IE BM1IH III MPU- Tweede Blad. Kerknieuws. Gemeenteraad. Numm 74. Zaterdag 8 Sept '23 kerkelijke kroniek leverde de bouwstof (Door den WelEerw. Heer J. Panken aangebracht.) Ter Herdenking en Vereering van de twee Waalwijksche Martelaars Paulus Gerardi van Wari/wtjck 1572 en Andreas O. J. M. Zijlmans 1900. (Slot.) heffen. Van der Schans. Met 30 pCt. te heffen zijn we niet van alle belas tingen af. Voorzitter. Neen. Van Buuren. Is dat wel juist wat lier wordt gezegd. Kunnen de potters niet beter wat meer betalen Dat bij- elkaar schrappen dient nergens voor, daar zit tenminste, voor wie ook, geen belang in. Iemand die gaarne goed eeft, behoeft niet meer te gaan betalen, althans zoo zou ik de zaak opzetten. De eene mensch heeft deze en weer een ander weer die begeerte. Men gaan opleggen die tenslotte nog een verordening voor bepaalde gevallen in verkeerde uitwerking heeft. het leven zal zijn geroepen. Laat ons Ik zeg nog eens, het is allemaal dat in de volgende vergadering behan- papler-vuilmakerij waar tenslotte weer delen, want nu kan ik er slecht over ,T. P. Kapelaan een ambtenaar voor noodig is voor het samenstellen van de noodige drukwerken Voorzitter. Ik. zal maar beginnen met den heer van Buuren te antwoorden op hetgeen door hem het laatst is opgemerkt. Hij zegt dan dat er weer een ambtenaar zal noodig zijn voor de samenstelling van de verschillende noodig zijnde drukwerken. Ik kan den heer van Buuren geruststellen. Een ambtenaar is er niet voor noodig en ook geen drukwerk, zoodat de kosten zeer miniem zullen zijn oordeelen. Voorzitter. Voor wat betreft het tweede deel. daar kan ik me wel mee vereenigen doch wat betreft het snoeien van boomen, daar zou ik nu maar het liefst een verordening voor willen zien vastgesteld. Smits. Worden de boomen dan door een zeker iemand gesnoeid Voorzitter. Neen, de eigenaarsmoelen dat zelf doen of laten doen als hun dat wordt aangezegd. De zaak is zoo Wordt bemerkt dat de takken van een boom oorzaak zullen worden dat kan de zaak ook zoo opzetten en zeggen dat iemand die graag leeft en waaraan dus iets is te verdienen, niet zoo hoog moet worden aangestaan als een potter waaraan niets is te ver- dienen en de gemeenschap dus niet goedkeuren. Dat er zaken gebeuren als boom moet snoeien. Deze verordening er wordt gedronken die niet goed zijn - -:-1 ■- r.m Van den Heuvel. Ik moet zeggen dat er storing in het net komt, dan wordt ik een tapverbod niet anders dan kan den eigenaar aangezegd dat hij die EETHEN. (Vervolg 8 Vaststelling verordening op de heffing en invordering van schoolgeld. Oed. Staten wenschen eenige her ziening daarin aangebracht te zien- Burg en Weth hebben in de ver ordening van Genderen deze wijzi gingen aangebracht en zijn nu gelijk, luidend met de andere gemeenten. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van Burg. en Weth. besloten. 9. Vaststelling verordening heffing opcenten Personeele Belasting. Voorzitter. In Genderen werd 25 pCt., in Meeuwen 30 en in Drongelen 50 pCt. geheven. Burg en Weth, komt het voor dat voor de gemeente Eethen het best de heffing op 30 pCt. kan worden gesteld. Van der Schans. Kan dat. Voorzitter U wil zeggen dat dit niet het gemiddelde is van 25, 30 en 50 en dat is ook zoo, het is het ge middelde niet dan zou het zeker 37 k 38 moeten zijn. Branderhorst. Met 30 pCt te heffen zullen wij er wel komen. Voorzitter. Volgens dat is te voor zien wel en daarom blijven wij onder het gemiddelde. Van der Schans. Ik heb het altijd de billijkste belasting gevonden. Die het breed heeft, laat het breed hangen en die moet daarom ook maar betalen. Daarom zou ik het heffings percentage hooger willen zien vast gesteld. Voorzitter. Die het uitwendig zoo laat zien, die erg luxueus leeft moet maar betalen. Van den anderen kant moet men ook weer zeggen dat als men weet dat men er met 30 