Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
f
A
EERSTE BLAD.
FEU ILL ET OM
„NOO&D-BRABAND"
NUMMER 12
ZATERDAG 9 FEBRUARI 1924
Uikavb:
WAALWIJKSOHE 8TOOMDEUKKEEIJ ANTOON TIELEN
1ST*. S». T«l«|pp„-Adr«s: ECHO
2)it nummer bestaat uit 2)rie
Bladen
De Uitvoering van Joseph Haydn's
„Die Schopfang" door IV aalwijks
Gemengde Zangvereeniging.
II.
Het oratorium begint met een inlei
ding door het orkest, waarin de toe
stand vóór de schepping van hemel en
aarde wordt weergegeven. Het is de
schijdering van de chaotische verwar
ring! die alom hoogtij vierde, nog vóór
en aleer een Denker Zijn groote Gedachte
van Wereldorde en Regelmaat zou ten
uitvoer brengentoen daar heerschie
temidden der zwarte duisternis onbe
stemd, als iets onwezenlijks een vaag
dimensieloos Niets! Langzaam, breed,
vangt het orkest deze inleiding aan, in
alhoewel klassieke lijn, hier en daar
eenigszins wonderlijkklinkende.voortzet-
ting, grillig in schakeering, den chaos
vertolkend. Totdathet groot en
grootsch Begin van het wondervolle
werk der Schepping door den Aarts
engel Rafael, vertolkt door de bas,
wordt aangekondigd met de woorden
„lm Anjange schut Gott Himmel and
Erde".
Op dezen eersten satz wil ik de
bijzondere aandacht vestigen, aangezien
we hier al dadelijk naderen tot een
prachtig momentde muzikale weergave
van het ontstaan van het Licht op God's
bevel
Terwijl Rafael met de zoo overbe
kende woorden der H. Schrift voort
gaat
En de aarde nu was woest en ledig en
duisternis was op den afgrond,
zet het koor zéér zacht in
„Und der Geist Gottes schwebte auf
der Flache der Wasser."
Hierin zit een prachtige stijgingeen
grootsch, een geweldig schouwspel
gaat gebeuren
„Und Golt sprach: Es werde Licht."
Véélzeggend is de toonschildering
er spreekt uit hoe de componist zich
de toedracht heeft voorgesteld. God's
stem klinkt niet hard, niet geweldig,
doch zacht, verheven, indrukwekkend.
Als het koor zingt, zwijgt de muziek,
die men er slechts tusschendoor hoort.
Oogenblikkelijk komt nu de opvolging
van het Godsbevel
„and es ward Licht".
Tot aan dit laatste woord „Licht"
heeft het geheel zéér zacht geklonken
(„sotto voce" d.i. met zachte, gedempte
stem)nu echter valt het orkest for
tissimo in, door welke tegenstelling dit
gebeuren nog des te grootscher wordt
in zijn voorstelling. Is het niet de
onvergankelijke zegepraal van het licht
over de duisternis
Uriel, de tenor, vervolgt nu het
scheppingsverhaal en vertelt in een
prachtaria, welke uitmunt door eenvoud
van stijl en rijkheid aan melodie, hoe
de eerste Dag ontstaat
Nun schwanden vor dem heiligen
Strahle
des schwarzen Dunkels grüuliche
Schatten", etc.
Verwarring wijkt en maakt plaats
voor Wereldorde; het afschuwelijk-
sinistere leger der hellegeesten vlucht
weg uit het licht tot in de eeuwige
inktzwarte duisternis, heerschend in de
sombere diepten van den afgrond. Het
koor komt hierbij te hulp;
Verzweiflung. Wuth und Schrecken
begleiten ihren Siurz".
Bij hun storten naar het duistere oord
worden ze omkneld door vertwijfeling
en in de ontzetting van hun val is het,
als knarsetanden ze van woede..
Weldadig klinkt het hierop zacht
und eine neue Welt entspringt
auf Gottes Wort".
Rafael verhaalt verder het werk van
God, n 1 de scheiding van lucht en
water, en vervolgens
„Da tobten brausend heftige
Stürme" etc.
Opmerkelijk is hierbij de beschrij
vende orkestratiehet losbreken der
natuurkrachten, de woedende strijd
tusschen de elementen worden zeer
mooi door deze muziek geïllustreerd.
