t
Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen,
feuilleton"
EERSTE BLAD.
Gemeenteraad.
„NOORD-BRABAND*
NUMMER 13
WOENSDAG 13 FEBRUARI 1924.
WAALWIJ KSCHE
PlWATI!
STOOMDRUKKERIJ
ANTOOST TÏELEM.
TeM®»s H®. S&
®tó«gTa-A4bN«: ECHO.
©it nummer bestaat uit Twee
Bladen
SPRANG CAPELLE
Openbare vergadering van den Raad
dezer gemeente op Vrijdag 8 Februari
des namiddags ten half drie uur.
Voorzitter Edelachtb. heer Meijer
Ongeveer kwart voor drie uur opent
de Voorzitter de vergadering, aanwezig
alle leden.
De notulen der vorige vergadering
worden na voorlezing onveranderd
goedgekeurd en vastgesteld.
Aan de orde
1 Ingekomen stukken.
a, Mededeeling dat de borgtocht van
den Gemeente-Ontvanger in orde is.
b. Schrijven van Ged. Staten, hou
dende mededeeling dat ze het besluit
van den Raad, tot aanneming van
grond om daarop een Raadhuis te doen
bouwen, kunnen goedkeuren.
Verschillende andere ingekomen
stukken worden na voorlezing voor
kennisgeving aangenomen.
c Verzoek Commissie tot voorbe
reiding van de oprichting eener Pro
vinciale Brandweerorganisatie, om me
dedeeling of de Raad bereid is mede
te werken tot de oprichting van een
provincialen brandweerbond.
Op voorstel van Burg. en Weth
wordt besloten voorloopig daarop nog
niet in te gaan.
d Schrijven van het Comité van de
Intern. Bakkerij-Tentoonsteiling te
's-Bosch, houdende het verzoek om
eene medaille beschikbaar te willen
stellen.
Wordt als zijnde ongezegeld, terzijde
gelegd.
2. Gunning van de opbrengst der
Kaai- en Havengelden van de Haven
te Labbegat over 1924.
•Voorzitter. Door de N.V Oerlemans
is voor de Haven te Labbegat f 850
geboden en door den heer de |ong
voor de haven te Capelle f 210. De
14)
havetl te Labbegat heeft opgebracht
aan havengeld f 650 en te Capelle
f 400
Burg en Weth. stellen voor de
haven te Labbegat te verpachten en
in Capelle niet te gunnen doch daar
voor eigen rekening te houden.
Met algemeene stemmen wordt daar
toe besloten.
3. Benoeming van een Havenmeester
aan de Haven te Labbegat.
Voorzitter Er is een soliicita it n.l.
P. van Beek, meesterknecht van de
firma Oerlemans
Met algemeene stemmen wordt de
heer P. van Beek benoemd.
4. Vaststelling van den staat van
oninbare posten en nog te verhalen
posten over den dienst 1922 der
voormalige gemeenfe Capelle.
Deze staat wordt vastgesteld op een
bedrag van f 182 86 als oninbaar en
f 142.01 als nog te verhalen.
5 Voorloopige vaststelling van de
rekening van ontvangsten en uitgaven
der voormalige gemeente Capelle over
1922.
Namens de Commissie van onder
zoek deelt de heer Rijken mede, dat
de rekening met de bescheiden is
onderzocht en in orde bevonden
Wordt vastgesteld op een bedrag
aan ontvangsten en uitgaven van
f 140619.225 en aan uitgaven van
f 125637 33 zoodat deze sluit met een
batig slot van f 14981.79.
6. Vaststelling van den Staat
van oninbare en nog te verhalen pos
ten over 'den dienst 1922 der voor
malige gemeente Vrijhoeve Capelle.
Wordt vastgesteld op een bedrag
van oninbaar op f 286 79 en nog te
verhalen f 237.025.
7. Voorloopige vaststelling van de
rekening van ontvangsten en uitgaven
der voormalige gemeente Vrijhoeve
Capelle.
Namens de Commissie van onder
zoek deelt de heer Middelkoop mede
dat alles keurig in orde bevonden is en
de commissie daarom voorstelt tot
voorloopige vaststelling.
Wordt besloten vast te stellen op
een bedrag aan ontvangsten van
1
f 25320.15® en aan uitgaven van
f 25685 99 zoodat de rekening sluit
met een nadeelig slot van f 365 49.
8. Tijdelijke voorziening in de vaca
ture hoofd der openbare school te
Vrijhoeve-Capelle.
Wordt benoemd mej B. Timmer
mans.
