DE
ECHI VAN H
lET ZUIIII
Binnenland.
Land- en Tuinbouw
Tweede Blad.
Ingezonden Stukken,
No. 93.
Zaterdag 10 Nov. 1923.
Begrooting 1923 Waalwijk.
Bij herhaling zijn in de publica-
es over den toestand bij den postgiro-
dienst aanvallen gedaan op de N.V.
Mabo" (Bureau voor Mechanisch-
Administratieve bedrijfsorganisatie) te
Amsterdam.
Aangezien daarenboven de laatste
mededeelingen van den minister van
Waterstaat volgens het inzicht van
Mabo, den indruk bjijken te vesti
gen, dat deze instelling mede schuldig
s aan de ontreddering van den dienst,
ïeeft de directie van Mabo zich met
een schrijven tot genoemden minister
gewend, waarbij zij zich voorgesteld
ïeeft hierin aan te toonen
le. dat het niet juist is, dat de kiem
van de huidige moeilijkheden ligt in
het feit dat aan de „Mabo" advies werd
gevraagd
2. dat ten onrechte de indruk wordt
gevestigd, alsof de „Mabo" wel een
heoretisch mooi sluitend plan zou
ebben ontworpen, doch met de prac-
tijd geen rekening hield
3e dat onder het hoofd „Voor- en
nadeelen der Centralisatie" een voor
stelling van zaken wordt gegeven, die
voor een groot deel fout is
4, dat uw adviseurs zich blijkbaar
meeningen hebben gevormd en in ver
band daarmede adviezen hebben gege
ven, zonder deskundig te zijn op het
gebied van het toegepaste administra
tief systeem in het algemeen en zon
der zich voldoende op de hoogte te
hebben gesteld van de bijzonderheden
van het te beoordeelen object.
Elk dezer punten wordt in het
schrijven afzonderlijk behandeld.
Naar men aan de „Tel," verze
kert, zou de Anti-revolutionnaire Ka
merfractie in haar vergadering van
Dinsdagmiddag, zich na langdurige
besprekingen vereenigd hebben met
de zienswijze van den heer Colijn,
dat de Anti-revolutionnairen zich
voorloopig niet tot deelneming aan de
Regeering moeten bereid verklaren ln
parlementaire kringen grondt men
hierop het vermoeden, dat de crisis
een langdurig verloop zal hebben en
de Kamers nauwelijks dit jaar met den
begrootingsarbeid een aanvang zouden
kunnen maken.
De Tweede Kamer is thans bijeen
geroepen tegen Woensdag 14 dezer
des namiddags 1 uur, en in die verga
ring zal mededeeling worden gedaan
van het besluit der Centrale Sectie, om
het door den heer Fieskens ingediende
wetsvoorstel tot verlenging van den
geldigheidsduur van hetSchoenenwetje,
dadelijk na afloop van deze vergade
ring in de afdeelingen te doen onder
zoeken.
Een Reuter-bericht uit Londen
meldt, dat er aanwijzingen zijn als zou
het vertrek van den ex-kroonprins
naar Duitschland niet zoo spoedig
geschieden als men aanvankelijk ver
moedde. Ofschoon de geallieerden tot
dusver officieel geen stappen hebben
gedaan, kunnen die volgen wanneer
het geval een ernstiger karakter aan
neemt. Het is echter twijfelachtig, of
de Nederl. Regeering den ex-kroonprins
kan weigeren heen te gaan onder
zekere voorwaarden.
Men meldt uit Praag
Het Seniorenconvent uit den Senaat
heeft op verlangen van de regeering,
de behandeling van het handelsverdrag
met Nederland voor onbepaalden tijd
van de agenda afgevoerd
--- De Centrale meldt, dat de oud
minister Van IJselsteyn na de verwer
ping van de Vlootwet, zijn functie
van ontwerper van een nieuwe salaris
regeling heeft neergelegd.
De heer H. J. Scholte, hoofdinspec
teur van den Arbeid, meldt aan „De
Centrale", dat niet 25 technische en
15 administratieve ambtenaren, maar
25 administratieve en 15 controleerende
amtenaren werden ontslagen, en dat
die ambtenaren niet worden ontslagen
als overcompleet, maar als gevolg van
een opdracht van boven af om op dezen
dienst meer dan f 10,000 te besparen.
