Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen. f EERSTE BLAD. FEUILLETON De Omhelzing van Kapitaal en Arbeid „NOORD-BRABAND" H ZATERDAQ 26 APRIL 1924 col 2)it nummer bestaat uit üDrie Bladen Steun aan Industrie I Wie met onbeoordeelden blik de uitwerking van het z.g. Schoenwetje heett nagegaan zal niet durven bewe ren dat de invoering daarvan schade lijke gevolgen, 't zij voor onze industrie 't zij voor onze handel, heeft veroor zaakt. Veeleer is het tegendeel waar. De schoenindustrie is daarmee zeer gebaat geweest en 't zou indruischen tegen ieders rechtvaardig- en eerlijk heidsgevoel indien men het tegendeel zou durven beweren. Wat hier in de schoenindustrie, practisch mogelijk is gebleken, zou ook voor andere industrieën b.v. de metaal industrie toch eveneens wel mogelijk zijn. We kunnen den laatsten tijd her haaldelijk constateeren dat door de buitenlandsche concurrentie verschil lende groote Nederlandsche bedrijven gevoelige klappen krijgen. Door den Minister van Arbeid werd reeds gedeeliijk tegemoet gekomen door met toestemming van overwerkvergun- ningen concurrentie met het buitenland practisch mogelijk te maken. 't Bleek echter niet voldoende. De ondernemingen vetlaagden daarop het loon, doch ook dat bleek niet voldoende om met succes het buiten- landsch product het hoofd te bieden. Waar zoowel door patroons als door arbeiders het menschelijk mogelijke wordt gedaan en is gedaan, om de orders binnenslands te houden, daar blijft dan indien het buitenland met nóg voordeeliger prijzen kan komen voor de overheid niets anders over dan die industrieën te beschermen, te steunen. Practisch beteekent dit op den keeper beschouwd niets anders dan een andere doelgeving der gelden. Want wanneer er b.v. 100.000 gul den moet worden betaald voor onder steuning aan werklooze arbeiders of UITGAVE: WAALWLJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. die 100 000 wordt gegeven aan de in richting als toeslag op den prijs van het te vervaardigen werk dan blijft dat o. i. het zelfde. Het blijft in naam hetzelfde. Doch het heeft, wanneer we het laatste nemen ontzaggelijk meer voor deden dan het eerste. Want le wordt de nationale indu strie in beweging gehouden en ten 2e wordt het geld besteed voor produc tieven arbeid, wat toch zeker duizend maal beter is, ook van zedelijk stand punt beschouwd, dan wanneer dat geld wordt uitgekeerd niet voor gepresteer- den arbeid, maar voor noodgedwongen leeglooperij Dat onze regeering en de liberale economen aan de heilzame werking van het ontwerp Fleskens eens een voorbeeld nemen. En waar mogelijk navolgen (34 Professor Veraart, de schrijver van „Beginselen der economische bedrijfs organisatie", dat in 1921 verscheen, en sedert dien onvermoeid propagandist voor dit stelsel van medezeggingschap in de bedrijven door de arbeiders, is, in het zicht van de Kamerverkiezingen van 1925, weer voor goed op het oorlogspad gegaan. In den R. K. Volksbond te Amster dam, vorige week Maandag met het woord en daarna in het laatste nummer van „Sociale Voorzorg" met de pen, heeft de heer Veraart opnieuw de krijgstrompet gestokende wetgever moet onverwijld een begin maken met het publiekrechtelijk regelen van het bedrijfstoezicht. Eene proeve van zulk eene wettelijke regeling, heeft professor al lang ont worpen en dus Het zij eerlijk erkend, de heer Veraart houdt niet van halve maatregelen, en nu vrij algemeen in de Kath. Pers, professor's optreden niet van „ondoor dachtheid" wordt vrij gepleit, nu dood verft hij den geheelen „journalistenbent" als broodschrijvers zonder overtuiging. Excusez du peu „De Maasbode" is over een en ander zoodanig gebelgd, dat zij den professor toevoegt „Zijn op ende op revoiutionnaire optreden voor