Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
I
VERLOREN SPEL
Gemeenteraad.
EERSTE BLAD.
„NOORD-BRABAND"
-sir
FEUILLETON
WOENSDAO 24 OCTOBER 1923.
46a JAARGANG,
NUMMER 88
DM Mad rcnekljat
JJiwoav»;
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoaa N<p, SS, Tal^-AdresECHO.
2)it nummer bestaat uit Twee
Bladen
HEUSDEN.
Openbare Raadsvergadering van 19
October.
Met den Voorzitter waren alle leden
aanwezig behalve het lid A. Cox, en
wel zonder kennisgeving.
De notulen der laatste vergadering
werden onveranderd goedgekeurd,
waarna de Voorzitter mededeelde, dat
door Ged. Staten de gemeente rekening
over 1922 definitief was vastgesteld
goedgekeurd het besluit tot opheffing
van 't vervolgonderwijs en dat bij de
kasopneming bij de gemeente-ontvanger
op 29 Sept. alles in orde bleek.
Aan de orde waren nu
Vaststelling der gemeente-begrooting
en die van den vleeschkeuringsdienst,
beide voor 1924.
De heer Uhl bracht als rapporteur
der commissie (De Mol, Uhl, Verhoeven)
belast met het nazien, verslag uit en
uitte zijn lof over de samenstelling
merkte op, dat de inkomsten voor'24
belangrijk lager geraamd waren en
sprak de hoop uit, dat door stijging
daarvan in de naaste jaren de geur
belasting moge dalen en deelde tevens
mede, dat de gemeenteschuld lang
zamerhand afneemt.
Toch meende hij een paar vragen
te moeten stellen met betrekking tot
den post publieke werken, n.l. waarom
er nog f700 wordt aangevraagd voor
een gemeente-opzichter en waarom he
onderhoud van straten en wegen van
f 1000 is gebracht op f 2000.
De Voorzitter zegt dat het toezicht
op publieke werken voorloopig uitge
oefend blijft zooals tot heden, doch
dat de mogelijkheid bestaat dat een
opzichter moet worden benoemd, waar
voor dan de gelden moeten beschik
baar zijn, en wat die post van f 2000
betreft, dat het de bedoeling is een
grootere voorraad keislag, grint, etc.
aan te schaffen ter verbetering der
wegen, gezien de goede resultaten op
den Herptschen weg, waarna hij dank
bracht aan voornoemde commissie voor
de genomen moeite.
Naar aanleiding van post 123, sub
sidie f 400 aan de Teekenschool,
vroeg de heer de Haan, hoe het zit
met de bijdragen der buitengemeenten,
waarop de voorzitter inlichtingen ver
strekt en dat o.a. f 150 terugkwam van
buiten als subsidie voor het nijverheids
onderwijs, zooals post 122 aangaf.
Het lid Uhl vroeg alsnog of dié
teekenschool subsidie constant moet
blijven.
De voorzitter antwoordde dat een
maal f400 door den Raad is toege
staan, doch vroeg aan 't lid De Haan
of deze, als lid der commissie van
toezicht, niet nader kon inlichten,
waarop deze als zijn meening te kennen
gaf, dat de mogelijkheid bestaat, dat
later met minder kan worden volstaan.
Hierna werd de gemeente-begrooting
met algemeene stemmen vastgesteld,
sluitend met f62373, 475 aan inkom
sten en uitgaven, wat ook geschiedde
met die voor den vleeschkeuringsdienst,
doch met een eindcijfer van f 5286
Over 't voorstel B. en W. tot wijziging
der schoolgeldheffing-verordening zei
de Voorzitter, dat deze moest worden
gewijzigd uit een billijkheidsoogpunt,
doch dat de inkomsten zullen ver
minderen met f200. Hij lichtte zijn
standpunt uitvoerig toe door een ver
gelijking tusschen de oude en de nieuwe
regeling.
Ze kon 't lid Uhl niet geheel be
vredigen. Hij vond b.v. f 120 school
geld op de school voor Mulo., voor
2 kinderen bij een inkomen van f 3000
f 4000 te hoog, wat door den Voor
zitter afdoend werd weerlegd.
't Lid De Haan vroeg, waarom het
schoolgeld op de Mulo. ongeveer drie
maal zoo hoog was als op de lagere
scholen.