Voorzitter. Wat betreft de definitieve
benoeming, aanstonds na de uitspraak
van den Raad hebben Burg en Weth.
de sollicitanten aangeschreven en de
stukken aan den inspecteur van het
onderwijs op 7 Januari ingezonden.
Niettegenstaande wij eens op 19 en
eens op 30 Januari hebben aangedron
gen de stukken spoedig toe te zenden,
hebben wij tot heden nog niets ge
kregen De benoeming hangt dus nog
in de lucht.
9. Vaststelling van een huishoude
lijk reglement voor de Commissie tot
wering van schoolverzuim in de ge
meente Sprang Capelle.
Wordt na voorlezing ongewijzigd
vastgesteld.
10. Vaststelling van een verordening
^TnWAALVv U K /^QTUfO
w w
DOOD. ERVARING STERK.
regelende de samenstelling en inrich
ting van de Commissie van toezicht
op het lager onderwijs in de gemeente
Sprang-Capelle.
Wordt vastgesteld zooals is aange
boden
11. Voorstel van Burg. en Weth. tot
het aangaan van een kasgeldieening.
Voorzitter De Rijksbijdrage en ver
schillende andere ontvangsten komen
veel te laat binnen en toch moeten
wij nu betalingen doen omdat de
rekeningen over het afgeloopen jaar
zijn binnengekomen. Daarom stellen
wij voor een kasgeldieening aan te
gaan van ten hoogste f 10.000 pari
tegen een rente van ten hoogste 6 pCt
af te lossen voor 30 Juni 1925.
De heer Verheijden merkt op dat
het Rijk de rente behoorde te beta
len aangezien de ieening niet zou be
hoeven te worden aangegaan als op
tijd de bijdragen werden ingezonden.
Wordt besloten de kasgeldieening
aan te gaan.
12. Behandeling van de gemeente-
begrooting voor 1924 met de daarbij
behoorende voorstellen van Burg. en
Weth.
Voorzitter. De begrooting is in han
den gesteld van eene commissie be
staande uit de heeren Oerlemans,
Kerst en Zwart, waarvan de laatste
rapporteur.
Verheijden. Ik meen eerst eene kleine
beschouwing te geven over het afge
loopen jaar.
Voorzitter. Dat kan u doen als de
rapporteur de bevinding van de com
missie heeft medegedeeld.
De heer Zwart zegt dat de Com
missie de zaak goed heeft onderzocht
en geen aanleiding heeft gevonden tot
bijzondere op- of aanmerkingen. Alleen
is het der commissie wenschelijk
voorgekomen dat tot vermindering van
personeel op de Secretarie moet wor
den overgegaan, niettegenstaande de
wachtgeld-regeling. De Commissie
geeft dan ook in overweging om,
zoodra de administratie voldoende is
geregeld en alles een normaal verloop
heeft aan dit vraagstuk ernstige aan
dacht te scheiken.
i Op de tweede plaats zou de Com
missie gaarne zien dat de administra
tie van het electriciteitsbedrijf die
voorheen gedeeltelijk op de Secretarie
werd verricht, voortaan geheel daarop
zal worden gevoerd.
Voor het bedrijf zou dit veel voor-
deeliger zijn en voor een zuinig beheer
daarvan is het noodzakelijk.
Verder kan de commissie zich ge
heel vereenigen met de verschillende
op de begrooting gebrachte posten,
ook wat betreft die van de subsidies
en die van de te heffen belastingen.
De heer Adr. Verheijden zegt
Bij de verwisseling des jaarkrings
past het een terugblik te werpen op
het afgeloopen (aar 1923. Dat jaar zal
wellicht voor goed zoowel als in 1421,
het jaar van den Sint Elizabeth's-
vloed, waarin Capelle verzwolgen werd,
met een zwarte kool staan opgeteekend
in de annalen van onze Capelsche ge
schiedenis. Allereerst moet ik geden
ken den slag, die onze oude gemeente
trof door het verscheiden van onzen
geachten oud-wethouder den heer M J.
Rijken, die nog jaren tot een zegen
voor onze geboorteplaats had kunnen
werkzaam zijn en in de kracht van het
leven werd opgeroepen.
Tot slechts enkele dagen voor zijn
dood en reeds zwaar ziek zijnde begaf
hij zich nog voor de zaak, die hem
zoo lief was naar den commissaris
onzer provincie, om nog te redden
wat nog te redden was uit dezen
chaos, en vanwaar hij nog welgemoed
terugkeerde, doch hetwelk helaas ge
heel anders uitkwam
Capelle kan met recht trotsch zijn
op zoo'n burger, die pal bleef staan
voor de heilige rechten zijner ge
meente en voor de burgers die hem
jaren lang het vertrouwen schonken,
getuige den afloop zijner laatste ver
kiezing.
