4 Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen EERSTE BLAD. De Bruine Broeder. „noo&d-braband" Binnenland. FEUILLETON NUMMER 14 ZATERDAG 16 FEBRUARI 1924.4?e jaahqav 3)it nummer bestaat uit 2)rie Bladen Er is wel eens over geklaagd, dat onze Volksvertegenwoordiging te weinig belangstelling toonde voor lndië De klacht kwam uit lndië zelf en ook werd zij geuit door ingezetenen van Nederland, wien het lief en leed der koloniën ter harte gaat Onbegrijpelijk was de klacht geens zins, als men weet dat de Tweede Kamer de begrooting van Nederlandsch- lndië gewoonlijk behandelde, nadat alle andere begrootingen waren afge daan. Eerst Binnenlandsche Zaken. Buitenlandsche Zaken, Oorlog, Justitie, enz. enz. en dan eindelijk, vlak voor de Kamer naar huis ging. in een paar dagen, Nederlandsch-lndië Dat ging dan wel eens wat vlug en niet elk onderdeel werd rustig genoeg behan deld. Gelukkig is het dezen keer anders gegaan. De Indische begrooting kwam zelfs voorop en de Tweede Kamer heeft er zes vergaderingen aan gewijd Gelukkig, zeggen wij, want lndië, ons heerlijk eilandenrijk, is die belangstel- linwaard. Natuurlijk komen bij de behandeling der Indische begrooting allereerst aan bet woord de leden, die lndië uit eigen aanschouwing kennen. De Kamer telt er vijf, vier ter rechter- en één ter lin kerzijde. Het zijn 1. De heer Feber, die als ingenieur bij den waterstaat en de burgerlijke openbare werken in lndië werkzaam was. Hij behoort tot de Katholieke partij. 2. Dr. Scheurer, lid der Anti Revo lutionnaire partij. Hij was geneesheer directeur van een hospitaal der Zending op Java. 3. Dr. Lovink. die directeur was van het Departement van Lanbouw. Nijver heid en Handel in Nederlandsch lndië Bij onze landbouwers is hij welbekend als de voormalige Directeur-Generaal 15) van den Landbouw. Hij behoort tot de Christelijk Historische partij 4. Dr. Baron van Boetzelaer van Dubbeldam, eveneens Chr.-Historisch Verscheidene jaren was hij zendings consul, met Ned -lndië als arbeidsveld. 5. Mr. Gerritzen, lid van den Vrijheidsbond. Hij was advocaat bij het Hoog Gerechtshof in Nederlandsch lndië en daarna directeur der Javasche Bank. Van de partijen, die door tien of meer leden in de Tweede Kamer zijn vertegenwoordigd, telt dus alleen de Sociaal Democratische geen enkel lid, dat lndië ooit bezocht. Dat wil natuur lijk niet zeggen, dat die partijen aan lndië geen aandacht schenken. Trou wens, ook onder de Kamerleden, die nooit in lndië waren, worden er aan getroffen, die zich door bijzondere studie op de hoogte stellen van een of ander onderdeel van het groote eilandenrijk en in staat zijn daarover met kennis van zaken het woord te voeren. Neemt men daarbij in aanmerking, dat Minister De Graaff, wien de por tefeuille van Koloniën is toevertrouwd, lndië door en door kent zijn amb telijke loopbaan lag in lndië en hij was laatstelijk Directeur van het Departe ment van Binnenlandsch Bestuur dan begrijpt men, dat onlangs belang wekkende beraadslagingen over Insu- linde in de Kamer werden gehouden Nog eenslndië verdient onze be langstelling ten volle. Zeker denken wij hierbij aan het feit dat het lndië is, hetwelk Nederland maakt tot een land van groote beteeke nis in de rij der mogendheden. lndië geeft ons daar een plaats, die wij zonder koloniën niet zouden kunnen innemen Maar veel meer denken wij toch aan de geweldige taak, die Nederland in lndië te verrichten heeft; aan den plicht, den eereplicht, dien Nederland tegenover de Inlandsche bevolking moet vervullen. Dr Scheurer heeft het in enkele woorden zoo goed gezegd „De ontwikkeling van lndië eischt iets meer dan enkel een zoeken naar materieele belangen.Niet alleen stoffelijk