atMOHiBtiiiiial
Tweede Blad.
Kerknieuws.
Gemeenteraad.
Numm 74. Zaterdag 8 Sept '23
kerkelijke kroniek leverde
de bouwstof
(Door den WelEerw. Heer J. Panken
aangebracht.)
Ter Herdenking en Vereering
van de
ttvee Waalwijksdhe Martelaars:
Paulus Gerardi van Wablwijgk 1572
en
Andreas O. <T. M. Zijlmans 1900.
(Slot.)
J. P.
Kapelaan.
EETHEN.
(Vervolg
8 Vaststelling verordening op de
heffing en invordering van schoolgeld.
Oed. Staten wenschen eenige her
ziening daarin aangebracht te zien-
Burg en Weth hebben in de ver
ordening van Genderen deze wijzi
gingen aangebracht en zijn nu gelijk,
luidend met de andere gemeenten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
conform het voorstel van Burg. en
Weth. besloten.
9. Vaststelling verordening heffing
opcenten Personeele Belasting.
Voorzitter. In Qenderen werd 25
pCt., in Meeuwen 30 en in Drongelen
50 pCt. geheven.
Burg en Weth, komt het voor dat
voor de gemeente Eethen het best
de heffing op 30 pCt. kan worden
gesteld.
Van der Schans. Kan dat.
Voorzitter U wil zeggen dat dit niet
het gemiddelde is van 25, 30 en 50
en. dat is ook zoo, het is het ge
middelde niet dan zou het zeker 37
a 38 moeten zijn.
Branderhorst. Met 30 pCt te heffen
zullen wij er wel komen.
Voorzitter. Volgens dat is te voor
zien wel en daarom blijven wij onder
het gemiddelde.
Van der Schans. Ik heb het altijd
de billijkste belasting gevonden. Die
het breed heeft, laat het breed hangen
en die moet daarom ook maar
betalen. Daarom zou ik het heffings
percentage hooger willen zien vast
gesteld.
Voorzitter. Die het uitwendig zoo
laat zien, die erg luxueus leeft moet
maar betalen. Van den anderen kant
moet men ook weer zeggen dat als
men weet dat men er met 30 pCt. kan
komen, het onzin is om meer te gaan
heffen.
Van der Schans. Met 30 pCt. te
heffen zijn we niet van alle belas
tingen af.
Voorzitter. Neen.
Van Buuren. Is dat wel juist wat
hier wordt gezegd. Kunnen de potters
niet beter wat meer betalen Dat bij-
elkaar schrappen dient nergens voor,
daar zit tenminste, voor wie ook, geen
belang in. Iemand die gaarne goed
leeft, behoeft niet meer te gaan betalen,
althans zoo zou ik de zaak opzetten.
De eene mensch heeft deze en weer
een ander weer die begeerte. Men
kan de zaak ook zoo opzetten en
zeggen dat iemand die graag leeft en
waaraan dus iets is te verdienen, niet
zoo hoog moet worden aangestaan als
een potter waaraan niets is te ver
dienen en de gemeenschap dus niet
zoo mede is gebaat.
Voorzitter. Als we zoo eens rondom
ons zien, dan zien we menschen die
royaal leven en we zien ook weer
menschen die zuinig zijn, zooals de
heer van Buuren zich uitdrukt, potters
zijn. Het gebeurt ook wel dat er
menschen zijn die royaal leven en toch
geen kapitaal hebben, dat is ook weer
waar, maar over het algemeen genomen
ben ik het met den heer van der
Schans wel eens, dat degenen die zeer
luxueus leeft, het ook wel zal kunnen
doen, andets zouden ze het wel laten,
dus ook wel belasting kunnen betalen.
Van Buuren. In de wieg heeft men
al een meening meegekregen en nu ligt
het er maar juist aan welke meening
men heeft. Ik moet zeggen dat ik het
niet erg nobel vindt om die menschen
die door hun leven laten leven hooger
in de belasting te gaan aanslaan. De
een zondigt hierin en een ander weer
daarin.
