Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Gemeenteraad. EERSTE BLAD. FEUILLETON „NOORD!BRABAND" NUMMER 3 WOENSDAQ 9 JANUARI 1924. WAALWIJZSCHE STOOMDBUZZEBIJ ANTOON TIELEN. Telefoss N®, i®, $®I®g3vAdr«BKOHO Frija AArartaattt 8® ««At per regel; -awlnlmnm 1JW. EedsmM 40 csnt per regel. 2)it nummer bestaat uit Twee Bladen HAARSTEEG. (Vervolg). De heer van Vrede vraagt waarom men dien dijk niet gaat verlagen. Daar is toch toesiemming voor gegeven het is opgemeien en de raad heefi het goedgekeurd Waarom wordt dat nu niet uitgevoerd. Voorzitter Er was nog geen vast besluit genomen, daar durf ik zoo niet aan te laten beginnen. Maar waarom komt ge niet op de commissie-verga deringen met uw voorstellen. van Vrede Ik maak er nu een voor stel van om dien dijk door den inge nieur van den Waterstaat te laten op meten en er dan werk van te maken. Alle leden kunnen zich hiermede vereenigen. v. d Heijden. Als er nu werk fcomt, dan zou ik er ook voor zijn om die menschen meer 1 >on te laten verdienen. Wat ze nu verdienen is een honger loon. Ze hebben het noodig aan brood en steenkolen. v. d Brand, De menschen verdienen nu f 1 50 per dag, gaan we het ver- hoogen dan komen er nog zooveel te meer zich aanmelden. Ik weet wel het is te weinig wat ze verdienen, ik ben er niet tegen om meer te geven, maar de gemeente zit al op zulke zware lasten. v. d. Heijden. Ik heb dat beetje meer op mijn belastingbiljet gaarne voor mijn medemensch over Mijn bedoeling was vooral een kindertoeslag te geven. Ik meen toch dat iemand met zeven kinderen gerust f 12 per week mag hebben tegen iemand zonder kinderen f9.-. jj Het lid van den Brand vraagt of het geen aanbeveling zou verdienen om bijv de helft van het loon aan de boeren uit te betalen, misschien dat deze dan wel verschillenden te werk kunnen stellen De Voorzitter acht dit practisch onuit- voerbaar Hij wijst er verder op dat alle zaken betreffende de werkeloosheid bij de commissie thuishooren, o.a. heeft de commissie ook te beoordeelen welke menschen in aanmerking komen van Vrede. Neen. de commissie is maar om werk aan te wijzen, maar verder niet. Dus zouden wij ook nog moeten zeggen wie er aan kunnen werken, maar dan bedank ik direct. Voorzitter. Dat is niet erg de belan gen van de gemeente behartigen, waar van u daar straks sprak. Zoo gauw nu iets van je gevraagd zou worden, dan bedank je er voor. van Engelen. Ja, daar ben ik het mee eens. v. d Heijden Ja, van Vrede is erg tegenstrijdig dat vind ik ook. Nadat nog eenigen tijd over dit onderwerp gediscusseerd is, wordt op voorstel van den heer v. d. Heijden besloten om boven het bestaande loon een kindertoeslag te verleenen van 10 cent per kind per dag, te beginnen bij het derde kind. Verder deelt de Voorzitter mede dat B. en W, den raad verzoeken hen eer. crediet toe te staan teneinde een on derzoek te doen instellen of die per- sonen die op kosten der gemeente in een ziekeninrichting zijn opgenomen geweest, zelf niet in de kosten kunnen bijdragen. |De Voorzitter zegt dat het oMijk is dat zoo iemand betaalt, zooveel in zijn vermogen ligt en de gemeente moet joch halen wat er te halen is Spr verzoekt den heer van Hemert in deze kwestie, als zelf daarbij be trokken zijnde, niet te willen meepraten. De heer winkel .is er ook voor een onderzoek te doen instellen, er zit niets onbillijks in, want blijkt, dat ze het niet kunnen betalen, dan behoeven ze dat ook niet. Er kunnen in de toe komst nog meer dergelijke gevallen komen. Het lid Dobbelsteen merkt op dat da punt niet op de agenda voorkomt, men heeft er nog niet eens over kun nen denken en men kan