met wat goeden wil is, naar het hem
voorkomt, daar ook nog wel wat op
te bezuinigen.
Vervolgens wijst adressant er nog
op dat het genomen besluit in strijd
is met de arbeidswet en met de wet
op de vereeniging der gemeenten. Om
al deze redenen vraagt hij het besluit
te willen vernietigen en de begrooting
niet te willen goedkeuren.
Uit het adres van de Nederl. R K.
Politiebond „St. Michael" blijkt, dat
aan Qed. Staten wordt verzocht het
besluit tot verlaging der loonen niet
goed te keuren, omdat men het aan
voelt als een aanranding van verkregen
rechten. Ook acht men het zeer onbil
lijk omdat de Raad bij zijn motiveering
eene zeer ongelijksoortige vergelijking
maakte, wijl men zich is gaan be
roepen op de zeer lage loonen in het
schoenmakersbedrijf
Noch een toevallige malaise in een
bepaalde industrie, noch het financieel
vermogen eener gemeente mogen, zeg
gen adressanten, factoren zijn voor
loonsverlaging daar bij grooter bloei
eener industrie of een financieel sterker
gemeente dan het tegenovergestelde
zou moeten nakomen
De Ambtenaarsvereeniging te Waal
wijk schrijft aan Ged. Staten dat de
leden der vereeniging zich met de ver
mindering van hun salaris bezwaart
gevoelen en deze in groote mate* on
billijk en onrechtvaardig vinden en in
strijd achten met de Wet van 24 Dec
1921
Onbillijk en onrechtvaardig achten
zij het omdat de salarissen in deze
gemeente belangrijk lager zijn dan in
gemeenten welke door haar ligging
bevolkingscijfer, beteekenis en andere
omstandigheden met deze gemeente
zijn gelijk te stellen, enkele uitzonde
ringen daargelaten
Onbillijk en onrechtmatig omdat de
bezuinigingscommissie (van wie het
voorstel tot salarisverlaging is uit
gegaan) deze verlaging heeft voorgesteld
omdat haar gebleken zou zijn dat de
loonen der gemeente-werklieden en
andere in dienst der gemeente zijnde
personen, niet meer in overeenstemming
zijn met den plaatselijken loonsiandaard
in de industrie.
Het is niet juist, zeggen adressanten
verder, de salarissen en loonen van het
in dienst der gemeente zijnde personee
te vergelijken met de loonen, welke op
het oogenblik betaald worden in de
industrie ter plaatse, omdat dan wordt
aangetast de eerste grondregel van een
goede gemeenteloonpolitiek, uitbetaling
van een rechtvaardig loon, dat tot
maatstaf heeft het loon, dat in de vrije
maatschappij voor denzelfden arbeid
onder normale omstandigheden wordt
uitbetaald en die vergelijking thans
zeker niet mogelijk is, daar men hier
te doen heeft met loonen, uitbetaald
door een door de malaise tijdelijk
kwijnende industrie, waarvan de ar
beiders geruimen tijd door steun- en
wachtgeldregelingen zijn gesteund.
Vervolgens wijzen adressanten er ook
nog op dat het niet zijn de door de
gemeente betaalde loonen en salaris
sen, die de belastingen in de gemeente
opdrijven, doch in hoofdzaak de door
de gemeente gedane uitkeeringen voor
wachtgeld- en steungeldregeling ten
bate van de in deze gemeente geves
tigde schoen- en lederindustrie. Om
deze en andere redenen verzoeken
adressanten aan Ged. Staten de be
grooting niet te willen goedkeuren en
het raadsbesluit te vernietigen.
De afdeeling Noord Brabant van den
Nederl. Bond van gemeente ambtenaren
schrijft aan Ged. Staten, dat het haar
pijnlijk heeft aangedaan, dat de meer
derheid van den Waalwijkschen ge
meenteraad heeft willen medewerken
om de ambtenaren dubbel te treffen
n I. door een belangrijke salarisver
mindering van 10 pCt. en door ver
lenging van den arbeidsduur tot 44'|2
uur per week.