Er was bij de arbeidsinspectie niemand
overbodig.
kunstmatige toestand, die door het niet
verleenea van machtigingen thans in
het leven Is geroepen, niet bestendigd
moet blijven. Oeconomisch is het verder
zeer te betreuren, dat een product,
door bepaalde omstandigheden niet tot
zijn waarde gebracht kan worden, wat
door het niet verleenea van vervoer-
vergunniagea, dat de noodzakelijke
consequentie is van het niet vcrleenen
der vangvergunningen, het geval is.
Aan den anderen kant mag echter
niet uit bet oog verloren worden, dat
de mol, die ongetwijfeld veel regen
wormen ee", ook allerlei andere in
wei- en bouwlanden voorkomende
dieren eet, waaronder zeer vele voor
onze gewassen schadelijk zijn en dat
de mol op veie gronden de eenige of
bijna de eenige factor is, die vermeer
dering dezer dieren (meestal insecten)
tegengaat.
Op weilanden zijn het behalve de
mol, de op den grond levende vogels,
die zich ook met deze dieren voeden
en aangezien het aantal dezer vogels
niet toeneemt, moet een toename der
schadelijke dieren gevreesd worden, als
de mol als tegenfactor practisch wordt
uitgeschakeld.
Op weilanden vooral, waar de ver
meerdering van schadelijke invloeden
geheel door natuurlijke oorzaken moet
worden tegengegaan, Is het behoud
van een natuurlijk evenwicht tusschen
de insecten ca de insecten-vretende
dieren noodzakelijk. Dat een verstoring
van dit evenwicht eerst op den duur
bemerkt zou worden, stemt te meer
tot voorzichtigheid.
Zeer aaogenanm zou het mij zijn, als
U voor Uwe omgeving zoo nauwkeurig
mogelijk de toe- of afname van den
mollenstand zoudt willen vaststellen en
mij verder zoudt willen mededeelen
lo. of door de landbouwers zelf ot
door hun personeel mollen wotdea ge
vangen, uitsluitend met de bedoeling
een door hen schadelijk gezicht dier
te verwijderen d. w. z. of die landbou
wers de schadelijkheid of lastigheid van
de mol zee groot achten, dat zij de
moeite en kosten zich willen getroosten
dit dier te vangen
lo. of door anderen op gronden
van derden (zonder vetgunning) mollen
worden gevangen;
3o. Of U gevallen bekend zijn dat
de afwezigheid van de mol schadelijke
gevolgen had voor de gewassen (»pe-
ciaal weiden) of dat daarvan nog niets
is bemerkt
4o. Of U gevallen bekend zijn van
duidelijk nut van de aanwezigheid van
mollen
5o. Alle verdere gegevens, die U
ter beoordeeling van deze aangelegen
heid van belang acht. Voor iczending
van Uw antwoord vóór 12 November
houdt ik mij zeer aanbevolen*.
Wanneer er lezers van dit blad zijn,
die mij over bovenstaande 5 vragen
eenige inlichtingen kunnen geven, dan
houd ik mij daarvoor ten zeerste aan
bevolen en betnig hun bij voorbaat
mijn dank.
De Rijkslaedbouwconsulent
H. E. HUIZENGA.
Breda 711—'23.
(Buiten verantwoordelijkheid der Red.)
Over 'I vangen van Mollen.
Van den heer I.spec'eur, Hoofd van
den Plantenzlektekundigen dienst ont
ving ik een schrijven van den navol
genden inhoud
>Zeer aangenaam zou het mij zijn,
indien U mij wederom mededeeling
zoudt willen doen van den mollenstand
in Uw omgeving of mij mededeelingen
over dien stand, die U van betrouw
bare personen op andere plaatsen kunt
verkrijgen, zoudt willen toezenden.
