bedrag voor bijwerk
bijkomen, want zoo heeft hij gezien
dat er een brandkluis komt, doch de
deur ervan, welke makkelijk 1400 a
1500 gulden kan kosten, is nergens te
zien. Ook heeft hij niets van een cel
of cellen gezien. Deze moeten er toch
ook zijn.
Van Willigenburg. Er is er maar een
in de gemeente noodig. Het is niet
strikt noodzakelijk dat er cellen bij
het nieuwe raadhuis worden gemaakt.
Een kluis komt er en aan een kluis
behoort toch ook een deur, dus zal
deze er wel bij berekend zijn.
Middelkoop. Ik vrees van niet.
Ook de heer Michaels blijft bij het
geen hij over deze kwestie in een
vorige vergadering heeft gezegd. Zoo
ang de flnantieele toestand het absoluut
niet toelaat, zou hij voor een dergelijke
zaak geen geld willen uittrekken. Indien
er geen raadhuis was, dan was het nog
een ander geval, maar nu is er een
raadhuis waarmede men goed kan
volstaan.
Het ontworpen plan is geen gebouw
de»- gemeente waardig. Het lijkt gewoon
op niets. Dan is het toch heel wat
beter om wat te wachten tot de finan-
tieele toestand wat beter is om er dan
een gebouw neer te zetten de gemeente
waardig.
Voorzitter. De indeeling is zeer
practisch en het gebouw is de gemeente
zeker waardig.
Michael, 't Is een dood ding, waar
niets geen leven inzit.
M. Rijken. De afmetingen zijn hier
zeker zoo groot als op het plan staan
aangegeven en er werd gezegd dat
het hier niet voldoende groot is.
Voorzitter. De raadszaal wordt 10'/2
Meter lang.
M. Rijken. Het geheel bij elkaar
genomen wordt kleiner dan hier. Ik
heb alles nagegaan.
Middelkoop. Het publiek komt langs
bezijden te staan en dat is een groot
bezwaar, want het is beslist hinderlijk
als je menschen achter je hebt staan.
De Voorzitter merkt op dat de
publieke tribune zoover niet reikt,
want het vervolg daarvan is voor de
pers bestemd.
Middelkoop. Het uiterlijk van het
geheel is m.i. ook niets, 't Lijkt wel
iets uit een blokkedoos, iets wat men
in elkaar zet van sigarenkistjes en
sigarettendoosjes
Michael. Ik heb eenige plannen bij
me die de heeren straks, als ze daar
interesse voor hebben, eens kunnen
inzien. Voor het plan door Burg. en
Weth. aangeboden kan hij zijn stem
absoluut niet geven. Eerstens omdat
de tijdsomstandigheden niet toelaten
een raadhuis te bouwen en tweedens
omdat het een ding de gemeente
onwaardig is.
De Voorzitter meent dat de zaak nu
van alle kanten is besproken en brengt
het voorstel van Burg. en Weth. in
omvraag dat wordt aangenomen met
8 tegen 3 stemmen.
Voor het voorstel stemden de heeren
J. Rijken, Kerst, Oerlemans, Moonen,
Zwart, B. Verhoeven, van Willigenburg
en B. v. d. Hoeven.
Tegen de heeren M. Rijken, Michael
en Middelkoop.
Vaststelling verordeningen op de
heffing en invordering van schoolgeld
voor het gewoon lager en het vervolg
onderwijs in de gemeente Sprang-
Capelle.
Bij een inkomen van f800 is geen
i schoolgeld verschuldigd.
De heer Oerlemans meent dat iemand
met een inkomen van f 15 per week
geen schoolgeld kan betalen. Stelt men
het bedrag op f800 vast, dan zullen
er ontzettend veel oninvorderbaar-
verklaringen komen. Hij geeft daarom
in overweging dit bedrag op f 900
vast te stellen.
I De Voorzitter zou daar niet zoo ge
makkelijk toe over willen gaan omdat,
komen er omstandigheden voor, men
nog altijd vrijstelling kan verleenen.