Ook dit verduidelijkte de Voorzitter
en toonde aan, dat bij deze heffingen
in ieder opzicht de billijkheid was
betracht en naar aanleiding van de
vraag (De Haan), of de buitenleerlingen
op de Mulo. 't zelfde betaalden als de
stadgenooten, moest hij zulks toestem
men, daar de wet zulks gebiedt, doch
tot zijn spijt, waar de gemeente elders
moet bijdragen voor leerlingen der
H.B.S. en 't Gymnasium.
Het voorstel tot wijziging der keur-
loonen van vee werd aangenomen
conform 't voorstel van B. en W. Voor
noodslachtingen is gebleken, dat geen
hoogere uitgaven vereischt worden,
zooals aanvankelijk gemeend werd,
zoodat daarvoor geen hooger keurloon
meer wordt geëischt, terwijl het geheel
vervalt bij afkeuring; de Voorzitter
motiveerde zulks.
Met het oog op de gewijzigde manier
van invordering der Rijksinkomsten
belasting werd die voor de gem. be
lasting in overeenstemming gebracht,
wat voor velen beter uitkomt.
Op de aanbeveling ter benoeming
van een lid van het college van regenten
der Godshuizen (vac. C. J. de Jongh)
waren door dit college geplaatst: 1.
Hub. Verhoeven2. F. S. M. Schreuder.
LWUK
DOOR. ERVARING STERK.
47)
De eerste werd benoemd met 5 stem
men, terwijl 1 stem blanco was.
Goedgekeurd werd de bijvoeging op
de gemeentebegrooting 1923 van
een vijftal posten, tezamen bedragend
f 604.50 Hier vernamen we, dat de
laatste twee branden van de gemeente
een uitgave vorderden respect, van
f 116.50 en f 114, naar aanleiding waar
van gevraagd werd of de assurantie
maatschappijen hierin niet ten goede
kwamen, 't Antwoord was, dat de ge
meente zoo goed als geheel 't kind der
rekening is.
Ten slotte vroeg de Voorzitter, of
nog een lid iets had in *t belang der
gemeente Niemand verlangde echter
't woord, waarop de bijeenkomst werd
gesloten.
ALMKERK.
Openbare Vergadering van den Raad
dezer Gemeente op Dinsdag 16 Oct.
namiddag 2 uur.
Aanwezig alle leden,
Voorzitter de Edelachtb. Heer J.
W. Egberts, Burgemeester.
Secretaris de heer C. J. v. d. Wiel.
De Voorzitter opent de vergadering
met gebed en verzoekt den secretaris
de notulen der vorige vergadering
voor te lezen, welke onveranderd wor
den goedgekeurd.
Aan de orde zijn
Ingekomen stukken.
Een schrijven van den heer J. P.
Dibbits alhier, waarin de Raad wordt
verzocht zijn woning bij het Electrici-
teitsnet aan te sluiten. Adressant is
genegen eene jaarlijksche garantie van
f 100 stroomafname te stellen, alsmede
gratis-vervoer van materiaal.
De Voorzitter zegt dat B. en W,
Dibbits in overweging gegeven hadden
met den eigenaar van zijn huis te over
leggen om 't daar heen te leiden, dat
de Gemeente eenige garantie zou heb
ben dat de eventueele opvolgende
huurder gebruik zou maken van het
electriciteits-licht, in dit adres wordt
door Dibbits daarover niet gesproken,
de kosten van aanleg zullen ongeveer
f 1300 bedragen.
De heer Koekkoek zou ook de
zekerheid van stroomafname willen
hebben.
De heer Ottevanger zegt dat Dibbits
aanvankelijk was voorgesteld 10 pCt.
te laten betalen onder rente en afschrij
ving.
De heer van Leeuwen vindt de ver
plichting nog al zwaar, en meent ook
dat de eigenaar van 't huis voor eene
overeenkomst betreffende een volgenden
huurder om dezen te noodzaken stroom
te betrekken, niet te vinden zal zijn
spreker zou, zoo eenigszins mogelijk
aan laten sluiten.
De Voorzitter zegt dat er groote
moeilijkheden aan verbonden zouden
zijn, indien alle ingezetenen die veraf
wonen aansluiten.
De heer Verschoor zegt dat de
Graaf wonende nabij Dibbits ook zal
aansluiten.
De heer Snoek acht 10 procent wel
wat hoog. De palen moeten wel heel
slecht zijn volgens spreker, anders zou
toch zoo'n aanleg wel 25 jaar in stand
kunnen blijven.»