Zeer gaarne zou ik, iodien dit maar
even mogelijk is, aan de Commissarissen
der Koningin in de verschillende pro
vlncies advlseeren, wederom algemeene
machtigingen tot het vangen van mollen
etf vergunning tot het vervoeren van
mollenvellen te verleenen, omdat de
't Loopt naar November, terwijl
ik dit schrijf En nog is er volop werk
op den akker. Nu meer dan anders om
dat alles laat is. De oogst der halm
gewassen was laat, en het rooien der
aardappelen kon daardoor ook later
worden aangevangen. Het regenachtige
weer heeft bovendien veel belemmering
gegeven. De groeikracht der natuur,
welke sedert de hitteperiode sterker
zich openbaarde dan ooit, ging tot he
den zelfs door. Van de stamboonen
heeft men de scheeden lang groen kun
nen eten. de kleinste andijvieplanten
zetten zich tot kroppen en worden
goudgeel; gisteren at ik nog spinazie,
en heden smulden we nog van een
heerlijk malsch sla-gerecht van volie,
vaste kroppen. Ja, 't is een eenige
nazomer en voorherfst geweest Maar
nu loopt het toch ten einde. De beesten
krijgen het te kwaad in de wei met al
die nattigheid, de melkgift nam al af.
Het is nu zaak zorg te dragen voor een
geleidelijken overgang van groen naar
droog voeder; te snelle afwisseling
zou ziek maken. Dus passé de stalvoe-
ding zich zooveel mogelijk aan bij die
in de wei, ook wat gehalte en
voedingsverhouding aangaat. Een
uitstekend voeder zijn de mangels en
de voederbieten. Deze worden geoogst
als de suikerbieten Er bestaat tusschen
deze beiden geen belangrijk verschil,
de suikerbiet is in 't algemeen rijker
aan suiker en minder waterrijk. Bij
het rooien der bieten worden de
koppen afgesneden echter veel kleiner
dan bij de suikerbiet, 't Is het voor-
deeligst om loof met koppen zooveel
mogelijk versch te voederenhet
overige worde in verschen staat inge
kuild. De bieten moeten na het rooien
I
Aan het rapport der Commissie van
onderzoek der gemeente-begrooting 1923
ontleenen wij een en ander, met daaronder
het antwoord van B; en W.
Algemeene Beschouwmgen.
1. De algemeene beschouwingen geven
ons geen aanleiding tot het maken van bij
zondere opmerkingen, alleen willen wtj
wijzen op het volgende:
B. en W. stellen voor het vermenigvuldig
gingscijfer voor de gemeentelijke Inkom
stenbelasting nader vast te stellen, zoodra
aan de hand van de aangifte biljetten der
Rijksinkomstenbelasting 1923/1924 een ra
ming voor het vermoedelijk-belastbaar inko
men is te maken. Hiertegen bestaan geen
bezwaren, doch wij stellen voor alsdan
tevens te behandelen, de in overweging ge
geven extra-aflossing der crisisschuld. De
mogelijkheid is niet uitgesloten, dat door 't
ongunstige jaar 1922, het vermenigvuldi-
gingscijfer zoo hoog zou moeten worden ge
steld dat bestemming van het overschot der
vorige jaren, voor den gewonen dienst nood
zakelijk wordt.
Antwoord van Burgemeester en Weth.
Behalve door de Commissie voor de Be
grooting 1923 zijn ook door de Bezuinigings-
Commissie de cijfers der ontwerp-begroo-
ting 1923 onder het oog gezien. Waar dit
het geval was en door beide voorstellen zijn
gedaan met betrekking tot die begrooting,
is de behandeling aanmerkelijk vertraagd.
In hoofdzaak is die vertraging veroorzaakt
omdat de voorstellen der Bezuinigings-Com-
missie met betrekking tot de dienstvoor-
waarden van het gemeente-personeel, aan
hangig moesten worden gemaakt bij de in
middels ingestelde Commissie voor Georga
niseerd Overleg. Dit overleg heeft plaats
geliad en werd dezer dagen het verslag
daarvan aan ons uitgebracht. Een exem
plaar daarvan wordt U toegezonden.
Aan verschillende door de Commissie
voor de Begrooting gemaakte bemerkingen
is reeds tegemoet gekomen. Voorzoover dit
niet het geval is, vinden de opmerkingen
hierna beantwoording.
Algemeene beschouwingen.
Bij het voorstel tot, vaststelling van het
vermenigvuldigingseijfer zal de door de
Commissie gemaakte opmerking onder het
oog worden gezien.
BEGROOTING 1923.
Hoofdstuk I. Ontvangsten.
Artikel 1. Geven de rekeningen 1921 van
Waalwijk en Baardwijk een overschot te
zien van respectievelijk 37.856.93 (waar
van reeds is verbruikt voor '22 28.142.69)
en 565.01, Besoijen sluit met een nadeelig
saldo van 18.502.99 waartoe de marken
rekening bijdroeg voor 11.483.92. Over dit
laatste wenschen wij niets te zeggen, daar
de bedoeling heeft voorgezeten, door de dek
king, de Gemeente te bevoordeelen of al
thans niet te benadeelen. Wij kunnen echter
niet nalaten mede te deelen, dat er uitga
ven zijn geschied welke niet goed zijn te
keuren.
