Binnenland. -> opvatten. Van Ged. Staten is een schrijven ingekomen waarbij mededeeling wordt gedaan van de goedkeuring derrekening. Hierna worden de notulen der vorige vergadering gelezen. De heer Roele meent dat in een vorige vergadering besloten was eene Commissie te benoemen die het loon vaststelt wanneer voor de gemeente werk wordt verricht. De Voorzitter zegt dat zulks niet besloten is. Ook de andere leden herinneren zich van een dergelijk besluit niets. De heer Norbart merkt op dat het besluit betreffende de tegemoetkoming van schippers bij het naar school zenden van kinderen niet goed genotuleerd is In de notulen staat alsof besloten is dat alleen aan belastingbetalende schippers die 80 pCt. ten goede zal komen en dat is niet zoo, de bedoeling is geweest dat aan alle schippers deze uitkeering zal worden verleend. De Voorzitter meent dat alleen aan belastingbetalenden de vergoeding zal worden gegeven want armlastigen worden vanzelf geholpen. Norbart. De bedoeling was voor de geheele varende vloot. Voorzitter. Voor degenen die belasting betalen en die hun kinderen naar school willen zenden. Van der Sluis. Neen, mijnheer de Voorzitter, u hebt het mis, want ik zelf ben de voorsteller geweest en toen heb ik nog gezegd 80 pCt. van de globale ontvangst voor alle schippers te samen tot een maximum bedrag. Norbart. Juist, maar dat staat daar niet. Zooals het daar staat is het een groot verschil. Voorzitter Dan mogen de heeren er wel op rekenen dat wanneer de belasting nu geregeld binnenkomt, het een reuzenbedrag zal worden. Van der Sluis. Ik heb juist gezegd dat nu, nu de belasting door het Rijk wordt geïnd deze beter dan weleer zal binnenkomen en daarom heb ik gezegd dat tot een maximum kan worden gegaan. Verder heb ik er nog op gewezen dat de schippers heel weinig van de opbrengst van die be- lastingcenten profiieeren en juist daar om is besloten dat 80 pCt. van die opbrengst gebruikt zal worden als eene tegemoetkoming in de kosten van het naar school laten gaan; De heer Norbart gelooft dat de Voor zitter de zaak niet goed begrijpt, want de bedoeling is dat op die wijze de beter gesitueerden voor de minder ge situeerde betaalt. De Voorzitter zou toch willen voor stellen om eens een proef te nemen op de wijze als is genotuleerd. Blijkt het niet goed tot zijn recht te komen, dan kan nog anders worden besloten. Van der Sluis, juist omdat de be lasting nu via het Rijk binnenkomt en meer zal gaan bedragen, hebben we gezegd, laten we van dat bedrag tot een maximum van 80 pCt. besteden voor kinderen van schippers die anders verstoken blijven van onderwijs en zeker voor kinderen wier ouders ab soluut niets kunnen bekostigen. Norbart. Juist, zoo is het besluit genomen. Voorzitter. Zoo heb ik het niet be grepen en de Secretaris dan toevallig ook niet. De heer Stijnis merkt op dat alles toch op hetzelfde neerkomt. 2. Adres G. van Reythoven. De Voorzitter zegt dat dit adres niet op zegel is geschreven, dus feitelijk niet in behandeling kan worden ge nomen. In het belang van de goede zaak wil hij het adres voorlezen en laten bespreken. Uit de voorlezing van het adres blijkt dat adressant een dochter heeft die is aangetast door een huidziekte, zoo verschrikkelijk, dat ze ontoonbaar is. Het is zelfs zoo erg, dat haar eigen broers met haar aan tafel niet willen eten omdat de etter die uit de talrijke wondjes vloeit, een ondraaglijke stank verspreidt Vanzelf heeft het kind geen onderwijs kunnen volgen, waardoor het achterlijk is. Ook is het vanzelf sprekend dat adressant's vrouw een geheelen dag haar werk er mee heeft, ook al heeft de wijkverpleegster hare medewerking verleend Wat echter nog het ergste is, is dat de