Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
Binnenland.
feuilleton
Aannemer.
t
EERSTE BLAD.
Waalwijk.
„NOOKD-BRABAND"
NUMMER 73.
ZATERDAO 1 SEPTEMBER 1923.
18e JAABÖANG,
2)it nummer bestaat uit 'Jwae
Bladen
De finanlieele toestand van Nederland.
In verband met het feit, dat in de
komende weken zal worden beslist
over de richting in onze financieele
politiek, geeft de Telegraaf het oordeel
van den heei* Westerman, president
der Rotterdamsche Bankvereeniging,
over den huidigen financieelen toestand
weer.
Het is absoluut noodzakelijk, dat
het budget in orde wordt gebracht,
willen wij niet ernslige dingen zien
gebeuren. Dat dit niet door middel
van belastingverhoogtng kan geschie
den, zal ieder nu langzamerhand wel
duidelijk zijn. De opdrijving der belas
tingen is een systeem gebleken, dat
denken doet aan het slachten van de
bekende kip met de gouden eieren.
Reeds nu blijkt, dat de Staatsinkom
sten uit die bronnen teruggaan en toch
geven die cijfers nog een geflatteerd
beeld van den werkelijken toestand,
die zich in de cijfers der komende
jaren veel scherper zal afspiegelen.
Zij, die van een middelmatig inkomen
moeten rondkomen, gaan zwaar gebukt
onder den druk der juist voor hen zoo
veel duurder geworden ievenskosten.
De groote inkomens zijn door de tot
het uiterste aangedraaide belasting-
schroef dermate gereduceerd, dat van
nieuwe kapitaalvorming daaruit geen
kwestie meer is en integendeel het
kapitaal, dat toch reeds door allerlei
andere omstandigheden, ik noem slechts
de Russische, Oostenrijksche, Hongaar-
sche en Balkan-débacles, sterk is ver
minderd, verder aangevreten wordt.
Bovendien lijden de inkomens onder
den slechten toestand van handel
scheepvaart en nijverheid, met in hun
gevolg geen of lage dividenden, weg
blijven van tantièmes etc. De situatie
van de beurs, een beurs van verkoo-
pers, toont dit voldoende aan.
Wat dit alles voor gevolgen moet
hebben op den geheelen welstand,
laat zich gemakkelijk raden maar dit
terzijde latend, is het toch duidelijk
dat de Staat, met die wetenschap, niet
voort kan leven alsof er n'ets aan de
hand was.
Daarom is het gebiedend nood
zakelijk, dat deze, zoo goed als ieder
een het doen moet, zijn uitgaven be
perkt, terugkomt op allerlei wetten en
besluiten, die kosten met zich brengen,
die hij zich onder de huidige omstan
digheden niet kan en niet mag ver-
oorlooven. De Regeering, die dat niet
zou inzien, moet we! met blindheid
geslagen zijn en de volksvertegen
woordiging, die de Regeering in haar
pogingen om tot een gezonden finan
cieelen toestand te komen, zou dwars-
boomen, zou regelrecht tegen de be
langen van het volk, als geheel ge
nomen, ingaan.
Wat zouden de consequentiën zijn
van een voort blijven wandelen op
den gevolgden weg? Stijging van de
vlottende schuld, of zelfs als deze
geconsolideerd werd, stijging van de
uitgaven onder het hoofd dienst van
leeningen en blijvende tekorten met
onvermijdelijke inflatie.
Men moet daar heusch niet gering
over denken en zich liever eens spie
gelen aan het buitenland, waar door
een niet tijdig ingrijpen geheele klassen
der bevolking weggeveegd zijn, vooral
de kern van iedere natie, het beste
deeg, de middenstand en het intellect.
En dat niet alleen de opkomst van
de minste elementen, de vergiftiging
en demoraliseering van de geheele
samenleving, zijn hiervan mede het
gevolg geweest.
Het is nog niet te laat en de klip
kan nog worden omzeild, maar het is
de hoogste tijd, dat het roer worde
omgegooid en dat de orde op het schip
van Staat worde hersteld. Er is ten
minste nu een kapitein gevonden.
Het was gisteren in de middag
uren buitengewoon druk vóór het Ko
ninklijk Paleis in het Noordeinde te
's-Gravenhage.