De heer Van der Wiel zegt dat de
Laagt ook is aangesloten.
De Voorzitter zegt dat de aanleg
op de Laagt, onder een werk is ver
richt gelijk met den Ippelschenhoek,
en daar zijn meer aansluitingen te ver
wachten, terwijl de kosten beneden de
begrooting van f 800 zijn gebleven.
Spreker is er toch voor dat hij den
eigenaar van de woning van Dibbits,
door hem wordt gevraagd, om de ge
meente voortdurende stroomafname te
garandeeren.
De heer de Jong had met mijnheer
van Tienhoven, den eigenaar van het
huis eerst over deze zaak wel eens
willen spreken, doch heeft deze nog
niet gezien. Spreker zegt dat er toch
leiding moet zijn in de Gemeente-
finantïën.
De heer v. d. Meijden stelt voor om
met Dibbits een contract te sluiten,
waardoor hij verplicht wordt 10 jaar
lang de aangeboden garantie te betalen.
De Voorzitter kan zich met dit voor
stel heel goed vereenigen, terwijl in
't midden wordt gebracht, dat zulks
voor Dibbits bezwaarlijk is als hij b.v.
J slechts 4 jaar huur meer aan zijn wo
ning heeft.
De Echo van het Zuiden,
Waalwtjksclie en Langstraatsche Courant
WOENSDAG EN ZAT»BBAG.
Abonnementsprij* per maanden 1.28.
Franco per poet door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden «tukken, gelden «sa.,
franco t« «enden aan d«n Uitgever.
Prijs «ar Adv«rt«atl4a
29 cant par regel; minimum f AW.
Reclame# 40 cent per regel.
BH contract flink rabat.
Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag
de» morgen* om uiterlijk 9 nar In on* bemt
fiSJs,
.1%
MAATSCHAPPIJ VAN VEPZEKERING OP HET LEVEH
van „De Echo van het Zuiden",
Naar het Duitsch door H. Fr.
„We doen inderdaad beter met heen te
gaan," zeide de advocaat zacht tot zijne
vrouw. „We zullen morgen vroeg met tante
World spreken en haar overtuigen, dat zij
zich door een geslepen gelukzoekster liet
bedottenmaar het meisje móet heden nog
het huis uit."
Met dit besluit keerde het paar in het
salon terug, maar liet de deur open staan,
om te kunnen hooren als Lilly naar hare
kamer wilde gaan.
Uren lang wachtten zij, maar hoorden
niets.
De dienstboden gingen naar bedalle uur
werken in huis sloegen het middernachtltjk-
uur, en Lilly kwam nog maar niet uit mrs.
World's kamer.
De Bridge's slopen naar de deur van hun
gast, maar daarachter heerschte diepe stil
te.
„De oude is gaan slapen," zeide mrs. Brid
ge na eene poos. Wellicht is het meisje zoo
stil weggeslopen, dat wfl haar in 't geheel
niet gehoord hebben."
Zij klommen naar de derde verdieping,
maar vonden Lilly's kamer donker en ledig.
„Zij zijn ons te listig af geweest," zeide
mr. Bridge met een vloek. Het meisje zal
van nacht bij de oude slapen. O, ik wénsch-
te dat de oude van nacht plotseling stierf,
dan liet ik het meisje gevangen nemen als
verdacht van moord. Laat ons nu ook te
bed gaan, Laura, we moeten morgen vroeg
op zijn.
Zij begaven zich naar hunne slaapkamer,
maar sliepen dien nacht zeer weinig. Zij
beklaagden zich over het mislukken hun
ner plannen, gaven elkander daarvan we.
derkeerig de schuld en stonden kort na het
aanbreken van den dag weder op, vol toorn
en bitterheid.
Tegen zeven uur hoorden zij Lilly uit de
kamer van mrs. World komen, en naar
hare eigene gaan.
De jonge gouvernante had bij hare oude
bloedverwante geslapen en wilde nu hare
koffer gaan pakken om met mrs. World te
vertrekken.
Mr. en mrs. Bridge volgden Lilly naar
hare kamer en traden zonder aankloppen
binnen.