De heer Michael zou willen zeggen
dat de heele verordening niet deugd
want nu komt er in voor dat iemand,
die geen inkomstenbelasting betaalt,
van schoolgeld is vrijgesteld. Heeft hij
volgens zijn boeken dit jaar niets ver
diend, dan zou hij geen schoolgeld
behoeven te betalen en dat acht hij
onbillijk en noemt zulks een treurige
geschiedenis
De heer M. Rijken heeft dezer dagen
in de courant gelezen waar het is
gebeurd, is hem ontgaan dat is uit
gesproken dat iemand, die vrij van
inkomstenbelasting was, toch plaatse
lijke belasting moest betalen. Dat was
een uitspraak van de Rechtbank naar
hij meent van Amsterdam.
De heer Michael zou het treurig
vinden indien hij, als hij eens een
jaar geen inkomstenbelasting behoefde
te betalen, geen schoolgeld zou moeten
betalen.
De heer Oerlemans stelt voor bij
f 900 te beginnen.
De heer Zwart zou daar niet toe
over gaan. In Sprang heeft men gezien
hoe weinig er achterwege zijn gebleven
en dan in een tijd dat er zooveel
werkeloosheid heeft geheerscht. On
geveer f 63 is maar behoeven te worden
afgeschreven.
De heer Oerlemans zegt dat dit
bedrag in Vrijhoeve-Capelle en in
Capelle veel hooger is geweest. Wel
zijn er geen posten oninvorderbaar
verklaard.
De heer Zwart merkt op dat in
ieder geval weinig schoolgeld is binnen
gekomen.
De heer M Rijken meent dat dit
een andere oorzaak kan hebben.
De heer Van Willigenburg wijst er
op dat men zooveel mogelijk het onder
wijs moet laten betalen. Bovendien
kan altijd, als zulks noodig blijkt,
worden ingegrepen.
De heer M. Rijken zegt dat het
mooie woorden zijn van den heer Van
Willigenburg. dat men het onderwijs
moet laten betalen zooveel mogelijk.
Hier heeft men althans die gedachten
niet gehad, ook al was het geleerd
en zelfs bij hooger staande menschen
is dit het geval. Er zijn zooveel mooie
spreuken en spreekwoorden, die nog
wel waar zijn, maar niet meer in toe
passing worden gebracht. Zoo is er
ook nog een spreekwoord dat zegt:
Het is gemakkelijk riemen snijden van
een andermans leer.
Michael. Ik geloof dat dit spreek
woord juist heel druk tegenwoordig
in toepassing wordt gebracht.
Van Wiiligenburg. Als U daar een
bedoeling mede hebt, dan wil ik U
wel eens heel gaarne daarop ant
woorden.
M. Rijken. Ik heb daar geen be
doeling mee, ik zeg het in het algemeen.
De heer Kerst zou het door Burg.
en Weth. voorgestelde bedrag van f 800
willen handhaven.
De Voorzitter merkt nog op dat men
de aftrek heeft wanneer men meer dan
één kind op school heeft.
De heer Verhoeven meent dat het
schoolgeld al laag genoeg is gesteld
en zou daarom ook het door Burg. en
Weth. voorgestelde bedrag willen hand
haven.
De heeren Michael en Middelkoop
ondersteunen het voorstel van den heer
Oerlemans.
De Voorzitter brengt het voorstel van
den heer Oerlemans in omvraag dat
wordt verworpen met 8 tegen 3 stem
men.
Voor stemden de heeren Middelkoop,
Michael en Oerlemans.
Tegen de heeren J. Rijken. M. Rijken,
Kerst. Moonen, Zwart, Verhoeven, Van
Willigenburg en Van der Hoeven.
5 Voorstel van Burg en Weth. tot
wijziging van de Concessievoorwaarden
van de N.V. Waterleiding Mij. Noord-
West-Brabant.
De Voorzitter zegt dat eenige wijzi
gingen zijn aangebracht in het bere
kenen van het water. Vroeger werd
het naar de kadastrale huurwaarde
berekend, nu naar het aantal kamers.