Vele honderden hadden daar e:n
plaatsje gezocht, bekend als het was
dat de Koningin dien middag verschil
lende gezanten zou ontvangen, die Haar
ter gelegenheid van haar jubileum ge
schenken of brieven zouden komen
overbrengen van de souvereinen of
staatshoofden, door die diplomaten bij
het Hof der Koningin vertegenwoor
digd.
Het werd tensiotte zoo druk, dat
bereden politie eenige orde moest
komen brengen in den steeds wassen
den menschenstroom,
Het mooiste schouwspel kregen de
belangstellenden te genieten toen circa
half drie de nieuwe Perzische gezant,
die zijn geloofsbrief aan de Koningin
kwam overhandigen, ten Paleize aan
kwam in een galakoets van het Hof,
waarvan het tweespan paarden van
den breeden rooden bok bestuurd
werd door een wit-gepruikten koetsier
in groot-gala livrei, terwijl de koets
SPECIAAL ADRES VOOR:
Granietwerken, Terrazzovloeren, Aanrechten,
Gootsteen, Dorpels enz.
INRICHTING VOOR HOUTGRANIET-VLOEREN.
Alles met volle garantie. 30371
(^5T\WAALWU K rw
DOOR. ERVARING STERK.
32)
door twee rijknechten werd vooraf
gereden.
Korten tijd later reed Prins Hendrik
met zijn adjudant, kapitein terzeejhr.
von Muhlen uit, ter bijwoning van de
opening van het internationale Congres
voor rundveeteelt,
De gezanten, die speciaal in ver
band met het Vorstelijk Jubileum kwa
men, reden in gewone auto's naar het
Paleis De meeste dezer diplomaten
droegen het ceremoniale ambtsgewaad
anderen, 0 a. die van Polen, Tsjecho
Slowakië en Hongarije droegen rok-
costuum.
Achtereenvolgens werden door Hare
Majesseit op plechstatige wijze, in
tegenwoordigheid van vele waardig-
heidsbekleeders van Haar Hof, in den
rooden salon van het Paleis ontvan
gen de Fransche gezant, de lieer
Charles Benoist, die Hare Majesteit,
naar wij vernemen, ten geschenke aan
bood een aantal in fraaie ecrins be
sloten theekoppen van Sèvres-porce-
leinde Chineesche gezant, Wang-
Kouang Ky, die de Koningin het Groot-
kruiskwam overhandigen van de „Ordre
du Grand Mérite", welke uitsluitend
wordt geschonken aan Staatshoofden
de gezant van Polen, de heer Wierusz-
Kowalski, die het Grootkruis van de
hoogste onderscheiding welke dat iand
kent overhandigde n.l. de orde van
den Witten Adelaarde gezant van
Engeland, sir Charles Marling, over-
brenger van een eigenhandig schrijven
van den koning van Engelandde
Braziliaansche gezant, de heer de
Brienne Feitosa, die eveneens een
schrijven van gelukwensch overhan
digde van den President van die Re
publiek de gezant van Tsjecho-Slo-
wakië, den heer Zdenek Fierlinger, die
een schrijven van het Staatshoofd van
dat land san H.M ter hand stelde de
Grieksche gezant, de heer Kapsambe-
lis. die H M. een geschenk aanbood,
dat voorloopig, daar het nog niet ge
heel gereed was gekomen, werd over
handigd in den vorm van een maquette
eener copie in marmer van het stand
beeld van Elensin Triptalemis, den
God of beschermer van den Land-
Landbouwtenslotte de zaakgelastigde
van Hongarije, de heer Ambro de
Adamcz. die H.M. een persoonlijk
schrijven ter hand stelde van den
Regent van Hongarije.
De ontvangst der gezanten had plaats
tusschen 3 en 6 uur, zij staat geheel
afgescheiden van de ontvangst en
corps van alle hoofden van vreemde
gezantschappen met hunne echtgenoo-
ten, welke, gelijk eenige dagen geleden
gemeld, zal plaats hebben op den ver
jaardag der Koningin, des avonds tus
schen half zes en kwart voor zessen
Abonneert V op en Adverteert in
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN",
het meest geleeen blad in de Lang
straat en Omgeving.
De Echo van het Zuiden,
en Lanffsfraatsclie Courant.