Het meisje was bezig hare eigendommen
bijeen te zoeken; in hare oogen schitterde
eene hoopvolle uitdrukking, welke de
schoonheid van haar zacht gelaat, nog den
vorigen dag zoo treurig en hopeloos, zeer j
verhoogde. Reeds de liefde der oude dame
was voldoende,om Lilly's eenzaam leven
nieuwen glans te verleenen. Zij keek hare
bezoekers eenigszins verrast aan, maar ont
ving hen zeer beleefd.
„Goeden morgen, mevrouw, goeden mor
gen, mijnheer," zeide zij neigend. „Wilt gjj
plaats nemen?"
„Slang, ondankbare," schreeuwde mrs.
Bridge op tooneelmatigen toon, maar met
oprechte kwaadaardigheid.
„Dit is dus het loon er voor, dat ik n in
mfln huis heb opgenomen, toen gij ellendig
en verlaten waart dat ik u aan mijne
tafel liet eten en u een jaargeld gaf van 20
pond Gij adder, gij lage ziel
„Ik versta u niet, mevrouw! Wat heb ik
toch gedaan?"
„Hoor eens aan," riep mrs. Bridge met
opgeheven handen. „Zij vraagt wat zij ge
daan heeft." En de toon der dame ging in
krijten over.
„Zij heeft mijne kinderen het brood uit
den mond gestooten en mij tot eene bede
lares gemaakt; zij heeft ons verraden, over
ons gelogen en nu vraagt zij nog wat zij
gedaan heeft."
„Mevrouw," riep Lilly met bliksemende
oogen, „ik heb noch u verraden, noch over
u gelogen."
„Gij hebt aan mrs. World mijne onvoor
zichtige uitdrukkingen over haar herhaald,
die ik mij in vertrouwen tegenover u heb
laten ontvallen."
„Dan vergist gij u nogmaals, mevrouw,"
zeide Lilly streng. Nooit heb ik uw woorden
herhaald. Mrs. World beoordeelde u naar
hetgeen zij met eigen ooren van u hoorde.
Ik heb niets gedaan om u te schaden. Ook
is het niet mijne schuld als mijn oudtante
mij op uwe kosten wil verheffen. Geloof
mjj, mrs. Bridge, ook al had_ mijne tante
mij niet gevonden, toch zou zij nooit haar
geld aan u hebben vermaakt.
„Uwe tante," schreeuwde de advocaat;
het is belachelijkGij zijt niets anders dan
een gemeene gelukzoekster, voor welker lis
ten ik mij verplicht gevoel mijne oude tante
te behoeden. Pak vlug uwe zaken in en
sluit uw kofferLaura, schel eens, dat de
hulsknecht komt.
Mrs. Bridge schelde en de hulsknecht ver
scheen.
„Draag den koffer naar buiten en haal
een rijtuig," beval mr. Bridge.
De koffer werd gesloten, de hulsknecht
nam hem op den schouder en verwijderde
zich er mede.
„En nu moet gij ook weg, miss, zeide de
advocaat, met een boosaardigen lach; ik
mag u niet toestaan nog eenmaal de zwak
hoofdige oude dame te spreken, die gfl mis.
leid hebt.
Ga nu bedaard naar beneden of ik roep
de politie en laat u aanhouden wegens
diefstal."
„Mr. Bridge
„Geen tegenspraak, missNeem hoed en
doek en ga heen. Geen geluid om mrs.
World te wekken, anders gaat gij recht
naar de gevangenis.
Het verschrokken meisje werd beurtelings
bleek en rood.
Haar toestand was werkelijk verschrik
kelijk. Den vorig(en avond, terwijl mrs.
World reeds sliep, had Brown haar verteld,
dat de oude dame een hartziekte had en de
dokter verklaard had, dat elke ontroering
haar gevaarlijk kon worden.
De aandoening hare nicht gevonden te
hebben was reeds te veel voor haar geweest
en Lilly vreesde haar nog meer te ontstel
len.
j Ge behoeft in 't geheel de hand niet aan
mij te slaan, mr. Bridge, zeide het jonge
meisje ontsteld voor den advocaat achter
uit wijkend. Ik zal heel bedaard uw huis
verlaten, wijl gij het beveelt; maar raak
mij niet aan.
Zij ijlde de trap af, gevolgd door het
edele echtpaar en wierp op de benedenste
verdieping een angstig onderzoekenden blik
naar de deur van mrs. World. Maar deze
werd niet geopend en zij ging stil naar bui-
ten.
De tuindeur was open, en daar voor stond
een rijtuig, waarop Lilly's koffer zich reeds
bevond.
