Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
VERLOREN SPEL.
EERSTE BLAD.
Binnenland.
Aannemer. Waalwijk.
Buitenland.
A.deRooij-Bourgonjen
FEUILLETON
„NOO&D-BRABAND"
WAALWUKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Velefom Ha. H, Ïakgr,-Adre«ECHO.
2)it nummer bestaat uit 2)rie
Bladen
Verkrijgbaar bij
BAARDWIJK. 22300
Een medewerker van de Tel.
heeft bij een helderziende van Scheve-
ningen inlichtingen ingewonnen over
wat 1924 ons zal brengen Hij doet
daarover het volgende relaas
Het nieuwe jaar nadert en velen zijn
benieuwd te weten wat ons te wach
ten staat.
Ze togen op een guren November-
namiddag naar Scheveningen.
Het defttge heerenhuis waarbinnen
Scheveningen's profeet troonde, stond
daar in de eenzame straat met zijn ge
sloten gordijnen. We belden Een blo
zende dame opende en bracht ons in
de wachtkamer van den grooten man
We behoefden niet lang te wachten.
De schuifdeuren van het nevenvertrek
gingen open en daar vertoonde de
helderziende in eigen persoon zich
aan onze blikken, Een korte, gedrongen
figuur met een Nero-kopJ waarin de
twee opvallend schitterende oogen ons
onderzoekend aanblikten, in de half
duistere kamer zetten we ons om de
tafel en het gesprek begon.
Wilt u voorspellen wat 1924 de
wereld zal brengen luidde onze vraag.
Geen kleinigheid voorwaar, doch tot
ons genoegen nam de „ziener" de
beantwoording op zich. Even een pauze,
alsof hij in trans kwam, dan klonk
het
1924 zal geen slecht jaar worden.
Als belangrijkste gebeurtenis zie ik.
de betaling van Duitschland aan de
geallieerden. Duitschland zal betalen
en dat zal de zaken van de geheele
wereld doen opfleuren. Het zal ver
trouwen geven, ook in ons land zal
het beter worden. De gulden zal in
de eerste 2 maanden van 1924 wat
zakken, maar daarna zich weer her
stellen.
Als Frankrijk geld krijgt, zal het
hard wegloopen uit de Roer. Ik zie
zoo vervolgde het orakel in
1924 geen herstel van de monarchie
in Duitschland. De Duitsche keizer
blijft in ons land Er zal veel spekta
kel in het land worden gemaakt, maar
de toestand blijft bij het oude.
Oorlogen zullen er in Europa niet
voorkomen en andere rampen zal het
nieuwe jaar evenmin brengen.
In Rusland zal het een chaos blijven
en de bolsjewieken houden het heft
in handen. Hier pauzeerde het profeti
sche wonder even, om op adem te
komen en vervolgde toen
In Nederland is de oplossing van
de Regeeringscrisis nabij, de rechtsche
partijen zullen het heft in handen hou
den. Finantieele klappen voor ons land
zullen er niet komen in 1924, maar
belastingverlaging evenmin aldus het
orakel en het scheen ons, of bij
deze laatste profetie zijn oogen ons
ondeugend aanstaard en
Dat is het voornaamste, wat ik zie
in 1924, zoo besloot hij, het zal beter
zijn dan 1923.
In een café te 's-Hertogenbosch
heeft de recherche gisteren een Belg
aangehouden, op het oogenblik, dat hij
van een militair een papier aannam en
daarvoor geld gaf.
Het blijkt, dat deze Belg met eenige
militairen in verschillende plaatsen in
ons land in verbinding stond en door
hun hulp in het bezit kwam van pa
rieren, welke op de verdediging van
iet land betrekking hebben Hij ontkent
evenwel. Vandaag is hij door de mare
chaussees naar Maastricht overgebracht.
In eenige plaatsen zouden in ver-
iand met deze zaak reeds arrestaties
zijn geschied.
Van andere zijde meldt men ons,
dat de brigade-commandant der mare
chaussee te Maastricht een complot
van landverraad heeft ontdekt, waarvan
het beginpunt te Maastricht moet zijn
en waarvan de hoofdzetel te Rotter
dam zou zijn gevestigd.