Dit fciad T«r#ettój»t
WOHNBDAG EiN ZATBBDAÖ.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
BTanco per post door het geheel® rijk 1.40.
Brievan, Ingezonden stokken, gelden om.,
fmneo te eenden aa» den Uitgever.
ünecars:
WAALWIJK8CEE STOOMDRUKKERIJ AN TOON TIELEN.
Telefoon Ho. it UtelegJvAdre#ECHO.
1.50.
Prijs dar Adverteatiia:
20 eant par regelminimum
Reclame» 40 cent p«r regel.
Bij contract flink rabat,
Advertenüën moeten Woensdag en Vrijdag
dos morgen.» om stierlijk S msr ha ons fceslt
«UB
van „De Echo van het Zuiden
vewhIpël
Naar het Dultsch door H. Fr.
A-
I. den Teoling-de Leijer.
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEK
I fcèaaczaii c_m "Jat
„Gij kunt Mr. Borne's karakter maar op
pervlakkig kennen", ging sir George voort,
l'as eenige maanden houdt hij verblijf in
Itookham. Toen ik van uwe verloving hoor
de, schreef ik onmiddellijk naar Londen, om
inlichtingen omtrent Mr. Borne in te win
nen; liet antwoord dat ik kreeg was 7.00, dat
ik mr. Harpe en lord Stonefield onmiddellijk
moest verzoeken met my herwaarts te
gaan om u den onaangenamen uitslag mede
te deelen. Lady Rokeby, deze Digby Borne,
met wien gij verloofd zyt, is een schurk,
een speler, een man, die uw achting geen
oogenblik verdient."
„Werkelijk?" zeide lady Rokeby, op licht
spottenden toon,
„Voor zoover ik weet bewoog Mr. Borne
zich in de beste kringen. Verleden jaar nog
was hij de gast van den hertog van Notting
ham en tóen weet dat de hertog ten opzichte
van zijn omgang zeer streng is."
„De hertog van Nottingham is een verre
bloedverwant van Mr. Borne en noodigde
hem uit by zich, in de hoop, hem daardoor
van z'n liederlijken levenswandel af te bren
gen," zeide sir George ernstig.
„Maar 't is niet met mr. Borne's voor
name betrekkingen, maar met den man
zelf, dat gij uw lot wilt gaan verbinden,
lady Itokeby. Ik bezweer u dien stap nog
rijp te overwegen, Blijf liever uw gansche
loven sir Henry's geachte weduwe dan dat
gij de vrouw zoudt worden van oen Digby
Borne.
„Ik denk er niet zoo over, antwoordde
lady Itokeby hoonend. Ik acht my zelve heel
goed in staat om eene keuze te doen, sir
George. Binnen veertien dagen trouw ik met
mr. Borne en als gij het met mijn huwelijk
niet eens zyt kunt gij uw ongenoegen te
kennen geven, door van de bruiloft weg te
blijven. En thans verzoek ik u over de zaak
niet verder te spreken. Ik ben niet in een
stemming om uwe verdachtmakingen van
een man van oer kalm aan te hooren, en uw
ijverzucht voor de nagedachtenis van sir
Henry Rokeby mag u niet blind maken
voor het feit, dat deugd en eer niet met j
hem zijn uitgestorven." i
Ontzet en verward staarde sir George
haar aan. Nina werd bleek en verontwaar- i
diging was in hare oognn te lezen; maar zij j
zweeg.
„Met alle achting voor uwe meening, sir
George," sprak nu mr. Harpc, houd ik het
voor beter ingevolge den wensch van lady
Rokeby, niet verder over sir Borne to spre
ken. In een geval als het tegenwoordige" is
het steeds, moeilijk onaangename mededee-
lingen te doen. Willen we thans overgaan
tot de aangelegenheid, die ons eigenlijk hier
heen voerde? Veroorlooft gij mij u te vra
gen, lady Rokeby, of gy denkt op Rookhurst
te bleven, ook nadat gij Mrs. Iiorne gewor
den zult zijn."
Een trotsche blik schoot uit mr». Rokeby's
zwarte oogen.
,,'t Is mijn plan gedurende de minder
jarigheid mijner stiefdochter met mijn echt
genoot hier te wonen", verklaarde zij. „Ik
ben Nina's persoonlijke hoedster en als zoo
danig werd mij Rookhurst als verblijf aan
gewezen."