pCt. kan komen, het onzin is om meer te gaan zoo mede is gebaat. Voorzitter. Als we zoo eens rondom ons zien, dan zien we menschen die royaal leven en we zien ook weer menschen die zuinig zijn, zooals de leer van Buuren zich uitdrukt, potters zijn. Het gebeurt ook wel dat er menschen zijn die royaal leven en toch jeen kapitaal hebben, dat is ook weer waar, maar over het algemeen genomen ben ik het met den heer van der Schans wel eens, dat degenen die zeer uxueus leeft, het ook wel zal kunnen doen, anders zouden ze het wel laten, dus ook wel belasting kunnen betalen. Van Buuren. In de wieg heeft men al een meening meegekregen en nu ligt het er maar juist aan welke meening men heeft. Ik moet zeggen dat ik het niet erg nobel vindt om die menschen die door hun leven laten leven hooger in de belasting te gaan aanslaan. De een zondigt hierin en een ander weer daarin. Voorzitter. Wij moeten wel min of meer naar het uiterlijke leven van de menschen oordeelen, want voor ons behoeven de menschen hun kas niet te openen om te laten zien hoeveel ze hebben. Wij moeten onze conclusie wel trekken uit het leven van de menschen. Van Buuren. Wij moeten nagaan uit de verschillende omstandigheden hoe hoog wij iemand hebben aan te slaan, maar niet hoe hij leeft. De potters zouden dan nog soberder voor den dag komen. Voorzitter. Niet tegen te spreken valt toch dat als iemand er royaal van leeft, hij het ook wel zal kunnen doen of het moet zijn ik zou wel willen maar het kan niet. Van Buuren. Wat wordt door de nazaten van die potters gezegd Jammer dat hij nog niet meet neeft. Men moet niet kijken naar hoe iemand leeft maar wat hij heeft. Dat juist moet men dikwijls alléén beoordeelen naar hoe iemand leeft. Voorzitten Er zijn er dan waarvan men het nooit kan zien en die er toch veel hebben Dat weten we nu toch alle maal wel. Wordt besloten 30 opcenten te heffen. 10. Voorstel tot wijziging van de verordening op de heffing en invorde ring van opcenten op de Grond belasting. Voorzitter. Wij stellen voor 80 op centen te heffen op de gebouwde en 2U op de ongebouwde eigendommen. Vervolgens wenschen Ged. Staten dat deze belasting loopt niet van 1 Mei maar van 1 Januari. Tot 1 Januari blijven de bestaande verordeningen dan van kracht Aldus wordt besloten. 11. Voorstel tot vaststelling van een verordening houdende tapverbod op de dagen der jubileumfeesten. Van den Minister van Handel en Nijverheid is een schrijven ingekomen waarin wordt aangedrongen om tijdens het houden van jubileumfeesten een tapverbod in te voeren. Voorzitter. Ik stel voor om als hier een jubileumfeest zal worden gevierd, een tapverbod in te voeren Smits. Wordt hier wei een feest gehouden Voorzitter. Daar is mij niets van bekend en daarom zeg ik ook als er een feest wordt gehouden. Smits. Ik ben het daar niet mee eens. Die menschen betalen voor hun vergunningsrecht. Dan moeten ze dat ook maar inhouden. Van Buuren. Ik ben er ouk sterk tegen. Ieder moet vrij zijn, want gaat men een tapverbod invoeren, men heeft het meermalen kunnen zien, dan loopen er menschen met de flesch in hun zak en drinken ze beslist veel meer dan wanneer ze in een café een glaasje kunnen drinken Ik weet wel. het komt van hooger hand, maar dat zegt voor mij niets. Wij weten wat de gevolgen zijn en al die aanstellerij is niets dan papier-vuilmakerij. Dat men de menschen vrij late, dat zal heel wat beter zijn. Wil men het geheele Rijk droog leggen, dan zou ik daar mijn stem wel aan willen geven doch zoover strekt het tapverbod zich niet uit. Bovendien men hoort hier bijna nooit van onge regeldheden en waarom dan een dwang heeft men dezer dagen nog kunnen zien De kasteleins kunnen toch wel geld verdienen door bier en andere dranken te verkoopen en de menschen zullen toch wel een dag sterken drank kunnen missen. Van Buuren. Ze steken dan een flesch