Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Aannemer. Waalwlik. EERSTE BLAD. A. deRooij-Bourgonjen De practische kant. FEUILLETOH „NOOKD-BRABAND" NUMMER: 77. ZATERDAQ 15 SEPTEMBER 1923. 46e JAABOANÖ. UiwuT*: WAALWIJKSOHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN, Telefcem No. 18, Tolegr.-AJwssEOHO. 2)it nummer bestaat uit 2)rie Bladen Verkrijgbaar bij BAARD WIJK. 22300 Over de vlootwet, ot eigenlijk het ontwerp, wordt druk gedelibereerd overal waar men ook komt. Er worden zelfs anti-comité's voor opgericht, en in een stad als Amsterdam wordt op het asphalt verkondigt, dat een grooter vloot den dood brengt. Er zijn er altijd, die daar hun kennis van zaken van daan halen. Maar over het hoofd wordt gezien, of een ministerie hetwelk voor een tekort aan middelen staat en zich de onaangenaamste besluiten getroost om tot bezuiniging te-komen ^ee.r goed wetend, dat dit zijne populariteit allesbehalve kan bevorderen en dus zijn eigen bestaan kan kosten voor zijn plezier tot het voorstellen van zulk een gevoelige verzwaring van uitgaven overgaat. De regeerders in Den Haag zijn toch geen kinderen Er zijn er ook, die zeggen dat onze Oost maar moest worden verkocht, dan zouden we ook geen vloot noodig hebben. Hier ligt inderdaad de grondkwestie van het heele vraagstuk. Is 't voor Nederland van belang, onze Oost te behouden of niet Met kooplui, die als boven spreken, redeneert men natuurlijk niet over nationale eer en zelfbewustzijn, over den plicht om het erfdeel der vaderen te behouden men moet ze aantoonen, dat het in het belang onzer beurs is, als Nederland zijn koloniën behouden wil. in een vorm, dat die bezwaarlijk te verbeteren valt, werd dit aangetoond in een Haagsch blad. „Het levenspeil is in Holland hoogmen kan het niet genoeg herhalenvooral niet tegenover onze arbeidersstand, dat Holland een welvarend land is, waar de men- schen het over het algemeen beter hebben dan over de grenzen. Dit is heel bijzonder in een land, waar het allemaal verdiend moet worden. Wij zijn niet een land als Engeland, Frankrijk, Duitschland, België, waar men onmetelijke kapi talen in den grond vindt. Wij vinden zoo goed als niets in den bodem. Ijzer is er niet, steenkolen een klein beetje, koper, tin, kali komen niet bij ons voor. Als wij ons kapitaal willen vermeerderen, moeten wij het allemaal met ons lichaam verdienen. Iedereen, die dezen zomer vijf honderd franken over heeft, kan zich door een klein reisje bij onze Zuide lijke buren overtuigen. België is een land van onze grootte, zijne bevol king heeft dezelfde getalssterkte; reist men door zijn provinciën, dan krijgt men niet den indruk dat de bevolking zooveel welvarender is dan bij ons Maar als men door Brussel, Luik en Antwerpen wandelt, dan bemerkt men ras, dat het land over veel grooter rijkdommen moet beschikken dan Holland. En wie de reis doet van Herstal over Luik naar Seraing, een twintig, dertig kilometer lange aaneenschakeling van fabrieken, steenkolenhoopen, hoog-ovens, vindt het antwoord op het raadsel, hoe dit mogelijk is. Behalve de arbeid, die in België tot kapitaalvorming leidt, is er het surplus van de schatten uit den bodem, die het land over de geheele wereld kan verkoopen, en vandaar dat de Brusselsche paleizen zooveel grooter zijn dan de onze, en dat het België van na den oorlog zich nog steeds dingen ver oorlooft, waarvoor wij hier huiverig zijn. Dat Holland nog zooveel doet, als op het oogenblik, danken wij uitsluitend aan den arbeid en den handel van een bijzonder nijvere bevolking. Maar alléén kan die bevolking het nooit doen. Als Nederland geen Koloniën had, zou het moeten afdalen tot den rang van een land als Dene marken, Noorwegen, Zweden, Zwit serland. Weet men wel, hoeveel inwoners Denemarken, Noorwegen, Zwitserland hebben, en hoeveel Nederland. De eerste hebben er nauwelijks een paar millioen. Neder land daarentegen zeven! Daarbij moeten we bedenken, dat Denemarken een land- en tuinbouw- land van den eersten rang is, dat Noorwegen een handelsvloot heeft veel grooter dan de onze (Noor wegen is de derde handelsmogend- heid der wereld), en dat Zwitserland 36) IgT^WAA LW DOOR ERVARING STERK. SPECIAAL ADRES VOOR; Qranietwerken, Terrazzovloeren, Aanrechten, Gootsteen, Dorpels enz. INRICHTING VOOR HOUTGRANIET-VLOEREN. Alles met volle garantie. 