met wat goeden wil is, naar het hem voorkomt, daar ook nog wel wat op te bezuinigen. Vervolgens wijst adressant er nog op dat het genomen besluit in strijd is met de arbeidswet en met de wet op de vereeniging der gemeenten. Om al deze redenen vraagt hij het besluit te willen vernietigen en de begrooting niet te willen goedkeuren. Uit het adres van de Nederl. R K. Politiebond „St. Michael" blijkt, dat aan Qed. Staten wordt verzocht het besluit tot verlaging der loonen niet goed te keuren, omdat men het aan voelt als een aanranding van verkregen rechten. Ook acht men het zeer onbil lijk omdat de Raad bij zijn motiveering eene zeer ongelijksoortige vergelijking maakte, wijl men zich is gaan be roepen op de zeer lage loonen in het schoenmakersbedrijf Noch een toevallige malaise in een bepaalde industrie, noch het financieel vermogen eener gemeente mogen, zeg gen adressanten, factoren zijn voor loonsverlaging daar bij grooter bloei eener industrie of een financieel sterker gemeente dan het tegenovergestelde zou moeten nakomen De Ambtenaarsvereeniging te Waal wijk schrijft aan Ged. Staten dat de leden der vereeniging zich met de ver mindering van hun salaris bezwaart gevoelen en deze in groote mate* on billijk en onrechtvaardig vinden en in strijd achten met de Wet van 24 Dec 1921 Onbillijk en onrechtvaardig achten zij het omdat de salarissen in deze gemeente belangrijk lager zijn dan in gemeenten welke door haar ligging bevolkingscijfer, beteekenis en andere omstandigheden met deze gemeente zijn gelijk te stellen, enkele uitzonde ringen daargelaten Onbillijk en onrechtmatig omdat de bezuinigingscommissie (van wie het voorstel tot salarisverlaging is uit gegaan) deze verlaging heeft voorgesteld omdat haar gebleken zou zijn dat de loonen der gemeente-werklieden en andere in dienst der gemeente zijnde personen, niet meer in overeenstemming zijn met den plaatselijken loonsiandaard in de industrie. Het is niet juist, zeggen adressanten verder, de salarissen en loonen van het in dienst der gemeente zijnde personee te vergelijken met de loonen, welke op het oogenblik betaald worden in de industrie ter plaatse, omdat dan wordt aangetast de eerste grondregel van een goede gemeenteloonpolitiek, uitbetaling van een rechtvaardig loon, dat tot maatstaf heeft het loon, dat in de vrije maatschappij voor denzelfden arbeid onder normale omstandigheden wordt uitbetaald en die vergelijking thans zeker niet mogelijk is, daar men hier te doen heeft met loonen, uitbetaald door een door de malaise tijdelijk kwijnende industrie, waarvan de ar beiders geruimen tijd door steun- en wachtgeldregelingen zijn gesteund. Vervolgens wijzen adressanten er ook nog op dat het niet zijn de door de gemeente betaalde loonen en salaris sen, die de belastingen in de gemeente opdrijven, doch in hoofdzaak de door de gemeente gedane uitkeeringen voor wachtgeld- en steungeldregeling ten bate van de in deze gemeente geves tigde schoen- en lederindustrie. Om deze en andere redenen verzoeken adressanten aan Ged. Staten de be grooting niet te willen goedkeuren en het raadsbesluit te vernietigen. De afdeeling Noord Brabant van den Nederl. Bond van gemeente ambtenaren schrijft aan Ged. Staten, dat het haar pijnlijk heeft aangedaan, dat de meer derheid van den Waalwijkschen ge meenteraad heeft willen medewerken om de ambtenaren dubbel te treffen n I. door een belangrijke salarisver mindering van 10 pCt. en door ver lenging van den arbeidsduur tot 44'|2 uur per week. Adressanten wijzen er op, dat zoo ver zij hebben kunnen nagaan er nog geen enkele gemeente is waar een dergelijk langen werktijd is ingevoerd en dit ook niet in het belang van een gemeente mag worden geacht Bedacht moet worden dat ambtenaren teneinde de belangen der gemeente behoorlük te kunnen behartigen voortdurend en zoolang zij hunne betrekking beklee- den, studie moeten maken van telkens uitkomende wetten, besluiten en be schikkingen en moeten bijhouden de jurisprudentie en litteratuur van het administratiefrecht. Hoe zullen zij zich daarvan kwijten, wanneer hun een te lange en