De heer M. Rijken zegt gezien te
hebben dat men al zou men geen
water verbruiken toch 12'/2 M. moet
betalen. Dat noemt hij een ongepermit
teerde dwang op iemand leggen.
De heer Middelkoop meent dat dit
vroeger ook in de concessie heeft
gestaan.
De heer M. Rijken zegt dat als dit
zoo is, tegensputteren niets meer baat.
Hij vindt het echter een groote dwang
op iemand leggen. Indien men goed
water heeft, zou men toch moeten
aansluiten.
Voorzitter. Na 5 jaar pas.
M. Rijken. Ik (jlenk dat de strop voor
de gemeente nog grooter zal zijn dan
die van het electriciteitsbedrijf.
De heeren Michael en Middelkoop
zijn niet van dit gevoelen.
J. Rijken. Dat ze hier. waar het zeer
moerrassig is, waterleiding aanleggen,
kan ik goedvinden, maar dat men het
in Sprang heeft laten aanleggen, waar
men over het algemeen genomen heel
goed water heeft, kan ik niet begrijpen.
Conform het voorstel van Burg en
Weth. wordt hierna met algemeene
stemmen besloten.
6. Voorstel van Burg. en Weth. tot
aansluiting bij de N.V. Waterleiding
Mij. Noord-West-Brabant voor wat
betreft de voormalige gemeente Vrijh.-
Capelle
Voorzitter. Burg. en Weth, stellen
voor aan te sluiten We zijn van oor
deel dat de lasten ter eeniger tijd
anders op Vrijhoeve-Capelle rusten
zonder dat dit van de lusten kan
profiteeren. De gemeentenaren aldaar
moeten ook kunnen aansluiten.
De heer Oerlemans moet het voorstel
ontraden van Burg. en Weth. Waarom
de strop gaan vergrooten met f 28000.
De menschen stellen er bovendien geen
belang in, ze wenschen niet aan te
sluiten en dan gaat het niet aan die
lasten op de schouders te gaan leggen.
De verbruikers van het water betalen
de rente, niet de gemeente.
De heer Michaël zou in ieder geval
vergunning tot het leggen van buizen
willen geven zonder verdere verplich
ting.
De heer Oerlemans kan zich daar
wel mee vereenigen en zou als tegen
prestatie daarvoor eenige brandkranen
willen zien gelegd.
De Voorzitter zegt dat op iedere 80
Meter een brandkraan komt. Hij is van
meening dat men daarop niet zal ingaan
wijl de buizen toch door de gemeente
zullen moeten worden gelegd.
De heer M. Rijken blijft van meening
dat het een strop voor de gemeente
zal zijn evenals dit het geval is met
het electriciteitsbedrijf. Toen werd ook
alles even mooi voorgespiegeld.
De heer Oerlemans is het daar niet
mee eens. Hier betalen de waterver
bruikers alle kosten.
Middelkoop. De gemeente is aan
sprakelijk voor de rente.
Oerlemans. Dan gaan de tarieven
maar omhoog.
M. Rijken. Nu worden de menschen
gedwongen 12'[2 M. te betalen en
dat is ongepermitteerd.
De heer Oerlemans zegt dat de be
volking in Vrijhoeve-Capelle met het
destijds genomen besluit om niet aan
te sluiten, zeer ingenomen is geweest
want nooit is er eenig protest of wat
ook tegen dat besluit gehoord.
De heer Rijken wenschte dat men
er hier ook zoo voor zou hebben
gestaan.
Het voorstel van Burg. en Weth.
hierna in omvraag gebracht, wordt
verworpen met 6 tegen 5 stemmen.
Voor stemden de heeren Moonen,
Zwart, Verhoeven, van Willigenburg en
van der Hoeven
Tegen de heeren J. Rijken, M. Rijken,
Kerst, Oerlemans, Michael en Mid
delkoop.
