Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
130 Millioen.
Onze Wegen-
Binnenland.
EERSTE BLAD.
FEUILLETON
„NOO&D-BRABAND"
NUMMERHO
ZATERDAG 2 FEBRUARI 1924.
éte JAARGANG.
ï>it nummer bestaat uit
Bladen
üDrie
ggHonderd dertig millioen, een bedrag,
waarvan wij ons de grootte nauwelijks
kunnen vaorstellen, is het tekort dat
op de Staatsbegrooting voor 1925 is
geraamd. De vermoedelijke uitgaven
zullen de vermoedelijke ontvangsten
dus met 130 millioen gulden over
treffen. Is het wonder, dat de Regeering
hetals een allereersten plicht beschouwt
naar middelen te zoeken om dit tekort
te dekken
Ziehier de bezuinigingen,' die de
Regeering wil aanbrengen:
Inkrimping van en bezuini-
|f: ging op den Staatsdienst 30 millioen
Algemeene salarissen- en
loonsverlagingen 35 millioen
Dekking der tekorten bij
posterijen en spoorwegen 25 millioen.
Nieuwe heifingen 40 millioen.
Niet alle bezuinigingen kunnen on
middellijk ten volle worden doorge
voerd en niet iedere maatregel zal
terstond de geheele bezuiniging bren
gen, welke er mede wordt beoogd.
Daarenboven zijn er uitgaven, die niet
alleen onvermijdelijk zijn, maar boven
dien regelmatig stijgen, al was het
alleen maar doordat de bevolking van
Nederland geregeld toeneemt. Het is
dus niet voldoende het tekort van 130
millioen te dekken, ook moet het
noodige worden gedaan om het ontstaan
van nieuwe tekorten te voorkomen.
Een en ander zal, behalve de boven
genoemde, nieuwe maatregelen vragen,
die de taak der Regeering dubbel zwaar
maken. Geen enkel harer bezuinigings
voorstellen zal zij zonder critiek zien
aanvaarden. Zelfs het besluit tot het
verleenen van ontslag aan de gehuwde
ambtenares, die geen kostwinster is en
wier aanblijven niet wordt vereischt
in 's Lands belang, lokte al hevig
verzet uit en leidde tot een interpellatie
van het Kamerlid Mejuffrouw Wester-
li)
man, lid van den Vrijheidsbond. Waar
lijk, een Regeering, die verplicht is
tot het aanbrengen van ingrijpende
bezuinigingen, komt voor groote moei
lijkheden te staan. Reden te meer voor
de groepen, waarop zij steunt, om
krachtig er toe mede te werken haar
die moeilijkheden te doen overwinnen.
Dr. L. DECKERS.
Onze Brabantsche wegen heirbanen
en landwegen, zijn bar slecht.
Veel slechter, dan toelaatbaar is bij
de groote posten, welke op Staats en
Provinciale begrootingen voor onder
houd worden uitgetrokken
Men moet er zoo 'ns langs trekken
met auto, motor of fiets en men ergert
zich allerwege.
Vroeger ontmoette men nog wel ooit,
'n man met 'n dienstpet en gewapend
met spade en veger, om hier en daar
eenig herstel aan te brengen
Hij maakte niet altijd den indruk
„in het zweet zijn aanschijns* de
Overheid te dienen, maar de ergste
feiten werden toch zij het langzaam
maar zeker, weggenomen.
Nu ziet men die menschen niet
meer.
Ze zitten ergens thuis... en voeren
de pen
Wat voornamer schijnt dan met be
hulp van schoffel en spade, de ver-
keersoneffenheden weg te nemen.
Schrijver dezes was in de gelegen
heid de laatste dagen op 'n paar
punten in de provincie allerslechtste
weg-toestanden te constateeren.
Vooral voor de grootere, vierwielige
voertuigen. Motor- of fietsrijder kunnen
zich gemeenlijk bergen op de afzon
derlijk daarvoor aangelegde paden,
mits ze langs- zij beschermd worden.
Maar owé de auto's.
Om maar op een enkel feit te wijzen.
ggUan bezie men eens goed den
grooten rijksweg Tilburg—Goirle Bel
gische grens.
Die verkeert toch wel in een zoo-
danigen toestaad van verval, dat hef
wonder geeft, hoe niet tal van ernstige
ongelukken vallen te registreeren.