te zware dagtaak wordt op gelegd en zij zich hunne vrije avond uren, door stelselmatige uitbreiding hunner werkuren, gaandeweg ontno men zien. Wanneer in de huidige tijds omstandigheden, ter wille van de be zuiniging, de arbeidsduur van deze ambtenaren binnen redelijke grenzen wordt verlengd, zal geen enkel ambte naar daar bezwaar tegen maken, maar de wedloop welke in den laatsten tijd onder de gemeentebesturen in dit op zicht is te aanschouwen, komt adressan ten inderdaad funest voor en zij vinden het dan ook van zoo groot maatschap pelijk belang, dat zij durven vragen of Ged Staten den tijd nog niet ge komen achten om de gemeentebesturen eene waarschuwende stem te laten hooren tegen bovenmatige uitbreiding van de kantooruren ter secretarie. De groote grief gaat echter tegen de ongemotiveerde salarisvermindering van 10 pet. Ongemotiveerd, omdat de salarissen te Waalwijk, bij vergelijking met die van vele andere gelijksoortige getheen- ten, beneden het normale peil zijn. Vervolgens wijzen adressanten er nog op dat de belasting hier niet hoog is, dat de begrooting op een andere wijze is sluitend te maken en dat eene ver gelijking tusschen particulier en ge meentebedrijf niet opgaat. Om op de salarissen van de amb tenaren te beknibbelen, wordt ook vaa gewezen op den verminderden levens standaard, op de daling der index cijfers die daling is echter zoo gering dat zij eene algemeene salarisverminde ring niet wettigtmen houde er oo rekening mede dat in die indexcijfers verschillende huishoudelijke uitgaven niet zijn verwerkt, o a de ontzettenc hooge huishuren en belastingen. Ook is in den Raad naar voren ge bracht dat op de jaarwedden der rijks ambtenaren 81/» pet. wordt gekort voor pensioensbijdrage, doch de Raad hield er geen rekening mede dat die jaar wedden zoodanig zijn geregeld dat zij na die korting, nog belangrijk uitgaan boven de salarissen van gelijkwaardige betrekkingen bij de gemeente-adminis tratie. Eene vergelijking van de sala rissen der rijksambtenaren met die der gemeenteambtenaren kan eerst dan getrokken worden, wanneer het rapport der Staatscommissie Raaijmakers, hou dende een ontwerp-bezoldigingsbesluit voor de gemeente ambtenaren en dat belangrijke voordeelen aan dezen biedt van kracht zal geworden zijn. Op grond van dat alles dringen adressanten aan om het besluit niet goed te keuren. In het ontwerp-antwoord van Burg, en Weth. wordt voorgesteld de Staten te verwijzen naar het verslag van de vergadering van den Raad waarin het bezuinigingsrapport wordt behandeld en tot vermindering der salarissen met 10 pet. werd besloten, benevens dat rapport zelf, de memorie van antwoord van Burg. en Weth. en het verslag der commissie van georganiseerd overleg De heer Klijberg wenscht met een enkel woord over de ingekomen adres sen te spreken. Vooral het adres van den heer Van der Geld heeft hem in hooge mate ontstemd en hij kan dat dan ook niet onbesproken laten. Hi zal dat alles zoo kalm mogelijk doen alhoewel de uitdrukkingen die daarin voorkomen, prikkelend en zeer be- leedigend zijn en bovendien onjuist Hij protesteert tegen de bewering in het adres dat de meerderheid van den Raad zich niet gesteld heeft op het standpunt van het algemeen belang maar alleen voor oogen heeft gehouden het industriebelang. Hij meent deze insinuatie niet te mogen laten passeeren. Spreker heeft deze vergadering steeds beschouwd als een college van mannen die het algemeen belang steeds hebben voor gestaan en zich nooit op eenig groepsbelang hebben gesteld. Verschi van gevoelen bestaat meermalen, doch per saldo heeft eenieder het algemeen belang steeds in het oog gehouden Hij meent nu de conclusie te mogen trekken, dat de heer Van der Gele zich beschouwt als de afgevaardigde van zekere groep der bevolking en alleen de belangen van die groep te willen dienen. Hij bestreed de bewering, dat de industrie, na in den oorlog veel geld te hebben verdiend in den slechten tijd al te gemakkelijk het onderhoud van het personeel geschoven heeft op de kap der gemeente. Volkomen waar is dat er groote verdiensten zijn ge