En de scharen van engelen aan-
schonwen met verbazing het wonder
werk van God
„...und laut ertönt aus ihren kehlens
des Schöpfers Lob, das Lob des
zweiten Tags,"
doet de sopraan, de Aartsengel Gabriel
vertolkend, zich hooren. Het koor
neemt deze woordei over.
Nadat in het volgend recitatief Rafael
de scheiding van land en water heeft
meegedeeld, zingt hij hierna zijn prach
tige aria over de vorming van land en
zee. de hoofdaria voor de bas, bijzonder
mooi en beschrijvend geïnstrumenteerd.
Het voorspel hiervan stelt alreeds voor
het rollen der schuimende golven
„Rollend in schaumenden Wellen
bewegt sich ungestüm das Meeretc.
De zeer muzikale toonschildering is
aller charmantst, zoo bijv. de lieflijke
melodieën bij het bezingen van„de
breede stroom, die zich door de vlakte
een weg baant" en van de beek„die
zacht-ruischend in het stille dal voort-
glijdt.
En steeds weerklinkt opnieuw God's
scheppingswoord Gabriel verhaalt in
een kort recitatief, dat de aarde planten
13)
(■ggËTxWA A LW UK'^ï§y
DOOD. ERVARING STERK-
zal voortbrengen. Hierbij sluit zich aan
een door klein orkest begeleide, kolo-
raturisch-getinte sopraanaria
„Nun beut die Flur das frische Griin
dem Auge zur Ergötzung dar etc.
Onwillekeurig denken wij bij deze
verheerlijkende natuurbeschouwing
terug aan de Jahreszeiten.
En als daarna de hemelsche Heir-
scharen den derden Dag verkondigen,
is het oogenblik aangebroken, om Hem,
die dit alles heeft gewrocht, te prijzen
in eerbiedige bewondering
„Stimmt an die Saiten, ergreift
die Leier,
lasst euern Lobgesang erschallen",
zoo zet het koor dezen jubelzang in.
Dit is niet het mooiste koor, echter
vereischt het door zijn fugatischen
vorm veel van de krachten der koor
zangeressen en -zangers.
Wederom klinkt eeu Godsbevel bij
monde van den Aartsengel Uriël
„Und Gott sprachEs sei 'n Lichter
an der Feste des Himmels, um den
Tag von der Nacht zu scheiden"etc.
Het is alzoo de scheiding van dag
en nacht, de schepping van het groote
uurwerk des hemels, waarmee de grond
slag voor wereldorde wordt gelegd.
Het volgend recitatief, dat hierop
betrekking heeft, en waarin de tinor
de zonsopgang beschrijft, doet ook
weer denken aan de overeenkomstige
beschrijving van dit natuurgebeuren in
de Jahreszeiten („Sie steigt herauf die
Sonne", etc.
„In vollem Glanze steiget jetzt die
Sonne strahlend auf"
Zeer mooi wordt in dit recitatief het
langzaam opkomen van de maan geïl
lustreerd
„Mit lèisem Gang und sanftem
Schimmer
schleicht der Mond die stille Nacht
hindurch".
We zijn nu gekomen aan het indruk
wekkend en beroemd slotkoor van het
eerste deel. dat vooral het werk on
vergetelijk heeft gemaakt
Die Himmel erzühlen dit Ehrg Gottes
Und seiner Hande Werk zeigt. an
das Firmament, etc."
(Men lette allereerst op den prach-
tigen overgang tot dit koor: na het
woord „also" van den tenor volgt het
onmiddelijk). In dit machtige koorwerk,
dat op vele concerten dikwijls atzön-
derlijk wordt gegeven, vinden we ver
vat de vereering, of lieverde extase,
die al wat leeft, heeft begeestert bij
het aanschouwen van het machtige,
van het geweldige, dat in ongebreideld
kunnen is tesamengevlochten door den
oppersten Heer der Heirscharen. Het
zijn de heem'len zelf, zoo klinkt het,
die U van God vertellen, sla op uw
oog tot het uitspansel en aanschouw
het ontzagwekkend wonderwerk, door
Zijn hand gewrocht. Een prachtig terzet
der drie solisten klinkt er als verruk
kelijk intermezzo tusschen doorWant
de stervende dag zal het den komen
den vertellen en evenzoo zal de voor
bije nacht den volgenden moeten ge
tuigen van het kunstig mechanisme
der hemellichamen, van het machtig
wonderbaarlijk Raderwerk, voortbewo
gen door den tijd der eeuwen. In ieder
oor zal het woord dreunen ais bazuin
klanken en aan geen menschentong
zal het vreemd blijven, die steeds weer
opnieuw sprekende gêtuigenis van het
ondoorgrondelijk grootsch kunstwerk
der Schepping.