Een verzoek tot het doorleggen van
buizen in de voormalige gemeente
Vrijhoeve-Capelle, wordt met alge
meene stemmen aangenomen.
(Wordt vervolgd).
De verklaring afgelegd in
't Engelsche Lager- en Hoogerhuis
luidt als volgt
Op zeven Juni 11. heeft de Duitsche
regeering na de antwoorden van de
Entente-regeeringen op haar eerste nota
van 2 Mei te hebben overwogen hun
een nieuw memorandum toegezonden
houdende herziene voorstellen om de
kwesties van de schadevergoeding en
de Roerbezetting te behandelen. De
Entente-regeeringen hebben overleg
gepleegd om hun wederzijdsche in
zichten vast te stellen en duidelijk te
maken, en de Fransche en Belgische
regeeringen in het bijzonder hebben
met de Engelsche regeering daarover
van gedachten gewisseld.
Een maand later, op 12 Juli is een
verklaring afgelegd in beide huizen
van het Parlement over het door de
Engelsche regeering ingenomen stand
punt en daarbij is sterke nadruk ge
legd op de noodzakelijkheid van een
actie teneinde een einde te maken
aan den toestand die zoowel gevaar
lijk was voor den vrede van Europa
als voor de belangen van alle betrokken
partijen.
De Britsche regeering legde zekere
voorstellen over als grondslag voor
zoodanige actie en de mededeeling
eindigde toen met den geallieerden
bepaalde stappen aan te bevelen.
De Britsche regeering nam het
standpunt in dat de voorstellen, vervat
in de Duitsche nota van 7 Juni onder
zocht en beantwoord verdienden te
worden en dat zulk een antwoord zoo
mogelijk een geallieerd antwoord moest
zijn. Voorzoover verder de Fransche
en Belgische regeeringen ongeneigd
waren het initiatief te nemen tot het
formuleeren van een antwoord, zeide
de Britsche regeering de verantwoor
ding op zich te willen nemen, om het
ontwerp van een antwoord op te
stellen, dat zij ter overweging aan hare
bondgenooten wilde toezenden.
Ingevolge dit voornemen stelde de
Britsche regeering het ontwerp op van
een identiek antwoord, dat zij op 20
Juli verzond met een begeleidende
nota aan de geallieerde regeeringen
van Frankrijk, België, Italië en Japan.
In dit ontwerp van antwoord be
handelde zij verschillende voorstellen
vervat in het Duitsche memorandum
van 7 Juni. Zij uitte de meening, dat,
terwijl niets diende te geschieden, dat
onvereenigbaar was met de bepalingen
van het tractaat van Versailles het zijn
voordeel zou hebben als onpartijdige
deskundigen in samenwerking met de
commissie van herstel Duitschland's
betalingscapaciteit zouden onder
zoeken.
Wat de kwestie van de waarborgen,
door de Duitsche regeering aangeboden,
betrof, liet de Britsche regeering verder
uitkomen, dat de oeconomische waarde
van eiken zoodanigen waarborg groo-
tendeels moest afhangen van factoren
waarvan het Duitsche memorandum
geen melding had gemaakt, zooals de
stabilisatie van de mark en het in
evenwicht brengen van de Duitsche
begrooting en dat geen waarborgen
doeltreffend konden zijn, tenzij voor
zieningen werden getroffen voor den
een of anderen vorm van internationale
controle van Duitschland's financieele
beheer.
Het ontwerp van antwoord eindigde
met de Duitsche regeering den raad
te geven, indien zij de hervatting van
het onderzoek wenschte, zonder verder
vertoef de vorderingen en besluiten
in te trekken, die de politiek van het
lijdelijk verzet hadden georganiseerd
en aangewakkerd en ondubbelzinnig
daden van geweld en sabotage te ver
loochenen, die haar in sommige ge
vallen vergezeld hadden en het ontwerp
uitte het geloof, dat zulk een handel
wijze van den kant van Duitschland
zou meebrengen dat de bezettende
mogendheden de voorwaarden van hun
bezetting opnieuw zouden overwegen