Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
VERLÖÜEti SPEL
EERSTE BLAD.
FEUILLfcTOB
„N00&D-B&ABAND"
NUMMER 96
WOENSDAG 21 NOVEMBER 1923.
44? JAAROANO
UreGAvs:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN
TeJefo#?» N® t¥. T®l«gr:-Adife»ECHO.
2)it nummer bestaat uit 7wee
Bladen
„Over Roermond."
Ofld-r bovenstaaade tltci beeft de
kapitein van den generalen staf J, G'
baron van Voorst tot Voorst een be
langrijke strategische studie gepubli
ceerd. die als bijlage is verstrekt bij
het jubileumnummer van de »Militaire
Spektator.
Dit goed gestelde en ook voor niet-
mllitalren zonder moeite te volgen ge
schrift verdiend bekendheid en belang
stelling in wijden kring, niet alleen
wegens de groote beteekenis van het
daarin behandelde onderwerp, maar
vooral ook In verband met de conse
quenties die daaruit voor onze oorlogs
voorbereiding te trekken zijn en die
schr. daarbij helder uiteenzet.
Het opstel begint met een vergelij
king tusschen den Duttschen opmarsch
om Limburg, zooals deze in 1914 is
uitgevoerd, en die, welke gevolgd zou
zijn, warer in 1905 of'06 door Dui »ch-
land tot een oorlog met Frankrijk be
sloten.
Ia 1905 drong Von SchUefteo, chef
van den Prulslschen generalen staf, bij
den Duitschen keizer er op aap, dai
deze de Marokkc-crisis zou aangrijpen
om den toch niet te vermijden oorlog
met Frankrijk te ontketenen. Ware aan
dien aandrang gevolg gegeven dan zou
Duitschland ongetwijfeld het operatie
plan van Von Schiltftsn gevolgd heb
ben. Volgens dat plas werd de rechter
vieugel van het Duitsche lege? gecoa-
centteerd achter Limburg en moest
deza rechtervleugel over Roermond
naar België oprukken.
Ia verband daaimedo waren aan de
noordelijke Dultsche korpsen niet alleen
kaarten van Belgis, maar ook van het
Z.O. deel van Nedeilatd (Z.O. van de
lijn Grave's Bosch—Tilbu gTurn
hout) verstrekt. Daardoor kreeg de
rechtervleugel van het Dultsche ieger
niet aileen ruimte, maar ook de zoo
belangrijke beschikking over het rijk
vertakte Belgisch-Hollandsche spoor
wegnet.
Wel meende Von Schlieffen eenlge
reservekorpsen te moeten achterlaten
tot bescherming van zijn rechterflank
doch hij verwachtte van Nederland niet
veel mee- dan een protest en meende
zich daarvoor de groote voordeelen van
een opmarsch over Nederland's gebied
niet temoeten ontzeggen.
Zijn opvolger, als chef van den
Generalen Staf, Helmutb von Moltke,
nam aanvankelijk het operatieplan van
Von Schütften o er, maar heeft daarin
vermoedelijk vóór 1910, de voor ons
land zoo hoogstbeiangrijke wijziging
gebracht, waardoor de schending van
ons gebied voorkomen werd.
Gaandeweg kwam cl. Moltke tot de
opvatting dat Nederland zich niet zou
bepalen tot een protest- Hij voorzag
»dat aan den Duitschen legervleugel
door een vijandelijk Holland zulk een
sterke macht zou worden onttrokken,
dat deze vleugel de noodlge kracht
voor de» slag tegen bet westen zou
moe en verliezen
Z.i. kon de voorwaaftsche marsch
door Bslgië slechts worden uitgevoerd,
Indien men op de strikte neutraliteit
van Nederland mocht rekenen.
Deze verandering in de operatlepian-
nen steiöe het Dultsche leger voor
zware moeilijkheden. Het concentratie
gebied aan de Dultsche westgrens
moest noodwendig een groote uitge
strektheid bezitten wegens de groote
stetkte van de daarin samen te trekken
legers en de wenscheltjkheid om voor
de concentratie een zoo groot mogelijk
deel der Duitsche sporen te kunnen
geb uiken. Dit concentratiegebied bleef
zich daarom uitstrekken van 25 K.M.
tets Z. van Dledenbofen tot 75 K.M.
ten N. van Aken.