den R. K. Volksbond te Amsterdam, laat geen twijfel over, of deze man is, behalve voor zich zelf, vooral ook een gevaar voor de arbeiders, wie hij in de tale van Mirabeau, van Lassalie, van Troelstra toespreekt." Daar is geen woord Fransch bij Ook wij zijn het eerder eens met degenen onder onze sociologen, die ietwat voorzichtiger wenschen te werk te gaan, dan onze Delftsehe hoogleeraar. En meer speciaal zouden we willen onderschrijven, wat Minister Aalberse op 3 April j.l. in de Kamer ter zake gezegd heeft, n 1. „dat de taak van den wetgever op dit gebied betrekkelijk buitengewoon Te vinden pag. 175 „Beginselen der economische bedrijfsorganisatie" door prof. Dr. J. A. Veraart. LVv. <gg5~ DOOR ERVARING STERK. klein is; dat dit een zaak is, die n het maatschappelijke leven zich zelf moet ontwikkelendat, wanneer dingen als bedrijfsraden, medezeg genschap, kernen, fabrieksraden, van bovenaf opgelegd worden en niet uit het bedrijfsleven zijn opgekomen, volkomen de verkeerde weg wordt ingeslagen." Het staat inderdaad voor ons zoo vast als 'n paal boven water, dat „medezeggenschap" die, zonder ge groeid te zijn in de overtuiging van partijen, van bovenaf wordt opgelegd, op een groot fiasco zal en moet uit- loopen. En is zij bezig te groeien in de overtuiging van werkgever en werk- nemer Wij antwoorden daarop met een stellig neen. Ten onzent, noch ergens iri het buitenland. Ten onzent niet. We behoeven daarvoor slechts te herinneren aan het uittreden van de R. K. Werkgevers-organisatie uit den R. K. Centralen Raad van Bedrijven en de stilte die vrijwel aiomme in arbeiderskringen rondom het vraagstuk heerscht. Noch in het buitenland. Wij ervoeren, dat o.a. bij de lezing van eene brochure van den Belgischen socialist de Brouckère, waarin de schrijver den stand van zaken in diverse landen nagaat. Overal sterk pessimisme. In België heelt schrijver dezes, nog slechts enkele weken geleden, zelf een onderzoek ingesteld naar de daar heerschende denkbeelden nopens het onderhavige vraagstuk. Littératuur bestaat er daar haast niet over. Alleen een „proeve" van wet, a la Veraart, ontworpen door den „Econo mische raad van de syndikale com missie van België" heeft in Februari van het vorig jaar, een oogenblik een punt van bespreking uitgemaakt. En wat schreet toen de Qentsche socialistische textielarbeiders-leider Hannick ervan in zijn orgaan? Dit: „Het bedrijfstoezicht schijnt op practisch gebied nog een ver afge legene zaak. Het is een soort ideaal, zooais ons het achturenwerk nog toescheen eenige jaren geleden, doch met dit verschil, dat de invoe ring van den achturenarbeidsdag ge lijk zooveel reeds veroverde eischen en vragen op syndikaal gebied, van dien aard waren, dat de werkers ei- slechts stoffelijk en lichamelijk wei vaart bij genoten, zonder verdere verantwoording, terwijl de invoering van het bedrijfstoezicht met zich brengt een grootere bevoegdheid en bekwaamheid der werkersklas, welke tot hiertoe nog niet is bereikt, en welke voor een naaste toekomst nog in het bereik niet schijnt te wezen van de werkers." Ziehier het oordeel van een volbloed^ partijgenoot van het Kamerlid Ir. Van der Waerden. En hij nam er geen woord vari terug in het onderhoud dat wij kortelings met hem mochten hebben. Integendeel wees hij ons nog op nieuwe practische moeilijkheden. In tijden van hoog conjunctuur, zoo merkte de heer Hannick op, wanneer alles vlot loopt in de bedrijven, groote winsten worden gemaakt en behoor- bereidt Ge met 47e JAARGANG. De Echo van het Zuiden, Waalwijkschc en Langstraatsclie Courant Dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rjjk f 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz. franco te zenden aan den Uitgever. thm De Echo van het Zuiden". Kom, kom, ik droom hernam lrij, die nacht in een spoorwegcoupé iieeft mijn her sens in de war gemaakt. Robert Duhesme zit hoog en droog in Amerika, 'hij heeft eenmaal kennis gemaakt met Cayenne en zal er zeker niet op gesteld zijn die kennismaking te her nieuwen. De man uit de spoorwegcoupé is behaald een reiziger in Amerikaansch spek, die naar Miramont gaat om zaken te doen. In het gebergte wordt dat bocht wel gegeten. Evenwel wilde hem het denkbeeld maar niet uit het hoofd. 