weest, maar volkomen waar is ook en dat kan en zal den heer Van der Geld goed bekend zijn, dat veel, zeer veel van die verdiensten in handen is over gegaan van den fiscus. Doch dat niet alleen, toen er in de zaken eene groote ommekeer is gekomen, er eene groote inzinking had plaats gehad, zijn er groote verliezen geleden. Dat alles kan en moet de heer Van der Geld weten Toen toch zijn niet alleen groote ver liezen geleden op afgewerkte fabrikaten maar ook op de grondstoffen, alsook op de insolvabiliteit van afnemers waaronder faillissementen en onder- handsche accoorden schering en inslag waren, omdat ook tal van brave mid denstanders de dupe waren geworden van de tijdsomstandigheden. Vervolgens wees hij er verder nog op hoe de fabrikanten zoo lang mogelijk hebben doorgewerkt al was het met verlies en toen dat niet meer kon, een model wachtgeldregeling in het leven werd geroepen die van de werkgevers groote offers vorderde en door iedereen werd geprezen en overal navolging heeft gevonden. Ook moet de heer Van der Geld weten dat het door draaien met heel weinig personeel den fabrikanten veel geld heeft gekost. Men moet net prijzen dat alles in het werk is gesteld om de fabrieken zoo lang mogelijk te laten werken. Spr. heeft gemeend dit alles te moeten zeggen en het spijt hem dat dit alles moet gebeuren ln de eerste vergadering onder het presidium van den nieuwen burgemeester. Niet om hatelijk te zijn heeft hij dit alles aangehaald, maar omdat hij er van overtuigd is dat de manier waarop in het adres deze aangelegenheid is behandeld, niet bevorderlijk is aan de goede verstandhouding in den Raad, noch aan die tusschen patroon en werkman, iets wat zeker een groot algemeen belang is te noemen. Aangenaam was het spr. dat de toon waarin de andere adressen waren gesteld beter waren en de daarin aangehaalde sproken. motieven de volle aandacht verdienen Hij kan zeer goed begrijpen dat het de gemeenteambtenaren engemeerite arbei ders niet prettig heeft gestemd dat op hun salaris is gekort. Dat besluit is ook zoo maar niet con amore genomen, daar is heel wat over gesproken en heel wat over beraadslaagd Hij achtte een beroep op de loonen in de indus trie, die beinvloed zouden zijn door de malaise, wel juist, omdat deze loonen contractueel zijn vastgelegd door de organisaties van zoowel patroons als werknemers en verband houden met de indexcijfers voor levens onderhoud. Tenslotte zei Spr. wel te vinden te zijn om dit jaar de verlaging op 5 pCt. te houden dus met ingang van 1 Juli de 5 pCt. verlaging niet toe te passen. Hij dankt den Voorzitter, dat hij hem in de gelegenheid heeft gesteld dit alles hier te kunnen zeggen. De heer van der Geld zegt, dat hem uit de voorlezing van zijn adres ge bleken is en uit de woorden van den heer Klijberg heeft hij dit ook nog gehoord dat wat hij Ged. Stater, heeft meenen te moeten kenbaar maken, nogal scherp is gesteld. Echter wil hij hier direct aan toevoegen, dat het bij hem nooit heeft voorgezeten om iemand eenige aanstoot te geven of te belee- digen Dat hij wat scherp is geweest komt omdat hij is beinvloed geweest door het verloop van de behandeling dezer aangelegenheid. Al is het dan niet letterlijk juist, de geest ervan blijft hij handhaven. In deze vergadering zal hij er niet verder op ingaan maar wel wil hij zoo noodig bij Ged. Staten zijn adres verdedigen. Door den heer Klij berg is opgemerkt, dat de loonen in de schoenindustrie contractueel zijn geregeld, maar hij heeft daar niet aan toegevoegd, dat dit is geschied in 1922 en toen is afgesloten op het grondloon en gebasseerd op het index cijfer. Dat contract is door den druk der toen heerschende malaise tot stand gekomen De heer Roggeveen wil als heb bende deel uitgemaakt van de be zuinigingscommissie ook iets naar aan leiding van het schrijven van den heer van der Geld, zeggen. In dat schrijven wordt gezegd, dat de bezuinigings commissie zonder meer zich aanstonds op de salarissen heeft geworpen. Dat is absoluut niet zoo want in de ver gaderingen van Burg en Weth. is er lang en breed overgesproken op welke manier