zich ook geen voorstelling maken van de kosten ute zuik een onderzoek, langs gerech- telijken weg, voor de gemeente zou meebrengen. Daarom zou hij willen voorstellen om het voorstel aan te houden. Alle leden gaan hiermede accoord. De heer Dobbelsteen zegt dat het het hem opgevallen is dat het in de vorige vergadering genomen besluit tot niet goedkeuring van het door den pastoor aangevraagde bedrag van f 2000 werd aangeplakt Hij vraagt waarom men andere besluiten nooit aanplakt, maar juist dit nu wel. Het moet voor de menschen den indruk maken dat wij slechte menschen zijn Voorzitter Het schijnt dat ge ons weer niet vertrouwt, wij hebben ge daan wat we volgens voorschrift moeten doen. v. d. Heijden. Ja 't is hier zoo ge legen, als ge een hond wilt slaan vindt ge licht een stok. 't Is jullie partij maar te doen om alles af te keuren en de verslaggevers werk te geven. De Secretaris leest alsdan de wette lijke bepaling voor, waarin wordt voorgeschreven dergelijke besluiten te DOOR ERVARING STERK. doen bekend maken. De heer Dobbelsteen merkt op dat er zooveel besluiten zijn genomen die niet openbaar gemaakt zijn. De Secretaris antwoordt dat zulks dan ook niet behoefde, in dit geval echter is men het volgens de onder- wijswet verplicht. Nog stelt de heer Dobbelsteen voor om art, 26 2e alinea van het reglement van orde voor de raadsvergaderingen zoodanig te wijzigen dat bij loting de briefjes niet meer getrokken zullen worden door den voorzitter maar door een door den raad aan te wijzen lid. Zonder opmerking wordt zulks goed gekeurd. Ten slotte wil de heer Dobbelsteen nog eens wijzen op een onjuiste be wering van den heer Winkel in een vorige vergadering, betreffende het door den heer van Hemert besproken com promis inzake de wethoudersverkiezing. De heer Winkel beweerde dat zij niet wilden meedoen, maar spr. houdt vol dat als de voorzitter met een compro mis gekomen was, zij wel hieraan hadden willen meewerken. Voorzitter. Ge hebt altijd wantrou wen gewekt. Met de verkiezing hebt ge zelfs heel den dag op het raadhuis gestaan om ons in de gaten te houden, zoo wantrouwend waart ge. Alles was al lang te voren opgemaakt, iedereen op straat wist het al wie er wethouder moest worden. Ik heb geen zin daar verder op in te gaan en sluit de ver gadering. Dobbelsteen. Maar dat gaat zoo niet. v. Hemert. Neen, daar gaan we niet op in. Voorzitter. Ik zeg nog eens de ver- gadering is gesloten. (De Voorzitter verlaat zijn zetel). Laat een ander het dan maar van me overnemen maar ik sluit de vergadering. Dobbelsteen. Het reglement moet gehandhaafd worden, U heeft het recht niet om nu de vergadering te sluiten. (De Voorzitter moeit zich niet meer met de discussies en worden de heeren nu door den heer Winkel te woord gestaan. Het is echter zoo'n verwarde discussie geworden, dat zij niet meer te volgen is). Winkel. Alles hebt ge van te voren al op touw gezet; ge hebt van ons schandelijke praatjes uitgestrooid, die ik misschien in de volgende vergade ring nader aan het licht zal brengen. Dobbelsteen. Neen we hebben van te voren nooit vergaderd. We wisten daags voor de Wethoudersverkiezing zelf nog niets. Winkel. U wilt met lage leugens alles verdraaien. (Inmiddels zijn alle leden van hun zetels opgestaan en verlaat men de raadzaal. De discussies worden echter nog even heftig voortgezet, doch aan gezien ze niet meer tot de raadsde- batten behooren, moeten ze hier ook verder achterwege blijven). MADE. Openbare vergadering van den Raad dezer gemeente op Vrijdag 4 Januari des voormiddags ten 10 uur. VoorzitterEdelachtbare heer Van Gils. Ongeveer kwart over