Voorzitter. Wij moeten wel min of
meer naar het uiterlijke leven van de
menschen oordeelen, want voor ons
behoeven de menschen hun kas niet
te openen om te laten zien hoeveel ze
hebben. Wij moeten onze conclusie
wel trekken uit het leven van de
menschen.
Van Buuren. Wij moeten nagaan uit
de verschillende omstandigheden hoe
hoog wij iemand hebben aan te slaan,
maar niet hoe hij leeft. De potters
zouden dan nog soberder voor den
dag komen.
Voorzitter. Niet tegen te spreken
valt toch dat als iemand er royaal van
leeft, hij het ook wel zal kunnen doen
of het moet zijn ik zou wel willen
maar het kan niet.
Van Buuren. Wat wordt door de
nazaten van die potters gezegd Jammer
dat hij nog niet meer heeft. Men moe
niet kijken naar hoe iemand leeft maar
wat hij heeft.
Dat juist moet men dikwijls alleen
beoordeelen naar hoe iemand leeft.
Voorzitter; Er zijn er dan waarvan men
het nooit kan zien en die er toch vee'
hebben Dat weten we nu toch alle
maal wel.
Wordt besloten 30 opcenten te
heffen.
10. Voorstel tot wijziging van de
verordening op de heffing en invorde
ring van opcenten op de Qrond
belasting.
Voorzitter. Wij stellen voor 80 op
centen te heffen op de gebouwde en
20 op de ongebouwde eigendommen
Vervolgens wenschen Ged. Staten
dat deze belasting loopt niet van 1 Mei
maar van 1 Januari. Tot 1 Januari
blijven de bestaande verordeningen
dan van kracht
Aldus wordt besloten.
11. Voorstel tot vaststelling van een
verordening houdende tapverbod op
de dagen der jubileumfeesten.
Van den Minister van Handel en
Nijverheid is een schrijven ingekomen
waarin woidt aangedrongen om tijdens
het houden van jubileumfeesten een
tapverbod in te voeren.
Voorzitter. Ik stel voor om als hier
een jubileumfeest zal worden gevierd
een tapverbod in te voeren.
Smits. Wordt hier wel een feest
gehouden
Voorzitter. Daar is mij niets van
bekend en daarom zeg ik ook als er
een feest wordt gehouden.
Smits. Ik ben het daar niet mee
eens. Die menschen betalen voor hun
vergunningsrecht. Dan moeten ze dat
ook maar inhouden.
Van Buuren. Ik ben er ook ster
tegen. Ieder moet Vrij zijn, want gaat
men een tapverbod invoeren, men
heeft het meermalen kunnen zien, dan
loopen er menschen met de flesch in
hun zak en drinken ze beslist vee"
meer dan wanneer ze in een café een
glaasje kunnen drinken Ik weet we
het komt van hooger hand, maar dat
zegt voor mij niets. Wij weten wat de
gevolgen zijn en al die aanstellerij is
niets dan papier-vuilmakerij. Dat men
de menschen vrij late, dat zal heel
wat beter zijn.
Wil men het geheele Rijk droog
leggen, dan zou ik daar mijn stem wel
aan willen geven doch zoover strekt
het tapverbod zich niet uit. Bovendien
men hoort hier bijna nooit van onge
regeldheden en waarom dan een dwang
gaan opleggen die tenslotte nog een verordening voor bepaalde gevallen in
verkeerde uitwerking heeft. het leven zal zijn geroepen. Laat ons
Ik zeg nog eens, het is allemaal dat in de volgende vergadering behan-
papler-vuilmakerij waar tenslotte weer delen, want nu kan ik er slecht over
een ambtenaar voor noodig is voor
iet samenstellen van de noodige
drukwerken
Voorzitter. Ik zal maar beginnen met
den heer van Buuren te antwoorden
op hetgeen door hem het laatst is
opgemerkt. Hij zegt dan dat er weer
een ambtenaar zal noodig zijn voor de
samenstelling van de verschillende
noodig zijnde drukwerken. Ik kan den
beer van Buuren geruststellen. Een
ambtenaar is er niet voor noodig en
ook geen drukwerk, zoodat de kosten
zeer miniem zullen zijn.