Te Maastricht zijn drie onderofficie
ren in arrest gesteld, bij wie uitge
breide huiszoekingen hebben plaats
gehad.
De kabinetsformatenr, mr. dr.
D. A. P. N. Kooien, heeft volgens het
„Hbld." Donderdag gesproken met den
voorzitter der Roomsch Katholieke
fractie der Tweede Kamer, mgr. dr.
Nolens, Vrijdag met dien der anti-revo
lutionaire fractie, mr. V. H Rutgers
en Zaterdag met dien der Christelijk-
Historische fractie, dr. J. Schokking.
Volgens inlichtingen uit alleszins be
trouwbare bron is volgens het blad de
heer Kooien het stadium aan het zoeken
naar een grondslag voor de vorming
van een nieuw rechtsch Kabinet nog
niet voorbij. Op zijn besprekingen met
SPECIAAL ADRES VOOR:
Granietwerken, Terrazzovloeren, Aanrechten,
Gootsteen, Dorpels enz. H Man
INRICHTING VOOR HOUTGRANIET-VLOEREN.
Allies mei volle garantie. 3037
56)
DOOR ERVARING STERK.
de leiders der rechtsche fracties zullen
namelijk nog volgen vergaderingen
dezer fracties, elk afzonderlijk. Eerst
daarna zal kunnen blijken, of een nieuw
rechtsch Kabinet, uitgangspunt van den
heer Kooien, al of niet mogelijk is.
Hetzelfde blad verneemt, dat het
gerucht, waarvan de „N.R Crt." heeft
gerept, volgens hetwelk de Kabinets
formateur, als hij de opdracht der
Koningin aanvaardt, van plan zou wezen
zelf geen zitting te nemen in hel^Ka-
binet, geen grond heeft
Het Berliner Tageblatt laat zich
uit Gelsenkirchen seinen, dat deFran-
schen gisteren den ui'.voer van steen
kolen naar Nederland en Italië verboden
hebben.
Dinsdag heeft in Den Haag, op
uitnoodiging van den directeur-generaal
van den arbeid, een bijeenkomst plaats
gehad van vertegenwoordigers der
werkgevers- en arbeidersorganisaties
inzake het geschil in de textiel
industrie.
Beide partijen gaven een uitvoerige
uiteenzetting van haar standpunt, doch,
naar men aan het Volk meedeelde
mogen de kansen op een oplossing van
het geschil niet groot genoemd worden.
Naar wij vernemen, zullen de
heeren pastoor J. Q. van Schaik, A. C.
de Bruvjn en P, J. S. Serrarens de
volgende week in opdracht van het
R.K. Vakbureau een onderzoek gaan
instellen naar de omstandigheden
waaronder de Nederlandsche arbeiders
in Noord-Frankrijk werken. Het moest
in het voornemen liggen, eenzelfde
onderzoek in te stellen in de Belgische
mijnstreek. (Tijd.)
Tc Berlijn acht men het aftreden van
hat kabinet-Streseoaann, als gevolg van
de heden te houden Rijksdagzitting,
waarschijnlijk, ook als de drie moties
van wantrouwen (van de Duitsch-na-
tionaleo, socialisten en communisten)
met wisselende meerderheden mochten
worden verworpen.
Lloyd George heeft een krachtig
pleidooi voor den vrijhandel gehouden.
Volgens de Köln. Zeg. heeft de
Fravsche ingenieurs-missie aan de
daarvoor in aanmerking komende mij
nen in het Roergebied verboden steen
kool en bijproducten naar het neutrale
buitenland te leveren. Dit verbod wordt,
evenals de in beslag neming van de
sporen in het district Essen, die voor
namelijk voor het verkeer naar Neder
land dienen, als een represaille-maat
regel opgevat.
De oppeibevelhebber der rijksweer-
baarhe'd in Saksen ontslaat alle Sak
sische regeerlagscommissarlssen als
mede den hoofdcommissaris van politie
te Dresden.
De Deensche regeering dienteen
wetsontwerp in inzake den bouw van
een spoorwegbrug over de Kletoe B'lt,
Waahvpsclie en Langstraatsrbf (onriut.
Dit Ml* T«r*eMjRï
WOÜN8DA0 EN ZATIBDAG.