Met verslagenheid moet ik neerzien
op de vereeniging der drie gemeenten
waardoor haat en twist gezaaid is als
wellicht nooit en eene onoverbrugbare
klove is ontstaan Wanneer we zien
hoeveel tonnen gouds eene afgetreden
regeering, die weer terug kwam, uit-
47e JAARGANG.
Lan^straatscbf Courant
Itrijs der Advert»* «ftu
?-$■ mat per regel; minimum 1M,
Reclame* 40 cent per regel.
Bf eon tra et flink rabat
AdvertentlCn moeten Woensdag en Vrijdag
de* morgen* om uiterlijk 8 mur Is ome feealt
bUï>.
Ott OM& rerseikKJn*
WÖÏNBDA0 RN ZATBSDA8.
Abonnementsprijper t maanden f 1.28.
Franco per post door het geheel» rijk 1.40.
Brieven, Ingeaonüen «takken, geiden «sa.,
franco te «enden aam «5«a Uitgever,
van „De Echo van het Zuiden".
GERECHTIGHEID.
Hebt ge niets gehoord? vroeg hij aan
het meisje.
Neen.
Zij zwegen een oogenblik en luisterden
scherp toe.
Het geschuifel herhaaldè zich, ditmaal
iets duidelijker.
Nu valt er niet meer aan te twijfelen,
iemand bespiedt ons, daar moet ik 't mijne
van hebben.
Hij sprong op en snelde naar de plaats,
vanwaar het geluid gekomen was. Eerst
zag hij niets, maar toen zijn oogen eenigs-
zins aan de duisternis gewend waren, zag hij
een menschélflke gestalte, die aan den voet
van het terras op de knieën voortkroop. Hij
snelde er op af en hoe meer hij naderde hoe
duidelijker hii de vormen van een man kon
onderschelden, die zich daar zocht te ver
bergen.
Zooals elk rechtschapen, rondborstig man
had Filip een afkeer van spionnage. Met
ruwe hand greep hij den man bij den schou
der en dwong hem op te staan.
Wat doet ge daar? vroeg hij op min
achtenden toon.
De welbekende stem van oom Daniël ant
woordde
O! zijt gij het, luitenant Dormelles?
Doe me geen kwaad. Wandelde hier, zag
iemand aankomen, woest en dreigend, werd
bang, dacht aan struikroover, neem me niet
kwalijk, ga al heen, ga al heen,
Toen Filip den broeder van mevrouw De
Frabert herkende, stond hij verbluft van
verbazing en afkeer. Hij liet hem los en het
verachtelijk wezen maakte terstond dat het
buiten zijn bereik kwam.
Wees gerust, mompelde oom Daniël
onder het heengaan, zal u niet meer Mnde-
ren, ben al weg.
En hij verdween in de duisternis.
Maar nauwelijks was oorn Daniël aan den
voet vari de rots, waar hij zeker kon zijn dat
Filip hem niet meer zag of hoorde, of hij
bleef staan, keerde zicli om, hief zijn beide
magere vuisten dreigend omhoog en mom
pelde
Zal mij wreken, zal mjj wreken, bru
tale indringer, morgen, nog voor morgen,
Aurélien gewroken, ik gewroken, allebei ge
wroken, ja, ja, nu haast maken, nog wel op
tijd komen, kom er nog wel.
Na deze afgebroken volzinnen te hebben
uitgestooten, vervolgde hij met snelle schre
den zijn weg.
Filip was inmiddels bij Marguérite terug
gekeerd.
Zij wachtte hem met ongerustheid.
Het is niets, zeide hij, oom Daniël
dwaalde hier rond.
Dan heeft hij ons zeker bespied, maar
het komt er niet op aan, Ik zal morgen aan
mijnheer De Prabert zeggen wat mijn voor
nemens zijn en welke verbintenis ik met u
gesloten heb. Evenwel, mijn vriend, al durf
ik er mij op beroemen dapper en vastberaden
te zijn, toch ben ik bevreesd voor dat wan
staltige wezen, dat valsche, trouwelooze
monster dat men oom Daniël noemt en
waarvan ik steeds een onbedwingbaren af
keer heb gehad. Ohet is een vreemde
familie die der Praberts.