De niet-breede keiweg verkeert welis
waar in nog berijdbaren toestand,
maar de zandweg er neven, die voor
het passeeren van twee voertuigen
gebruikt moet worden, vertoont znlke
diepe groeven, dat geen auto er door
heen weet te ploegen, zonder gevaar
van kantelen.
En zou men nu denken, dat ooit
een man van „Waterstaat" hand of
vinger naar deze onveiligheden uitstak.
Hij zit thuis en teekent in zijn boek
aan, dat hij... niet alles in orde heeft
bevonden.
En doet dat telken dag weer,
En middelerwijl kantelen de voer
tuigen over den weg en de belasting
betalers tegen de boomen
Spaanders, glasscherven en gebroken
ribben
Vreemd, dit wanbeheer van den
betrokken dienst.
Want nauwelijks 10 c M. over de
grens op Belgisch grondgebied, of
dezelfde weg is een gladde effen baan,
mooi verhard en keurig onderhouden,
T^ttpTnWAA LW U K. /ftTTTTO
DOOR ERVARING STERK.
Geen groef of voren, die de veiligheid
in gevaar brengt.
De belastingbetalers van Nederland
hebben duizend-en een grieven
Ook enkele vermeende
Maar zou men dezen kelk des lijdens
althans niet aan hen kunnen laten
voorbijgaan
Dr. Verviers schreef onlangs in zijn
tijdschrift, dat een revolutie in Neder
land, op dit oogenblik alleszins ge
rechtvaardigd is.
Want, zeide hij, als ge uw belasting
biljet inziet, spreekt daaruit een toe
stand van chaotische verwording, die
geen minuut langer mag worden be
stendigd
Wij zouden zoover niet willen gaan
zien vooralsnog geen nut in.zoo'n om
wenteling van het geheele maatschap
pelijk bestel.
Mits men ons geve, voor het veie
en dure geld, dat we betalen, goed
berijdbare wegen.
Geen dag en geen uur*kunnen we
wachten...
Zoo niet, dan zullen ook wij'de ]vaan
des oproers moeten planten..,
Wij hopen, dat het niet noodig zal
zijn...
Hef zal i>iet noodig zijn
Want tot U, Overheid,^richt ik m'n
klacht en m'n bede
En gij wilt mij hooren..
Wij mogen er wel bijvoegen den
ellendigen weg Waalwijk—Tilburg.
Naar Vaz Dias verneemt zullen
de bioscoop-theaters in de drie Zuide
lijke gemeenten Brunssen, Waalwijk en
Hoensbroek na 1 Febr. geopend blijven,
daar de burgemeesters dier gemeenten
verklaard hebben voorloopig de oude
toestanden te handhaven en de bepa
lingen van de Vereeniging van Noord-
Brabantsche enLimburgsche gemeenten
voor gemeenschappelijke filmkeuring
hangende het geschil met den Neder-
landschenBioscoopbond niet inwerking
te doen treden.
Naar wij vernemen, ligt het in
het voornemen van den minister van
Arbeid den Verzekeringsraad op te
heffen, hetgeen een bezuiniging zou
beteekenen van een ton.
De werkzaamheden van den Ver
zekeringsraad zouden dan deels bij de
Rijksverzekeringsbank, deels bij de
Vereeniging van Raden van Arbeid
komen.
Oorspronkelijk waren er twee Ver
zekeringsraden, een in 's Gravenhage
en één te Arnhem gevestigd. Laatst
genoemde is gelijk men weet reeds
eenigen tijd geleden opgeheven.
Het werk van den Verzekeringsraad,
welke samengesteld is uit acht onbe
zoldigde en zes bezoldigde leden, was
het toezicht te houden op de Raden
van Arbeid
Bij de Tweede Kamer is inge
diend een voorstel van wet van de
heeren Braat en de Boer tot intrekking
van de wet van 23 Maart 1918 (Stbl.
no. 165), tot tijdelijke afwijking van
de wet van 23 Juli 1908 (Stbl no
236), tot invoering van een wettelüken
tijd. De memorie van toelichting luidt
als volgt
Dit wetsvoorstel achten de onder-
geteekenden voldoende gemotiveerd
door er op te wijzen, dat de zomertijd
voor groote bevolkingsgroepen te veel
schade en onaangenaamheden veroor
zaakt en voor bijna niemand in den
lande eenig nut of voordeel afwerpt
en voor hen. die 's morgens vroeg op
hun arbeidsplaats moeten zijn, eene
soort lijfstraf beteekent.