ziekte niet geheel vrij is van besmetting, want met angst ziet de huisdokter steeds naar zijn vrouws gelaat, als zich daarop vlekken vertoonen. Adressant heeft steeds van de ge meente steun gehad en is het kind in het ziekenhuis te Breda opgenomen geweest, alwaar ze zich gelukkig ge voelde. Plotseling is dit echter opge houden, waarom weet hij niet, doch met het oog op den toestand van zijn huisgezin en het gevaar daaraan ver bonden, vraagt hij weder opname in het gasthuis te Breda. De Voorzitter zegt over deze zaak het een en ander te willen zeggen. Vroeger is het meisje al eens in het gasthuis te Breda ter verpleging opge nomen doch toen de rekeningen van het armbestuur werden nagezien en men tot de ontdekking kwam dat de kosten door dit lichaam niet meer konden worden betaald, toen is ze daar weggehaald. De kosten. later is dat nog eens gevraagd, bedragen f 500 f 600, dus voor de gemeente niet om te betalen. Toen heeft die zaak zoo eenigen tijd gehangen. Op eens echter verscheen de vader met het kind in de vergadering van Burg. en Weth en het moet worden gezegd, het kind zag er erg uit. Mer. heeft zich toen weer de vraag gesteld wat er mee gedaan moet worden en het besluit is geweest dat naar een goedkooper gesticht zou worden geinformeerd. Zoo'n gesticht werd gevonden, doch toen bleek dat de moeder daar niet van in kwam. Het zou en moest naar Breda. In Breda waar ik zelf ter informatie ben geweest bleek mij, dat de moeder leelijk van het kind had gedaan, iets waarover ik verstomd heb gestaan. Later kwam de dokter er aan te pas en de inspecteur van de Volksgezond heid. Deze kwam hier over een en ander spreken en ging toen met ons voorstel accoord Later kwam deze weer en toen bleek hij door de vrouw geheel te zijn geïnfluenceerd, want ineens was het toch noodzakelijk dat het kind naar Breda moest gaan. lntusschen was haar beddengoed, enz. verstrekt en daarom kwam het ons voor dat het nu een soort dwingelandij werd en aangezien van Reythoven niet armlastig is kan zoo maar niet worden gezegd vooruit maar, de gemeente is er goed voor. Wij geven toe dat het voor van Reyt hoven niet aangaat om alles te betalen en daarom zijn we geneigd te helpen maar daarbij hebben we de belangen van de gemeente in acht te nemen. Het is niet de bedoeling om het kind niet te helpen, volstrekt niet en dat de moeder het zoo druk heeft is ook onze schuld niet, want in de gemeente heeft men gelukkig een Wit Gele Kruis en beschikt men over een verpleegster die ze zeker zoo goed kan helpen als in een Gasthuis. Het slot is geweest dat men enkele raadsleden geïnfluen ceerd heeft en men thans met dit adres gekomen is Heel veel is er over deze aangelegen heid met den inspecteur geschreven en al deze stukken zijn nu naar Ged. Staten opgezonden welke om bericht en advies hebben gevraagd en nu rest ons niets anders dan het antwoord van Ged. Staten af te wachten. De heer Ligtvoet vraagt of het zoo wel juist is als de Voorzitter heeft verteld, Hij weet niet dat er iets meer is gedaan dan aan Winsum gevraagd wat de kosten zullen zijn. Overigens heeft Wethouder van der Veeken een ledikant met toebehooren laten brengen, doch daar is van Reythoven niet mee gered, want dat heeft hij zelf nog wel. Het kind, dat beslist een monster is, moet weg, want het is niet alleen een gevaar voor de huisgenooten maar ook voor de omgeving de buurvrouwen, ook. Als men de deur daar open doet komt de stank je al tegen en een der gelijke toestand meent sprmag niet bestendigd blijven. Daar waar de huis dokter en inspecteur van de Volksge zondheid adviseeren om het kind weg te doen, zou hij er niet langer meer mee willen wachten. De Voorzitter zegt dat naar