Rijk en levendig van instrumentatie
vormt dit machtige koorwerk een waar
dig en schoon slot aan het eerste deel.
—GEZONDE MEDEDEEklNGElM.
Iedereen en Niemand
uitgezonderd, dient voor het verzorgen
van elke plek der huid. welke ruw is
ot opengesprongen, stuk of ontstoken,
gebrand ot verwond, gebruik te
maken van Purol. Doozen 30, 60 en
90 cent Bij Apoth. en Drogisten.
Abonneert U op en Adverteert in
het meest gelezen blad in de Lang
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN",
straat en Omgeving.
(Wordt vervolgd).
47e JAARGANG.
WiaUyksrbr en Unptraitsche Courant
Dit HU nmkljat
WOSN8DAG IN ZATHBDAG.
AbonnemenUprij» per S maande* 1.26.
Bianco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieyen, Ingebonden itnkken, gelden en*.,
franco te «enden aan den Dltgeyer,
Prljt «er AdyertemtlSa
2© cent per regel; minimum 1.10.
Reclames 40 cent per regel.
B| contract flink rabat,
AdyertentlBn moeten Woensdag en Vrijdag
dea morgen# om «IterMJk 0 ls om fcesM
*11»!-
van „De Echo van het Zuiden".
GERECHTIGHEID.
Of de een of andere zoon van mijn groot
vader al iets uitgevoerd lieeft dat hem de
justitie op den hals haaide, is toch voor
mij geen reden om rnij vernederd of be
schaamd te gevoelen. Het is een feit dot ge
heel op zichzelf staat. Maar wat ik wel
weet, en gij allen weet liet evengoed als ik,
is dat de eigenaars van div huis rijk, edel
moedig gastvrij en vóórkomen! zijn
Dat is waar, volkomen waarriepen
de aanwezigen als uit één mond.
Inderdaad, ieder was welkom ten huize
der Praberts en de liefdadigheid van Féli-
cienne jegens de armen uit den omtrek was
algemeen bekend.
Vol vuur hernam Auréiien
Welnu, als gij dat dan zelf moet toe
stemmen, wat verlangt ge dan nog meer? Ge
wordt hier hartelijk ontvangen, vindt hier
een uitmuntende tafel, een goedvoorzienen
wijnkelder en het orkest zit reeds te wach
ten om u te doen dansen naar hartelust. Een
roovergescihiedenis en een aanval van zenu
wen hebben u uit het oog doen verliezen,
waarvoor ge hier gekomen zijt en u den
tijd doen verspiLlen, die voor de vreugde was
bestemd. Komaan, laten wij vlug onze scha
de inhalen.
Hij wendde zich tot een bediende en be
val hem
Ga aan den kapelmeester zeggen, dat
hij zijn vroolijkste wals inzet, een van
St.rauss.
Mejuffrouw Valentine De la Reynie zag
Auréiien met bewondering aan.
Goed gesproken, zeide zij in geestdrift,
gij hebt duizendmaal gelijk en ge toont een
man van uw tijd te zijn, mijnheer Auréiien.
Het doet mij genoegen, mejuffrouw
dat ge het zoo met mij eens zijt, antwoordde
MAATSC.HAPPU VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
(Wordt vervolgd)
Auréiien koel.
Terwijl hij deze woorden sprak, dwaalde
de blik van den jongen man zoekend rond
naar zijn niclit Marguerite. Hij vond haar
in een verwijderden hoek van het salon,
waar zij op fluisterenden toon met luite
nant Filip stond te praten. Hij heet. zich op
de lippen en fronste de wenkbrauwen van
toorn.
De bedienden hadden de gordijnen open
geschoven, die voor de breede porte-brisée
hingen, wélke toegang verleende tot de hal
zaal, waar het orkest de eerste maten van
de wals liet hooren.
Auréiien deed eenige schreden naar de
plaats waar Marguerite stond, maar, uit
vrees van een weigering, zag hij van zijn
voornemen af om haar ten dans te vragen
en keerde terug naar Valentine.
Mag ik u voor deze wals engageeren?
vroeg hij.
Gaarne, antwoordde de jonge dame en
greep den arm, dien Aureliën haar aanbood,
terwijl haar gelaat straalde van trots.