Het hoofdbestuur van de Alge-
meene R. K. Ambtenaars-vereeniging
heeft aan den voorzitter van den
Ministerraad te 's Gravenhage een adres
gezonden, waarin het aanbeveelt voor
het herstel van het financieel evenwicht
de Wet op de dividend- en tantième
belasting 1907 zoodanig te wijzigen,
dat niet op de uitdeelingen van winst
van naamlooze vennootschappen enz.
maar op de zuivere winst van deze
lichamen een belasting wordt geheven
van 5 pCt. met 33 opcenten. Daardoor
zou de „uitdeelingsbelasting" dus wor
den veranderd in een „winstbelasting".
Adressanten achten deze wijziging
billijk, omdat de belastingdruk voor
naamlooze vennootschappen lang niet
zoo zwaar is als die voor een gewoon
zakenman, omdat zij de helft van de
winst reserveeren, boven en behalve
de afschrijvingen. Adressanten bere
kenen de hoogere opbrengst dezer gewij-
zigde belasiing op ruim f 23.000.000.
Naar wij uit goede bron vernemen
aldus het E. D. heeft de heer
M. A. Völker om gezondheidsredenen
ontslag aangevraagd als burgemeester
der gemeente Veghel.
Ie ülcho van het Zuiden,
Waalwijkscbe en Ungstrutscbe Courant
Dit MaA TWMkUM
WOINSDAG EN ZATBHDAG
Abonnementsprijs per I maande» 1.26.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieves, Ingeeonden «tukken, gelde»
franco to eenden aan den Uitgever
UiaoAV*
WAALW1JK80HE STOOMDBUKKEBIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon N» M Telcgpr,-AdreaECHO.
Prije der Advetrtontttn:
>8 cent per regel; Minimam U#.
Reclame» 40 cent per regel,
contract flink rabat.
Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag
dea morgen» om nltorlljk nnr in es» beaM
*13 n.
van „De Echo van het Zuiden".
GERECHTIGHEID.
Ik kwam dien kant zeer weinig uit, zoo
dat ik nog slechts een paar malen haar man
ontmoet had, een klein, gebronsd kereltje,
dien men nooit anders noemde dan den
Pieardiër.
Ik haastte mfl het bedeesde vrouwtje ge
rust te stellen en deed haar eenige vragen.
Zij stamelde slechts een paar onsamenhan
gende woorden, waaruit ik moest opmaken,
dat haar man niet thuis was en dat zfl niets
gehoord of gezien had.
Nooit van mfln leven heb ik een vrouw
ontmoet, die zoo weinig spraakzaam was.
Toen ik eenigen tfld later deze opmerking
maakte tegen den boschwachter, zeide de
Pieardiër, een oud soldaat, gedecoreerd met
de militaire medaille, dat hun zoontje ern-
,stig ziek was geweest, en dat zijn vrouw
zich door de verpleging zeer had afgemat;
bovendien verveelde zij zich doodelijk in
deze afgelegen streek en de boschwachter
hoopte maar, dat men hem op voorspraak
van zijn superieuren zou verplaatsen naar
Picardie, waar hij reeds om had gevraagd.
Zijn verzoek is dan ook werkelijk inge
willigd, want een paar maanden later ver
trok hfl om een nieuwen post te bekleeden.
Hoe weinig de boschwachtersvrouw mij
ook gezegd had, toch was het genoeg om mij
eenige hoop te geven. Wanneer Robert Du-
besme daar niet geweest was, wanneer hij
er bijgevolg geen hulp had gekregen, dan
moest hfl wel spoedig in mijn handen val
len.
Br was niets anders te verwachten, dan
dat hij uitgeput zou neervallen aan den
voet van een boom, in een boschje of in een
greppel, en daar zou hij gemakkelijk te vin
den zijn door het kind. Ik moest mij echter
haasten, wilde ik hem nog levend terngvin-
den. Ik verzamelde dus spoedig zooveel man
nen als Ik maar krjjgen kon, wel 'n honderd
en daarmee organiseerde Ik een algemeene
drijfjacht in het geheele bosch. Wanneer
onze man nu nog in het bosch waSf dan kon
het niet anders of wfl moesten hem spoedig
gevonden hebben.
Ditmaal bedroog mijn hoop me niet. Onze
drijfjacht was nauwelijks begonnen of men
kwam mij al zeggen, dat er een spoor ont
dekt was. Ik begaf mij naar de aangeduide
plaats en zag daar in den grond indruksels
van fijne, smalle laarzen.