Uit de bevelschriften der rekening over
1921 van Besoijen is gebleken, dat het aan
leggen van het parkje bij het Gemeentehuis,
het opknappen van dat gebouw, heeft ge
kost in dat jaar 6262.waaronder be
grepen een hek van 1222.De subsidie
van de Vereeniging Koninginnedag van 1800
gulden werd in dat zelfde jaar ook nog
eens verhoogd met 250.Wij spreken ver
der niet over de te betalen rente der buiten
gewone uitgaven vooi* bestrating en trot
toir-aanleg, boombeplanting, kostbare uri
noirs enz.
Waar met de finantiën op een dusdanige
manier is omgesprongen en ten slotte de
gemeentenaren van Waalwijk en Baardwijk
hebben bij te dragen voor sommen welke
door den raad van oud-Besoijen zijn gevo
teerd, zonder dat ontvangsten daartegen
over stonden, vragen wij aan B. en W- of
niet de mogelijkheid bestaat nog een gedeel
te te verhalen op voormalig Besoijen.
Hoofdstuk II.
Art. 1. Kunnen B. en W. reeds mededee-
len hoever zij zijn gevorderd met de plannen
tot 't geven van een bestemming aan de ge
meentehuizen van voormalig Baardwijk en
Besoijen?
De Commissie vermeent dat de huizen be-
hoorende bij de Normaalschool verhuurd
zijn voor een termijn van tien jaren, doch
dat de destijds bepaalde huursom alleen
geldt zoolang de huurder aan genoemde
school verbonden is. Waar dit sedert ge
ruimen tijd met een der huurders niet meer
het geval is, wordt gevraagd of de huur
niet kan worden verhoogd en meer in over
eenstemming gebracht met de tegenwoor
dige huurprijzen.
Antwoord van Burgemeester en Weth,
Wij hebben voor de gemeentehuizen in de
voormalige gemeenten Baardwijk en Be
soijen geen bestemming kunnen vinden. Op
onze aanvankelijke plannen om dat van
voormalig Besoijen te verbouwen tot woning
zijn wij teruggekomen omdat ons gebleken
is dat de te maken kosten niet evenredig
zijn aan het voordeel dat het pand na de
verbouwing zal opleveren, hetgeen mede
verband houdt met de weinige geschiktheid
om het tot woonhuis te veranderen.
Hoofdstuk III.
Afdeeling I. Art. 6 A.
In verband met de vacanties der school
kinderen wordt beter geoordeeld de kermis
te doen plaats hebben in de tweede week
van Augustus. Gaarne zal worden vernomen
of de mogelijkheid hiertoe bestaat of dat
overwegende bezwaren dit beletten.
Hoe staan B. en W. met de herziening
van de tarieven voor het marktgeld, welke
herziening reeds werd toegezegd bij de
memorie van antwoord op de begrooting
1922, van 1 December 1922?
Antwoord van Burgemeester en Weth.
Wij stemmen in met den, ook van andere
zijde te kennen gegeven wensch, om de ker
mis zooveel later te houden om ze te kun
nen doen samenvallen met den vacantie-
tfld der schoolkinderen. Wij zfln ter nadere
bestudeering van deze aangelegenheid in
overleg getreden met de Ned. Vereeniging
van Kermisvakgenooten „Ons Belang". Dat
overleg is nog niet beëindigd. Wij stellen
ons echter voor U binnenkort een voorstel
te kunnen doen.
Artikel 9. Geklaagd wordt over het be
zwaar dat de schoolgelden niet maandelijks
kunnen voldaan worden, doch steeds meer
dere maanden op één aanslagbiljet voor
komen. Zou het ook mogelijk zijn de invor
dering dezer gelden door ophaling te doen
geschieden? Uitbreiding van personeel mag
natuurlijk niet plaats hebben.
Antwoord van Burgemeester en Weth.
Wij zijn overtuigd van het bezwaar, dat
de schoolgelden over betrekkelijk lange ter
mijnen moeten worden betaald. Ook maan-
delijksche betalingen schijnt voor velen
nog bezwaarlijk.