maar ook geestelijk heeft lndië recht om steun en leiding van de Regeering te ontvangen". Zoo is het. Een ieder die de ont wikkeling van lndië volgt, weet dat er onder de inlandsche bevolking een sterke strooming is naar grooter zelf standigheid op staatkundig gebied en dat deze strooming, die, wordt zij goed geleid, het land tot heil kan strekken, kan men ook godsdienstige stroomin gen waarnemen, ziet men ook het Christendom zich geleidelijk verbreiden En het zal den duizenden Nederlanders, die zoo gaarne de Indische missie steunen met hun gebed en hun aalmoes, verheugen, dat ook in 's Lands ver gaderzaal opnieuw en dringend de voortdurende belangstelling der Re geering voor de Indische missie is gevraagd. „Ik weet wel", zoo zeide Dr. Scheurer, „dat er personen zijn, die bij de ontwikkeling van een volk met die godsdienstige stroomingen niet rekenen, ze uitschakelen en ze van geen beteekenis achten, maar ik behoor niet tot die personen. Ik voor mij beschouw nog altijd de geestelijke factoren in het leven van de grootste en belangrijkste beteekenis, ook voor fn^prxWAA LW U K («jrpp) DOOR ERVARING STERK. de tijdelijke en maatschappelijke ont wikkeling van een volk zelf". Dit woord onderschrijft ieder Katho liek en|ieder ander, die zichin de politiek schaart aan de rechterzijde. Vandaar, dat zij door hun beginselen naast elkander worden geplaatst ook op dit terrein, Katholieken, Anti Revolution- nairen en Christelijk Historischen, bij den arbeid tot zedelijk en stoffelijk heil van den Bruinen Broeder in de Oost Dr. L. DECKERS. In verband met de vele geruchten welke in de pers de rondte doen, als zouden onderhandelingen met de sovjet regeering ter hervatting van de betrekkingen tusschen Rusland en Nederland gaande zijn, kunnen wij uit de beste bton mededeelen, dat er zich ten dezen aanzien niet anders heeft voorgedaan dan in een pers-commu niqué bereids werd medegedeeld, nl. dat de heer H. Hermer, secretaris van de vertegenwoordiging dat sovjet- regeering te Londen, op zijn doorreis van Moskou naar Londen, een bezoek gebracht heeft aan bet departement van Buitenlandsche Zaken en daar de zienswijze zijner regeering heeft uiteen gezet nopens een hervatting der be trekkingen tusschen Rusland en Neder land. Berichten over voorbereidende stap pen van de zijde van onze Regeering tot het aanknoopen van bedoelde rela lies volgens welke o m. de perso nen, die voor dat doel naar Rusland zouden vertrekken, reeds zijn aange wezen missen eiken reëelen grond slag. Zaterdag is, naar verluidt, te Utrecht een vergadering gehouden, waarin is besloten de N. K. Pdie hare actie voorloopig had gestaakt, definitief te constitueeren. Dit besluit moet zijn genomen, omdat de R. K. Staatspartij zich niet met de voorstellen van de commissie-Barge heeft veree nigd. Een voorloopig bestuur is ge kozen. Bij nadere informaties heeft het Centrum omtrent bovenstaande geen bevestiging kunnen krijgen. Ontkend werd het evenmin. Het blad werd meegedeeld, dat nadere informaties zijn te verwachten. Omtrent de Woensdagavond in het Nederlandsche legatiegebouw te Brussel gegeven soirée dansante wordt ons nader gemeld Prins Leopold van België opende het bal met mevronw Huysse van Kattendijke, echtgenoote van den Ne derlandschen gezantschapssecretaris Omstreeks middernacht werd gepau seerd voor het souper in de beneden zalen waarna het bal werd hervat. Het was ruim 1 uur geworden, toen de prins afscheid nam van den gezant en mevrouw Van Vredenburch. Alge meen werd opgemerkt, dat de Belgi sche kroonprins zich op vriendelijke en ongedwongen, wijze onderhield met de aanwezige Nederlandsche auto riteiten. Het was de eerste maal, dat de prins op een diplomatiek