Van den Heuvel. Ik moet zeggen dat
c een tapverbod niet anders dan kan
oedkeuren. Dat er zaken gebeuren als
:r wordt gedronken die niet goed zijn
leeft men dezer dagen nog kunnen
zien De kasteleins kunnen toch wel
geld verdienen door bier en andere
c ranken te verkoopen en de menschen
zullen toch wel een dag sterken drank
kunnen missen.
Van Buuren. Ze steken dan een
esch in hun zak en drinken dan veel
meer dan wanneer er geen tapverbod
is.
Van den Heuvel, Wij moeten toch
maatregelen nemen.
Smits. Als ge zulke maatregelen
neemt, dan zijn ze niet goed. Ge wilt
lebben dat de menschen niet drinken
en juist door je maatregelen die ge treft
drinken de menschen meer. Ik noem
zoo'n maatregel zelfs slecht.
Van der Schans. Als wij een tap
verbod invoeren, dan zijn wij van de
verantwoording af. Wat iedere mensch
verder doet moet hij voor zichzelf
weten.
Voorzitter. Ik zou over deze aange-
egenheid ook heel wat kunnen zeggen,
k zal dat niet doen en er alleen op
wijzen dat het een vriendelijk verzoek
s van het Ministerie van Arbeid,
Handel en Nijverheid. De praktijk heeft
;eleerd dat bij feestelijkheden, het ge-
leele land door, steeds misbruik wordt
jemaakt van sterken drank. Dat valt
niet tegen te spreken, dat weet ieder
een evengoed als ik. Ook behoef ik
er niet op te wijzen dat het vaak ge
beurt dat door menschen die hebben
gedronken dingen worden gedaan die
ze in nuchteren toestand niet doen en
waar ze dan later ook veel spijt van
tiebben.
Het komt mij dan ook voor dat het
een plicht van ons is om mede te
werken, zij het dan op bescheiden
voet, dat de feestelijkheden zonder
eenig incident verloopen. Ik wil nie
mand dupeeren, daarom zeg ik dit ook
niet Ik meen zelfs dat de café-houders
geen schade van zoo'n enkele dag
zullen ondervinden. Men kan wel
zeggen dat ze dan met een flesch in
hun zak rondloopen, maar zeker is
toch dat wij door een tapverbod het
drankmisbruik zullen helpen bestrijden
oordeelen.
Voorzitter. Voor wat betreft het
tweede deel, daar kan ik me wel mee
vereenigen doch wat betreft het snoeien
van boomen, daar zou ik nu maar het
liefst een verordening voor willen zien
vastgesteld.
Smits. Worden de boomen dan door
een zeker iemand gesnoeid
Voorzitter. Neen, de eigenaars moeten
dat zelf doen of laten doen als hun
dat wordt aangezegd. De zaak is zoo
Wordt bemerkt dat de takken van
een boom oorzaak zullen worden dat
er storing in het net komt, dan wordt
den eigenaar aangezegd dat hij die
boom moet snoeien. Deze verordening
wordt niet in het leven geroepen om
iemand te plagen of onaangenaam te
zijn, maar is om de onwilligen te
kunnen dwingen.
Van Buuren. Ik heb wel eens van
een maréchaussee verbaal gehad omdat
er vuil van mijn wagen was geloopen.
Er schijnt daarvoor dus al een wet te
bestaan.
Van der Schans. Ik heb het ook wel
eens gezien dat als men naar Waalwijk
rijdt, men op of heel dicht langs den
weg mestvaalten ziet liggen, wat zeer
hinderlijk is, maar waar gewoonweg
niets aan te doen was. Zoo'n wet is
goed als er iemand is die niet anders
wil en gedwongen moet worden.
Branderhorst. Bij A. v. d. Heuvel
heeft men het ook gehad. Er kwam
toen klacht op klacht, maar hij wensclL
te er maar geen gehoor aan te geven
en toen is deze verordening gemaakt
en moest toen wel.