Wij hebben een poging aangewend om te
verkrijgen dat het personeel der Bijzondere
Scholen zich evenals vroeger zou willen be
lasten met de invordering van het school
geld, niet om den administratieven omslag
voor ons te verminderen, doch uitsluitend
om tegemoet te komen aan de gegronde be
zwaren van de belastingplichtigen. Tot
onze spijt heeft deze poging geen resultaat
opgeleverd.
Het ophalen van schoolgeld, dat, omdat
de heffing als belasting is geregeld, zijn
eigenaardige bezwaren zou hebben, zal
moeilijk uitvoerbaar zijn zonder uitbreiding
van personeel. Sinds de vereeniging der
drie gemeenten is het grondgebied vrij uit
gestrekt en het aantal schoolgaande kin
deren gestegen tot 1330. Het maandelijks op
naam stellen van de belastingplichtigen, het
opmaken van looplijsten de afrekening met
den looper en de vervolging van den nala
tige, waarvoor dan toch het verloop van
een gewone belastingheffing moet worden
gevolgd als aanslagbiljet, waarschuwing,
aanmaning enz. veroorzaakt veel omslag,
terwijl met het ophalen zelf zooveel tijd
gemoeid is dat zonder personeeluitbreiding
daaraan bezwaarlijk kan worden gedacht.
Hoofdstuk IV. Afdeelmg II.
Artikel 4. Het Noorder trottoir der
Grootestraat van de gemeente voormalig
Besoijen is op sommige plaatsen niet door
gelegd. Het is niet gewenscht dezen toestand
te bestendigen. In overweging wordt ge
geven in overleg te treden .met belangheb
benden en het trottoir alsnog op die plaat
sen door te trekken.
Waar nu toch de Stationsstraat van
tegeltrottoirs voorzien wordt, is het moge
lijk spoedig op te geven voor hoeveel de
ontbrekende gedeelten kunnen worden ge
maakt.
Antwoord van Burgemeester en Weth.
De kosten van het vervangen der klinker
bestrating in het Noordertrottoir in voor
malig Besoijen zijn geraamd op 500
Waar de klinkerbestrating nog in goeden
toestand verkeert, vinden wij geen vrijheid
U voor te stellen dit bedrag uit te trekken.
Hoofdstuk V. Afdeelmg II.
Artikel 5. Onder de ontvangsten komen
geen vervolgingskosten voor. Waar zijn deze
verantwoord? Komen sedert de laatste wij
ziging der Lager-onderwijswet 1920 de kos
ten voor het vervolgonderwijs niet geheel
ten laste van de gemeente?
Antwoord van Burgemeester en Weth.
De kosten van vervolgingen zijn steeds
gekomen aan de ambtenaren die met de uit
reiking van waarschuwingen en aanmanin
gen waren belast. Waar de invordering van
den Hoofdelijken Omslag thans afloopt,
stellen wij voor daarin geen verandering
meer te brengen. Uitgekeerd worden alleen
de vervolgingskosten van die belasting die
binnenkomt.
Artikel 24C. De Oommissie vermeent, dat
dat bij den opzet tot het plaatsen eener
manege een berekening is gemaakt dat voor
de Gemeente hieraan geen kosten waren
verbonden, daar de ontvangsten ruim
schoots zouden opwegen tegen de uitgaven.
Een bedrag van 100.-— is niet voldoende
voor rente, afschrijving en onderhoud. Na
dere inlichtingen zijn daarom gewenscht
Hebben mogelijk een minder aantal keurin
gen plaats dan waarop was gerekend?
Antwoord van Burgemeester en Weth.
Bij ons voorstel tot het bouwen eener
manege hebben wij de verwachting uitge
sproken, dat de ontvangsten uit vergoeding
voor de beschikbaarstelling daarvan, de
stichtin-gs- en onderhoudskosten ruimschoots
zouden dekken. Tot heden worden nog niet
die keuringen gehouden waaromtrent wij
goede verwachtingen hadden. Wij stellen
nog steeds pogingen in het werk zekere
keuringen tot ons te trekken en wij hopen
hierin te eeniger tijd te zullen slagen. Thans
ontvangen wij eene jaarlijksehe vergoeding
van 75.Wij blijven intusschen van oor
deel, dat, ook al kunnen de uitgaven voor de
manege niet geheel uit deze opbrengst wor
den bestreden, het bezit der manege voor
ons toch van groot belang is.