Wij zijn erriep ik uit.
Het spoor liep tamelijk recht, maar zon
derling genoeg, het drong door in het dichtst
begroeide gedeelte van het woud. Het ver
liet weldra het bergvlak en daalde af in een
ravijn, waardoor een kleine zijtak van de
Couze liep, thans met ijs bedekt. De voet
stappen bewezen een ongeltjkmatigen loop,
wankelend, hier en daar struikelend. Blijk
baar kon de vluchteling slechts met uiter
ste krachtsinspanning voortkomen.
Hij was het ijs overgegaan en daar geval
len, want er lag daar een plas bloed en men
kan aan de krassen in het ijs zien, dat hij
zich met bovenmenschelflke moeite had op
gericht. Verder liepen de voetstappen het
bosch in, dat aldoor woester en dichter be
groeid werdeen eind verder lag weer een
bloedplas, daar moest hij nogmaals geval
len zfln.
Ten slotte kwamen wij in de rotsen uit.
Daar tusschen die rotsen was het echter
gevaarlijk en bijna nooit waagde zich daar
iemand op die plek, want zij diende tot
schuilplaats voor de wolven.
Op die plek vonden wij Robert Duhesme.
Hfl lag op den grond, dicht bfl den in
gang van een roofdierenhol. Waarschflnlflk
had hfl zfln einde voelen naderen en zleh
daar neergelegd om te sterven, in de hoop
dat de wolven zfln lflk zouden verslinden
en hfl zoodoende van de aarde zou verdwij
nen zonder een spoor achter te laten.
Vol bewondering mompelde Filip Dormel-
les: Dat is grootsch, dat Is schoon.
En mejufrouw Valentine De la Reynle
voegde er bfl
't Is tenminste verre van alledaagsch.
Ik vind dat die Robert een held was.
Kapitein Barillet zette zfln verhaal voort.
Wfl namen hem op en droegen hem van
MAATSCHAPPIJ VAN VEBZEKERINr, OP HET LEVEN
die gevaarlflke plaats weg. Hfl was ver
stijfd en gaf geen teeken van leven meer.
Iets zonderlings viel ons op, iets dat ons
verbaasde en tegelflk met diep medelijden
bezieldede zware baard en de lange haren
van Robert Duhesme, die, toen wfl hem den
vorigen dag zagen, gitzwart waren, waren
thans sneeuwwit geworden. Hfl hield de
oogen gesloten, zfln trekken waren kramp
achtig verwrongen en zfln kleeren hingen
aan flarden. Op zfln borst voelde ik nog een
weinig warmte en tegelflk nam ik waar dat
zfln hart nog klopte.
Hfl is niet doodriep ik uit. Wfl moe
ten ons haasten hem te verwarmen, hem bfl
te brengen.
Men zocht snel een hoop droge takken te
zamen en legde een groot vuur aan, dat hel
der opvlamde. Vervolgens brak ik met mfln
mes de opelkaar geklemde tanden van Ro
bert Duhesme open en goot hem eenige
druppels cognac uit mfln veldflesch in den
mond. De warmte, zoowel in- als uitwendig
wekte de levensgeesten op en een kwartier
later opende de moordenaar van mflnheer
Barley de oogen. Hfl zag met wanhopenden
blik om zich heen en toen hfl mfl herkende,
mompelde hfl
Mfln God, zfl hebben mfl niet laten
sterven.
Daarna viel zfln hoofd achterover en hfl
bezwflmde opnieuw.
Filip Dormelles riep vol medelijden uit:
Arme man
Eenige minuten heerschte er een diepe
stilte in het vertrek. Zoowel de verteller als
de toehoorders waren diep getroffen door
dit aangrijpende verhaal.
Eensklaps werd deze stilte door een stem
verbroken.
Maar het kind!het kind!... wat
is daarvan geworden?
Alle hoofden wendden zich tegelflk om
naar mevrouw De Prabert, die deze woor
den op zenuwachtigen toon had gesproken.
Zfl had zich half opgericht in haar fau
teuil, waarvan zfl de leuningen krampach
tig vasthield, haar wijdgeopende oogen
staarden Barillet vol spanning aan.