30371 eetl hoog ontwikkelde industrie bezit. Met al hun inspanning blijven die landen ver beneden Nederland. Waarom? Alleen omdat Nederland de derde koloniale mogendheid ter wereld is. Als wij morgen aan den dag Indie verloren, zou ons land tienvoudig de verschrikkingen doormaken die thans Duitschland teisteren. Vijf millioen van onze menschen zouden moeten verhuizen of sterven. Onze kapita listen zouden verdwijnen en onze arbeidersstand overgeleverd worden aan honger, ellende, werkloosheid, ontaarding. Onder die omstandigheden »s er geen keus wij moeten Indië houden en wij moeten den prijs willen be talen, die er voor staat. De Volken bond is een schitterende instelling, maar in Berlijn is de distributie weer ingevoerd, ontwapening is een schoone leus, maar Frankrijk wapent zich tot de tanden Engeland bouwt luchtschepen en oorlogswerven in zijn eigen Indië en Japan loert in stilte. Duizenden van onze kinderen trekken jaarlijks naar Indië om er een bestaan (en een goed bestaan) te zoeken, millioenen van onze ka pitalen liggen daar ginds vast en onder die omstandigheden zou men dat schoone Insulinde daar ginds ten prooi laten aan de roofzuchtige wereld. Laten we dan mannen zijn en als mannen ons recht en ons eigendom verdedigen en laten we vooral niet te veel zeuren als het geld kost. Kom, U hebt geld over voor uw witte vest, voor uw Indian, voor uw biertje, uw stalles in de bioscoop, maar als het geld de verzekerings premie voor dit alles dan hebt gij duizend bezwaren, gij wordt kren terig, zwaar op de hand en ethisch Men zou het ook stapelgek kun nen noemen. Dat zijn argumenten die inderdaad tot nadenken moeten stemmen 1 Daarom behoeft men niet aanstonds een bewonderaar van het Vloot-ont- werp te zijn, zooals het daar ligt. Met name de vraag, of het dure groot materiaal (slagschepen), dat daarin op genomen is, reden van bestaan heeft, mag wel eens overwogen worden. Wij zijn financieel niet sterk en onze Oost heeft een uitgebreide kustlijn, die mis schien beter en zeker goedkooper, door vele duikbooten dan enkele slagsche pen kan beschut worden. Maar men moet althans oog hebben voor de feiten en niet de socialisten het praatje nakauwendie vloot moet slechts dienen om de belangen onzer petroleum-baronnen te bescher men. Deze dwaasheden vinden haar tegenspraak zelf in een voornaam orgaan van het land hunner concur renten de „New-York Times", die dezer dagen schreef Waalwtjksclie en Bit yled verw&ynt WOENSDAG IN ZATBBDA8. Abonnementsprijs per 8 maanden 1.25. Franco per post door bet geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stokken, gelden ens., frsnco t* senaen aan dea Uitgever, Prijs 4*r Adr#rt©ntl»B SSO «ent per regel; mlnlmnm 1.60. Reclames 40 cent per regel. BS contract flink rabat. AdvertentlBn moeten Woensdag en Vrijdag dea morgeM om alterlijk B aar la ©na kealt sljn. van „De Echo van het Zuiden". liiilpiï Naar het Duitsch door H. Fr. Een maaltijd werd opgedragen; nadat, die genuttigd was en mrs. Krigger zich met de kinderen verwijderd had, zeide de baro net op een toon, die geen tegenspraak toe liet Wanneer vertrekt het eerste stoomschip naar Engeland. Daarmede moet ik weg. Denk aan mijne vroiiw en mijne dochter. Iedere dag die mij van haar verwijderd houdt, schijnt mfl een eeuwigheid, overste. Maar Surrah heeft mij tot mijn laatsten penning beroofd. Het was zoowel hebzucht als wraak, die hem in zijne handelwijze tegenover mij leidde. Ik zal u verzoeken mij de reiskosten voor te schieten." „Met het grootste genoegenIk heb ge lukkig groote sommen in de bank te Cal cutta gedeponeerd en deze staan te uwer beschikking. Ik begrijp uw ongeduld om te huis te komen. Ik zal u naar Calcutta bege leiden, en u eerst verlaten, als gij aan boord zijt. Ik zou wenschen nog meer voor u te kunnen doen." „Dat kunt gij, overste, door het diepste stilzwijgen over mijne wederverschijning in acht te nemen," antwoordde sir Henry na denkend. „Wellicht is mijne vrouw door verdriet den dood nabij, en als zij nu