in hun zak en drinken dan veel meer dan wanneer er geen tapverbod is. Van den Heuvel. Wij moeten toch maatregelen nemen. Smits. Als ge zulke maatregelen neemt, dan zijn ze niet goed. Ge wilt hebben dat de menschen niet drinken en juist door je maatregelen die ge treft drinken de menschen meer. Ik noem zoo'n maatregel zelfs slecht. Van der Schans. Als wij een tap verbod invoeren, dan zijn wij van de verantwoording af. Wat iedere mensch verder doet moet hij voor zichzelf weten. Voorzitter. Ik zou over deze aange legenheid ook heel wat kunnen zeggen. Ik zal dat niet doen en er alleen op wijzen dat het een vriendelijk verzoek is van het Ministerie van Arbeid, Handel en Nijverheid. De praktijk heeft geleerd dat bij feestelijkheden, het ge heele land door, steeds misbruik wordt gemaakt van sterken drank. Dat valt niet tegen te spreken, dat weet ieder een evengoed als ik. Ook behoef ik er niet op te wijzen, dat het vaak ge beurt dat door menschen die hebben gedronken dingen worden gedaan die ze in nuchteren toestand niet doen en waar ze dan later ook veel spijt van hebben. Het komt mij dan ook voor dat het een plicht van ons is om mede te werken, zij het dan op bescheiden voet, dat de feestelijkheden zonder eenig incident verloopen. Ik wil nie mand dupeeren, daarom zeg ik dit ook niet Ik meen zelfs dat de café-houders geen schade van zoo'n enkele dag zullen ondervinden. Men kan wel zeggen dat ze dan met een flesch in hun zak rondloopen, maar zeker is toch dat wij door een tapverbod het drankmisbruik zullen helpen bestrijden en om verantwoord te zijn voor ons zelf en ook voor de gemeenschap zou ik zeggen, moeten wij deze maatregelen treffen. Ik kan niet inzien dat er iemand door wordt benadeeld. Ik weet ook wel, wij leven in een vrij Nederland, maar men moet bedenken dat de wet niet wordt gemaakt voor de goeden, maar voor slechts enkele kwaden. Worden er geen feesten gehouden, dan komt het tapverbod er natuurlijk niet. Het voorstel van Burg en Weth in omvraag gebracht, wordt aangenomen met 4 tegen 2 stemmen Voor stemden de heeren Brander horst, Van den Heuvel, Van der Schans en Van Beek. Tegen Van Buuren en Smits. 12. Vaststelling verordening op het snoeien van boomen Voorzitter. Dat een dergelijke ver ordening in het leven wordt geroepen zit 'm in het electrisch net. Nog slechts twee da«en geleden hebben wij weer een geval gehad dat er een storing was en dat gebeurt aanhoudend, dan is het hier en dan daar stuk en dan kan de agent het net maar naloopen om het euvel op te sporen. De oor zaak hiervan is dat de boomen op veel plaatsen veel te dicht bij het net staan en bij den minsten wind komen dan de takken in aanraking met het net, tengevolge waarvan er storing ontstaat In Genderen heeft men zoo'n verordening al gehad. Daar kwam ook een bepaling in voor dat het verboden was om mestvaalten op minder dan 2 meter van de straat te houden. Vroeger, toen deze verorde ning nog niet bestond was het soms voor het publiek hinderlijk, zoo dicht men de mestvaalten langs de straat had liggen Smits. Maar het kan dikwijls niet anders B v. als iemand anders geen plaats heeft. Voorzitter. Daar voorziet de veror dening in. Er is een artikel wat zegt dat Burg. en Weth. ontheffing hiervan kunnen verleenen en deze zullen dat, als het niet schadelijk of hinderlijk is, dan ook wel doen. Van Buuren. Ik begrijp dat deze wordt niet in het leven geroepen om iemand te plagen of onaangenaam te zijn, maar is om de onwilligen te kunnen dwingen. Van Buuren. Ik heb wel eens van een maréchaussee verbaal gehad omdat er vuil van mijn wagen was geloopen. Er schijnt daarvoor dus al een wet te bestaan. Van der Schans. Ik heb het ook wel eens gezien dat als men naar Waalwijk rijdt, men op of heel. dicht langs den weg mestvaalten ziet liggen, wat zeer hinderlijk is, maar waar gewoonweg niets aan te doen was. Zoo'n wet is goed als er iemand is die niet anders wil en gedwongen moet worden. Branderhorst. Bij A v. d. Heuvel heeft men het ook gehad. Er kwam toen klacht op klacht, maar hij wensch- te er maar geen gehoor aan te geven en toen is deze verordening gemaakt en moest toen wel. Van Buuren. Ik vind het anders gevaarlijk als te veel in handen van Burg. en Weth moet worden gelegd. Voorzitter. Wij kunnen dus deze verordening aannemen en later dan een artikel er aan toevoegen betref fende de mestvaalten. Met algemeene stemmen wordt daar toe besloten. 