„Aan een toestand zooals gij dien voor
stelt, mevrouw, heeft sir Henry in het ge
heel niet gedacht," zeide mr. Harpe. „Mr.
Borne tot heer in het slot Rookhurst te
maken is iets gansch onverwachts, iets on
gehoords."
„Waar ik meesteres ben zal mijn echtge
noot meester zijn," bevestigde lady Rokeby.
„Zoo behoorde het ook te zijn," hernam
mr. Harpe, „maar gij moet toch inzien hoe
onpassend 't zoude zijn mr. Borne meester
op Rookhurst te maken. Vergeef mij mijne
openhartigheid, mylndy, maar eigenlijk be-
hoordet gij 11 uit fijngevoeligheid, naar aan
leiding van uw derde huwelijk, van Rook
hurst terug te trekken en wij zijn gekomen
om u voor te stellen dat Rookhurst voor-
loopig gesloten worde, miss Nina stelle
zich onder de persoonlijke hoede van sir
George Markham en zijne gemalin, en gij
met uwen nieuwen echtgenoot, vestigt u op
Rokeby-House, uw weduwengoed, of waar
elders gij verkiest."
Lady Rokeby fronste dé wenkbrauwen
van ergernis en trots.
„Ik zal op Rookhurst blijven," riep zij
hoogmoedig. „Als gij mij wilt verwijderen
moet gij maar procedeerenwanneer gij ge
looft dat ha ars vaders gewezene eclitge-
nooto cone niet passende hoedster is voor
miss Rokeby dan kunt gij sir Henry's tes
tament laten vernietigen, of gerechtelijke
stappen doen om haar een anderen persoon
lijken voogd te laten geven. Ik zal van
mijnen post niet wijken, noch de mij door
mijn overleden echtgenoot opgedragene be
irekking prijs geven, als ik daartoe niet
gedwongen word".
Lord Stonefield kleurde toen hij deze
woorden hoorde, en hij wendde zich thans
met zyné heldere, welluidende stem tot
Nina
„Miss Rokeby, de zaak betreft u vóór alle
anderen, en gij zult eene stem daarbij heb
ben. Het. aanslaande huwelijk van lady Ro
keby verandert uwe tegenwoordige betrek
king tegenover haar geheel en al.
Nu zij mrs Digby Borne wordt komt het
mij voor dat lady Rokeby alle betrekking
tot sir Rokeby afbreekt, en zij ophoudt uw
stiefmoeder te zijn.
't Is aan u te beslissen of gij na haar op
handen zijnd huwelijk met, haar wilt sa
men wonen, 't Is aan u te zeggen of gij in
hare plaats oen anderen persoonlijken voogd
wilt laten kiezen."
Aller oogen wendden zich naar het sclioo-
ne meisje.
„Eer Nina een besluit neemt," begon de
lady haastig', „zij het. mij vergund eenige
woorden tot haar te richten."
„Heb ik u niet steeds met goedheid en
teenderheid behandeld, Nina, sedert gy te
huis zijt teruggekeerd? Heb ik mij ook maar
een enkele maal nalatig, stiefmoederlijk,
hard of achteloos aangesteld? Heb ik niet
in alle opzichten naar uwe' wensehen gehan
deld?"
Nina koiule deze vragen niet onkonnend
beantwoorden.
„En wat is uw besluit, mijn kind," vroeg'
sir George Markham.
„Gij zyt zeer goed ten mijnen opzichte,
sir George, en ook gy lord Stonefield en mr
Harpe", zeide het jonge meisje met beven
de stem, „en ik kan geen woorden vinden
om u mijne dankbaarheid te betuigen voor
uwe bezorgdheid. Ik beaam alles wat gij
gezegd hebt en deel uwe meening. Openhar
tig beken ik dat lady Rokeby's huwelijk mij
tegenstaat, en ik begrijp niet hoe zij mr.
Digby Borne in plaats van papa tot echtge
noot kan nemen; maar ik heb mijn best
gedaan om mij in dien ontzettenden toe
stand te Schikken, al betreur ik het geen
voldoende verontschuldigingen te vinden,
om langs gereehtelijken weg een anderen
persoonlijken voogd te verlangen. Met tót.