Stel u gerust, mijn lieveling, zijn wij
niet jong, sterk en vol levenslust? Hebben
wij niet die onberekenbare kracht, de liefde?
O! wfl zullen zegevieren, twijfel daar geen
seconde aan, Marguérite, wij zullen zege
vieren.
Ik geloof en hoop het, maar, Filip,
neem u in acht voor oom Daniël. Met blinde
gehoorzaamheid en duivelachtige behendig
heid zal hij de plannen van Aurélien jegens
u ten uitvoer twengen en die twee vereenigd,
zijn in staat tot afschuwelijke daden.
Ik vrees hen niet, zeide Filip vol zelf
vertrouwen, stel u gerust, lief kind en laten
wfl slechts van u spreken.
Ja, de tijd gaat snel voorbij en ik wil
u alles zeggen. Vooreerst de verregaande
onbeschaamdheid van Aurélien. Gij hebt ge
zien hoe hij er op aandrong om met mij een
der schuilplaatsen te deelen, die gij te onzer
beschikking steldet om de ontploffing in de
MAATSCHAPPU VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
vallei des Villards bij te wonen. Op het
laatste oogenblik snelde oom Daniël, die bij
ons was, eensklaps weg. Verwonderd en
eenigszins ongerust vroeg ik aan Aurélien,
met wien ik nu alleen bleef, wat dat be-
teekende. Hij antwoordde, dat zijn oom bang
werd, meende dat wfl te dicht bfl de mfln
waren en dat de vrees hem deed vluchten.
Het was niet onmogelijk, want die man is
de lafheid in persoon. Ik sloeg dus verder
geen acht op hetgeen er rondom mfl voor
viel, maar hield al mfln aandacht gevestigd
op hetgeen gfl deedt, want ik kon mfl leven
dig voorstellen wat er in dat oogenblik in
u moest omgaan.
Gfl staakt, met een kalmen glimlach om
de lippen, de lont aan, na u overtuigd te
hebben, dat alles in orde was, ik hoorde het
angstige geroep van mevrouw De Prabert,
die, evenals ik, vond dat gfl te weinig haast
maaktet om de gevaarlijke plaats te verla
ten. Eindelijk waart ge in veiligheid, de ont
ploffing kon elk oogenblik volgen, ik was
in spanning.
Eensklaps voelde ik mfl van achteren aan
grijpen. Het was Aurélien, die zfln arm om
mfln middel sloeg en mfl met onweerstaan
bare kracht aan zfln borst trok. Verbaasd en
verontwaardigd bood ik weerstand, maar ik
was tegen zfln kracht niet opgewassen en
ik voelde zfln lippen hier op mfln gelaat.
Filip uitte een kreet van woede en balde
de vuisten.
Toen fluisterde hij mfl afschuwelijke
woorden toe, vervolgde het meisje, lifl zeide
dat hfl dit oogenbilk had uitgekozen om mij
te zeggen wat er in zfln hart omging, dat
lifl mfl beminde tot krankzinnig wordens
toe, dat hfl mfl tot vrouw begeerde, dat ik
de zijne moest worden. Ode dierlijke
hartstocht, dien ik op zfln gelaat las deed
mfl sidderen, ik zag zfln oogen fonkelen als
vurige kolen, ik voelde zfln geheele lichaam
trillen ea ik werd aangegrepen door een
gevoel van ontzetting, dat mij niet heeft ver
laten.
Ik worstelde uit alle macht, poogde mfl
uit zijn armen los te rukken, maar ik kon
daar maar niet in slagen. En hfl herhaalde
onophoudelijk zflne afschuwelijke woorden.
Ge zult de mijne worden, ik bemin u
tot in den dood, tot misdadig wordens toe.
Ge moet de mflne worden.
Nooit! nooit! riep ik uit. Gfl zflt een
lafaard en ik heb een afschuw van u.
Op hetzelfde oogenblik deed de eerste ont
ploffing den grond onder ons dreunen. Ik
geraakte in geestdrift en die geestdrift ver
leende mfl op dat oogenblik onweerstaan
bare kracht, zoodat 't mfl gelukte de armen
van Aurélien los te maken en hem van mfl
af te stooten. Zonder te denken aan het
gevaar, dat mfl daarbuiten bedreigde, te veel
ontroerd om over iets, wat dan ook, na te
denken, snelde ik van onder het afdak weg
om bfl u bescherming te zoeken en nog hoor
ik zfln stem, die mfl boven het geraas van
de ontploffing nariep
Gfl stoot mfl terug, omdat ge dien sol
daat bemintWee over u beiden Wee u
Ik snelde voort, maar verblind door den
rook die geheel den hollen weg vulde, dwaal
de ik uit de goede richting en liep regelrecht
den dood tegemoet, toen gfl, mfln Filip, mfl
kwaamt redden.