het be stuur van het gesticht is geschre ven. Toen weer was het daar niet goed, toen moest en zou het kind naar Breda. Het bestuur kan zich toch niet laten dwingen. Ged. Staten zullen echter uitspraak doen en nu stelt hij voor het schrijven van Ged. Staten af te wachten, dan ook is een ieder voor zijn geweten vrij. Ligtvoet. Ik denk dat de zaak dan weer op de lange baan wordt ge schoven. Voorzitter. Absoluut niet, dat kan nog maar enkele dagen meer duren. Ligtvoet. De menschen hebben er al 7 jaar mee getobd, dat wil voor een huishouden nogal wat zeggen. Voorzitter. Zeker is het een leelijke soort van ziekte, maar toch wordt hier de zaak nogal erg overdreven. Vroeger kwam ik voor zaken wel in een huishouden waar de vrouw was aangetast door die ziekte en zeker zoo erg, want haar oogen hingen als het ware uit haar hoofd. Die vrouw had 10 kinderen en ik moet eerlijk zeggen dat ik er nooit viesch ben geweest. Ligtvoet. De dokter verklaart zelf dat het ongeneeslijk is, dus moet men toch eens gaan bedenken wat het zeg gen wil. Voorzitter. Dat is 't 'm juist want als er beterschap te krijgen was zou ik zeggen laat ons oogenblikkelijk 600 gulden of nog meer voteeren om het kind beter te maken maar nu beter schap is uitgesloten, nu alleen maar gezien moet worden naar middelen om het kind van straat af te houden, nu moet de gemeente zich afvragen of met een inrichting waar niet zooveel wordt gevraagd, niet kan worden vol staan. De zaak is nu een beetje dwin- gerij geworden en daar mag de ge meente niet op ingaan. Ligtvoet, De zuster heeft het kind ook al opgegeven. Voorzitter. Ik heb alle respect voor de zuster, maar ik verklaar u dat ze moet helpen en dat ze dat ook doet. De heer v. d Veeken weet zeker dat de Wijkverpleegster het kind altijd met liefde en plezier heeft behandeld en dat nog zou doen, maar haar is door de moeder van het kind gezegd dat ze niet meer behoefde te komen Dat kwam zoo De moeder wensch te dat de zuster steeds tusschen 8—9 uur zou komen en dat kan deze niet toezeggen, wel zou ze zooveel mogelijk aan dat verlangen voldoen. Dat beviel de vrouw van Van Reijthoven toen niet en toen zei ze de hulp van de zuster voortaan wel te kunnen missen Ook is de vrouw ooit geld toegezegd als ze zelf voor de verpleging van haar kind zou zorg dragen. De heer Ligtvoet was met dat feit bekend doch was de meening toegedaan dat zulks onder den dekmantel moest blijven, dat daar niet in het openbaar over mocht worden gesproken. Van der Veeken. De som niet te noemen. Het ging van het R.K. Arm bestuur uit. Voorzitter. Het is alles dwingelandij De zuster is ook door de vrouw weggezonden. Ik zeg ook dat het erg is maar men mag hier niet alleen de taal van zijn hart laten spreken want deed ik dat, dan zou ik misschien de eerste zijn die zou ingaan op het verzoek, maar men heeft te bedenken dat men zit voor de belangen van heel de gemeente. Ik zou nog eens even afwachten wat Ged. Staten doen Roele Daar voel ik niet veel voor, Wat hebben wij van de correspondentie gezien. Men kan wel advies geven, maar men weet van te voren hoe dit zijn zal. Voorzitter. Verbeeld je dat eerst eens al die correspondentie door de leden van den raad moet worden nagegaan en dat dan nog gevraagd moet worden in welken geest geantwoord zal wor den. Dat zou een onbegonnen werk zijn Ook moet men niet denken dat Ged. Staten zoo maar ingaan op wat wij zeggen, die onderzoeken de zaak ook terdege en komen ze moeilijkheden tegen dan laten ze iemand komen of sturen er zelf iemand op uit. Al die zaken worden heel eerlijk behandeld De heer Roele zou in een dergelijke zaak de raad uitspraak willen laten doen. In Winssen behoort het meisje niet thuis, dat