Adressanten wijzen er op, dat zoo
ver zij hebben kunnen nagaan er nog
geen enkele gemeente is waar een
dergelijk langen werktijd is ingevoerd
en dit ook niet in het belang van een
gemeente mag worden geacht Bedacht
moet worden dat ambtenaren teneinde
de belangen der gemeente behoorlük
te kunnen behartigen voortdurend en
zoolang zij hunne betrekking beklee-
den, studie moeten maken van telkens
uitkomende wetten, besluiten en be
schikkingen en moeten bijhouden de
jurisprudentie en litteratuur van het
administratiefrecht. Hoe zullen zij zich
daarvan kwijten, wanneer hun een te
lange en te zware dagtaak wordt op
gelegd en zij zich hunne vrije avond
uren, door stelselmatige uitbreiding
hunner werkuren, gaandeweg ontno
men zien. Wanneer in de huidige tijds
omstandigheden, ter wille van de be
zuiniging, de arbeidsduur van deze
ambtenaren binnen redelijke grenzen
wordt verlengd, zal geen enkel ambte
naar daar bezwaar tegen maken, maar
de wedloop welke in den laatsten tijd
onder de gemeentebesturen in dit op
zicht is te aanschouwen, komt adressan
ten inderdaad funest voor en zij vinden
het dan ook van zoo groot maatschap
pelijk belang, dat zij durven vragen
of Ged Staten den tijd nog niet ge
komen achten om de gemeentebesturen
eene waarschuwende stem te laten
hooren tegen bovenmatige uitbreiding
van de kantooruren ter secretarie.
De groote grief gaat echter tegen
de ongemotiveerde salarisvermindering
van 10 pet.
Ongemotiveerd, omdat de salarissen
te Waalwijk, bij vergelijking met die
van vele andere gelijksoortige getheen-
ten, beneden het normale peil zijn.
Vervolgens wijzen adressanten er nog
op dat de belasting hier niet hoog is,
dat de begrooting op een andere wijze
is sluitend te maken en dat eene ver
gelijking tusschen particulier en ge
meentebedrijf niet opgaat.
Om op de salarissen van de amb
tenaren te beknibbelen, wordt ook vaa
gewezen op den verminderden levens
standaard, op de daling der index
cijfers die daling is echter zoo gering
dat zij eene algemeene salarisverminde
ring niet wettigtmen houde er oo
rekening mede dat in die indexcijfers
verschillende huishoudelijke uitgaven
niet zijn verwerkt, o a de ontzettenc
hooge huishuren en belastingen.
Ook is in den Raad naar voren ge
bracht dat op de jaarwedden der rijks
ambtenaren 81/» pet. wordt gekort voor
pensioensbijdrage, doch de Raad hield
er geen rekening mede dat die jaar
wedden zoodanig zijn geregeld dat zij
na die korting, nog belangrijk uitgaan
boven de salarissen van gelijkwaardige
betrekkingen bij de gemeente-adminis
tratie. Eene vergelijking van de sala
rissen der rijksambtenaren met die der
gemeenteambtenaren kan eerst dan
getrokken worden, wanneer het rapport
der Staatscommissie Raaijmakers, hou
dende een ontwerp-bezoldigingsbesluit
voor de gemeente ambtenaren en dat
belangrijke voordeelen aan dezen biedt
van kracht zal geworden zijn.
Op grond van dat alles dringen
adressanten aan om het besluit niet
goed te keuren.
In het ontwerp-antwoord van Burg,
en Weth. wordt voorgesteld de Staten
te verwijzen naar het verslag van de
vergadering van den Raad waarin het
bezuinigingsrapport wordt behandeld
en tot vermindering der salarissen met
10 pet. werd besloten, benevens dat
rapport zelf, de memorie van antwoord
van Burg. en Weth. en het verslag der
commissie van georganiseerd overleg
De heer Klijberg wenscht met een
enkel woord over de ingekomen adres
sen te spreken. Vooral het adres van
den heer Van der Geld heeft hem in
hooge mate ontstemd en hij kan dat
dan ook niet onbesproken laten. Hi
zal dat alles zoo kalm mogelijk doen
alhoewel de uitdrukkingen die daarin
voorkomen, prikkelend en zeer be-
leedigend zijn en bovendien onjuist
Hij protesteert tegen de bewering in
het adres dat de meerderheid van den
Raad zich niet gesteld heeft op het
standpunt van het algemeen belang
maar alleen voor oogen heeft gehouden
het industriebelang. Hij meent deze
insinuatie niet te mogen laten passeeren.