En het meisje, dat zulk een wreede beproe
ving had doorstaan, wier vrouwelijk gevoel
zoo diep gekrenkt was, verborg het gelaat
in de handen en trachtte tevergeefs de tra
nen te weerouden, die in haar reine oogen
opwelden.
Filip sloeg zfln arm om haar middel en
trachtte haar te troosten.
Lief, heldhaftig kind, zeide hfl, ik be
grijp hoe uw fierheid in opstand moet komen
bfl„de herinnering aan zulk een afschuwelijk
voorval, maar droog uw tranen, ik zal den
ellendeling tot verantwoording roepen.
Het meisje schudde weigerend het hoofd.
Neen, mfln vriend, zeide zij, vermeer
der de moeilijkheden niet, die ons reeds be
dreigen, en bedwing uw rechtmatigen toorn.
Trouwens, een ontmoeting met Aurélien,
zooals gfl dat bedoelt, zou nooit plaats heb
ben. Ik ken hem. Hfl zal u op een of andere
wfl ze trachten te benadeelen. Wfl moeten
voor alles met mflnlieer de Prabert spreken,
vindt ge dat ook niet?
Zeker. Ik zal mfl morgen bfl hem laten
aandienen.
Mflnheer De-Prabert heeft een oprechte
vriendschap voor u, hfl acht u hoog en zal
u goed ontvangen. Hfl is een man met een
goed hart en edele hoedanigheden. Ohfl
gelflkt niets op de leden van zfln gezin.
Is hfl uw bloedverwant?
Neen, ik noem hem oom, alleen omdat
hfl mfln voogd is en om dezelfde reden noem
ik mevrouw De Prabert tante, maar onze
bloedverwantschap is van zeer verre.
Hebt gfl dan geen familie?
Helaas neen. De onverbiddelijke dood
heeft alles weggerukt wat mfl dierbaar was.
Vooreerst mfln moeder. Ik moet u mfln ge
heele levensgeschiedenis vertellen. Ozfl is
zeer eenvoudig, maar niettemin droevig.
Mfln familie hoort thuis in de Vogezen,
mfln vader en mfln moeder, laatste afstam
melingen van twee aanzienlijke familiën, die
sedert onheugelijke tijden te Jaucourt geves
tigd wTaren, de familie De Briais en de fam.
Jarry, bezaten uitgestrekte landerijen op de
vlakte en bosschen in het gebergte. Het
grootste gedeelte van hun vermogen was van
mfln moeder afkomstig en haar behoorden
ook eenige groote fabrieken aan den oever
van de Meurthe. Mfln vader, een zeer ijve
rig man, exploiteerde de bosschen en fabrie
ken, was altfld vol bezigheden en had bijna
nooit rust. Hfl wilde, zeide hfl, voor mfl een
vorstelijke bruidschat verdienen.
Mijn moeder, die zeer zwak van gezond
heid was, verliet bijna nooit ons huis te
Jaoucourt en wijdde al haar tfld aan mfl.
Papa besteedde zfln geheele week met 't
bezoeken zflner fabrieken en landerijen,
vooral had hfl velerlei bezwaren met; de
nieuwe grensregeling, waardoor een ge
deelte onzer goederen op Duitsch grondge
bied kwamen, maar Zaterdagmiddag kwam
hfl thuis en de Zondag was steeds een heer
lijke dag voor mfl.
Zoo bereikte ik mfln tiende jaar.
O hoe gelukkig, hoe kalm en vreedzaam
waren die kinderjaren. Mfln arme moeder
evenwel leed veelvroeger was zfl wel sterk
en gezond geweest, maar sedert mfln geboor
te was zfl ziekelflk en kwijnend. Zfl klaagde
echter nooit en altfld zag ik om haar lip
pen een zachten tevreden glimlach.
Tien jaar geleden, in Mei 1880 nam haar
zwakheid zoodanig toe, dat zfl bedlegerig
moest blijven. Ik zag verscheidene dokters
ons huis in en uitgaan, daarna, op zekeren
nacht, wekte men mfl om afscheid van haar
te nemen en... den volgenden morgen had
ik geen moeder meer.
Bfl het opwekken van deze droevige her
innering begonnen de tranen van het meisje
weer te vloeien.
(Wordt vervolgd)