plotseling hoort dat ik nog in leven ben, kan deze tijding haar gevaarlijk worden. Ik keer onder een aangenomen naam naar Engeland terug, overste, opdat mijne geschiedenis niet be kend worde vooraleer zij mij ziet. In Cal cutta en in Engeland wil ik mij aan nie mand vertoonen die mij kent. Op mijn ge mak wil ik onbekend naar Rookhurst gaan, dan met alle voorzichtigheid Nina trachten te spreken en door haar mijne vrouw lang- I. dea Teuling-de Leiier. MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET IEVEH zanm op mijne terugkomst voorbereiden. Ik i ben nu volkomen uitgerust, overste, en, als het u gelegen komt, zou ik nog heden avond naar Calcutta willen afreizen." De overste vond dit goed en nog denzelt- den avond gingen de twee vrienden op weg. Zij kwamen nog tijdig genoeg aan om de naar Engeland vertrekkende stoomboot te I halen, en reeds den derden dag, nadat sir Henry de bungalow van den overste ver laten had, was hij onder zeil naar Enge- land. Ach, welke ontvangst wachtte hem daar Hoofdstuk XXIII. NINA'S BESLUIT TEN OPZICHTE VAN RALPH. Toen de heldere herfstmorgen aanbrak na den nacht, gedurende welken Nina zoo erg over haren vader gedroomd had, bedaarde zij meer en meer, en zeide tot zich zelve dat alles toch maar een droom geweest was. Zij kleedde zich voor het ontbijt en zag er in haar wit morgengewaad met roode linten allerliefst uitmaar haar gezicht was zeer bleek en er lag een onrustige uitdruk king in hare bruine oogen, toen zij lang zaam en afgemat, een uur later dan gewoon lijk, in de ontbijtkamer kwam. Toen Nina binnentrad, was er niemand. De groote ta fel was voor vijf personen gedekt. Al de glazen deuren, die op het terras uitkwamen, stonden open, om de., frissche morgenlucht binnen te laten. Door eene der geopende deuren begaf Nina zich naar buiten op het terras, waar eene pauw in den zonneschijn heen en weder wandelde. Langzaam ging Nina het terras op en neer. Een oogenblik later hoorde zij iemand door eene der gla zen deuren op het terras komen en haar van achteren naderen. „Goeden morgen, miss Nina," zeide Ralph Borne toen hij bij haar was. „Een schoone morgen, niet waar?" Nina beantwoordde zijnen groet ernstig. Zij wist dat Ralph Borne den vorigen nacht na het bal hier was blijven slapen en dat lady Rokeby, thans mrs. Borne, een eigene kamer op Rookhurst te zijner beschikking had gesteld. „Gij hadt uwe bezwaren moeten ter zijde stellen en gisteren avond in het salon moe- ten komen," zeide Ralph Borne. „Ik verze ker u 't ging er opgewekt toe, en gij zoudt de koningin van het bal geweest zijn. Ik heb voortdurend naar de deur gekeken of gij niet komen zoudt, en in het geheel met gedanst, ofschoon er eene groote menigte schoone dames waren. Maar voor mij was geen enkele schoon," voegde hij er zuchtend bij„voor my is er slechts één schoon meis je op de wereld, en dat zijt gij, bekoorlijke Nina." „Hebt gij vroeger nooit bemind, eer gij mij lief hadt," vroeg Nina, hem met hare donkere schitterende oogen vast en open hartig aanziende. jj; neen," stamelde Ralph, plotseling verbleekend en met neergeslagen oogen. Bij na ieder man heeft zijne jongensminnaren, miss Nina. Wat echter ooit de mijne mogen geweest zijn, mijn leven was rein en mijn hart behoort u alleen. Gelooft gij mij? „Ja, ik geloof u. Mr. en mrs. Borne zijn voor het ontbijt naar beneden gekomen. Laat ons naar binnen gaan." Zij werden daar opgewacht door de jong gehuwden en mrs. Lutrel. Nina begroette lady Rokeby met haren nieuwen naam en maakte eene kalme buiging voor mr. Borne en mrs. Luttrel. Het kleine gezelschap zette zich aan het ontbijt. Nina sprak gedurende den gansehen maal tijd bijna geen woord. Toen hij afgeloopen was gingen mr. en mrs. Borne arm in arm den tuin in, en mrs. Luttrel begaf zich naar hare kamer. Nina ging naar de muziekzaal, zette zich aan de piano en begon vreemde klagende melodieën te spelen, die schenen uit te druk ken wat in hare ziel omging. Terwijl zij zoo in haar spel verdiept was werd de deur zachtkens geopend en Ralp Borne trad ongemerkt binnen. Hij stond neven haar, toen zjj plotseling hare klagende fantaisieën afbrak en tot hem opzag. „Uwe muziek