Van Buuren. Ik vind het anders
gevaarlijk ais te veel in handen van
Burg. en Weth moet worden gelegd.
Voorzitter. Wij kunnen dus deze
verordening aannemen en later dan
een artikel er aan toevoegen betref
fende de mestvaalten.
Met algemeene stemmen wordt daar
toe besloten.
13. Benoeming lid der Schattings
commissie voor de Rijksinkomsten
belasting wegens bedanken van den
heer G j. Branderhorst.
Voorzitter. Ik zoii durven voorstellen
daarvoor te benoemen de heer H Vos
te Drongelen, dan is er overal een.
De heer Vos wordt daarna met
algemeene stemmen gekozen!
14. Benoeming van een onderwijzeres
in de nuttige handwerken aan de
school te Heesbeen.
Wordt benoemd mej. van den Berg
te Heusden.
15. Voorstel aankoop grond tot-weg-
verbetering te Babiloniënbroek.
Voorzitter. Nu daar een brand heeft
plaats gehad is er gelegenheid gekomen
om den weg te verbeteren. Met den
eigenaar van dat pand daar, Lankhaar,
is door ons over een en ander al
gesproken, met het resultaat dat na
en om verantwoord te zijn voor ons lang praten Lankhaar wel genegen is
zelf en ook voor de gemeenschap zou
ik zeggen, moeten wij deze maatregelen
treffen. Ik kan niet inzien dat er iemand
door wordt benadeeld. Ik weet ook wel,
wij leven in een vrij Nederland, maar
men moet bedenken dat de wet niet
een stukje grond te verkoopen.
Op die wijze kan de weg eenige
verbetering ondergaan en kan de ge
vaarlijke bocht wat worden weggeno
men. Over den prijs is men het ten
slotte eens geworden. Er is zoowat
wordt gemaakt voor de goeden, maar noodig 60 M2. en nu kunnen we dat
voor slechts enkele kwaden.
Worden er geen feesten gehouden,
dan komt het tapverbod er natuurlijk
niet.
Het voorstel van Burg en Weth in
omvraag gebracht, wordt aangenomen
met 4 tegen 2 stemmen,
Voor stemden de heeren Brander
horst. Van den Heuvel, Van der Schans
en Van Beek.
Tegen Van Buuren en Smits.
12. Vaststelling verordening op het
snoeien van boomen.
Voorzitter. Dat een dergelijke ver
ordening in het leven wordt geroepen,
zit 'm in het electrisch net. Nog slechts
twee da°en geleden hebben wij weer
een geval gehad dat er een storing
was en dat gebeurt aanhoudend, dan
is het hier en dan daar stuk en dan
kan de agent het net maar naloopen
om het euvel op te sporen. De oor
zaak hiervan is dat de boomen op
veel plaatsen veel te dicht bij het net
staan en bij den minsten wind komen
dan de takken in aanraking met het
koopen voor den prijs van f5.50 per
M2. We hebben ook getracht om van
het Ministerie van Oorlog subsidie te
krijgen, wat zooals wij reeds weten,
zal worden overwogen. Ook aan den
Alg. Ned. Wielrijdersbond is om sub
sidie gevraagd en mondeling ook aan
het polderbestuur van Babiloniënbroek,
doch direct is gezegd dat men daar
weinig voor voelde. Het polderbestuur
van Eethen heeft toegezegd er aan te
zullen medewerken
Smits. Ik vind deze verbetering nog
maar een halve verbetering. Als de
weg meer Oostelijk wordt gebracht,
is dit beter.
Voorzitter. Dat ben ik volkomen
met U eens, dat was al aanstonds ook
mijn gedachten. Wil men een heel
radicale verbetering brengen, dan moest
men den weg feitelijk dwars door het
huis van Lankhaar kunnen brengen,
maar dat zou de gemeente aardig wat
centen komen te kosten en daarom zijn
wij maar met een dergelijk voorstel
niet gekomen en hebben het een beetje
net, tengevolge waarvan er storing zuiniger aangelegd. Het is de vraag
ontstaat ln Genderen heeft men zoo'n
verordening al gehad.