Artikel 34. Reeds eenmaal is door een
der leden van Uwen Raad gevraagd of op
heffing van het Waterschap „De Binnen-
polder van Waalwijk" ook mogelijk zou zijn,
met overgang der ontvangsten en uitgaven
van dat lichaam aan de Gemeente.
Een volledig onderzoek naar die mogelijk
heid is voor zoover bekend door B. en W
niet ingesteld. De Commissie neemt aan
dat de Gemeenteraad het met haar eens'zal
zijn, dat opheffing van genoemd waterschap
voor de belangen der Gemeente niet anders
dan bevorderlijk kan zijn en acht daarom
een prae-advies in deze van B. en W. nood
zakelijk.
Antwoord van Burgemeester en Weth.
Op verzoek van den Raad is tot Gedepu
teerde Staten het formeel verzoek gericht,
het Waterschap op te heffen. Aan dat ver
zoek kon niet worden voldaan. De, met be
trekking tot deze aangelegenheid gevoerde
correspondentie ligt ter visie.
UITGAVEN.
Hoofdstuk II. Afdeelmg I.
Artikel 6. De Commissie vindt geen vrij
heid voor te stellen op het door den Raad
genomen besluit terug te komen.
Het is noodzakelijk dat van voormalig
Besoijen en Baardwijk vernummering
plaats vindt. Thans bezitten deze beide ge
deelten der Gemeente eene wijk A. en B.
wat tot verwarring aanleiding geeft. Tevens
zal daarbij het geven van straatnamen moe
ten worden afgewerkt.
Antwoord van Burgemeester en Weth.
De Commissie deelt niet ons standpunt,
uiteengezet in de Memorie van Toelichting.
Waar nadere motiveering ontbreekt, moeten i
wij ook ons standpunt handhaven. Wij zien
in de verwarping van ons voorstel niet an
ders dan een incidenteele verlaging van de
bezoldiging van één ambtenaar, welke be
zoldiging nauwelijks een jaar geleden is
vastgesteld. Wij achten dit in hooge mate
onbillijk.
Hoofdstuk III.
Artikel 4. Hoe wordt deze belooning ge
regeld? De daarvoor te verrichten werk
zaamheden kunnen in den gewonen dienst
tijd worden verricht, waarom afzonderlijke
bezoldiging overbodig wordt geacht, en
wordt voorgesteld deze te doen vervallen.
Hetzelfde geldt voor de belooning van den
deurwaarder en de marktgaarders.
Antwoord van Burgemeester en Weth.
De, door den Raad vastgestelde belooning
van den Schatter der Dranklocaliteiten be
draagt 1.30 per schatting. Zooals wij bij
art. 6, Afd. I van Hoofdstuk II reeds te
kennen gaven, achten wij beslissingen als
door de Commissie ook hier weer worden
voorgesteld, onjuist en strijdig met de bil
lijkheid. Zoowel de Schatter der Drankloca
liteiten als de Gemeente-Deurwaarder en
de Marktgaarders zijn «llen regelmatig aan
gesteld op eene, door den Raad vastgestelde
bezoldiging. Wij kunnen ons de bezwaren,
die de Commissie heeft indenken, maar de
oplossing die zij tot het wegnemen dier be
zwaren aan de hand doet, is naar ons oor
deel strijdig met het Rechtsgevoel. Iets an
ders is het bij wisseling van personeel in de
instructie van den nieuw aan te stellen
ambtenaar de gewenschte bepaling op te
nemen, of bij eene salarisherziening over de
geheele lijn te compenseeren hetgeen uit
anderen hoofde reeds werd genoten. De,
steeds genoten, bezoldiging zonder meer te
ontnemen achten wij onbillijk en strijdig met
de rechtszekerheid die de ambtenaar aan
zijne aanstelling en de condities, waaronder
die plaats vond, behoort te ontleenen. Wij
zijn bereid tot oplossing der bezwaren van
de Commissie mede te werken, doch alleen
in de door ons aangegeven richting.
Hoofdstuk IV.
Afdeeling I.
Door het steeds toenemend verkeer is het
wenschelijk dat begrafenissen door de poli
tie worden begeleid. Hoe denkt het Hoofd
der politie hierover en kan daartoe worden
besloten?