Spreker heeft deze vergadering steeds
beschouwd als een college van mannen
die het algemeen belang steeds hebben
voor gestaan en zich nooit op eenig
groepsbelang hebben gesteld. Verschi
van gevoelen bestaat meermalen, doch
per saldo heeft eenieder het algemeen
belang steeds in het oog gehouden
Hij meent nu de conclusie te mogen
trekken, dat de heer Van der Gele
zich beschouwt als de afgevaardigde
van zekere groep der bevolking en
alleen de belangen van die groep te
willen dienen. Hij bestreed de bewering,
dat de industrie, na in den oorlog veel
geld te hebben verdiend in den slechten
tijd al te gemakkelijk het onderhoud
van het personeel geschoven heeft op
de kap der gemeente. Volkomen waar
is dat er groote verdiensten zijn ge
weest, maar volkomen waar is ook en
dat kan en zal den heer Van der Geld
goed bekend zijn, dat veel, zeer veel
van die verdiensten in handen is over
gegaan van den fiscus. Doch dat niet
alleen, toen er in de zaken eene groote
ommekeer is gekomen, er eene groote
inzinking had plaats gehad, zijn er
groote verliezen geleden. Dat alles kan
en moet de heer Van der Geld weten
Toen toch zijn niet alleen groote ver
liezen geleden op afgewerkte fabrikaten
maar ook op de grondstoffen, alsook
op de insolvabiliteit van afnemers
waaronder faillissementen en onder-
handsche accoorden schering en inslag
waren, omdat ook tal van brave mid
denstanders de dupe waren geworden
van de tijdsomstandigheden.
Vervolgens wees hij er verder nog
op hoe de fabrikanten zoo lang mogelijk
hebben doorgewerkt al was het met
verlies en toen dat niet meer kon, een
model wachtgeldregeling in het leven
werd geroepen die van de werkgevers
groote offers vorderde en door iedereen
werd geprezen en overal navolging
heeft gevonden. Ook moet de heer
Van der Geld weten dat het door
draaien met heel weinig personeel den
fabrikanten veel geld heeft gekost. Men
moet net prijzen dat alles in het werk
is gesteld om de fabrieken zoo lang
mogelijk te laten werken.
Spr. heeft gemeend dit alles te moeten
zeggen en het spijt hem dat dit alles
moet gebeuren ln de eerste vergadering
onder het presidium van den nieuwen
burgemeester.
Niet om hatelijk te zijn heeft hij dit
alles aangehaald, maar omdat hij er
van overtuigd is dat de manier waarop
in het adres deze aangelegenheid is
behandeld, niet bevorderlijk is aan de
goede verstandhouding in den Raad,
noch aan die tusschen patroon en
werkman, iets wat zeker een groot
algemeen belang is te noemen.
Aangenaam was het spr. dat de toon
waarin de andere adressen waren gesteld
beter waren en de daarin aangehaalde sproken.
motieven de volle aandacht verdienen
Hij kan zeer goed begrijpen dat het de
gemeenteambtenaren engemeerite arbei
ders niet prettig heeft gestemd dat op
hun salaris is gekort. Dat besluit is
ook zoo maar niet con amore genomen,
daar is heel wat over gesproken en
heel wat over beraadslaagd Hij achtte
een beroep op de loonen in de indus
trie, die beinvloed zouden zijn door
de malaise, wel juist, omdat deze
loonen contractueel zijn vastgelegd
door de organisaties van zoowel
patroons als werknemers en verband
houden met de indexcijfers voor levens
onderhoud.