Aboimementeprij» per 8 maandea 1.26.
Franco per poet door bet gehoele rijk 1.40.
Brieven, Ingebonden «takken, gelden es*,
franco te eenden aan Se® Uitgever,
UlSOAVB
Prlje der Advertentii*
%Q eent per regelminimum f 1.B0.
Reclames 40 cent per regel.
33 contract flink rabat.
AdvertentlSn moeten Woensdag en Vrijdag
den storgeBfl ons altariijk 8 W
I- den Tenlinê-de Leiier.
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
ca» „D« Boho van het Zuiden".
Naar het Duitsch door H. Fr.
„Eene tijdelijke gevangenschap," herhaal
de Victoria. „Zij zal niet zoo kort zijn als
gij meent. Als het noodig is blijven wij den
heelen winter hier om u tot onderwerping
te brengen. Wij hebben een pad betreden,
waarvan terugkeer niet mogelijk is. Men
zegt mij dat de winter in het Hoogland
vreeselijk zal zijn. Weldra zullen wij hier
door sneeuw en stormen ingesloten zijn. In
geen geval kan uw verloofde uw spoor tot
hier volgen; en zelfs, al kon hij het, dan
nog zou hij in den winter niet in staat zijn
tot de „Wildernis" door te dringen. Wij zul
len een droevigen winter hebben en gij bij
zonder Nina. Wat zegt gij, Nina," en haar
toon werd angstig. „Zult gij toegeven?"
„Nooit!" zeide Nina kalm. „Ik ben geen
kind dat men met honger en koude schrik
kan aanjagen en ik verkoop mijne ziel niet
voor de vreugden der tafel. Ik zal hier blij
ven leven totdat ik oud ben en sterf, liever
dan toegeven," voegde ^zij er bij.
Een donkere schaduw vloog over Victo
ria's gezicht. Zij vreesde den gruwzamen
harden winter in het Hoogland, en een
nameiooze vrees, waarvan zij zich geen
rekenschap kon geven, week dag noch nacht
van haar. Maar, zooals zij gezegd had, zij
bevond zich op een weg, waarvan terugkee-
ren niet mogelijk was.
Vroeger of later, maakte zij zichzelve
wijs, moet Nina toegeven, daar hare krach
ten haar daartoe wel zullen dwingen.
„Heel goed," zeide mrs. Borne opstaande.
„Wij zullen aanstalten maken om den win
ter hier door te brengen* Digby zal met het
jacht naar Inverness gaan om voorraad en
levensmiddelen voor het koude jaargetijde
op te doen. Als gij wilt besluiten Ralph's
bruid te worden en met hem naar Inver
ness te gaan, behoeft gij het mij maar te
laten weten voor Digby's vertrek."
Zij verwijderde zich, sloot de deur en gaf
den sleutel aan Celeste, die buiten stond te
wachten.
Hoofdstuk XXXVIII.
LILLY IN HET HOOGLAND.
In den namiddag van denzelfden dag,
waarop bovengemeld onderhoud tusschen
Victoria en Nina Rokeby had plaats gehad,
kwam Lilly Lark, onder geleide van mrs.
Brown te Inverness aan. Er was eene week
verloopen na Nina's mislukte poging om te
ontvluchten, en weder viel er een dichte
koude motregen.
Lilly overnachtte met hare geleidster in
een hotel te Inverness, om eerst den vol
genden morgen de reis naar de bergheiden
voort te zetten.
Den volgenden ochtend hield de regen
nog steeds aan, en toen Lilly naar buiten
keek zeide zij
„Ik vrees dat het dwaas van mij was in
dit jaargetijde naar Schotland te gaan."
Het was 't beste wat wij doen kunnen,
miss Lilly," zeide mrs. Brown. „In Londen
zoudt gij u dood getobd hebben."
„Maar als wij daar gebleven waren had ik
Ralp wellicht wedergezien," zeide het jonge
meisje op klagenden toon. „Wat scheen hij
getroffen, toen hij mij zag. Hij keek mij aan
als een geest. Ik geloof dat hij reeds lang
opgehouden heeft mij te beminnen. Hij be
mint nu eene andere. En toch, mrs. Brown,
ter wille van de lieve oude dagen, toen ik
voor hem de gansche wereld was, had hij
mij kunnen volgen naar het rijtuig, mij kun
nen nakomen naar huis."