't Kon toch wel eens zoo zijn, peinsde hij voort. Hoe dan ook, ik moet er het mijne van hebben. Met mijn twee paarden ben ik vroeger te Miramont dan hij en blijft mij ge noeg tijd over, dan zal ik dien Amerikaan eens bespionneerenwat waag ik er bij. Omstreeks twee uur in den namiddag hield Aurélien zijn intocht in het dorp Miramont- la-Montagne en die intocht bleef niet onop gemerkt. Het was tegen het aangaan dei- school en de jeugd van het dorp was zeker niet gewoon een rijtuig met twee paarden door de dorpsstraat te zien rijden, want zij volgde het onder groot geschreeuw tot voor het raadhuis waar het stilhield. Toen Aurélien uitstapte, werd hij door de dorpsjeugd aangegaapt of hij een Oostersch vorst in nationaal costuum was. Deze belangstelling was den jongen man verre van aangenaam, hij beval daarom aan Cavirol niet voor het raadhuis te blijven staan, maar naar den ingang van het dorp terug te rijden en daar op hem te wachten. De jongens volgden het rijtuig weder en lieten Aurélien met rust, die het raadhuis binnenstapte en de deur opende, waarboven Pi-tja der Ad verten tiën 20 cent per regel; minimum 1.50 Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET téVEN het borstbeeld der republiek, getooid met de phrygische muts, prijkte. Hij kwam in een vertrek met gewitte muren, waaraan slechts hier en daar een landkaart was opgehangen en welks ameublement slechts uit een kast met in kalfsleer gebonden registers, een grooten kantoorlessenaar eu een paar houten krukjes bestond. .Aan dien lessenaar zat een oud man met een fluweelen calot op en een groot register voor hein, waaruit hij een akte copieerde. Aurélien sprak hem zeer beleefd aan: Neem mij niet kwalijk, mijnheer, maar ik zou gaarne om een inlichting willen vra gen. Tot uw dienst, mijnheer, antwoordde de oude man, die de ambten van gemeentesecre taris en schoolmeester in zich vereenigde. Ik zou gaarne het geboorteregister wil len nazien van het jaar 1861, ging Aurélien voort, Dat treft bijzonder, zeide de secreta ris, ik heb het hier juist voor mij. O zeer goed. Daar is de geboorte in geschreven van Filip Dormelles, niet waar? Wel dat is al heel toevallig, zeide de schoolmeester-gemeentesecretaris, met een bescheiden lachje. Verbeeld u, mijnheer, dat ik juist bezig ben die akte te copieereu. Het schijnt, dat Filip Dormelles gaat trouwen, want zijn vader heeft een afschrift van de geboorteakte aangevraagd. Aurélien beet zich op de lippenzonder 't te weten had de oude man hem aan zijn mis lukt huwelijksplan met Marguérite De Briais herinnerde en op vrij wat norschei' toon zeide hij Laat mij die akte eens zien. De secretaris schoof hem het register toe. Daar stond de geboorte, geheel in den vorm aangeteekend Den 31 Maart 1861 had zich op het raad huis te Miramont-la-Montagne aangemeld Charles Antoine Dormelles, van beroep bosch wachter, vergezeld van twee getuigen, om te verklaren dat een kind van bet mannelijk geslacht was geboren uit zijn wettige ver- eeniging met Marie Jeanne Morin, zonder be roep, welk kind hij de namen had gegeven van Filip George en dat, na voorlezing van de akte, deze onderteekend was door den vader, de getuigen en den burgemeester. Uit deze akte vernam Aurélien niets nieuws, alleen