De kapitein antwoordde:
Dat is het geheim, mevrouw, Robert
Duhesme had het kind niet meer. Wfl zoch
ten overal in den omtrek, gingen opnieuw
het geheele bosch door. volgde» weer nauw-
keurig het spoor, dat ons op deze plaats ge
bracht had, maar alles tevergeefs. Het kind
was verdwenen en nooit heeft men verno
men, waar het gebleven is.
Thans vroeg Filip, die een levendig be
lang in deze gebeurtenis stelde
Maar toen Robert Duhesme bfl kennis
kwam, bad hfl dat raadsel toch wel kunnen
oplossen?
- Welzeker had hfl dat kunnen doen,
maar hfl wilde niet, hernam kapitein Baril
let. IVfl brachten hem naar Issoire over en
deden hem daar in het hospitaal opnemen.
Hfl weigerde geneesmiddelen te nemen, en
zeide dat hfl naar den dood verlangde, en
wanneer hfl niet zulk een flzersterk gestel
had gehad, dan zou hfl zeker gestorven zfln,
maar hfl herstelde en werd toen in de ge
vangenis opgesloten. Twee maanden lang
duurde het onderzoek, maar er was geen
woord uit hem te krflgen. Slechts zfln mis
daad bekende hfl onomwonden aan den rech
ter van instructie.
Ik ben de moordenaar van Barley, ik
alleen.
Naden- ophelderingen gaf hfl volstrekt
niet
Wanneer men hem door vragen al te veel
in, het nauw bracht, dan zeide hfl kortaf:
Ik ben schuldig, veroordeel mfl dus, ik
heb gedood, straf mfl.
Als men over het kind sprak, dan haalde
hfl de schouders op en gaf ten antwoord
Ik weet het niet.
De kassier van de firma Bairley verklaar
de, dat een som van 150.000 francs aan de
kas ontbrakeen pakket bankbiljetten, dat
de boekhouder Masson door den fabrikant
in het schrflfbureau had zien bergen en
waarvoor ik de rol met plannen en teekenin-
gen, waarvan ik u gesproken heb, in de
plaats bad gevonden. Deze aanzienlijke som
was verdwenen. Ook hieromtrent weigerde
Robert Duhesme opheldering te geven, al
leen merkte de rechter van instructie op, dat
zfln gewone gevoelloosheid hem verliet en
zflne oogen van woede fonkelden, zoo dik-
wflls dat onderwerp werd aangeroerd.
Voor het Hof van Assises ging het even
eens, de president kon ook niets uit hem
krflgen. Hfl had zelfs niet gewild dat een
advocaat hem zou verdedigen, maar niette
min meldde zich de bekwaamste en wel-
sprekendete advocaat ran d« balie mr. Ia-
ehancl aan om het pleidooi voor hem te voe
ren volgens opdracht van de familie Du
hesme. Vrflspraak was niet te verkrijgen,
dit wist de advocaat vooruit wel, maar hfl
redde nog wat te redden was. Door zfln
schitterend pleidooi wist hfl het medelijden
van de gezworenen op te wekken en zoo
doende het hoofd van den beklaagde te red
den. De jury nam verzachtende omstandig
heden aan en Robert Duhesme werd ver
oordeeld wegens manslag en diefstal tot
levenslange dwangarbeid.
Dit vonnis scheen niet den minsten in
druk op hem te maken en eenige dagen la
ter vertrok hfl naar Cayenne en nam zfln
geheim mede. Nooit heeft men vernomen
wat er van de vrouw van Robert Duhesme
of van haar broeder is geworden en even
min waar zfln kind gebleven is.
Mevrouw De Prabert scheen haar ontroe
ring van zooeven onderdrukt te hebben, zfl
dwong zich tot een glimlach en zeide
Dat Is lang geen vroolflke geschiedenis,
die ge ons daar verteld hebt kapitein Barril-
let, verre van dat.
Mejuffrouw Valentine De la Reynie
voegde er bfl
En dan er is geen slot aan. Kflk, gfl
hebt ons allen diep getroffen en thans nu
mfln nieuwsgierigheid ons aller nieuws
gierigheid is opgewekt, laat ge ons ver
der in het onzekere. Dat is niet mooi van il
kapitein, ge hebt de ontknooping vergeten.
Maar lieve dame, daar moogt ge mfl
geen verwflt van maken, antwoordde kapi
tein Barrillet, ik heb verteld wat ik gezien,
wat ik gedaan heb en wat de ontknooping
betreft, nude echte, volledige ont
knooping, die is er niet, maar misschien
komt zfl nog, wie weet?
(Wordt vervolgd).