Daar kwam ook een bepaling in voor
dat het verboden was om mestvaalten
op minder dan 2 meter van de straat te
houden. Vroeger, toen deze verorde
ning nog niet bestond was het soms
voor het publiek hinderlijk, zoo dicht
men de mestvaalten langs de straat
had liggen.
Smits. Maar het kan dikwijls niet
anders B v. als iemand anders geen
plaats heeft.
Voorzitter. Daar voorziet de veror
dening in. Er is een artikel wat zegt
dat Burg. er. Weth. ontheffing hiervan
kunnen verleenen en deze zullen dat,
als het niet schadelijk of hinderlijk is,
dan ook wel doen.
Van Buuren. Ik begrijp dat deze
of Lankhaar nog meer grond wil af
geven.
Smits. Het is maar een halve ver
betering.
Van Buuren. Is deze zaak voldoende
door Burg. en Weth. onderzocht. Ik
heb wel eens meer hooren spreken
van een bouwverbod. Kan dat daar
niet op worden gelegd. De prijs lijkt
mij verschrikkelijk hoog. Hoe dat
iemand, en dan nog wel iemand die
bij brand zoo'n groote steun heeft
mogen ondervinden, durft vragen, be
grijp ik nog niet.
Hij vraagt maar eventjes f55000
voor een bunder land. Ik zou dan ook
gaarne zien dat op een andere manier
tot verbetering daar kan worden ge
komen.
Voorzitter. U moet wel weten dat
De lezers van dit opstel stellen belang
zelfs in de kleinste bijzonderheden betref
fende onzen priester-missionaris-martelaar,
ANDRé ZIJLMANS,
omdat zij (zooals Ik) hem beminnen,
groote achting toedragen en vereeren als
martelaar.
Pateb Rutten, missionaris in China-Mon-
golië (de neef van Z. D. H. Monseigneur
Rutten bisschop van Luik) schreef in een
brief dd. 5 Oct. 1904„Ik hel) als bedevaart-
ganger de plaa ts bezoch teenige verbrolc-
'helde maren duiden de plaats aan, ivaar
„de Kerk standddór stierf Pater Zijl-
„mans. Bij het aanschouwen dier puimen,
„welke als 't vmre getuigen geweest zijn
„van zijn doodstrijd, kwam het ijselijk
„tooneel mij levendig voor den geest. De
Boksers stapelden hout en stroo tegen de
„Kerk op en staken ze in brand. In ecu om-
„mezien stond het geheele gebouw in lichte
„laai; wie beproefde te vluchten, werd, aan
„de deur neergeschoten. In minder dan een
„kwartier stortte de gansche tempel in op
„de meer dan 200 lijken."
Benige christenen waren nochtans ont
snapt o.a. eene vrouw, die alles met haar
eigen oogen gezien heeft. Zij vertelde ons
(zegt Pater Rutten) „Toen ik pater Zijl-
„mans voor den laat sten keer gezien heb,
„zat hij geknield in het kapelletje van Onze
„Lieve Vrouw." Vgl. jg. 1904 Annalen Spar-
rendaal p. 153.
Op 'n honderd meter afstand van deze
verwoeste Kerk, is een torentje in metsel
werk opgetrokkendaar onder is een graf
kelder, waarin men het gebeente der hon
derden martelaars door elkaar zoo
als het in 1900 teruggevonden werd ge
plaatst heeft. „De overblijfsels van marte
laar-missionaris Zijlmans rusten daar ook;
maar nu (na vier jaren) hebben wij ze
niet meer kunnen onderscheiden of herken
nen'-. Dit zijn de woorden van Missionaris
Rutten. Weinige schedels waren heel ge
bleven, omdat de Boksers in hunne onmen-
scheltjke wreedheid, zelfs aan de lijken
hunner slachtoffers hunne woede hebben
botgevierd.
Volge hier de beschrijving van een Ge
denkstuk, door de Gbineesche Overlieden op
gericht te Koe Hoa-Teh'eng (blauwe stad)
ln Midden Mongolië ter eere van Pater Zijl-
mans uit Waalwijk.