Dientengevolge moest bij den op
marsch naar het Westen de enorme
legermassa als het ware door ds
nauwe opening AkenDiedenhofen
geperst worden, terwijl het Noordelijke
leger eerst zuidwaarts om L'mburg
55)
moest trekken, daarna noordwaarts
moest uitbuigen om vervolgens met
overmatige snelheid voorwaarts te ruk
ken, ten einde zijn plaats op den
omzwenkenden rechtervleugel te kun
nen innemen.
Jarealang heeft Moltke theoretische
schema's betreffende dien voorwaart-
schen marsch laten opstellen, om de
uitvoering van die uiterst moeilijke
manoeuvre mogelijk te maken en daat-
voor de beste methode te vinden.
Schr. geeft een uitgebreid overzicht
van de wijze, waarop deze opmarsch
om Limburg heen in 1914 is uitgevoerd.
Htj toont aan boe het tijdverlies, ver
oorzaakt door die omtrekkende bewe
ging, oorzaak Is geworden, dat het
eerste deel van Mohke's manoeuvre,
het afdringen van het Belgische leger
van Antwerpen, mislukt Is, hoewel de
uitvoering was toevertrouwd aan een
von Kluck ea hoewel de Belgen zelf
het binnenrukken der Duitschers in
Belgie en den overtocht over de Maas
niet noemenswaardig hebben vertraagd.
(ppT^WAALW u K r<TW^)
DOOR ERVARING STERK.
Ten einde de nadoelen, die de Dult
sche legerleiding- aanvaard heeft door
het ontzien van Nederland le het Hebt
te stellen, geeft schr. daarna een
beschaving van den opmarsch door
België en Zuid-Nederland, zooals deze
zou zija uitgevoerd volgens de plannen
van Von Schlieffen.
Duidelijk blijkt daaiuit hoezeer de
lazet der Duitsche legers op het
Westelijk ooilogstooaeel daardoor ver
eenvoudigd zou zijn geworden, hoeveel
ruimte en tijd daardoor zou zijn ge
wonnen, en afmatting der legers vóór
den slag voorkomen zou zijn. Geen
wonder, dat Von Schlieffen in Duitsch
land thans beschouwd wordt, als de
eenige, die de massa-legers van de
20e eeuw op doeltreffende en beslis
sende wijze in den aanvalsveldtocht
had kunnen lelden.
Het in deze brochure vervatte betoog
versterkt de conclusies, .neergelegd in
de bekende studies over »De manoeuvre
om Limburg» van «kapitein Ronduit»,
waarop wij de aandacht vestigden in
oas artikel van 11 April over «Défai
tisme» en waarin werd aangetoond, dat
het door de manoeuvre om L'mburg
veroorzaakte tijdvedies de Duitschers
op de beslissende momenten juist te
laat deed sijc.
Wij hebben schr's belangrijke studie
eenlgszlns uitvoering weergegeven, io
de eerste plaats om het groote belang
«an de wijziging In de Dultsche operatie-
plannen, waardoör wij juist bijtijds
behoed werden om In den oorlog te
worden meegesleurd.
Maar van nog meer beteekenis is de
oorzaak van dezs wijziging. Immers
het zou zijn te veronderstellen,
dat gevoelens vaa sympathie of gene
genheid de Duitsche legerleiding tot
deze voor haar zoo noodlottige ver
andering van het operstleplan hebben
geleid. Aan dergelijke sentimenten kon
ea mocht door haar uit den aard der
zaak geenerlel Invloed worden toe
gekend. E? was daarvoor een reden
van meer beteekenisjuist in den tijd,
wsarln het opeiatleplan gewijzigd werd,
bevond de Nedeilaodsche weermacht
z ch in stijgende lijn ven een voor-
uemea om dis weermacht veilig opge
borgen te houden achter de waterlinie
was geea sprake meer.
De zekerheid, dat Nederland de
schending van zijn gebied wilde en
kon beaaïwoo?den met den inzet van
een veldleger, dat tol het achterhouden
van een belangrijke macht aan Dultsche
zijde sou dwingen, vormde den grond
voor deze oas zoo gewichtige wijziging.
Ea ta is de groote verdienste van
deze b ocnurss dat zijde aandacht ves-
tigt op i veiband tusschen den
giaat o weermacht en de buiten-
landschs öj aUeplannen.
Ia 1858 rekende de oude Moltke
reeds me; de mogelijkheid, dat Pruisen
Ma s ï-h en Vesio zouden moeten
bezetter? m 'ivoo-kom es, dat Frank
rijk deze gen zou nemen wijl de
verwaai!o tg van de Nederlandsche
landmse - 1 Nederland onmogelijk
maak beletten.