Het is gewenscht op de drukste punten
der gemeente op sommige uren het verkeer
door de politie te doen leiden.
Antwoord van Burgemeester en Weth.
De begrafenissen werden en worden nog
steeds door de politie begeleid. Van elke
begrafenis wordt door den Secretaris ken
nis gegeven aan de Politie. Ofschoon dit
niet aan het Hoofd der Politie bekend is,
is hét mogelijk dat door een misverstand of
anderszins begeleiding is verzuimd.
Met de regeling van het verkeer op de
drukste punten in de Gemeente worden
proeven genomen.
Artikel 17. Is voor 't Groene Kruis nog
niet te behandelen een door den heer van
Driel gedaan voorstel tot verhooging van
de subsidie 1922? Op advies van een der
Commissieleden is deze zaak aangehouden
totdat de rekening 1922 van deze vereeni
ging zou zijn binnengekomen. Waar dit in
middels is geschied, zal die zaak thans stel
lig aanhangig kunnen worden gemaakt.
Antwoord van Burgemeester en Weth.
Het Wit-Gele-Kruis werd in 1922 een
subsidie toegekend van 2000.terwijl
door den Heer van Driel werd voorgesteld
het voor het Groene Kruis uitgetrokken
subsidiebedrag ad 400.te verhoogen tot
1000.Uit het finantieel verslag dezer
laatste vereeniging bljjkt dat het ledental
ongeveer de helft bedraagt van dat van
eerstgenoemde vereeniging, terwijl de totale
uitgaven zich ongeveer verhouden als 7 11.
Waar het subsidie voor het Wit-Gele-Kruis,
in afwijking van ons voorstel werd ver
hoogd meenen wij dat er aanleiding bestaat
het voorstel van den Heer van Driel te aan
vaarden en aan het Groene Kruis alsnog
uit te keeren 600.wegens aanvulling
van het subsidie over 1922.
Hoofdstuk VI.
Art. 3A. Gewezen werd meermalen op
den gevaarlijken toestand aan het Hoek-
einde en aangedrongen op plaatsing van een
duidelijk waarschuwingsbord. Uit deze post
heeft vernieuwing der waarschuwingsbor
den plaats en geeft de Commissie in over
weging onverwijld tot de gevraagde betere
aanwijzing aan genoemd Hoekeinde over te
gaan.
Antwoord van Burgemeester en Weth.
Ten aanzien van het plaatsen van een
waarschuwingsbord aan het Hoekeinde zijn
wij in onderhandeling met den Algemeenen
Nederl. WTielrjjdersbond. Eene beslissing is
nog niet genomen.
Hoofdstuk XII.
Artikel 6. De voor het Gemeentelijk
woningbedrijf te betalen rente wegens ver
strekt kasgeld, behoort door dat bedrijf aan
de gemeente te worden terubetaald en dient
daarom tegenover deze uitgaaf, een ont-
vangstpost te worden geboekt.
Hoe is de kassiersrekening ingericht?
Staat elk bedrijf, en de gemeente afzon
derlijk, of loopt alles over één rekening?
Het laatste verdient aanbeveling omdat
daardoor wordt voorkomen het gevaar, dat
bij vóór .zijn van een der rekeningen hier
voor ongeveer geen rente wordt vergoed
terwijl bij achter zijn, het volle percentage
van wellicht 64 pCt. zal moeten worden be
taald.
Antwoord van Burgemeester en Weth.
De uitgetrokken post is bedoeld als reke
ning-courant rente voor de gelden, die voor
de gemeentelijke huishouding noodig zijn.
De rente van de aan de bedrijven tijdelijk
verstrekte gelden worden aan de gemeente
vergoed. Een raming van die rente is niet
goed mogelijk. Zij belast effectief niet onze
begrooting, omdat hetgeen de Gemeente aan
rente verschuldigd is (voorzoover het be
treft geldverstrekkingen aan de bedrijven)
door de bedrijven aan de Gemeente wordt
voldaan.
De Kassiersrekening loopt afzonderlijk
voor de Gemeente en voor elk der bedrijven
de saldi worden echter als die van één
rekening beschouwd, zoodat het ten aan
zien van de renteverrekening niet mogelijk
is dat een rekening een debetsaldo heeft en
een andere een creditsaldo.
Wit iedere maaed te dosa geeft,
(le helft November.)
N druk VHbodeu,