Dit Gedenkstuk bestaat uit 3 deelen
de steen zelf, het onderstel -of voetstuk
en de koepel, die bet geheel overdekt.
De steen, die een hoogte van 7 voet
heeft, is met de meeste zorg geglansd.
Daarin staat gebeiteldde naam van den
martelaar, de dag van zijn overlijden en
de om standigheden van zijn dood. Rondom
dat inschrift loopt een breede rand van loof
en bloemwerk. Op de kroonlijst is de Keizer
lijke draak met z'n talrijke kronkels in
ganscli verheven beeldwerk uitgehouwen.
De koepel (die den steen overdekt) heeft
zes vlakken en wordt geschraagd door een
gelijk aantal zuiltjes. De gelakte houten
zoldering is omrand met kunstig en zwaar
verguld snijwerk. Hoog boven de talrijke
wrongen en krullen van het pannendak,
prijkt het Kruis.
Het voetstuk, waarop de gedenksteen
rust, bestaat uit bak- en hardsteen. Elk der
zijden heeft een lengte van 3 Meter, terwijl
de hoogte 2 voet bedraagt.
Een gemetselde schutting omgeeft he
geheeldeze ommuurde plek is een zuiver
vierkant van 40 Meter lengte; en dient
tot begraafplaats. De photo van dit ge
denkstuk berust bij de familie van den
martelaar te Waalwijk.
In dit verhaal heb ik niet zoozeer de
wreedheiden der heidensche Boksers le
schreven, waaraan onze missionaris-marte
laar en zijne christenen blootstonden
maar meer wilde ik de aandacht vestigen
op den palm der martelaren, die in de hand
schittert van onzen priester-missionaris.
Onze jeugdige held, hij kwam als de grijs
aards (uit het Boek der Openharing) „uit
groote verdrukking en w-lesch zijn kleed
„en reinigde het in het Bloed des Lams."
Zijn lijden is voorbij, thans begroeten wij
hem hierboven, den Edelen Keld, den waar-
digen Apostel, de Kroon van Zijlmans-Pries-
ters, de roem van Waalivijks zonenMet
eerbied, bewondering en fierheid huldigen
wij dezen grooten priesterDen Held uit
ons Roomsch volkTer liefde Gods en ter
liefde van den evenmensch heeft deze Apos
tel eertijds alles verlaten wat hem dierbaar
was! en is als martelaar gestorven.
De vlammen omringden en verteerden
hem, maar de vlam zijner liefde tot Chris
tus rees, gloeide en lichtte boven alles uit!
Een gedenksteen van wit (Eransch of
Italiaansch) marmer, ter breedte van
1.70 AL en 1.60 M. hoogte, is in onze
(oude) parochiekerk aangebracht. Deze
zware gedenksteen is 8 e.M. dik, uitgetand
op de hoekenter bevestiging van groote
massieve koperen schroeven met bolvormi
ge koppen.
Symbolieken als kelk, priesterboek en
palmen sieren dit gedenkstuk, waar op in
gulden letters is ingebeiteld
Aan de Onsterfelijke Nagedachtenis
van den
ZeerEerwaarden Heer Andreas Zijlmans
Priester v. d. Congr. v. h. Onb. Hart van
Maria te Scheut.
Geb. te Waalwijk 27 December 1873
Missionaris in Midden Mongolië,
te Tsie-Ko-Tan-Kow met 200 zijner christe
nen den roemrijken marteldood gestorven
22 Augustus 1900.
God heeft hen beproefdals goud in den
smeltoven heeft Hij hen beproefd en Hij
nam hen aan uU een brandoffer.
(Missa v. d. H. Mart).
In de gebruikelijke latiJusche redevoering
(op Woensdag 21 Augustus 1901) bij gele
genheid van de Pr ijsuit deeling op het Klein
seminarie, verheerlijkte de primus der
Rhetorica-klas de martelaarsbloemen al-é
Mgr. Hamer en de ztjnen en ook onzen held
ANDRé Zi.tlmans in heerlijke taal.