Auréiien, die volstrekt geen acht sloeg
op de vreugde, waarmede het meisje zijn
uitnoodiging aannam, hoog zich naar het
oor van oom Daniël, die nog steeds naast
hem liep, wees met een blik naar Marguérite
en fuisterde hem toe:
Houd die twee daar in het oog.
Goed.
Vervolgens ging Auréiien met zijn dame
de balzaal in. het geheele gezelschap volgde
hem en weldra zweefden de paren rond op
de vlugge maten der muziek.
In het salon bleven slechts weinige perso
nen over, waaronder kapitein Barillet, die
een flesch champagne was machtig gewor
den en zich in een hoekje daarmee troostte.
Luitenant Filip en Marguérite hadden
nog slechts een paar woorden met elkaar
gewisseld over de vreemde gebeurtenissen,
die er in hun tegenwoordigheid hadden
plaats gehad. Toen zij nagenoeg alleen wa
ren, zeide hij
- Gij hebt mij vanmorgen in de vallei
des Villards gezegd, dat gij mij voel te ver
tellen had. Hoofdzakelijk daarvoor kwam
ik hier.
Ja, zeer veel.
Vervolgens wierp zij een blik om zich heen
in het bijna eenzame salon en hernam
Dat buitengewone voorval heeft ieders
aandacht afgeleid, geen mensch slaat acht
op ons. Kom.
Zij nam den arm van den jongen man en
ging met hem naar buiten.
Tusschen de porfiere van de danszaal ver
toonde zich het ingevallen gelaat en daarna
het magere lichaam van oom Daniël.
Op de teenen sloop hij voort, het salon
door. den tuin in en volgde de beide jonge
lieden.
Filip en Marguérite bevonden zich reeds
op het terras, waar de verlichting iets
zwakker werd, hier en daar waren de ge
kleurde lantaarns uitgedoofd, of vertoonde
de illuminatie van vetglazen nog slechts
walmende pitten.
Het meisje zocht het donkerste gedeelte
van het park uit en verwijderde zich van
het kasteel.
Geen woord werd er tusschen hen gewis
seld.
In het achterste gedeelte van het park
verhief zich een rots, geheel door geboomte
omgeven.
De vroegere meesters- van Saint-Colomban
hadden op die rots een klein fort gebouwd,
daar zij van dat punt een ruim gezicht
over den omtrek hadden en zich tijdig op de
hoogte konden stellen, wanneer de vijande
lijke henden het kasteel mochten naderen.
Bernard de Prabert had dit fort, dat ook
een bouwval was geworden, niet laten her
stellen maar doen wegbreken en er een koe
pel met een breed terras voor in de plaats
laten zitten. Voor heil, die de eenzaamheid
zochten of een heerlijk panorama wilden
genieten, was dit een uitgezocht punt.
Naar deze plek geleidde Marguérite den
officier.
Het was er doodstil, slechts zwak drongen
de tonen der muziek tot hier door.
Mijn God, mompelde Filip, terwijl hij
tegen de steenen balustrade leunde en de
hand van liet meisje in de zijne hield, mijn
God, het is mij alsof ik leef te midden van
een droom. Mgn hoofd duizelt en ik kan
mij niet duidelijk rekenschap geven van
alle gedachten, die er in omgaan.
Hebt ge nog pijn?
Neen, ik gevoel een soort van heerlijke
bedwelming, die ik bij niets kan vergelijken,
en toch hen ik eenigszins bevreesd.
Bevreesd?
Ja, ik ben bang, dat ik verkeerd heb
verstaan, toen ik daar ginds bewusteloos
werd en mijn lippen, ondanks mijzelven,
fluisterdenMarguérite, ik bemin u en gij
daarop antwoorddet, zacht, oj zoo zacht
..Ik bemin uDoor u bemind te worden...
ik
Marguérite drukte de hand van den jon
gen officier en zeide langzaam, bijna plech
tig
Neen, gij hebt mij niet verkeerd ver
staan Filip, ik bemin u.
Ik bemin u! Ik bemin u! Herbaalde
Filip hartstochtelijk, terwijl hjj de fijnge-
vormde. kleine hand van Marguérite met
kussen overdekte. O tlians heeft mijn leven
een doel gekregen, ehn doel waar ik recht
op afga. Ik gevoel in mij een ongehoorde
kracht om alles te bereiken, alles te ver
overen en het aan uw voeten neer te leggen.