13. Benoeming lid der Schattings commissie voor de Rijksinkomsten- belasting wegens bedanken van den heer G Branderhorst. Voorzitter. Ik zou durven voorstellen daarvoor te benoemen de heer H Vos te Drongelen, dan is er overal een. De heer Vos wordt daarna met algemeene stemmen gekozen; 14. Benoeming van een onderwijzeres in de nuttigé handwerken aan de school te Heesbeen. Wordt benoemd mej. van den Berg te Heusden. 15. Voorstel aankoop grond tot weg- verbetering te Babiloniënbroek. Voorzitter. Nu daar een brand heeft plaats gehad is er gelegenheid gekomen om den weg te verbeteren. Met den eigenaar van dat pand daar, Lankhaar, is door ons over een en ander ai gesproken, met het resultaat dat na lang praten Lankhaar wel genegen is een stukje grond te verkoopen. Op die wijze kan de weg eenige verbetering ondergaan en kan de ge vaarlijke bocht wat wordeiï weggeno men. Over den prijs is men het ten slotte eens geworden. Er is zoowat noodig 60 M2. en nu kunnen we dat koopen voor den prijs van f5.50 per M2. We hebben ook getracht om van het Ministerie van Oorlog subsidie te krijgen, wat zooals wij reeds weten, zal worden overwogen. Ook aan den Alg. Ned. Wielrijdersbond is om sub sidie gevraagd en mondeling ook aan het polderbestuur van Babiloniënbroek, doch direct is gezegd dat men daar weinig voor voelde. Het polderbestuur van Eethen heeft toegezegd er aan te zullen medewerken Smits. Ik vind deze verbetering nog maar een halve verbetering. Als de weg meer Oostelijk wordt gebracht, is dit beter. Voorzitter. Dat ben ik volkomen met U eens. dat was al aanstonds ook mijn gedachten. Wil men een heel radicale verbetering brengen, dan moest men den weg feitelijk dwars door het huis van Lankhaar kunnen brengen, maar dat zou de gemeente aardig wat centen komen te kosten en daarom zijn wij maar met een dergelijk voorstel niet gekomen en hebben het een beetje zuiniger aangelegd. Het is de vraag of Lankhaar nog meer grond wil af geven. Smits. Het is maar een halve ver betering. Van Buuren. Is deze zaak voldoende door Burg. en Weth. onderzocht. Ik heb wel eens meer hooren spreken van een bouwverbod. Kan dat daar niet op worden gelegd. De prijs lijkt mij verschrikkelijk hoog. Hoe dat iemand, en dan nog wel iemand die bij brand zoo'n groote steun heeft mogen ondervinden, durft vragen, be grijp ik nog niet. Hij vraagt maar eventjes f55000 voor een bunder land. Ik zou dan ook gaarne zien dat op een andere manier tot verbetering daar kan worden ge komen. Voorzitter. Ujnoet wel weten dat De lezers van dit opstel stellen belang zelfs in de kleinste bijzonderheden betref fende onzen priester-missionaris-martelaar, ANDRé ZIJLMANS, omdat zij - (zooals ik) hem beminnen, groote 'achting toedragen en vereeren als martelaar. Pater Rotten, missionaris in China-Mon- golië (de neef van Z. D. H. Monseigneur Rutten bisschop van Luik) schreef in een brief dd. 5 Oct. 1904„Ik heb als bedevaart- „(langer de plaats bezochteenige verbrok kelde muren dulden de plaats aan, waar „de Kerk stondddér stierf Pater Zi.tl- „mans. Bij het aanschouwen dier puimen, „welke als 't vxire getuigen geweest zijn „van zijn doodstrijd, kwam het ijselijk „tooneel mij levendig voor den geest. De „Boksers stapelden hout en stroo tegen de „Kerk op en staken ze