Tenslotte zei Spr. wel te vinden te
zijn om dit jaar de verlaging op 5 pCt.
te houden dus met ingang van 1 Juli
de 5 pCt. verlaging niet toe te passen.
Hij dankt den Voorzitter, dat hij hem
in de gelegenheid heeft gesteld dit
alles hier te kunnen zeggen.
De heer van der Geld zegt, dat hem
uit de voorlezing van zijn adres ge
bleken is en uit de woorden van den
heer Klijberg heeft hij dit ook nog
gehoord dat wat hij Ged. Stater, heeft
meenen te moeten kenbaar maken,
nogal scherp is gesteld. Echter wil hij
hier direct aan toevoegen, dat het bij
hem nooit heeft voorgezeten om iemand
eenige aanstoot te geven of te belee-
digen Dat hij wat scherp is geweest
komt omdat hij is beinvloed geweest
door het verloop van de behandeling
dezer aangelegenheid. Al is het dan
niet letterlijk juist, de geest ervan blijft
hij handhaven. In deze vergadering zal
hij er niet verder op ingaan maar wel
wil hij zoo noodig bij Ged. Staten zijn
adres verdedigen. Door den heer Klij
berg is opgemerkt, dat de loonen in
de schoenindustrie contractueel zijn
geregeld, maar hij heeft daar niet aan
toegevoegd, dat dit is geschied in
1922 en toen is afgesloten op het
grondloon en gebasseerd op het index
cijfer. Dat contract is door den druk
der toen heerschende malaise tot stand
gekomen
De heer Roggeveen wil als heb
bende deel uitgemaakt van de be
zuinigingscommissie ook iets naar aan
leiding van het schrijven van den heer
van der Geld, zeggen. In dat schrijven
wordt gezegd, dat de bezuinigings
commissie zonder meer zich aanstonds
op de salarissen heeft geworpen. Dat
is absoluut niet zoo want in de ver
gaderingen van Burg en Weth. is er
lang en breed overgesproken op welke
manier de noodzakelijk te behalen
bezuiniging was te verkrijgen. Hij kan
zijne verwondering niet onderdrukken,
dat men nu wil gaan bezuinigen op
een manier als door den heer van der
Geld is aangegeven n 1. om aan eenigen
ontslag te verleenen. Hij had juist
zooveel solidarttetf verwacht, dat zij
liever een offer van 10 pCt. zouden
hebben gebracht, dan dat collega's
zouden moeten worden ontslagen
De heer Klijberg wil even de vraag
stellen waaruit blijkt, dat de meerder
heid van den raad zich bij deze be
handeling niet gesteld heeft op het
standpunt van algemeen belang, maar
opdat van het industriebelang
De heer van der Geld zegt, dat hij
zich in de vorige vergadering over
deze manier van behandelen al zooveel
heeft geergerd, dat hij thans daarover
niet meer in desails wil treden. Ieder
een die zijn geheugen kan opfrisschen
zal nog maar al te goed weten, hoe
alles zich heeft toegedragen en daarom
trekt hij niets terug en wil Ged. Staten
in deze laten beslissen.
De heer Klijberg zegt nog eens, goed
te kunnen begrijpen dat verlaging van
salaris pijnlijk heeft aangedaan voor
de betrokkenen, doch er was geen
andere weg te vinden dan deze om
de belasting wat te veriagen en draaglijk
te maken. Er was. hoe de zaak ook
bekeken werd, niet aan te ontkomen
Hij wijst er ten slotte ook nog op dat
de gemeente-arbeiders de industrie
arbeiders altijd nog wel voor zijn
omdat zij later genieten van een pen
sioen en vrije geneeskundige behan
deling hebben
De heer Eibers zegt als lid der be
zuinigingscommissie, mede te hebben
onderzocht op welke manier bezuini
ging was te verkrijgen. Zelfs hebben
ze er ook een oogenblik aan gedacht
om zooals door den heer Smolders in
een vorige vergadering is aangegeven,
eenige arbeiders te ontslaan, doch na
overweging kwam hun christelijk ge
voel daartegen in opstand omdat, naar
het hun voorkwam, beter kan gevonden
worden dat de last door allen gedeeld
wordt alswel dat deze op de schouders
van enkelen moet worden gelegd. Het
aan den dijk zetten van eenige men-
schen acht hij, als het anders gevonden
kan worden, niet christelijk.