tien uur opent de Voorzitter de vergaderingaanwezig alle leden Alvorens met de behandeling van de agenda een aanvang te nemen wil hij alle leden een Gelukkig en Zalig Nieuwjaar toewenschen. Moge, zoo zegt spr., Gods onmisbare zegen rusten op onzen arbeid tot heil van de gemeente en tot bloei der zaken. Moge U allen en uwe huisgenooten voort durend eene goede gezondheid ten deel vallen. Deze vergadering is geen gewoon opgeroepen vergadering maar is ver zocht te houden door eenige leden van den raad ter bespreking van een adres van G. van Rijthoven, Herziening Bouwterrein—belasting, Bespreking Havenplannen, bespreking directe werk verschaffing en bespreking herziening salaris ambtenaren. Het lag toch in de bedoeling van Burg. en Weth. om dezer dagen eene vergadering te houden, maar de heeren achten de verschillende zaken zoo belangrijk, dat ze eene directe behan deling noodzakelijk achten. In ieder geval geeft dit blijk dat ze hun taak als lid van den Raad met grooten ernst 47e JAARGANG De Echo van het Zuiden, Waahiijbsche en Langstraatsche Courant, Dit hlaé vcne&Unt W03NBDA6 IN ZATIEDAÖ. Abonnementsprijs per 8 maande» 1.26, EVaneo per post door het geheele rijk 1.40. Brieven. Ingezonden stukken, gelde» ma, fmneo te» «enden aan ten ültgevsz. IWMATBI B| eon tra ei flink rabat. Advertentie» moeten Woensdag ea Vrijdag des morgens om uiterlijk 8 sar 1» «as baalt «4j». van „De Echo van het Zuiden". Martineau toonde werkelflk, dat hy als noodhulp-heelmeester niet alle bedrevenheid miste. Hij waschte de wond zorgvuldig uit, stelpte het bloed met droog linnen, nam een flacon met zeker by tend vocht uit de medi cijnkist dat onmisbare voorwerp van een compagnie genie in het veld liet eenige druppels daaruit voorzichtig op den afge sneden ader vallen, zoodat deze zich sloot en deed daardoor het bloeden geheel ophou den. Toen drukte hij de wond zorgvuldig dicht, nam een zilveren naald aan van ser geant Guichard die daar reeds een draad Ingestoken had en naaide het vel weer tot elkaar. Toen dit gedaan was herademde hij en beschouwde tevreden zijn werk. Kapitein Barillet, die met mevrouw De Prabert aan zijn arm er bij stond en al zijn bewegingen nauwlettend had gadegeslagen, zeide goedkeurend Bravo, bravo, mijn jongen, dat hebt ge er knap afgebracht. De ondervinding, kapitein, antwoordde Martineau bescheiden, zoo hebben ze met mij ook eens gedaan. Hoedat? Martineau wees naar een litteeken op zijn hoofd. Twee jaar geleden is me ook eens zoo iets overkomen, hernam hij. O! dat was een fataal ongeluk. Ik wilde op zekeren nacht van het eene balcon op het andere overklim- men, stapte mis en viel met het hoofd op de straatsteenen. U moet weten, er was in dat huisoch maar, daar stelt u toch geen belang in, het betrof slechts mijn nie tige persoontje. Martineau hield zich opnieuw met zijn patient bezig. Hi) vermoedde, dat een zenuwachtige dame als mevrouw De Pra- bert wel een flacon met salmoniac bjj zich zou hebben en toen dat vermoeden juist bleek, verzocht hij deze even te mogen ge bruiken. Zfjn werk werd met succes bekroond, want nauw had hjj Filip den flacon onder den neus gehouden of de bewustelooze haalde diep adem en opende langzaam de oogen. Martineau, die zeer bescheiden van aard was en bovendien zijn luitenant nog niet goed onder de oogen durfde komen ging spoedig een paar passen terug en hield zich wat achteraf. Het eerste gelaat, dat de blik van Filip dus ontmoette, was dat van de schoone Mar- guérite, die nog steeds naast hem neerge knield lag. Filip staarde in die hemelsblauwe oogen en mompelde Mjjn God, was het een droom? Een allerbekoorlijkste