Digby Borne zal ik weinig te maken of te
praten hebben en Rookhurst is groot ge
noeg voor ons beide.'t Was papa's verlan
gen dat ik een bepaalden tijd onder lady
Rokeby's toezicht bleef en daarom geloof ik
dat het niet billijk van mijne zijde zou zijn
den beslissende stap te doen, dien gij mij
aanraadt."
„Ik weet niet of. gij gelijk hebt, Nina"
zeide sir George„in alle geval zullen wij
u dikwijls bezoeken en mijn huis zal steeds
voor u openstaan en mijne vrouw en doch
ter zullen ziel) immer gelukkig achten u in
den schoot onzer familie op te nemen."
„Ik zal uwe goedheid nooit vergeten,"
zeide Nina dankbaar.
De bezoekers, oordeelende dat hunne zen
ding mislukt was, boden lady Rokeby hun
gelukwenschen aan voor de toekomst en
namen afscheid.
Aan de deur keerde sir George zich om en
zeide tot Nina
„Gy ziet er bleek uit, lieve Nina. Ga met
ons mede in de vrije lucht, ik heb nog een
boodschap voor u van myne dochter."
Nina nam een hoed en ging met de hee-
ren mede.
De paarden stonden gereed en mr. Harpe
steeg op. Sir George ei> lord Stonefield hin
gen de tengels 0111 den arm en gingen lang
zaam met de jonge erfgename de laan
door.
„Ik vrees zeer, liefste," zeide de goede
baronet, „dat gij van daag een -besluit hebt
genomen, waarover gy nog berouw zult heb
ben. Als gy nog langer ongehuwd blijft, dan
vrees ik dat deze Borne's in Rookhurst de
eerste drie jaren vreeselyk zullen huishou
den. Digby Borne zal uws vaders buis ma
ken tot een verzamelplaats van nietswaar-
clige lui én gij zult in aanraking komen met
mannen, die uw vader nooit over zijn drem
pel zou liebbon. laten komen."
„Als zoo iets zoude, gebeuren," zeide Nina
vast besloten, „dan zou ik uw voorstel in
overweging nemen en gewis ook dienover
eenkomstig handelen."
„Dan deedt gij lvet best, over Stonefield's
voorstel na te denken," zeide sir George
lachend maar ernstig. „Eens moet gij toch
trouwen, waarom dan niet spoedig? Kies er
maar een, waardig uws vaders plaats in te
nemen en gij zult gelukkig zijn". „Harpe,
wacht een oogenblik," riep de baronet met
verheffing van stem, „ik heb u iets te zeg
gen."
Lord Stonefield had de laatste weken
dikwijls bezoeken afgelegd op Rookhurst,
maar sedert zijne eertse liefdesverklaring
had liij geen vertrouweyk gesprek meer met
Nina gehad, en steeds was het hem voorge
komen dat zjj hem met opzet ontweek.
Hij erkende dat zich thans eene uiterst
gunstige gelegenheid aanbood om zijn aan
zoek te hernieuwen, en hij besloot er gebruik
van to maken.
„Ik vrees dat wij u heden wat te ruw
overvallen hebben, Nina," zeide de jonge
man, terwijl zij langzaam, tamelyk ver van
de beide ruiters verwijderd, de laan langs
wandelden.
„Maar sir Georgè Markham was besloten
eene poging te doen lady Rokeby van deze
verbintenis terug te houden, die haar zeker
nog berouwen zal. Zij schijnt het ware ka
rakter van haar minnaar niet te kennen
en in weerwil van onze welgemeene waar
schuwing zal zy des te meer aan hein
hechten."
Hieruit blijkt dat lord Stonefield, of
schoon hij in het algemeen geen voorliefde
voor lady Rokeby had, in het minst niet,
vermoedde hoe sleelit zij in werkelijkheid
was.
„Het spyt niy om u," sprak Nina zuch
tend.
„Nu, zij zal eenvoudig de gevolgen van
haar eigenzinnigheid te dragen hebben."
zeide loid Stonefield; „maar gij moogt niet
mede lijden onder liaar ongeluk."
„Wees maar gerust, ik zal haar wel op
een afstand weten te houden."
(Wordt vervolgd).