in brand. In een om- „mestien stond het gelieele gebouw in lichte „laai-, irie beproefde te vluchten, werd aan „de deur neergeschoten. In minder dan een kwartier stortte de gansche tempel in op „de meer dan 200 lijken." Eenige christenen waren nochtans ont snapt o.a. eene vrouw, die alles met haar eigen oogen gezien beeft. Zij vertelde ons (zegt Pater Rutten) „Toen ik pater Zijl- „mans voor den laatsten keer gezien heb „zat hij geknield in het kapelletje van Onze „Lieve Vrouw." Vgl. jg. 1904 Annalen Spar- rendaal p. 153. Op 'n honderd meter afstand van deze verwoeste Kerk, is een torentje in metsel werk opgetrokken; daar onder is een graf kelder, waarin men het gebeente der hon derden martelaars door elkaar zoo als het in 1900 teruggevonden werd ge plaatst heeft. „De "overblijfsels van marte laar-missionaris Zijlmans rusten daar ook; maar nu {na vier jaren) hebben wij ze niet meer kunnen onderscheiden of herken nen". Dit zijn de woorden van Missionaris Rutten. Weinige schedels waren heel ge bleven, omdat de Boksers in hunne onmen- schelijke wreedheid, zelfs aan de lijken hunner slachtoffers hunne woede hebben botgevierd. Volge, hier de beschrijving van een Ge denkstuk door de Chineesche Overheden op gericht te Koe-Hoa-Tch'eng (blauwe stad) ïh Midden Mongolië ter eero van Pater Zijl mans uit Waalwijk. Dit Gedenkstuk bestaat uit 3 deelen de steen zelf, het onderstel of voetstuk en de koepel, die het geheel overdekt. De steen, die een hoogte van 7 voet heeft, is met de meeste zorg geglansd. Daarin staat gebeiteldde naam van den martelaar, de dag van zijn overlijden en de omstandigheden van zijn dood. Rondom dat inschrift loopt een breede rand van loof- en bloemwerk. Op de kroonlijst is de Keizer lijke draak met z'n talrijke kronkels in gansch verheven beeldwerk uitgehouwen. De koepel (die den steen overdekt) heeft zes vlakken en wordt geschraagd door een gelijk aantal zuiltjes. De gelakte houten zoldering is omrand met kunstig en zwaar- verguld snijwerk. Hoog boven de talrijke wrongen en krullen van het pannendak, prijkt het Kruis. Het voetstuk, waarop de gedenksteen rust, bestaat uit bak- en hardsteen. Elk der zijden heeft een lengte van 3 Meter, terwijl de hoogte 2 voet bedraagt. Een gemetselde schutting omgeeft he- geheel: deze ommuurde plek is een zuiver vierkant van 40 Meter lengte; en dient tot begraafplaats. De photo van dit ge denkstuk berust bij de familie van den martelaar te Waalwijk. In dit verhaal heb ik niet zoozeer de wreedheiden der heidensclie Boksers be schreven, waaraan onze missionaris-marte laar en zijne christenen blootstonden maar meer wilde ik de aandacht vestigen op den palm der martelaren, die in de hand schittert van onzen priester-missionaris. Onze jeugdige held, hij kwam als de grijs aards (uit het Boek der Openbaring) uit „groote verdrukking en wiesch zijn kleed „en reinigde het in het Bloed des Lams." Zijn lijden is voorbjj, thans begroeten wij hem hierboven, den Edelen Held, den waar- digen Apostel, de Kroon van Zijl/mans-Pries ters, de roem van Waahvijks zonenMet eerbied, bewondering en fierheid huldigen wij dezen grooten priester! Den Held uit ons Roomsch volkTer liefde Gods en ter liefde van den evenmensch heeft deze Apos tel eertijds alles verlaten wat hem dierbna wasen is als martelaar gestorven. De vlammen omringden en verteerden hem, maar de vlam zijner liefde tot Chris tus rees, gloeide en lichtte boven alles uit! Een gedenksteen van wit (Fransch of Italiaansch) marmer, ter breedte van 1.70 M. en 1.60 M. hoogte, is in onze (oude) parochiekerk aangebracht. Deze zware gedenksteen is 8 c.M. dik, uitgetand op de hoekenter bevestiging van groote massieve koperen schroeven met bolvormi ge koppen. Symbolieken als kelk, priesterboek en palmen sieren dit gedenkstuk, waar op in gulden letters is ingebeiteld: Aan de Onsterfelijke