Menig jong hart sloeg vlugger en voelde
het bloed in zich koken uit verlangen naar
het stellen van zulke heldendaden.
Wel een bewijs, dat de vervolging de
jeugdige apostelen niet afschrikt: vijf
waren er, die zich weer aanboden om te
gaan arbeiden op dat breede doch gevaar
volle arbeidsveld in China. „Heldendaden
wekken nieuwe helden."
Als oud-student van het Klein-Seminarie
„Beekvliet" wordt ook de nagedachtenis
van Andreas Zijlmans geëerd en gehuldigd
in de feestuitgave „Beekvliet's Eeuwfeest
1815 15 April 1915", pag. 143.
Te St. Michiels-Gestel was André student
vaii 't Seminarie vanaf 1887 tot 1892.
Een „in memoriam" (bidprentje) met por
tret tusschen martelaarspalmen aan omme
zijde biedt ons het onderstaande ter lezing
aan
Ter Godvruchtige Gedachtenis
aan den Zeereerw. Pater
ANDREAS C. J. M. ZIJLMANS,
lid der Congregatie van het Onbevlekte Hart,
v. Maria; Missionaris in Midd. Mongolië.
Geboren te Waalwijk 27 Dec. 1873, trad
hij in de Oongr. v. h. Onbevlekt Hart van
Maria te Schout, bij Brussel 8 Sept. 1892,
deed zijne plechtige professie 8 Sept.
1893, werd priester gewijd 25 Juli 1898,
vertrok naar Midden Mongolië 17 Sept.
1898 en is aldaar met al zijne dierbare
christenen den glorievollen marteldood
gestorven 22 Augustus 1900.
„Een ieder die Mij zal belijden voor de
mensehen, dien zal Ik ook belijden voor
„mijnen Vader, die in den liemel is... en
die zijn leven verloren zal hebben om,
„Mijnentwil, zal het vinden".
Woorden van den Goddel. Zaligmaker
bij de H. Evang. Matth. X 32 en 39.
Jezus mijn God ik bemin U bovenal.
(50 dagen aflaat).
R. I. P.
Dinsdag 29 October 1901 werd te Waal
wijk. geconstitueerd een sub-comité tot het
inzamelen van gelden voor het te Nijmegen
op te richten standbeeld van den bisschop-
martelaar Mgr. Hamer (8) en de zijnen.
Het Comité was samengesteld als volgt
P. II. C. Wijten, Voorzitter; .Tan van
Riel, secr.-pennmgm.Jud Sprangers, pas
toor II. A. M. Ridder de Van der Sclme-
ren, burgemeesterNotaris BinkAdrianus
Zijlmans.
Op 't. zijvlak van dit monument, prijkt
thans (m bronzen plaat, gegotende beelte
nis ook van martelaar Zijl/mans uit Waal
wijk en' de 2 nndere gezellen.
Op den vóórkant van het Mgr. Hamer
standbeeld te Nijmegen (op bet Keizer
Karelplein) staat in graniet ingebeiteld
„De Nederlandsche martelaren van Ohina-
„MongoUë gehuldigd door het vaderland.
„28 September 1902".
t Zijn eminente mannen, -'t is bewezen,
bovenal door hunne bewijzen van adel
des Geloofs, die zij als uitstekende pries
ters, als martelaars gegeven hebben.
Wij nemen geen afscheid van onze glorie
volle martelaren zonder eerst het woord
des Apostels te overwegen „Beschouwt het
uiteinde van hun levenswandel en volgt hun'
geloof na." Ilebr. XIII 7.
De marteldood maakte een einde aan hun
strijd; in hun dood vonden zij het leven,
het leven der glorie, dat geen strijd of lijden
meer kent.
Volgen wij hun geloof na, dan zal ook
voor ons de dood zijn, de deur tot het
EEUWIGE LEVEN.
Hunne namen zijn gezegend!!
(8) Mgr. Ferd. Hamer, 21 Augustus 1840
geb. te Nijmegen.
Waalwijk, 22 Augustus 1923.