O van Von Schlieffen
om N land op te trekken
stouü w i baad met de geringe
stink de Nederlandsche weer-
m?ch 1905 36 bataljons en 20
bi de Voa ScKllrfïen
rek t op, dat we ons bij
e>~ i laad, wegens onze
m h i, -o; een formeel pro-
tes- ik! bepalen. Maar van toen
af >i si og in 1911 hadden
wil net 72 bataljons en
28 b: Ia 1913 vermelden de
Du ie ove z ctavjn van onze sterkte
de vercucbjl vaa het aantal regi
menten, ds a üwezlgheld van alle veld-
bataljons In vredestijd-, de vorming van
48 hal te bo rerijeo. In die jaren ging
de Nede kndsche weermacht ook in
geoefendheid, in manoeuvres vaardig
heid en paraatheid vooruit en io
die zelfde jaren werd de reddende wij
ziging la de Dultsche operatieplanneo,
Is hef gevaar om in een oorlog te
worden betrokken thans voorbij Wie
zou het durven beweren, waar w® den
latenden oorlogstoestand eabij onze
grenzen maar steeds zien voortduren.
Eb als te voren zal het van de waarde
vara ons veldleger afhangen of wij tn
e Echo van het Zuiden,
en Ijifslriitselie Courant,
Dit Mai Tcnekljst
WOENSDAG SN Z ATB 3D AG,
AbourjementsprlJa per 8 maande® 1.26.
SVineo per post door het geheele rijk 1.40.
Brie een. ingezonden «tukken, gelden oh*
franco ta send en tan den Uitgever
Prfjt iar AitvmrWiatlA»
26 «®nt per regel: minimum f 1.60.
Reclame» 40 cent per regel.
BS contract flink rabat.
AdvertentiBn moeten Woensdag en Vrijdag
de» woryee» om *sit#r'.ijk nar la «i taalt
aJJfc.
van Er,iuj van het Zuiden".
Naar liet Duitscli door H. Fr.
Zij meende slechts eene minuut te hebben
geslapen, ofschoon 't in werkelijkheid uren
geweest waren, toen zij gewekt werd door
luid kloppen op de deur der hut. Verschrikt
sprong zij op en bleef met het hoofd naai
de denr gewend staan, gereed om te vluch
ten.
..Ik zeg u dat zij hier binnen is!" hoorde
zij een stem luide roepen, eene stem, die zij
vol ontzetting als die van Digby Borne
herkende. Wij hebben deze lieele zijde van
den berg doorzocht zonder haar te vinden.
Hier in deze ledige hut moet zij een toe
vlucht gevonden hebben! Miss RokebyMiss
Nina
Nina verroerde zich niet, nauwelijks durf
de zij adem halen. Andermaal sloeg Digby
Borne als razend op de deur los.
Breek de deur open," schreeuwde hij.
„Matrozen, brengt dat groote stuk hout
hier en wij zullen eens zien wie die deur
van binnen versperd heeft. Vlug een wei
nig!"
Met vertwijfelde blikken keek Nina rond.
De hut had geen anderen uitgang dan de
deur of het venster en beiden waren neven
elkander en door hare vijanden bezet.
In grenzelooze vertwijfeling ging zij weer
voor den haard zitten, hare blikken op de
deur gevestigd.
„We zullen allen met het hout tegen de
(leur aanloopen," zeide Digby Borne, zoo.
Daar wij met. ons vieren zijn znllen wij ze
gauw opengebroken hebben. Bewaakt, gjj de
deur, terwijl ik naar binnen ga. Nu er op
los
Fr volgde een vereenigde aanval op de
deur. Zjj dreunde en kraakte. Door den ge
weldigen druk sprong een der hengsels uit
den muurde sluitboom viel op den grond,
de deur sprong krakend open en Digby
Borne werd bijna met geweld de hut inge-
slingerd.
Hij stiet een triomfkreet uit bij den aan
blik der tedere 'gestalte, die bij den haard
zat.
„Hier is zij, jongens!" schreeuwde hij.
..Wij hebben ze gevonden. Arm schepsel: zij
is nog steeds in ijlende koorts, zooals ik u
zeide. Wat ziet zij er wild uit. Mijn arme
Nina", voer hij voort, „ik ben gekomen om
u mede naar huis te nemen."
„Ik wil niet medegaanriep het jonge
meisje en hare pogen schoten stralen. „O,
hemel, ben ik dan gansch verlaten en aan
mijne vijanden overgeleverd?"