De heer Smolders wil over deze
aangelegenheid slechts een kort woord
zeggen. Vanaf het begin heeft hij zich
aan de zijde van collega Van der Geld
gesteld en nu komt het hem hoogst
eigenaardig voor dat in een vorige
vergadering, toen deze hoogst gewich
tige zaak ter behandeling was gesteld
en hij, alsook de heeren Van der Aa
en Van der Geld op het onbillijke
van het voorstel van de commissie
om de salarissen te verlagen, hadden
gewezen, door geen enkel lid van de
meerderheid daarop is ingegaan. Op
geen enkel argument, op geen enkel
voorstel werd ingegaan, zelfs werd,
lioe hoogst belangrijk de zaak ook was,
er bijna met geen woord over ge-
Wat de heer Eibers zegt, als zou
de minderheid onchristelijk handelen
door menschen aan den dijk te zetten,
dat moet hij van zich afzetten. Hij staat
betreffende deze kwestie op een heel
ander standpunt. Hij wil het loon dat
den arbeider toekomt, zien gehand
haafd vdoch door allerlei invloeden
niet verlagen.
Voorzitter. Dit alles is een princi-
pieele kwestie welke nu is toegelicht
Door den heer Klijberg is een balletje
opgeworpen om voor dit jaar de sala
rissen in juli nog eens met 5 pCt te
verlagen.
Eibers Ik wil het voorstel van den
heer Klijberg wel steunen
Den heer Smolders is dit voorstel
wel sympathiek, maar hij vraagt zich
af, nu aan Ged. Staten de vraag is
gesteld om het genomen besluit te
vernietigen, of het nu de weg wel is
een ander besluii in deze zaak te
nemen.
De Voorzitter meent dat daartegen
geen bezwaar kan bestaan en de
ambtenaren, indien het voorstel van
den heer Klijberg een meerderheid
kan vinden, er mede gebaat zijn.
De heer Klijberg is van meening
dat een dergelijk voorstel bij Ged
Staten wel in goede aarde zal vallen
De heer Roggeveen vindt het tijd
stip om met een dergelijk voorstel te
komen, slecht gekozen. Vooral ook
acht hij het verkeerd om, nu er eenige
adressen zijn ingekomen, weer op een
besluit terug ie komen Dat is al
vaker voorgekomen en naar zijne
meening kan dit den raad niet in
prestige verhoogen
Voorzitter. Er kunnen nieuwe gezichts
punten zijn gekomen.
De heer Roggeveen voelt er toch
niet veel voor om in een volgende
vergadering maar weer op een besluit
terug te komen.
De Voorzitter merkt nog op dat
intusschen de toestanden ook al weer
aanmerkelijk zijn veranderd
De heer Roggeveen geeft zulks toe
doch meent te moeten waarschuwen
voor al te blijde verwachtingen. De
Hoofd Omslag is van 3 op 4 pCt
gebracht en het staat nog te bezien
of men het op 4 pCi. zal kunnen
houden Het jaar 1923 is voor de
leerlooierij een zeer slecht jaar geweest
en het is niet onmogelijk dat van die
industrieelen geen cent belasting zal
binnenkomen evenals dit in 1922 het
geval is geweest Bovendien is ook
voor de schoenindustrie de eerste helft
van het jaar nog zeer slecht geweest
en het is nog de vraag of de tweede
helft zoo goed is geweest dat dit de
achterstand van het eerste halfjaar zal
dekken. De vraag is ook nog of het
schoenenwetje straks zal worden ver
lengd en of men dan van de lage
koers der franc van België en Frankrijk
weer geen groote concurrentie zal
krijgen met het gevolg als te zien is
geweest bij de lage stand der Mark.
De heer Gragtmans wijst er op dat
men op de bedrijven niet veel behoeft
te rekenen Alles is zoo krap opge
maakt dat men juist de begrooting
kloppend heeft kunnen krijgen. Ged
Staten wijzen er zelfs op dat de post
onvoorziene uitgaven te klein is
genomen.