bal ver scheen. Ook aan de aanwezigheid van niet minder dan zes Belgische ministers hechtte men, in verband met de Neder- landsch—Belgische betrekkingen, een bijzondere en zeer verheugende be teekenis. Naar het Vaderland verneemt, is een nieuwe staatsleening van f300,000,000 op komst. Bij navraag bleek het blad, dat ook de banken ervan vernomen hadden. Intusschen werd omtrent het type der leening nog niets bekend. Men acht het in bankkringen zeer waarschijnlijk, dat voor een belangrijk deel medewerking van het Buitenland zal worden ge vraagd. Bij de Tweede Kamer zijn inge komen 6 wetsontwerpen, houdende vaststelling van het rechtsgebied en de zetels der rechtbanken en kanton gerechten, behoorende tot de gerechts hoven resp. te 's Hertogenbosch, Amsterdam, 's Gravenhage, Arnhem en Leeuwarden en voorts een wetsontwerp houdende wettelijke bepalingen in ver band met de vaststelling opnieuw van het rechtsgebied en de zetels der rechtbanken en kantongerechten. De Mo van het Zuiden en Un^straatsche Conran Dit ftl»4 Ter»elil5*i W01N8DAS BN ZATD3DAÖ. Abounementsiprljt per I maande* 1.26. Franco per poat door het geheel® rijk 1.40 Brieve*, Ingeaonden «takken, gelde» treneo te «enden tan gen Uitgever UlWOATB WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN Telefoo* Ne. S3, Telegr -Adre*ECHO Prlji 4er AdrertaatUa 3t «ent per regel; minimam 1.60. Reclame» 40 cent per regel. B| contract flink rabat. Advertentiën moetea Woensdag en Vrijdag dea morgen* om alterlljk «ar la en* bealt •IJlt van „De Echo van het Zuiden". GERECHTIGHEID. Filip, zelf diep geroerd, sprak haar moed In en fluisterde haar eenlge teedere woor den van troost toe. Zij hernam Dit verlies trof mij zwaar, ofschoon ik er toen nog niet de geheele uitgestrekt heid van kon begrepen. Mijn aangeboren vroolijkheid verdween en ik werd droefgees tig, somber en in mijzelf gekeerd. Mijn vader maakte zich ongerust óver mijn gezondheid en nam mjj mee op reis, maar zijn zaken stonden hem niet toe lang weg te blijven en w{j moesten dus wel terugkeeren naar ons huls, dat thans helaas zeer droevig en een zaam was. Om weer wat vreugde en levendigheid in ons huls te brengen niet de kalmte en vreedzaamheid van vroeger, maar een druk ke, rumoerige vroolijkheid noodigde mijn vader een aantal bevriende families uit, die beurtelings eenigen tijd te Jaucourt kwamen doorbrengen. Op die wijze leerde ik de fa milie De Prabert kennen, waarvan het hoofd, mijnheer Bernard, sedert langen tijd in handelsrelatie stond met mijnheer De Briais, mijn vader. Mijnheer De Prabert had een zuster, een lang, slank meisje, niet zeer schoon maar uiterst zachtmoedig en goedhartig. Zij heette Blanche. In tegenstelling' met haar schoonzuster, mevrouw de Prabert, die slechts een zorg had: haar tollet te maken en zich lederen dag In een nieuw, kostbaar gewaad te ver- toonen, kleedde mejuffrouw Blanche zich eenvoudig, deed niet de minste moeite om iemand te behagen en hield zich bijna den geheelen dag met mfl bezig. Wij wandelden in het park en in de bosschen en wi) ver maakten ons op alle mogelijk wijzen. ZiJ kende allerlei spelen en deed in alles met mij mee om mij genoegen te doen, hoewel zij den leeftijd voorbij was, dat men beha gen in kinderspelen schept; mejuffrouw De Prabert was vijf-en-twintig jaar. Kortom zjj was zoo goed, zoo opgewekt en zoo lief voor mij, dat ik haar weldra van ganscher harte liefkreeg en niet meer wilde dat zij zou heengaan. Mijn vader had ook alle goede hoedanig heden van mijn groote vriendin opgemerkt en op zekeren dag, tot mijn onbeschrijfelijke vreugde, werd zjj mevrouw De Briais en mijn tweede moeder. Weder volgden vijf jaar van kalm en on verdeeld geluk, toen