..Hoont ge haarriep Borne uit. „Het
arme schepsel! ze heeft de zorgvuldigste
verpleging harer stiefmoeder noodig. Wij
brachten haar naar de Wildernis in de
hoop dat deze verandering haar zou gene
zen van hare aanvallen van woede. Kom
Nina, uwe stiefmoeder is zeer bezorgd over
u en het- gansche pbrsoneel des huizes ver
keert in angst."
„Laat mij hier sterven," riep Nina op kla-
genden toon smeekend. O mannen, hebt me
delijden met mij. Ziet gij dan niet dat Dig-
bij Borne mijn vijand is? Wilt gij mij niet
tegen hem beschermen en mij van hem be
vrijden? Om barmhartigheidswille.
„Hoort haar slechts," zeide een der man
nen, die als kapitein op het jacht had dienst
gedaan, „hoort maar, ze is geheel krankzin
nig, geheel van haar verstand beroofd Arm
meisje en nog zoo jong
Het was duidelijk dat zij van de matro
zen geen hulp te verwachten had.
Als een vervolgd stuk wild week Nina
naar den verstafgelegen hoek terug, waar
heen Digby Borne haar volgde. Een korte
strijd volgde en Nina Rokeby was weder
een gevangene.
„Wij moeten haar om beurten dragen tot
huis toe," zeide Digby Borne, haar armen
aan het lijf bindend, »„'t Zal moeilijk gaan
bergop, maar 'f kan toch."
„Het kan geen heel zwaar werk zijn."
zeide een der matrozen, ,.ze kan niet veel
wegen. Sedert zij in Schotland is, is zij erg
mager geworden en ze kan niet zwaarder
zijn dan een tienjarig kind."
Digby Borne nam de tengere gestalte in
MAATSCHAPPU VAN VERZEKERING OP HET LEVEM
zijne armen en droeg haar naar buiten,
gevolgd door de manschappen. Hij hield haar
vast tegen zich aangedrukt en ging zoo met
zijnen last bergopwaarts; als hij moede
werd wisselde hp af met den kapitein van
het jacht en zoo bereikten zij eindelijk met.
de arme jonge gevangene de „Wildernis".
Nog steeds viel er een dichte regen, toen
zij het plateau bereikten, maar toch stond
mrs. Borne blootshoofds buiten, haar mor
gengewaad droop van het nat en haar ge
zicht was vertrokken van angst en onrust.
Onder hare groote zwarte oogen lagen nu
diepe blauwe kringen, haar mond was vast
gesloten en met diepe rimpels omgeven,
waardoor zij er tien jaar ouder uitzag dan
zij werkelijk was.
Haar gelaat verried wat zij dezen dag* ge
leden hadmaar het was in 't geheel niet
uit wroeging over het schandelijk spel. dat
zij met hare stiefdochter gedreven had, doch
de vrees, uit angst voor eene mogelijke ont
dekking harer schanddaden, als Nina's
vlucht gelukte.
Achter Victoria, op den drempel stond
mrs. Luttrel in een warmen mantel. Beiden
hadden zoo bijna den ganschen dag op de
vervolgers gewachtnu was het reeds drie
uur en het, begon al donker te worden.
„Zij komen, zij komenriep Victoria ten f
hoogste ontroerd
„Zij zjjn alleenneen, zij hebben het
meisjeWij zijn gered gered
Zij liep Digby Borne -tegemoet, die nu de
andere mannen eenige passen vooruit was.
In korte woorden deelde Digby Borne zijn
vrouw mede hoe en waar hij Nina gevonden
had en hij de huisdeur nam hij de gevangene
weder van de matrozen over.
Hjj droeg Nina naar hare kamer, waar
Celeste vuur aanlegde en. bevrijdde haar
toen van hare boeien.
Zonder hare vpanden met een blik te ver
waardigen ging Nina naar den haard en
voor het vuur zitten.
„Geleste, ge kunt hier blijven om de juf
frouw bij het on-tkleeden te heipen," zeide
Digby Borne, „en..."
„Ik zal alleen wel andere kleederen aan
trekken" viel Nina hem op zachten toon in
de rede, „ik wensch aileen te zijn".
„Celeste moest zich liever met Victoria
bezig houden," 'zeide mrs. Luttrel. „Victoria
heeft den ganschen dag als een wederspan-
nig kind gehandeld. Digby, zij heeft in den
regen blootshoofds buiten gestaan, totdat
zij doornat was en erg verkouden geworden
is. Ze is zeer ziek."