De heer Eibers zou niet gaarne zien
dat de zaak zoo wordt geregeld dat
men straks weer over deze zaak moet
gaan discussieeren. Hij ziet dan liever
ook de beslissing van Ged. Staten
maar af.
De heer Gragtmans meent dat dit
de beste manier zal zijn, wijl er zich
ook geen andere gezichtspunten hebben
geopend.
De heer Van Driel zou willen voor
stellen dat later dan de 5 pCt. wordt
terug gegeven.
De Voorzitter acht ditnietwenschelijk
omdat het dan te veel op een spaar
potje gaat gelijken.
Den heer Smolders komt het voor dat
dan het zuiverste standpunt zal worden
ingenomen indien het antwoord van
Ged. Staten wordt afgewacht.
De heer Klijberg trekt daarna zijn
voorstel in.
2. Wijziging der verordening op de
heffing van schoolgeld voor Lager
Onderwijs.
Conform het voorstel van B. en W.
wordt besloten.
3. Voorstel tot verleenen van mach
tiging aan B. en W. om voor de leve
ring van gas voor verwarming van
scholen, kantoren e.d. contracten af te
sluiten tegen een minimum prijs van
5 cent per M3 en de daarvoor benoo
digde apparaten in huurkoop te ver
strekken.
ln het advies der bedrijfscommissie
wordt medegedeeld dat de productie
der gasfabriek thans rond de 700.000
M3. per jaar bedraagt. Die productie
zou zonder beteekenende stijging der
vaste kosten kunnen worden opgevoerd
tot 1 millioen M3 De productiekosten
voor de meerdere 300.000 M3 zouden
zonder aandeel in de vaste kosten zeer
gering zijn. Bij een verkoopsprijs van
5 cent zou nog een zoo groote winst
marge overblijven dat de prijs voor
gewoon gas zou kunnen worden ver
laagd. Een prijs van 5 cent werd ook
voor groote installaties concurreerend
geacht met vaste brandstoffen.
De heer van Driel meent dat de
periode van verwarming van scholen
en dergelijke voorbij is en daarom zou
hij liever zien dat het gas dat voor het
koken wordt gebruikt, goedkooper in
prijs wordt gesteld.
De heer Gragtmans merkt op dat
het nu jnist tijd is om te bespreken of
voor die verwarming gas tegen de
voorgestelde prijs kan worden geleverd.
Bedacht moet worden dat de menschen
of besturen ook nQg moeten beslissen
of op een dergelijke manier van ver
warmen wordt ingegaan. Is dit besluit
genomen dan kunnen pas aan de fabriek
de noodige maatregelen worden geno
men voor de installatie en het plaatsen
van de convectoren enz. Wat betreft het
kookgas dat is al op 9 cent gebracht
als men boven het verbruik van 20 M3
is.
Voor de verwarming heeft men te
concurreeren met steenkolen en
daarom moet de prijs van het gas zoo
laag mogelijk worden gesteld. Eerst
was gezegd het te brengen op 6 cent
per M3 doch bij nadere berekening
is men gekomen om het op 5 cent
te brengen Dat kan goed want dan is
er voor de fabriek ook nog een centje
aan te verdienen. Stelt men de prijs
voor gas niet zeer goedkoop, dan zullen
de menschen huiverig zijn om er aan
te beginnen, want het is wel een zuivere
maar dure verwarming.
Klijberg. Als het voorstel wordt aan
genomen is het geen dure verwarming
meer.
Gragtmans. Als het op 5 cent wordt
gebracht dan gaat het. ln Kaatsheuvel
is het op 6 cent gebracht maar daar
klagen ze nog dat het te duur is. In
Zevenbergen heeft men het ook op 5
centen gezet en dat gaat goed. Men
is hier al lang op de oude productie
blijven hangen wat eenjgevolg is van de
electriciteit maar we moeten toch vooruit
we moeten meer gas zien te verkoopen
en dat kan omdat de kostprijs boven
de productie van thans veel minder
zal zijn. Als er goed wordt verkocht
kan het gebeuren dat later de prijs
van het gas in het algemeen nog kan
worden verlaagd, maar voor dat we
daar toe overgaan moeten we eerst de
zaken eens afzien, we moeten zorgen
dat de zaak safe is.