is een soort krank zinnigengesticht. Voorzitter. Waarachtig niet, dat is een soort gesticht zooals hier. Roele. Dan is het ook zoo. Hier zijn ook wel eeps krankzinnigen ver pleegd. Voorzitter. Het gaat er maar over of de verpleging goed is en die is daar goed Breda is ook goed, buiten twijfel, maar Winssen kost f 400 en Breda f 600 en als men dan voor de belangen van de gemeente zit, vraag ik me af wat moet worden gedaan. De heer Diepstraten heeft zoo'n voorgevoel dat de uitspraak van Ged Staten wel zal zijn ten gunste van B. en W. De Voorzitter zegt dat dit lang niet zeker is. De heer Norbart heeft zich betref fende deze zaak ook op de hoogte gesteld en heeft zich daarvoor gewend tot dr. Haap (?J. Immers men mag verwachten dat we voor de wetenschap de noodige eerbied zal hebben. De dokter dan heeft hem verklaart dat deze ziekte een bijzondere soort ziekte is welke ook een bijzondere behande ling en toewijding vereischt. Ook heeft de dokter hem onomwon den verklaard dat het kind absoluut niet meer te herstellen is en nu meent de dokter dat hij eene speciale behan deling zooals zij die Breda geniet, hare levensdagen nog dragelijk voor haar zullen zijn. Doch dit niet alleen het is ook noodig voor de omgeving dat ze weg gaat. De dokter wist ook dat de kosten bezwaar opleveren, doch hij wist ook mede te deelen dat van Reijthoven wel genegen was om eene bijdrage per week te geven van f 2.50 zoolang hem zulks maar eenigszins mogelijk is. Waar het hier toch een menschenleven geldt zou hij gaarne de helpende hand wilien uitsteken. Doch zooals al eerder is gezegd, het is niet alleen voor het kind alleen maar ook voor het buisgezin en de omgeving noodig dat het kind wordt weggedaan, denkt maar eens aan vrouwen die in positie zijn. Als de dokter het zegt. moeten wij, zoo zegt spr., het toch aannemen. Voorzitter. Dokters falen ook wel eens. De heer Norbart zou toch over het dwingen, als men het zoo wil noemen, heen willen stappen want hoofdzaak is of het in het belang van de ge meente noodig is dat het kind de ge meente wordt uitgedaan Hij zou niet wachten totdat Ged. Staten een uit spraak doen, want het geweten zegt dat wij verplichl zijn het kind weg te doen, verplicht tegenover het kind en huisgezin en verplicht tegenover de gemeenschap en daarom zou hij uit eigen beweging nog heden besluiten het kind in het Gasthuis te Breda te doen opnemen. Alleen daar kunnen haar laatste levensjaren nog wat ver licht worden Voorzitter. Men moet alle omstan digheden in aanmerking nemen. Norbart. U hebt gezegd dat de moe der niet veel sympathie voor het kind heeft, maar wat voor een leven heeft het kind dan. Veel, aanhoudende en groote pijnen en niet die behoorlijke verzorging die ze noodig heeft. Ik weet nu heel goed hoe men in deze heeft te handelen en daarom zie ik niet in waarom de uitspraak van Ged. Staten moet worden afgewacht. Voorzitter. Ik heb het al meer gezegd u laat de taal van uw hart spreken en als ik dat deed zou ik ook beslist de eerste zijn die zou helpen, maar men heeft daar niet naar te kijken mag dat zelfs niet omdat men voor de belangen van de geheele gemeente zit. Zelfs heeft de dokter verklaard dat het kind ongeneeslijk is, dus nu gaat het er maar om waar het natuurlijk goed is en wat voor de gemeente het voordee- ligste is. In Winssen kost het f 400 en in Breda zeker f600. Was het nu een buitengewone ziekte dan kon het gratis in Utrecht worden opgenomen maar ook dat is niet het geval. Ik wil niets afdingen op den dokter zijn be kwaamheid maar men zal toch wel weten dat dokters ook wel eens falen. Een dokter uit Breda die het kind zelf behandeld heeft, heeft verklaart dat het thuis goed kan worden