Nagedachtenis van den ZeerEerwaarden Heer Andreas Zijlmans Priester v. d. Oongr. v. h. Onb. Hart van Maria te Scheut. Geb. te Waalwijk 27 December 1873 Missionaris in Midden Mongolië, te Tsie-Ko-Tan-Kou met 200 zijner christe nen den roemrijken marteldood gestorven 22 Augustus 1900. Ood heeft hen beproefdals goud in desi smeltoven heeft Hij hen beproefd en Hij nam hen aan *1* een brandoffer. (Miwta r. d. II. Mart). In de gebruikelijke latflnsche redevoering (op Woensdag 21 Augustus 1901) bij gele genheid van de Prijsuitdeeling op het Klein seminarie, verheerlijkte de primus der Rhetorica-kias de martelaarsbloemen als Mgr. Hamer en de zijnen en ook onzen held AndeA Zijlmans in heerlijke taal. Menig jong hart sloeg vlugger en voelde het bloed in zich koken uit verlangen naar het stellen van zulke heldendaden. Wel een bewijs, dat de vervolging de jeugdige apostelen niet afschrikt: vijf waren er, die zich weer aanboden om te gaan arbeiden op dat breede doch gevaar volle arbeidsveld in China. „Heldendaden wekken nieuwe helden." Ais oud-student van het Klein-Seminarle „Beekvliet" wordt ook de nagedachtenis van Andreas Ztjhnans geëerd en gehuldigd in de feestuitgave „Beekvliet's Eeuwfeest 1815 15 April 1915", pag. 143. Te St. Michiels-Gestel was André student van 't Seminarie vanaf 1887 tot 1892. Een „in memoriam" (bidprentje) met por tret tusschen martelaarspalmen aan omme zijde biedt ons het onderstaande ter lezing aan Ter Godvruchtige Gedachtenis aan den Zeereerw. Pater ANDREAS C. J. M. ZIJLMANS, lid der Congregatie van het Onbevlekte Hart v. MariaMissionaris in Midd. Mongolië. Geboren te Waalwijk 27 Dec. 1873, trad hij in de Congr. v. h. Onbevlekt Hart van Maria te Scheut, bij Brussel 8 Sept. 1892, deed zijne plechtige professie 8 Sept. 1893, werd priester gewijd 25 Juli 1898, vertrok naar Midden Mongolië 17 Sept. 1898 en is aldaar met al zijne dierbare christenen den glorievollen marteldood gestorven 22 Augustus 1900. „Een ieder die Mij zal belijden voor de „menschen, dien zal Ik ook belijden voor „mijnen Vader, die in dan hemel is... en die zijn leven verloren zal hebben om Mijnentwil, zal het vinden". Woorden van den Goddei. Zaligmaker bij de II. Evang. Matth. X 32 en 39. Jezus mijn Ood ik bemin U bovenal. (50 dagen aflaat) R. I. P. Dinsdag 29 October 1901 werd te Waal wijk geconstitueerd een sub-comité tot het inzamelen van gelden voor bet, te Nijmegen op te richten standbeeld van den bisschop- martelaar Mgr. Hamer (8) en de zijnen. Het Comité was samengesteld als volgt: P. H. C. Wijten, Voorzitter; Jan van Riel, secr.-penningm.Jud Sprangers, pas toor; H. A. ,M. Ridder de Van der Schue- ren, burgemeester; Notaris Bink; Adrianus Zijlmans. Op 't zijvlak van dit monument prijkt thans (in bronzen plaat gegoten) de beelte nis ook van martelaar Zijlmans uit Waal wijk en de 2 andere gezellen. Op den vóórkant van l)et Mgr. Hamer- standbeeld te Nijmegen (op het Keizer- Karelplein) staat in graniet ingebeiteld „De Nederlandsche martelaren van China „Mongolië gehuldigd door hét vaderland. „28 September 1902". 't Zijn eminente mannen, 't is bewezen bovenal door hunne bewijzen van adel des Geloofs, die zij als uitstekende pries ters, als martelaars gegeven hebben. Wij nemen geen afscheid van onze glorie volle martelaren zonder eerst het woord des Apostels te overwegen „Beschouwt het uiteinde van hun levenswandel en volgt hun eloof na." Hebr. XIII 7. De marteldood maakte een einde aan hun strijdin hun dood vonden zij het leven, het leven der glorie, dat geen strijd of lijden meer kent. Volgen wij hun geloof na, dan zal ook voor ons de dood ztjn, de deur tot het eeuwige leven. Hunne namen zijn gezegend (8) Mgr. Fend. Hamer, 21 Augustus 1840 geb. te Nijmegen. Waalwijk, 22 Augustus 1923.'

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1923 | | pagina 5