De Graaff. Is het de bedoeling dat
voor alle machines en ook gaskachels
voortaan gas wordt verstrekt voor 5 ct
Gragtmans. Gaskachels en gasovens
ook. maar men kan niet direct zeggen
zoo en zoo is het, want men moet in
deze een beetje speling laten aan Burg.
en Weth Enkele slagerijen en bakke
rijen zijn al aangesloten, die hebben
al van die nieuwigheden die in den
laatsten tijd aan de markt zijn gebracht.
Maar voor gewone gaskachels be
hoeft men dan ook maar 5 cent te
betalen.
Voorzitter. Die loopen dan over
een aparte meter.
De heer Smolders wil op
dit voorstel wat dieper in
gaan In het preadvies staat dat de
capaciteit der fabriek berekend is op
1 000 000 kub. M per jaar. De nor
male productie bedraagt thans ongeveer
700 000 kub. M. zoodat nog 300 000
kub. M. meer geproduceerd kon worden
die dan bedoeld zijn tegen laag tarief
als verwarmingsgas. Doch waar het
juist voor verwarming bestemd is, zal
er rekening mee te houden zijn dat
dan die 300 000 kub. M. in de maanden
October tot April geleverd moeten
worden zoodat over dat tijdstip de
fabriek eene productie mogelijkheid
moet bezitten van 1.300 000 kub M.
Immers dagelijks zou dan gedurende
dat halt jaar boven de normale pro
ductie van thans 1640 kub. M. gas
gefabriceerd en gedistribueerd moeten
worden. Ongeveer 4700 K G. kolen
en de cokes daarvan moet er dan per
dag verwerkt worden. Of dit door
hetzelfde personeel er bij kan worden
waargenomen vermag hij niet te zeggen
en is zijnerzijds dan ook een vraag.
Eveneens wil hij de vraag stellen of
bij eene dergelijke aflevering het voor
radig kwantum gas de gashouders
kunnen bevatten en of er voldoende
benrijfszekerheid is. Daarvoor toch
was een vorig jaar het plaatsen van
een nieuwen gashouder noodig.
Een andere kwestie "is ook nog de
kostprijs. Op bladz. 13 van het ver
slag over 1922 staat de kostprijs be
rekening over dat jaar vermeld. De
factoren die dezen prijs bepalen zijn
algemeene onkosten 2.65'/2 cent per
kub. M. Productiekosten 5 78'/», distri-
butiekosten 2 06, rente 1 85 afschrijving
2 32 In mindering komt voor meter-
huur batig saldo, filterij en diverse
ontvangsten C 63'/2, zoodat de kostprijs
over 1925 14 03'/a cent per kub M.
heeft bedragen.
Op bladz. 10 van meergenoemd
verslag is vermeid dat arbeidsloonen,
onderhoud van ovens, machineriëen,
gebouwen enz. de productie-kosten
vormen en over 1922 f65 878 hebben
bedragen, verminderd met f28.189
wegens opbrengst cokes, koolteer,
amoniakwater, toevallige baten, ijzer
aarde enz., zoodat de werkelijke
productiekosten f 37.648 waren of
5 7872 ets. per M3.
Daarnaar gevraagd heeft spr. bereid
willig de cijfers over 1923 gekregen
en aan de hand daarvan is na te gaan
dat over het laatste jaar de productie
kosten 5.32'/ï ct. per M3 hebben
bedragen, terwijl de kostprijs 13.66 bleef.
Waar nu volgens het preadvies op
het verwarmingsgas van 5 ct. de M3
nog enkele centen winst kunnen worden
gemaakt, kan spr. aan de hand van de
productie kosten uit de verslagen, de
mogelijkheid van het fabriceeren van
gas tegen 5 cent niet begrijpen. Alleen