„Ik zeide hem dat gij eene arme gouver
nante waart, miss," zeide Brown, welke aan
hare jonge meesteres in het geheel niet had
verraden, dat Ralph Borne, die zij in het
geheel niet mocht lijden, zijne jonge vrouw
werkelijk naar huis gevolgd was. „Wellicht
moest de jouge man terug naar de rijke
erfgename, met welke hij verloofd is. Waar
lijk, miss Lilly, ge zoudt hem toch niet
terugnemen nu hij een andere gaat huwen?"
Lilly bloosde en hare oogen glinsterden.
Vraag mij dat niet, Brown," zeide zij
zacht. „Hij is niet.zoo erg te laken als gij
meent. Zijn vader heeft hem gedwongen mij
prijs te geven. Hij is nog zoo jong. Brown,
en vandaag is 't zijn verjaardag. Hoe heeft
hij zich op dien dag verheugd. Het is waar,
hij is zwak en laf, maar men kan aan hem
zien, dat hij geleden heeft, Brown. Hij zal
1 die schoone jonge dame huwen; zij is de
dochter van een baronet en hij zal met haar
aan het hof komen en zijne bruid zal hem
aanbidden, terwijl ik...". Zij hield op en
zuchtte diep.
„Terwijl gij een anderen voornamen man
zult huwen en ook aan het hof zult komen,
miss Lilly," zeide Brown.
Lilly schudde treurig het hoofd.
„Hij schreef mij dat ik niet zijne vrouw
was," zeide zijmaar al ben ik zijne vrouw
niet. nooit zal ik die eens anderen worden.
Ik hield mij in w> rkelijkheid voor zijne
echtgenoote, Brown, en ik beminde hem zoo
innigeene vrouw, als zij eenmaal met haar
gansche ziel bemind heeft, kan niet ophou
den te beminnen. Zoolang ik leef zal ik mij
in mijn hart als Ralph's vrouw beschou
wen. Zijne voorname jonge bruid kan hem
onmogelijk zoo beminnen als ik mijn armen
jongen liefheb. Tot het einde zijns levens
zou hij mij trouw gebleven zijn, als zijn
vader hem niet van mij had weggerukt."
Eer mrs. Brown iets antwoorden kon,
werd aan de deur geklopt en Topper, Lilly's'
Londensche bediende, trad met den hoed in
de hand binnen.
„Het rijtuig is er en staat te wachten,
miss World, meldde hij eerbiedig. De paar
den zijn uitgerust en opnieuw beslagen,
daar wij sinds gisteren avond hier zijn, en
wij kunnen wegrijden als gij het beveelt.
„AVij zullen onmiddellijk verder reizen,"
zeide Lilly. „Laat de bagage beneden bren
gen, Topper. Wij komen direct."
Zij vroeg de hotelrekening en betaalde.
De bagage werd naar beneden gebracht;
Lilly en mr. Brown trokken hare overklee-
derèn aan en gingen toen naar het rijtuig.
Het huis op de bergheiden was oud en
schilderachtig en had een hoogen toren,
vanwaar men op de baai kon neerzien.
In den zomer was het een kostelijk ver
blijf, daar steeds een frissche koelte van
uit de zee overwoei. Nu echter, door den
dichten Scliotschen herfstnevel gezien,
kwam het Lilly koud en onprettig voor, toen
zij het portier neerliet om het te beschou
wen.
Het huis was tamelijk groot en deftig en
omgeven met een zeer schoonen, grooten en
goed onderhouden tuinover 't geheel was
het een zeer aanzienlijke bezitting.
Het rijtuig reed voor aan de groote hoofd
deur. Topper sprong af en opende het por
tier. Lilly en Brown stegen uit. Vervolgens
opende Topper de voordeur en geleidde haar
in het groote voorportaal, terwijl een ander
bediende het rijtuig wegvoprde.
In het ruime groote voorportaal stond de
rentmeester met zijn vrouw te wachten om
de nieuwe eigenares der bergheiden te be
groeten.