„Ik zal onmiddellijk warme dranken laten
gereedmaken," zeide Digby Borne. ..Victo
ria, ge moet een warm bad nemen. Celeste,
breng- miss Rokeby ook een warm bad."
Hij verliet Nina's kamer en de anderen
volgden.
Geléste sloot de deur van buiten en stak
den sleutel in den zak. Victoria ging naar
hare kamer, zonder ophouden kort en droog
hoestend.
„Hoort ge." zeide mrs. Luttrel, Digby
Borne in het portaal staande houdend."
De poging tot ontvluchting schijnt miss Ro
keby niet geschaad te hebben, maar Alcto-
ria is zwaar verkouden. Gij moet haar zorg
vuldig verplegen. Bij uw streven om jaar
lijks tienduizend pond meer te hebben, moet
gij de vier duizend niet wegwerpen, die gij
reeds hebt. Vergeet niet wat wij beiden
bedelaars zijn als Victoria sterft".
„Wat zijt gij toch een onheilkraaister,"
zeide Digby Borne geërgerd, „'t Is niet
noodig mij mijne armoede te verwijten. Als
Victoria kinderachtig genoeg geweest is uit
angst in den regen te gaan staan, dan moge
zij zich zelf verzorgen. Ik ben zelf geheel
bevroren en uitgehongerd en denk eerst voor
mij zeiven te zorgen."
Hij deed dit ook met groote omzichtigheid.
De Frangaisë bracht Nina een warm had
en een glas dampende punchhierna spoed
de zij zich weg om hare meesteres te bedie
nen. Nina nam het had, verwisselde de nat
te kleeren tegen droge, ledigde het glas met
punch en ging toen te bed. Zjj begon te
transpireerende koorts, die haar gedreigd
had, verdween, haar hoofd werd koel, zjj
viel in een verkwikkendeu slaap en ont
waakte eerst iaat in den avond.
Toen zij hare oogen opsloeg stond mrs.
Luttrel hij haar bed en voelde haar. de pols.
„Hoe gaat het u?" vroeg de vrouw, het
meisje met overmoedige blikken aanziende.
„Ik hen heel wel, alleen wat moede."
„Slechts moede," herhaalde LuttrelAl
leen wat vermoeid na al het voorgevallene?
Victoria is bepaald ziek. Ge zult zoo spoe
dig geen gelegenheid hebben om den streek
van hedenmorgen te herhalen, mijne fijne
jonge dame. Celeste en ik zullen u voor-
taan gemeenschappelijk bewaken, 't Was
dwaas van Victoria alleen bij u te komen,
maar zij kende u nog niet zoo goed als wij
u nu kennen, (lp Digby's bevel hebben wij
u een warm souper gebracht, maar morgen
komt gij weder op water en brood als gij
in uwe eigenzinnigheid volhardt."
Celeste stond aan 't voeteneinde en rol
de thans een rond tafeltje naderbij, waarop
brandende lichten en een blad met spijzen
stonden.
Nina at zoolang zij honger had en ver
borg het overschot van een gebraden hoen
in haar koffer.
't Was goed dat zij dit gedaan had, want
den volgenden ochtend bracht Celeste haar
weder water en brood. Verder werd zij op
dien ellendigen schralen kost gehouden.
Eenmaal daags kwamen mrs. Luttrel en
Celeste bij haar om haar eten te brengen
en gedurende (lien tjjd stond Digby. Borne
voor de deur, om een nieuwe poging tot
ontvluchten te beletten.
Een week verliep op deze wijze eer Victo
ria weder in Nina's kamer kwam.
„Wat hebt gij van daag te zeggen?" vroeg
Victoria met schorre stem.
..Niets.'-' antwoordde Nina kalm.
„Ge hebt ons vreeselijk veel last aange
daan: ik heb mij door uw toedoen een hevi
ge verkoudheid op den hals gehaald en een
vreeselijken hoest gekregen, en gij zit hier
nog zoo eigenzinnig alsof gij eene vorstin
waart en wjj uw onderdanen. Zal niets uw
trotseh kunnen buigen? Bevallen u water
en brood en strenge gevangenschap dan zoo
goed dat gjj die verkiest boven een huwelijk
met een hupschen jongen man. die u aan
bidt?''
„In alle geval geef ik de voorkeur aan
deze levenswijze boven een meineed. Ik ver
kies eene tijdelijke gevangenschap boven
levenslang berouw."
(Werdt v»rv»l§d).