glimlach plooide de lippen van het meisje en zij antwoordde, al leen voor hem verstaanbaar Neen. Toen maakte zich zulk een vreugde van zijn hart meester, dat hij bjjna opnieuw het bewustzijn verloren had, doch tegelijk on dervroeg hij zijn ontwakend geheugen, om zich een juist overzicht van het gebeurde te verschaffen. Met veel inspanning richtte hfl zich hal verwege op en keek naar de plaats, waar de rots zooeven nog stond. Zij is er niet meer, mijn beste Dormel- les, zeide kapitein Barillet, die de richting van dezen blik gevolgd had. Tegelflk drukte hij de hand van den jon gen officier. In de lucht gevlogen, verdwenen risp mevrouw De Prabert, op wier angst en aan doening eensklaps een uitgelaten blijdschap volgde. -Een schitterend succes, waarmee ik u van harte gelukwensch, zeide Aurélien op geveinsd vriendschappelijken toon. En oom Daniël voegde er op zijn ma nier Succès... gefeliciteerd. Leve de luitenantschreeuwden de sol daten, die nu al hun opgewektheid hadden herwonnen. Filip keek naar de plek waar hij zijn groot werk volbracht had en een fiere glim lach plooide zfln lippen. MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET IEVEN (gTT7gry*VAA LW U K ftTTT^) Mevrouw De Prabert, wier gedachten zich nooit lang' met hetzelfde 'onderwerp konden bezig houden, vroeg thans op ge- jaagden toon Maar hoe is dat ongeluk eigenlijk ge beurd, wat was er de oorzaak van? Ik zag dat alles slechts als in een droom en het is zoo snel geschied, dat ik er niets van begrepen heb. Neen, ik ook niet, voegde kapitein Ba rillet er bij. Marguérite, lief kind, helder ons dit voorval eens op, hernam mevrouw De Pra bert. Het meisje keek Aurélien strak aan en langzaam, met vaste stem, antwoordde zij Daartoe kan ik met een paar woorden volstaan, tante. Ik was alleen gebleven met neef Aurélien, wiens gedrag van dien aard was om mij niet gerust te gevoelen... Aurélien fronste de wenkbrauwen cn be woog de lippen alsof hij haar in de rede wilde vallen. Marguérite wierp hem een minachtenden blik toe en volkomen meesteres over zieh- zelve ging zij voort Reeds de eerste ontploffing maakte mfj beangst, ik wist niet meer wat ik deed, ik vreesde dat ik daar niet meer veilig was wanneer de groote ontploffing volgde en daarom wilde ik by u een toevlucht zoeken. Door den rook kon ik echter den weg niet goed onderscheiden, ik liep juist op het ge- vaariy'ke punt aan, toen... Toen onze dappere officier u te hulp kwam, voltooide mevrouw De Prabert, ter- wyi haar zoon zich weer op zyn gemak be gon te gevoelen en zyn gewone, uitdagende houding weder aannam. Mevrouw De Prabert ging voort Maar Marguérite waart ge eensklaps zoo vreesachtig, gy. die anders altyd zoo moedig zyt? Myn hemel, ja, tante. En weet ge wei, dat ge aan luitenant Dormelles het leven verschuldigd zyt? vroeg de dame. Dat weet ik. Arm kind, sprak mevrouw De Prabert, zonder goed te weten wat zy eigeniyk zeide, gy zyt wel gelukkig. Kapitein Barillet haastte zich er op te laten volgen: Maar wanneer gy In hetzelfde geval verkeerd hadt, lieve mevrouw, dan zou lui tenant Dormelles zich ongetwyfeld voor u eveneens hebben opgeofferd. O ja, dat geloof ik ook wel, hernam mevrouw De Prabert, en daar alles nu zoo goed is afgeloopen, stel ik voor het schitte rend slagen van het groote werk te vieren met een groot diner en daarna bal op het kasteel van Saint-Colomban, tenminste, wan neer de toestand van onzen gewonde hem vergunt, de held van dat feest te wezen. Op een toestemmenden hoofdknik van Filip ging zy voort: Dan gaan wy zoo spoedig mogeiyk naar huis en zenden ry tuigen naar alle rich tingen