de noodzakelijk te behalen bezuiniging was te verkrijgen. Hij kan zijne verwondering niet onderdrukken, dat men nu wil gaan bezuinigen op een manier als door den heer van der Geld is aangegeven n 1. om aan eenigen ontslag te verleenen. Hij had juist zooveel solidarttetf verwacht, dat zij liever een offer van 10 pCt. zouden hebben gebracht, dan dat collega's zouden moeten worden ontslagen De heer Klijberg wil even de vraag stellen waaruit blijkt, dat de meerder heid van den raad zich bij deze be handeling niet gesteld heeft op het standpunt van algemeen belang, maar opdat van het industriebelang De heer van der Geld zegt, dat hij zich in de vorige vergadering over deze manier van behandelen al zooveel heeft geergerd, dat hij thans daarover niet meer in desails wil treden. Ieder een die zijn geheugen kan opfrisschen zal nog maar al te goed weten, hoe alles zich heeft toegedragen en daarom trekt hij niets terug en wil Ged. Staten in deze laten beslissen. De heer Klijberg zegt nog eens, goed te kunnen begrijpen dat verlaging van salaris pijnlijk heeft aangedaan voor de betrokkenen, doch er was geen andere weg te vinden dan deze om de belasting wat te veriagen en draaglijk te maken. Er was. hoe de zaak ook bekeken werd, niet aan te ontkomen Hij wijst er ten slotte ook nog op dat de gemeente-arbeiders de industrie arbeiders altijd nog wel voor zijn omdat zij later genieten van een pen sioen en vrije geneeskundige behan deling hebben De heer Eibers zegt als lid der be zuinigingscommissie, mede te hebben onderzocht op welke manier bezuini ging was te verkrijgen. Zelfs hebben ze er ook een oogenblik aan gedacht om zooals door den heer Smolders in een vorige vergadering is aangegeven, eenige arbeiders te ontslaan, doch na overweging kwam hun christelijk ge voel daartegen in opstand omdat, naar het hun voorkwam, beter kan gevonden worden dat de last door allen gedeeld wordt alswel dat deze op de schouders van enkelen moet worden gelegd. Het aan den dijk zetten van eenige men- schen acht hij, als het anders gevonden kan worden, niet christelijk. De heer Smolders wil over deze aangelegenheid slechts een kort woord zeggen. Vanaf het begin heeft hij zich aan de zijde van collega Van der Geld gesteld en nu komt het hem hoogst eigenaardig voor dat in een vorige vergadering, toen deze hoogst gewich tige zaak ter behandeling was gesteld en hij, alsook de heeren Van der Aa en Van der Geld op het onbillijke van het voorstel van de commissie om de salarissen te verlagen, hadden gewezen, door geen enkel lid van de meerderheid daarop is ingegaan. Op geen enkel argument, op geen enkel voorstel werd ingegaan, zelfs werd, lioe hoogst belangrijk de zaak ook was, er bijna met geen woord over ge- Wat de heer Eibers zegt, als zou de minderheid onchristelijk handelen door menschen aan den dijk te zetten, dat moet hij van zich afzetten. Hij staat betreffende deze kwestie op een heel ander standpunt. Hij wil het loon dat den arbeider toekomt, zien gehand haafd vdoch door allerlei invloeden niet verlagen. Voorzitter. Dit alles is een princi- pieele kwestie welke nu is toegelicht Door den heer Klijberg is een balletje opgeworpen om voor dit jaar de sala rissen in juli nog eens met 5 pCt te verlagen. Eibers Ik wil het voorstel van den heer Klijberg wel steunen Den heer Smolders is dit voorstel wel sympathiek, maar hij vraagt zich af, nu aan Ged. Staten de vraag is gesteld om het genomen besluit te vernietigen, of het nu de weg wel is een ander besluii in deze zaak te nemen. De Voorzitter meent dat daartegen geen bezwaar kan bestaan en de ambtenaren, indien het voorstel van den heer Klijberg een meerderheid kan vinden, er mede gebaat zijn. De heer Klijberg is van meening dat een dergelijk voorstel bij Ged Staten wel in goede aarde zal vallen De heer Roggeveen vindt het tijd stip om met een dergelijk voorstel te komen, slecht gekozen. Vooral ook acht hij het verkeerd om, nu er eenige adressen zijn ingekomen, weer op een besluit terug ie komen Dat is al vaker voorgekomen en naar zijne meening kan dit den raad niet in prestige