mij eensklaps kort na elkaar twee ontzettende rampen troffen. Een hartkwaal, die plotseling een gevaar lijk karakter aannam, sleepte de tweede mevrouw de Briais ten gravo en nog geen jaar later stierf mijn vader, die toch zoo forsch, zoo gehard tegen vermoeienis was, aan de vliegende tering. Owat heb ik geweend, in welk een staat van vertwijfe ling verkeerde ik want ik was nu oud ge noeg om mijn ongeluk te begrijpen. Ik was wees op vijftienjarigen leeftijd, ik had nu geen rechtstreeksche bloedverwanten meer, alleen op de wereld. Mijnheer De Prabert trok zich mijn lot aan en stond mij ter zijde in deze zware be proeving. Hij werd voogd over mij en be loofde voor mijn toekomst te zullen zorg dragen. In het eerst verwonderde het mij eenigszins dat bij mij niet in zijn huis op nam, mi) als een lid van zijn gezin beschou wen wilde, maar thans nu ik de zijnen goed heb ieeren kennen begrijp ik ten volle zijn bezorgdheid, zijn kiesehheid en voorzichtigheid. Ik werd dus gezonden naar het klooster der Ursulinen te Besangon. Ik werkte veel te Besangon, maar toch verveelde ik. mij er ook. Ik heb nu eenmaal behoefte aan vrijheid, aan de open lucht, aan het ruime veld en daarom kon ik mij niet thuis gevoelen in het door hooge muren omgeven tuintje van het Ursulinenklooster. Toen mijn studiën voltooid waren wilde ik dan ook niet langer ln het klooster blij ven, doch waar zou ik anders heengaan dan naar mijnheer De Prabert? Hij kwam mij van Besaneon afhalen, en was vriendelijk als altijd. Zijn eerste woor- MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP NET LEVEN den waren Ik neem u mee naar huis, lief kind, maar op voorwaarde dat ge spoedig een echtgenoot zult vinden, hoe eer hoe heter. In de eerste zes maanden dat ik hier in huis was, deed men een onafzienbare rjj van huwbare jongelui voor mij defileeren maar niet een was er bij die mij n aandacht trok. Zij zagen er allen, of bijna allen, zeer goed uit, maar geleken op die vervelende, pron kerige en beuzelachtige type dat men noemt: zoons van goeden huize. Mijnheer De Pra bert was wanhopig en spoorde mij telkens aan toch een keus te doen. Ik heb zoo'n haast niet, zeide ik la chend, voorloopig bestaat er nog geen be zwaar dat ik een oude vrijster zal worden. Maar hij antwoordde ernstig: Daar heb ik ook geen zorg voor, lief kind, maar ik zou u zoo gaarne als meeste res te Jaucourt gevestigd zien en u onder bescherming van een goed, degelijk man weten. Na verloop van zes maanden hield het defileeren der pretendenten eensklaps op. Aurélien begon mü het hof te maken en zijn moeder verwijderde eiken mededinger, waar bij zij onuitputtelijk was in het uitdenken van voorwendsels. Toch is dat middel niet geslaagd enen ik ontmoette u, Filip. En het is de hemel zelf die mij naar dit gedeelte van de Alpen heeft gezonden, zeide de jonge man. Ik geloof dat ik nn alles verteld heb, hernam Marguérite en gij kent mij thans evengoed als ik mijzeive ken... O ja, er is nog die vreeselijke geschiedenis, die kapi tein Barillet vanavond verteld heeft. Mijn stiefmoeder had mij verteld, dat zij, behalve haar broeder Bernard nog een broeder had gehad van wien zij zeer veel had gehouden, maar dat die broeder dood was. Meer heb ik er niet van geweten. Dikwijls heb ik van mevrouw De Prabert aanvallen van zenuwen bij gewoond even heftig als die van vanavondwat mijnheer De Prabert betreft, ik heb al lang opgemerkt dat zijn karakter eenigszins somber, afge trokken is, dat hem een geheim verdriet schijnt te kwellen, maar ik schreef dit toe aan de loszinnigheid van zijn vrouw, die voor ieder ooren en oogen heeft, maar het minst voor hem, aan de doeilooze, verkwis tende levenswijze van zijn zoon