verzorgd. De heele zaak is dat men wil dwin gen en dat laten B. en W. zich niet doen. Norbart. Dat dwingen moest men nu eens weglaten. De Voorzitter zet nogmaals het verloop van de heele geschiedenis uiteen en doet uitkomen dat de ver pleging in Winssen zeker voor het kind zoo goed is dan in Breda, doch dat de moeder dwingt het in Breda te krijgen en daartoe de dokters heeft geirifluenceerd. De heer van der Sluis meent dat een dergelijke zaak het eerst thuis be hoort bij het Kerkelijk en Algemeen armbestuur. Dit zijn de eerst aange wezen lichamen, kunnen die niet vol doende helpen eerst dan moet de ge meente pas bijspringen en zooals door den heer van der Veeken zelf al is gezegd is het bestuur van het R K Armbestuur niet ongenegen is om mede te helpen.lBetreffende de werkloozen steun heeft hij in een vorige vergade ring dezelfde theorie verkondigd. De Voorzitter is het geheel met deze zienswijze eens. De heer Norbart meent dat alles precies hetzelfde is Kan het Armbe stuur niet rondkomen dan moet toch de gemeente in dat tekort bijdragen. Een bezwaar is het z.i. nog wijl de heer van Reythoven niet armlastig is en het armbestuur zich niet met dat soort menschen inlaat Voorzitter In bijzondere gevallen wil dat lichaam ook wel hulp verleenen. Ligtvoet. Bij het Armbestuur is er al eens over gesproken en toen werd er gezegd dat ze daar niets aan mochten doen, omdat die zaak bij B. en W aanhangig is Voorzitter. Nu is dat anders, want nu gaat dat een einde nemen De heer Stijnis zou ook gaarne zien dat deze aangelegenheid door het Katholieke en Algemeen armbestuur wordt opgelost. De Voorzitter geeft in overweging om alles nog even aan B. en W. over te laten, Men zal zien dat de geheele kwestie in een paar dagen is opgelost en dat allen daarover tevreden zullen zijn. De heer Ligtvoet zou toch liever heden de zaak in stemming brengen Roele. Gezegd is dat het Katholiek Armbestuur thans genegen is bij te dragen, maar men moet zien vast te leggen dat dit is voor zoolang het meisje in het Gasthuis moet zijn want dat kan wel voor jaren zijn. De Voorzitter denkt ook dat het lang kan duren, 't Zou best een jaar of dertig daar moeten blijven vertoeven De heer van der Veeken zegt dat hij niet bevoegd is om zich daarover uit te spreken. Dat moet hij met zijn mede-bestuursleden overleggen. Men moet wel begrijpen dat zorg gedragen moet worden dat er nog wat in kas overblijft want geen grooter ge not bestaat er als bij winter om steu^ wordt aangeklopt en men wat kan geven en hij zou het bejammeren als men arme menschen eenigen steun zou moeten weigeren omdat er geen geid is. 's Winters moeten er nogal eens aardappelen en steenkolen worden ge geven en daarom moet het R K. Arm bestuur rijpelijk overwegen met welk een bedrag zij ten goede zal komen. Zes honderd gulden kost de verple ging in Breda en voor welk een be drag nu door het Armbestuur kan worden tegemoet gekomen, kan nu door hem niet worden gezegd. De heer Roele vreest als door samen werking het kind weg moet gaan, er dan niet veel van zal komen. Van der Sluis. Laat dan het parti culier inittatief eens wat doen. Voorzitter. Dan ben ik de eerste die mee zal helpen Norbart Ik zou het maar in omvraag brengen dan kan aanstonds, als wordt besloten het naar Breda te brengen, handelend worden opgetreden Roele. Dat van particulier initiatief uitgaan is heel mooi, maar men staat hier voor een geval dat jaren kan duren en wie zegt ons dat men een volgend of overvolgend jaar zal slaags komen. Voorzitter. Laat het nu maar aan ons over. Ge zult zien dat het in orde komt. De heer Roele zou zich daar wel mee* kunnen vereenigen maar hij l is bang dai de zaak dan nog te lang blijft hangen. De menschen hebben al zoolang moeten tobben, al 7 jaarlang en daarbij veel onkosten gehad omdat ze ook te Rotterdam gedokterd hebben. De heer Segeren is er ook voor om te helpen, doch hij zou dat willen doen op de wijze als door den heer Van der Sluis aangegeven Als het voor f 4r0 kan mag de gemeente geen f 600 uitgeven. Na nog eenige discussie gaat de raad accoord met het voorstel van den Voorzitter om de uitspraak van Ged. Staten af te wachten. Roele. En dan zal aan de deskun digen worden overgelaten waar het heen moet worden gebracht. 