verhoogen Voorzitter. Er kunnen nieuwe gezichts punten zijn gekomen. De heer Roggeveen voelt er toch niet veel voor om in een volgende vergadering maar weer op een besluit terug te komen. De Voorzitter merkt nog op dat intusschen de toestanden ook al weer aanmerkelijk zijn veranderd De heer Roggeveen geeft zulks toe doch meent te moeten waarschuwen voor al te blijde verwachtingen. De Hoofd Omslag is van 3 op 4 pCt gebracht en het staat nog te bezien of men het op 4 pCi. zal kunnen houden Het jaar 1923 is voor de leerlooierij een zeer slecht jaar geweest en het is niet onmogelijk dat van die industrieelen geen cent belasting zal binnenkomen evenals dit in 1922 het geval is geweest Bovendien is ook voor de schoenindustrie de eerste helft van het jaar nog zeer slecht geweest en het is nog de vraag of de tweede helft zoo goed is geweest dat dit de achterstand van het eerste halfjaar zal dekken. De vraag is ook nog of het schoenenwetje straks zal worden ver lengd en of men dan van de lage koers der franc van België en Frankrijk weer geen groote concurrentie zal krijgen met het gevolg als te zien is geweest bij de lage stand der Mark. De heer Gragtmans wijst er op dat men op de bedrijven niet veel behoeft te rekenen Alles is zoo krap opge maakt dat men juist de begrooting kloppend heeft kunnen krijgen. Ged Staten wijzen er zelfs op dat de post onvoorziene uitgaven te klein is genomen. De heer Eibers zou niet gaarne zien dat de zaak zoo wordt geregeld dat men straks weer over deze zaak moet gaan discussieeren. Hij ziet dan liever ook de beslissing van Ged. Staten maar af. De heer Gragtmans meent dat dit de beste manier zal zijn, wijl er zich ook geen andere gezichtspunten hebben geopend. De heer Van Driel zou willen voor stellen dat later dan de 5 pCt. wordt terug gegeven. De Voorzitter acht ditnietwenschelijk omdat het dan te veel op een spaar potje gaat gelijken. Den heer Smolders komt het voor dat dan het zuiverste standpunt zal worden ingenomen indien het antwoord van Ged. Staten wordt afgewacht. De heer Klijberg trekt daarna zijn voorstel in. 2. Wijziging der verordening op de heffing van schoolgeld voor Lager Onderwijs. Conform het voorstel van B. en W. wordt besloten. 3. Voorstel tot verleenen van mach tiging aan B. en W. om voor de leve ring van gas voor verwarming van scholen, kantoren e.d. contracten af te sluiten tegen een minimum prijs van 5 cent per M3 en de daarvoor benoo digde apparaten in huurkoop te ver strekken. ln het advies der bedrijfscommissie wordt medegedeeld dat de productie der gasfabriek thans rond de 700.000 M3. per jaar bedraagt. Die productie zou zonder beteekenende stijging der vaste kosten kunnen worden opgevoerd tot 1 millioen M3 De productiekosten voor de meerdere 300.000 M3 zouden zonder aandeel in de vaste kosten zeer gering zijn. Bij een verkoopsprijs van 5 cent zou nog een zoo groote winst marge overblijven dat de prijs voor gewoon gas zou kunnen worden ver laagd. Een prijs van 5 cent werd ook voor groote installaties concurreerend geacht met vaste brandstoffen. De heer van Driel meent dat de periode van verwarming van scholen en dergelijke voorbij is en daarom zou hij liever zien dat het gas dat voor het koken wordt gebruikt, goedkooper in prijs wordt gesteld. De heer Gragtmans merkt op dat het nu jnist tijd is om te bespreken of voor die verwarming gas tegen de voorgestelde prijs kan worden geleverd. Bedacht moet worden dat de menschen of besturen ook nQg moeten beslissen of op een dergelijke manier van ver warmen wordt ingegaan. Is dit besluit genomen dan kunnen pas aan de fabriek de noodige maatregelen worden geno men voor de installatie en het plaatsen van de convectoren enz. Wat betreft het kookgas dat is al op 9 cent gebracht als men boven het verbruik van 20 M3 is. Voor de verwarming heeft men te concurreeren met steenkolen en daarom moet de prijs van het gas zoo laag mogelijk worden gesteld. Eerst was gezegd het te brengen op 6 cent per M3 doch bij nadere berekening is men gekomen om het op 5 cent te brengen Dat kan goed want dan is er voor de fabriek