uit, om zooveel gasten "by elkaar te ki-ygen als maar mogelijk is. Alle kasteelen en villa's in den omtrek zyn tegenwoordig druk bevolkt en het zal ons niet veel moeite kosten om in een omtrek van vier rhyien een voldoend aantal feestgenooten te verzame len, om onzen luitenant Dormelles te huldi gen. Dat is dus afgesproken? Ge zyt al te goed, mevrouw, antwoord de Filip. Dus ge stemt toe? Ik geloof wel dat een paar uren rust my in staat zullen stellen, tegenover uw gasten een niet al te slecht figuur te maken. Bravo, dat, is eerst flink gesproken riep mevrouw De Prabert. Dau zullen we om zeven uur weer op u rekenen op zyn laatst. Zonder een verder antwoord af te wach ten, verzamelde zy haar gevolg met woord en gebaar en liep met versnelden pas den hollen weg af, waar haar rijtuig aan den ingang stond te wachten. Marguérite had Filip de hand gedrukt en hem nog vluchtig maar veelbeteekenend toe gefluisterd Tot vanavond ik heb u veel te zeggen. Tot vanavond, herhaalde Filip. stra lend van geluk. Hy keek haar na. totdat zy met het gezel schap het bergpad was afgedaald; zy liep achteraan en keek nu en dan nog eens naar hem om en lachte hem van verre toe. Mevrouw De Prabert ging voorop, aan den arm van kapitein Barillet en op korten afstand gevolgd door Aurélien en oom Da niël, die druk met elkaar in gesprek waren. Terwyi Filip het gezelschap in het rijtuig zag stappen en hy een laatsten blik met Marguérite wisselde, sprak hy voor zich De verklaring, die zy daar even van haar zonderlinge vlucht gegeven heeft, is niet volkomen juist, zy heeft de waarheid, of voor 't minst een gedeelte der waarheid verborgen tussehen haar en dien Aurélien De Prabert? Een oogenblik later voegde hy er gerust stellend bjj Dat zal ik vanavond wel vernemen. Hy riep vervolgens zyn manschappen te zamen, bedankte hen voor hun yver, wensch- te hun geluk met het volkomen slagen van het werk, gaf bevel eenige namen van het strafregister te schrappen, stond een alge meen verlof voor den geheelen avond toe en bepaalde dat, boven de gewone menage, elk een rantsoen vleeseh, wijn koffie en tabak zou ontvangen. De geestdrift van die brave mineurs en sappeurs kende geen grenzen meer, zij schreeuwden hoera, dat de lucht er van daverde, en dansten als dollen in het rond. Filip liet hen naar hartelust juichen en begaf zich naar zyn keet, maar ondanks zyn wilskracht en zyn sterk gestel, begon zpn verwonding thans haar rechten te doen gel den: zyn beenen wankelden en hy zou ge-- vallen zyn. wanneer Martineau niet juist bytyds was toegeschoten om hem op te van-'" gen. Neem my niet. kwaiyk, luitenant, mom pelde hy verlegen, gy hadt my verboden u den geheelen dag onder de oogen te komen... maar in deze omstandighedenik dacht zoo Filip gat' niet dadeiyk antwoord. Hy be dacht. dat. Martineau in werkeiykheid de oorzaak was van het gebeurde en van de werkeiyk noodlottige gevolgen, die er uit voort hadden kunnen komen. Wanneer die ezel van een Martineau het electriseh toe stel niet defect en onbruikbaar had ge maakt, dan zou de luitenant volkomen mees ter zyn geweest, om de groote ontploffing te weerhouden. Marguérite zou niet het minste gevaar geloopen hebben en hy, Dor melles, zou niet verwond zyn. Maar aan den anderen kant zou hy hef meisje dan ook niet gered hebben, er zou geen liefdesver klaring tuschen hen hebben plaats gehad, althans nu nog niet en wellicht was het teedere geheim, dat zy voor elkaar hadden, nog lang verborgen gebleven, terwyi hy nu volkomen zekerheid had en reeds een onge kend geluk smaakte. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1924 | | pagina 1