3. Adres van den Elshout. onder wijzer alhier om eervol ontslag. Voorzitter. Hij is benoemd te Ouden bosch en vraagt ontslag met ingang van 18 Maart of zooveel eerder als in zijn plaats zal zijn voorzien. Met algemeene stemmen wordt be sloten het gevraagde te verleenen. (Wordt vervolgdj. H M. de Koningin heeftop den 27en October 1923 gedaan verzoek van heeren ministers om ontheffing uit hun ambt, geantwoord Zich ge noodzaakt te zien, dit niet in te wil ligen. Het Nederlandsche Correspon dentiebureau in Den Haag meldt: Naar aanleiding van vragen, van verschillende zijden gesteld, omtrent het al dan niet aanblijven van enkele ministers, meenen wij te kunnen mede- deelen, dat het kabinet zijn werkzaam heden zal blijven voortzetten in de samenstelling, zooals die was op het tijdstip, waarop de ministersontheffing uit hun ambt verzochten. Er is indertijd gemeld, dat de poging van den heer Beelaerts van Blokland tot vorming van een kabinet mislukt is, omdat de heer Beelaerts niet erin geslaagd was, een minister van financiën te vinden Deze voor stelling geeft echter, volgens de „N. R. Ct, een onvolledig beeld van het gebeurde. In werkelijkheid had mr. R. J. H. Patijn. na ettelijke conferenties, zich principieel bereid verklaard, die taak te aanvaarden. Hij had echter één voorwaarde daaraan verbonden. De heer Patijn meende, het ambt in geen geval op zich te mogen nemen, zoo lang niet een poging was gedaan, om een man ervoor te winnen, dien hij meer dan alle anderen daarvoor ge schikt achtte. Die man was prof. Treub. Mocht de heer Treub weigeren, dan zou mr. Patijn zich niet langer princi pieel tegen de aanvaarding van de portefeuille van financiën verzetten. De heer Beelaerts van Blokland heeft blijkbaar niet de mogelijkheid gezien, een kabinet te vormen met prof. Treub als minister van financiën, en heeft dezen bij slot van rekening niet aangezocht, Nadat de heer Bee laerts van den heer Patijn nog eens de schriftelijke bevestiging had ont vangen dat deze vasthield aan zijn voorwaarde, heeft hij aan de Koningin verzocht, van de opdracht te worden ontslagen. De Nederl. Hanze verneemt, dat minister Aalberse in de hoofdredactie van „Het Centrum" zal worden opge nomen. Het Bemiddelingsbureau voor Trans Atlantische Emigratie, den Haag verzoekt ons het volgende bericht op te nemen Door een misverstand is, door het artikel over landverhuizing, bij velen de voorstelling gewekt, als zoude dit Bureau reisgeld voorschieten aan on- bemiddelden. Dit is niet het geval Zij, die zelf geen geld hebben, kunnen van de diensten van dit Bureau alleen dan gebruik maken, als hun gemeentebe stuur de reiskosten wil voorschieten. Het is volkomen overbodig zich tot de Directie te wanden, alvorens zich te hebben vergewist, dat men dit voorschot krijgen kan. De Directie ziet zich tot haar leed wezen genoodzaakt brieven van werk- Iooze candidaat- land verhuizers, die geen geld of geen toezegging van gemeen telijken steun hebben, onbeantwoord te laten. Met emigratie van particulieren, die zelf hun reis zouden willen bekostigen I

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1924 | | pagina 2