ook nog een centje aan te verdienen. Stelt men de prijs voor gas niet zeer goedkoop, dan zullen de menschen huiverig zijn om er aan te beginnen, want het is wel een zuivere maar dure verwarming. Klijberg. Als het voorstel wordt aan genomen is het geen dure verwarming meer. Gragtmans. Als het op 5 cent wordt gebracht dan gaat het. ln Kaatsheuvel is het op 6 cent gebracht maar daar klagen ze nog dat het te duur is. In Zevenbergen heeft men het ook op 5 centen gezet en dat gaat goed. Men is hier al lang op de oude productie blijven hangen wat eenjgevolg is van de electriciteit maar we moeten toch vooruit we moeten meer gas zien te verkoopen en dat kan omdat de kostprijs boven de productie van thans veel minder zal zijn. Als er goed wordt verkocht kan het gebeuren dat later de prijs van het gas in het algemeen nog kan worden verlaagd, maar voor dat we daar toe overgaan moeten we eerst de zaken eens afzien, we moeten zorgen dat de zaak safe is. De Graaff. Is het de bedoeling dat voor alle machines en ook gaskachels voortaan gas wordt verstrekt voor 5 ct Gragtmans. Gaskachels en gasovens ook. maar men kan niet direct zeggen zoo en zoo is het, want men moet in deze een beetje speling laten aan Burg. en Weth Enkele slagerijen en bakke rijen zijn al aangesloten, die hebben al van die nieuwigheden die in den laatsten tijd aan de markt zijn gebracht. Maar voor gewone gaskachels be hoeft men dan ook maar 5 cent te betalen. Voorzitter. Die loopen dan over een aparte meter. De heer Smolders wil op dit voorstel wat dieper in gaan In het preadvies staat dat de capaciteit der fabriek berekend is op 1 000 000 kub. M per jaar. De nor male productie bedraagt thans ongeveer 700 000 kub. M. zoodat nog 300 000 kub. M. meer geproduceerd kon worden die dan bedoeld zijn tegen laag tarief als verwarmingsgas. Doch waar het juist voor verwarming bestemd is, zal er rekening mee te houden zijn dat dan die 300 000 kub. M. in de maanden October tot April geleverd moeten worden zoodat over dat tijdstip de fabriek eene productie mogelijkheid moet bezitten van 1.300 000 kub M. Immers dagelijks zou dan gedurende dat halt jaar boven de normale pro ductie van thans 1640 kub. M. gas gefabriceerd en gedistribueerd moeten worden. Ongeveer 4700 K G. kolen en de cokes daarvan moet er dan per dag verwerkt worden. Of dit door hetzelfde personeel er bij kan worden waargenomen vermag hij niet te zeggen en is zijnerzijds dan ook een vraag. Eveneens wil hij de vraag stellen of bij eene dergelijke aflevering het voor radig kwantum gas de gashouders kunnen bevatten en of er voldoende benrijfszekerheid is. Daarvoor toch was een vorig jaar het plaatsen van een nieuwen gashouder noodig. Een andere kwestie "is ook nog de kostprijs. Op bladz. 13 van het ver slag over 1922 staat de kostprijs be rekening over dat jaar vermeld. De factoren die dezen prijs bepalen zijn algemeene onkosten 2.65'/2 cent per kub. M. Productiekosten 5 78'/», distri- butiekosten 2 06, rente 1 85 afschrijving 2 32 In mindering komt voor meter- huur batig saldo, filterij en diverse ontvangsten C 63'/2, zoodat de kostprijs over 1925 14 03'/a cent per kub M. heeft bedragen. Op bladz. 10 van meergenoemd verslag is vermeid dat arbeidsloonen, onderhoud van ovens, machineriëen, gebouwen enz. de productie-kosten vormen en over 1922 f65 878 hebben bedragen, verminderd met f28.189 wegens opbrengst cokes, koolteer, amoniakwater, toevallige baten, ijzer aarde enz., zoodat de werkelijke productiekosten f 37.648 waren of 5 7872 ets. per M3. Daarnaar gevraagd heeft spr. bereid willig de cijfers over 1923 gekregen en aan de hand daarvan is na te gaan dat over het laatste jaar de productie kosten 5.32'/ï ct. per M3 hebben bedragen, terwijl de kostprijs 13.66 bleef. Waar nu volgens het preadvies op het verwarmingsgas van 5 ct. de M3 nog enkele centen winst kunnen worden gemaakt, kan spr. aan de hand van de productie kosten uit de verslagen, de mogelijkheid van het fabriceeren van gas tegen 5 cent niet begrijpen. Alleen

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1924 | | pagina 2