klinkt als een klaaglied," zeide Ralph, over de piano heen leunend en haar vol bewondering in het bleek gelaat ziende. „Dat hoort ook zoo," antwoordde Nina. Ik dacht aan mijn vader." „Zoo," zeide Ralph eenigszins verward. „MtJn arme papa heeft veel van u gehou den. niet waar Ralph," vroeg Nina, aan den zoo kunstig vervalschten brief denkend, dien zij aan haren boezem verborgen bij zich droeg en die voor den laatsten brief haars vaders uit Indië moest doorgaan. Ralph Borne was door zijn vader er op voorbereid, dat Nina hem den een of ande ren dag deze vraag zou doen, en Digby Borne had zijnen zoon bevolen ze bevesti gend te beantwoorden. Ralph bezat weinig wilskracht, hp was laf en vreesachtig van aard maar 't lag niet in zijn natuur met voorbedachten rade on eerlijk te zijn. Hij kon trouwens het jonge meisje niet beliegen, welks trouwe oogen hem zoo onderzoekend aanzagen. „Ik was nooit persoonlijk met sir Henry Rokeby bekend, Nina," zeide de jonge, man, in weerwil van zijnen angst besloten waar heid te spreken. Nina keek hem ongewoon verward en verlegen aan. Hier onder schijnt een buitengewoon ge heim te schuilen, dat ik niet doorgronden kan," zeide zij. „Ik heb eenen brief, dien papa, van een duister voorgevoel omtrent zijn ontzettend lot vervuld, in Indië ge schreven heeft, en daarin spreekt papa met zeldzame voorliefde van u, en zegten zegt „Zij hield op maar haar blozen vulde den volzin genoegzaam aan. Eene koude sidde ring liep Ralph door de leden; hij raadde de oorzaak van Nina's blos, en doorzag een deel van zijns vaders schandelijkheden. Wat zou hij doen? Zijne aangeboren lafheid belette hem de waarheid te bekennen, en de vrees voor zijn vader weerhield hem dezen te verraden, en zoo kon hij slechts sidderen en afwisselend rood en bleek worden. „Papa kon wel belang in u stellen zonder zich aan u bekend te maken", meende Nina na eene korte pauze. „Eene uwer handelin gen kwam misschien te zijner kennis, en mogelijkerwijze heeft hij wel besloten hei melijk over uwe loopbaan te waken, zonder zijne belangstelling voor uw persoon te ver raden. Kan dit niet zijn?" ,,'t Is mogelijk," antwoordde Ralph opge ruimd. „Op eene andere wijze kan ik mij de zaak niet verklaren," zeide Nina moedeloos. Hij moet u gekend hebben, Ralph of de brief is valsch". „Wie zou hem hebben kunnen verval- schen," vroeg hij op gedempten toon. „Dat weet ik niet. Ik ken niemand die tot zulk eene schanddaad in staat zou zijn. Natuurlijk kau hij niet valsch zijn, Ralph; maar het verschil tusschen uwe verklarin gen en die van den brief, doen mij twijfe len. Wellicht vergis ik mij toch. Hij kan in den brief wel meenen welgevallen in u ge vonden te hebben en belang in u te stellen, zonder op eene persoonlijke bekendheid te duiden." „Als ik sir Henry gekend had, zou ik ze ker mijn best gedaan hebben om mij zijne goede meening' waardig te maken", sprak Ralph met bevende stem. „Ik koester de grootste vereering voor zijn karakter en ik zou wenschen op hem te kunnen gelijken, Nina"; met groote hartstochtelijkheid voeg de hij er bij,,'t is langer dan een maand geleden, dat ik u verzocht mijne gade te worden en nog steeds hebt gij mij niet ge antwoord. Wilt gij mij nu uw besluit doen kennen?" Zacht trok het meisje hare hand terug, die hij gegrepen had, en bracht haar naden kend aan het hoofd. „Ik weet, dat ik uwer niet waardig ben", ging Ralph smeekend verder. „Ik ben arm aan vermogen, zwak van karakter, maar zoo als ik ben smeek ik u, Nina, mij te red den." Hij zag haar aan met smeekenden blik, die haar tot in de ziel drong; hij scheen haar als zijne redster te beschouwen, en zij zou dat inderdaad zijn, als zij hem aannam, want zij zou hem rijkdom aanbrengen, en wat hij nog hooger achtte, haar rein leven, hare moedige ziel, waarop zijn eigene zwak heid kon steunen. „Arme Ralph," sprak Nina met bijna zus terlijke teederheid en hem vriendelijk aan ziende „mijn arme jongenHet doet mij leed om u." „En zult gij met hem trouwen", riep hij haastig. Haar jeugdig gelaat werd zeer ernstig en hare schoone oogen stonden droevig. (Wordt vervolgd;

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1923 | | pagina 1