Het was een Schot met een eerlijk, goed
moedig gezicht en zijne vrouw eene nog
tamelijk hupsche persoon, die dadelijk een
groote voorliefde voor de jonge meesteresse
opvatte.
„Miss World," zeide Brown, „dat zijn mr.
en mrs. Land, de rentmeester en zijn vrouw.
Lilly voegde beiden eenige lieve woorden
toe, waardoor zij onmiddellijk beider hart
won. -
„Het huis is volkomen in orde, miss,_
zeide de rentmeester eerbiedig. „Ik heb uit
Inverness eenige dienstboden laten komen
en op bevel van mrs. Brown zijn uwe kamers
opnieuw gemeubileerd. Als iets in huis niet
naar uw zin is, kan het dadelijk veranderd
worden zooals gij het verlangt".
„Mag ik u naar uwe vertrekken geleiden
miss", zeide mrs. Land, Lilly's bleekheid en
zichtbare vermoeidheid bemerkend. Het
diner zal binnen een uur gereed zijn."
Lilly en Brown volgden de rentmeesters
vrouw naar de eerste verdieping, in eene
schoone met roode zijde nieuw behangen en
gemeubelde kamer, waarin een mooie piano
stond. In den haard brandde een helder
vuur, waarvoor een gemakkelijke fauteuil
geplaatst was.
„O, hoe prettig en aangenaam!" riep het
jonge meisje uit. „Alles is hier warm en
opgeruimden van uit mijn venster kan ik
de uitgestrekte stormachtige zee zienIk
zal deze bekoorlijke kamer met dat schoone
uitzicht nooit moede worden."
„Uwe slaapkamer is hierneven," zeide de
rentmeestersvrouw, ten hoogste verheugd
over Lilly's lof; „de kamer van mrs. Brown
is daarnaast."
Woont- gij ook hier in 'huis, mrs. Lana
vroeg Lilly.
„Neen miss, wij wonen hierachter m het
huisje bij het bosch, waar langs gij gereden
zijt. Wij wonen daar reeds twintig jaren.
Geen ander punt der gansche wereld zou
dit ons te huis kunnen vervangen. Als wij
het nu verlaten moesten," en mrs. Land's
stem beefde, „geloof ik dat het mjjn man het
leven zou kosten."
„Gij zult het in 't geheel_ niet ^behoeven
te verlaten," zeide Lilly vriendelijk. „Me
mand, die mijner tante was toegedaan, zal
door mij lijden. „Ik verlang dat mr. Land
rentmeester blijft zoolang hij leeft.
Ik weet nog in het geheel niets van de
opbrengst van het goed, daar mr. Burgesz
daarover met mij nog niet gesproken heeft,
maar ik hen overtuigd dat het bestuur aan
geen betere handen kan worden toever
trouwd dan aan die, in welke mijne tante
het stelde.
Mrs. Land keek haar dankbaar aan met
opgehelderd gelaat.
„De bezitting werpt een zuiver jaarlijk-
sche inkomst af van 300 pond", verklaarde
zij. „Ze is meer een schoon en deftig dan
een winstgevend landgoed.
Het huis en de bijgebouwen zijn in heel
goeden toestand; er zijn werkpaarden, fok-
en melkkoeien, schaaps- en varkenskudden
waaruit groot voordeel zou kunnen worden
getrokken, als daarvoor de noodige maat
regelen werden genomen."
„Wij zullen dit alles meer afdoende be
spreken," zeide Lilly, die begon belang te
stellen in hare nieuwe bezitting.
„Ik zal daarover gaarne eens met mr.
Land spreken, als hij tijd daarvoor heeft;
ik verlang, dat gij en mr. Land hier met
ons blijft eten."
De rentmeestersvrouw nam de uitnoodi
ging met groote blijdschap aan en spoedde
zich naar beneden om haar met de vooruit
zichten bekend te maken.
Toen de jonge meesteres der bergheiden
haar reisgewaad tegen een ander verwisseld
had, was zij gereed om naar beneden te
gaan.
,.Wjj zullen nu naar onze gasten gaan,
Brown," zeide zij. „Zult gij spoedig gereed
zfln?"
(Wordt Torvolgd).