Ik wil dat gij zult sein'teren met verblin
denden glans, dat gij door iedereen benijd,
bewonderd en aangebeden zult worden. Mijn
liefde voor u is onbegrensd en bestaat uil
vurige bewondering en diepen eerbied. Uw
reine oogen spreken tot mijn hart, uw
schoonheid en lieftalligheid betooveren mg,
oMarguérite, wanneet ge mij bemint zoo
als ik u, wat zullen wij dan gelukkig zijn.
Zij trachtte den hartstocht te doen beda
ren, die uit zijn woorden sprak.
Filip, antwoordde zij, ik ben slechts
een eenvoudig meisje maar onder mijn vroo-
lijk en vrijmoedig uiterlijk schuilt een ern
stig en bezonnen karakter.
Zij zag hem met een allerliefsten glim
lach aan.
Hoewel ik nog slechts twintig,jaar ben
hernam zij, heb ik toch reeds veel smart
ondervonden en bittere - ervaringen opge
daan. Van het eerste oogenblik af, dat ge op
het kasteel Saint-Colomban zijt gekomen,
gevoelde ik mij tot u aangetrokken door uw
rondborstig en mannelijk voorkomen. Gij
verschilt zoo hemelsbreed van de jongelui,
die ik tot dusver heb ontmoet voor het
meerendeel laffe, gdele nietsdoeners dat
ik reeds dadelgk genegenheid voor u gevoel
de en toch heb ik eerst na lang beraad en
innerlijken strijd aan die genegenheid toe
gegeven. Thans behoor ik u toe met geheel
mijn hart, niet alleen zal ik gelukkig zijn
oovergelukkig uw vrouw te worden,
maar tevens ben ik er trotsch op. Mevrouw
Dormelles o, hoe lieflijk klinkt mg die
naam in de ooren. Reeds sedert lang wacht
te ik op uw bekentenis en had ik mijn ant
woord gereed. Ik zag dat die liefdesverkla
ring u op de lippen lag en dat ge haar niet
durfdet uitspreken en misschien zoudt ge
met uw geheim vertrokken zijn, zoo een toe
val u niet den mond geopend had. Ge ziet
dat ik openhartig ben u niets verberg. Zoo
ge waart heengegaan zonder uw hart voor
mij uit te storten dan zou mij dat diep on
gelukkig hebben gemaakt.
Mijn lieveling!
Maarmaar, Filip, het geiuk waar
van wij droomen zullen wij niet zonder
moeilijkheden bereiken.
Gij zijt toch vrij?
.Ta en die vrijheid sta ik u voor altijd
af, maar ge moet weten dat mijn tante het
plan gevormd heeft mij te verbinden aan
haar zoon Auréiien en dat zij een opper-
maolitigen invloed heeft op mijnheer De
Prabert, mijn voogd. Van dien kant voorzie
ik moeilijkheden, maar die niet onoverkome
lijk zijn, 't gevaar echter, Filip, het gevaar
is Auréiien en zijn handlanger oom Daniël.
Auréiien riep Filip uit op dreigenden
toon.
—Ja, mijn neef. die toen ik ten huize
van zijn vader kwam, mg als een onnoozel
klein meisje beschouwde, dat zijn aandacht
niet waardig was, maar die mg nu sedert
zes maanden onafgebroken het hof maakt en
mij onophoudelijk vervolgt met zijn veetbe-
teekenende attenties en zijn vermetele lief
desverklaringen. Ik haatte dien Auréiien,
want hij is een slecht mensch, valscii, lis
tig, verraderlijk, thans echter, na hetgeen
er bij de ontploffing in de vallei des Vil
lards gebeurd is, thans heb ik een afkeer
van hem, thans vrees ik hem.
Ja, riep Filip uit, ik wist wel dat de
verklaring, die gij aan mevrouw de Prabert
gegeven hebt omtrent uw zonderlinge vlucht
niet volkomen juist was.
Dat kon zij ook niet wezen, het was
mij onmogelijk het gebeurde in tegenwoor
digheid van al die menschen mede te deelen,
maar aan U, Filip, die mijn geheimste ge
dachte zoowel als de geringste mijner daden
moet kennen, aan u wil ik alles zeggen.
Op hetzelfde oogenblik meende Filip een
zacht geschuifel te hooren op het steile pad,
dat naar den top van de rots'voerde.