De rechtsgeleerde opende het portier,
schoof Lilly, die het niet waagde weder
stand te bieden naar binnen, ,en riep den
koetsier toe: „Naar het station."
Vervolgens sloot hij het portier; het rij
tuig reed langzaam weg, terwijl de Bridge's
zegevierend in de villa terugkeerden.
„Ik zal de oude wel weten te verzoenen,"
mompelde mr. Bridge, zich vergenoegd de
handen wrijvend. „Ik zal haar zeggen dat
het meisje uit eigen beweging is weggegaan,
na bekend te hebben eene bedriegster te zjjn
en eigenlijk James te beeten. Kom binnen
Lauranog zjjn wij niet geheel verloren
Nu, al was hij ook nog niet geheel verlo
ren, toch was hij den ondergang nader hij,
dan hij wel dacht. Hoe slim hij ook was,
toch had hij zich In Lilly bedrogen.
Toen zij een eindje de straat op gereden
was, liet zjj het raampje naar beneden en
trok den koetsier bfl den mouw.
„Wij moeten omkeeren," zeide zij zacht
jes; „Ik heb geen geld bij mij." „Zoo, hebt
gij uwe beurs vergeten, miss?" sprak de
koetsier.
„Goed, dan zullen wi| terugkeeren."
Hij draaide om en reed terug.
Lilly beval hem midden op de straat te
blijven staan op een punt, waar de wagen
gezien kon worden van uit de vensters der
voorzijde. Die van mrs. World's vertrek
ken zagen op de straat uit. De jaloezieën
waren opgetrokken en vol hoop keek Lilly
naar boven.
„Kunt gij niet een teeken geven, dat men
daar boven hooren kan?" vroeg Lilly op de
vensters wijzende.
De koetsier knikte, keek onderzoekend de
straat langs of er geen politie.beambte te
zien was en stiet toen een zoo scherp ge
fluit uit, dat daar boven niet alleen mrs,
World en Brown, maar ook mr. en mrs.
Bridge naar de ramen vlogen.
Mrs. World herkende Lilly, zag 't rijtuig
met het koffer er op en begreep onmiddel
lijk wat er gebeurd was.
Brown rukte het venster open.
„Koetsier, wacht een oogenblik," riep nu
de oude vrouw met luider stemme. „Wij zijn
hier met tweeeën, die gij nog mede moet
nemen, met onze bagage. - Ik betaal u dub
bel tarief wacht maar tot wij beneden
komen.
Zij verdween van 't venster op hetzelfde
oogenblik dat de advocaat naar buiten
kwam springen en den koetsier beval om
oogenblikkelijk verder te rijden.
Deze echter, door de belofte der oude
vrouw verlokt, week niet van de plaats.
Mr. Bridge spoedde zich toen, van zijn
vrouw gevolgd, naar de kamer van mrs.
World.
Juist verliet deze de kamer, leunende op
den arm van Brown, geheel reisvaardig.
De advocaat wilde de oude vrouw tegen
eiken prijs terughouden en ging zich daarbij
te buiten aan allerlei lasteringen en ver-
wenschingen tegen Lilly.
„Laat snel mijne koffers heneden bren
gen'," zeide mrs. World zonder naar hen om
te zien. „Kom vlug Brown; het rijtuig is
beneden en wij moeten ons haasten; als wij
gauw zijn, kunnen wij den sneltrein nog
halen."
Zij ging zonder groeten de Bridges voor
bij en dezen volgden haar smeekend in den
tuin.
De koetsier, welken mrs. World door mid
del van een goudstuk spoedig tot bondge
noot gemaakt had, haalde de bagage naar
beneden en laadde die op het rijtuig.
Mrs. World en Brown stegen bë Lilly in
en de koetsier ging op den bok zittenop
dat oogenblik kwamen de Bridges nog na
derbij, om een laatste vertwijfelde poging
te doen de verdwijnende 50.000 pond der
oude dame terug te houden.
Mrs. World wenkte hoonend met de hand
en riep op zegevierenden toon
„Vaartwel, mr. en mrs. Bridge; wë zuL
len aan het station wel ontbijten. Als gij
soms in nood geraakt, schrijft dan aan mijn
erfgename, zij zal u zeker een ondersteu
ning zenden.
Koetsier, naar het station
En het rij tuig vertrok.
(Wordt vervolgd)