en aan de behoefte aan huiselijk geluk. Ziedaar alles wat ik wist en wat ik er uit heb afgeleid, eu thans heb ik niets meer te zeggen. Thans begon Filip Ik heb eigenlijk in het geheel geen ge schiedenis. De dood heeft ons gezin tot dus verre gespaard en mijn brave ouders wonen gezond en welvarend in het mooie dorpje Bois-le-Roi aan dqn zoom van het bosch van Fontaineblau. Ik zal hen van gauscher harte lief hebben. Wat. zijt. gij toch goed en eenvou dig. Mijn vader is boschwachter geweest en heeft nu een mager pensioentje. Hij heeft alles aan mijn opvoeding ten koste gelegd en thans Is het mijn beurt om hem en moeder een rustigen, ouden dag te ver schaffen en het hun aan niets te doen ont breken. Ik zal u met alle kracht bijstaan, Fi lip, dat zal een heilige en tevens aange name plicht voor mij zijn. OMarguérite, gij zflt een engel uit den hemel. Weineen, ik ben niet meer dan een vrij onbeduidend schepseltje der aarde, dat trotsch zal zijn op haar echtgenoot. Marguérife, mijn leven lang zou ik u op mijn kuieën willen aanbidden. Ik bemin u onuitsprekelijk Hü greep haar beide handen, trok haar naar zich toe en keek haar in vervoering aan. Zij bracht haar mond aan zfln oor en fluisterde Ik bemin u. Hun lippen ontmoetten elkaar in een vurigen kus. Een oogenblik hielden zij elkaar omstren geld, toen maakte het meisje zich zacht los en zeide Daten we nu spoedig naar het kasteel terug keeren. Zij nam den arm van Filip Dormelles en beiden wandelden langzaam naar het kas teel terug. Het terras was eenzaam en bijna geheel donker, alle lichten waren de een na de andere uitgegaan. Binnen was het daaren tegen des te levendiger, het orkest speelde een wilden galop. In de vestibule nam Marguérite met een handdruk afscheid van Filip en begaf zich naar haar kamer. In het voorbijgaan vroeg zij naar den toestand van mevrouw De Pra bert, die, wanueer zij aan zenuwen leed, niemand in haar kamer duldde dan haar echtgenoot en haar gezelschapsdame, me vrouw Leonore, die sedert lang in haar dienst was en zeer veel invloed had in huis. Aan den bediende, die Marguérite om trent de ongesteldheid van haar tante in lichtte, beval zij het bericht tevens over te brengen aan luitenant Dormelles. In afwachting van deze boodschap was Filip naar de danszaal gegaan. Het bal was buitengewoon geanimeerd en het gezelschap vermaakte zich kostelijk, en niemand dacht meer. aan de onverkwik kelijke geschiedenis, door kapitein Barillet verteld en de paren sprongen lustig rond op de maat der luidruchtige en soms verre van zuivere muziek. Niet minder druk werd er van het buffet gebruik gemaakt. Aurélien deed zijn best om zoowel den dans als liet gebruik van wijn en likeuren levendig te houden en in mejuffrouw Valentine De la Reynie vond bi) een trouwe en onvermoeide bondgenoote. Filip trad de danszaal niet binnen, bij bleef slechts aan den ingang staan en keek- met verstrooiden blik naar de paren, die hem in woesten galop voorbij vlogen. Daar onder bevonden zich ook Aurélien met Va» lentine. In het voorbijgaan wisselde de zoon van Bernard de Prabert een blik vol haat met Filip Dormelles, een blik die kon geiden voor een oorlogsverklaring, de uitdaging tot een strijd zonder genade. Het paar was aanstonds weder in den maalstroom der dansers verdwenen en Filip keerde naar de vestibule terug. Weldra kwam een bediende hem namens mejuffrouw Marguérite zeggen dat me vrouw De Prabert weder tot kalmte was gekomen en dat er volstrekt geen gevaar meer bestond. Filip verzocht daarop om het rijtuig dat hem gebracht had en was eenige minuten later op weg naar het dal des Villards. (Wordt vervolgd!

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1924 | | pagina 1