de bevestiging van bet gerucht dat Filip Dormelles te Miramont-la-Monj tagne was geboren en dat zijn vader bosch wachter was. Daar had ii li niet veel aan. Hij schoof het register, naar den secretaris terug. Zij t gij reeds lang hier in de gemeente, mijnheer? vroeg Aurélien. Dat wordt met Paschen al twee-en-der- tig jaar mijnheer, antwoordde de oude man met zekeren trots. Gij kunt twee-en-dertig jaarregisters blad voor blad nazien zonder dat ge een woord zult vinden, dat niet door mij geschreven is. Dat is prijzenswaardig. AVeet u ook, mjjnheer, of de boschwachter Dormelles, tij dens hij hier was, nog andere kinderen had dan dien Filip? Neen, mijnheer, in deze gemeente zijn verder geen kinderen van hem geboren. Wan neer ge u daarvan wilt overtuigen, dan be hoeftige slechts de uittreksels van de regis ters te raadplegen, die met de meeste zorg en nauwkeuroigheid zijn opgemaakt, dat durf ik zeggen. ik geloof u wel op uw woord. De secretaris boog. Dit is alles wat ik wilde weten, mijn heer, vervolgde Aurélien, terwijl hij 'n twin tig-francsstuk op tafel neerlegde. Voor uw moeite, ik dank u wel. De secretaris deed hem uitgeleide tot aan de deur en zeide nog: Maar mjjnheer, dat is volstrekt niet noodig, die inlichtingen zijn kosteloos... In den gang van het raadhuis ontmoette Aurélien een heer, die van de straat was bin nen gekomen. Zijn reisgenoot, de man uit de spoorweg coupé, de Amerikaan. Zij wisselden een allesbehalve vriendscliap- pelijken blik. De man trad het kantoor van den secreta ris binnen. AVat duivel, zit die broeder Jonathan mij dan overal op de hielen, mompelde Auré lien. In plaats van heen te gaan, bleef hij, door nieuwsgierigheid gedreven, in de gang en begon in schijn met zeer veel aandacht een oproeping voor de reservisten te lezen, die naast de deur der secretarie was aangeplakt, maar in werkelijkheid trachtte hij eenige VBRtSRIJCBPiBR BIJ KRUIDENIERS in pakken p-a/v ip-i -2'/s k.C woorden op te vangen van hetgeen daarbin nen werd gesproken. De deur was echter ta melijk dik, want liij verstond zeer weinig. Hij giste echter dat de man uit do spoor wegcoupé eveneens liet geboorteregister wil de inzien en dat hij ook belang stelde in de afkomst van Filip Dormelles. Er was wel in alles overeenkomst tusscheu hen heiden, waarom zou er daarin verschil bestaan. En inderdaad het was zoo. .daarbinnen werd de naam Dormelles genoemd. Aurélien spitste de ooren en tot zijn niet geringe voldoening hoorde hij duidelijk de volgende vraag Weet gjj ook waar de vader van mijn heer Dormelles woont? De secretaris antwoordde Zeker weet ik het niet maar deze akte moet gezonden worden naar Boi»Ie-Roi in het departement Seine-et-Marne, waarschijn lijk woont hij dus daar. Aurélien oordeelde het voorzichtig niet langer voor het oproepiugsbiljet te blijven staan, te meer daar hij nu reeds genoeg wist. Hij verwijderde zicli dus met haastige schre den en keerde naar den ingang van bet dorp terug, waar hij het rijtuig van Cavirol vond, dat op hem wachtte. Onder het rijden dacht hij Ik heb me toch werkelijk vergist, die Amerikaan is geen reiziger in spek of petro leum. Zou het dan toch Robei": Duhesme zijn? Maar in dat geval, welk belang zou lip dan stellen in dien verwenschten Filip Dormel les? Dat gaat mijn verstand te boven. Ik sta bier voor een raadsel, waarvan de oplossing al zeer moeilijk te vinden is. AVanneer ik eens een vermetel waagstuk ondernam, den Ame rikaan opwachtte, recht op hem afging en rondweg tegen hem zeide Mijnheer, zijt gij niet Robert Duhesme, de ontsnapte galeiboef, die in Amerika for tuin gemaakt heeft? In dat geval ben ik uw neef, geef mij de hand, beste oom. Ja, maar, voor mjjzelven wil ik het wel bekennen, ik ben in het geheel niet vermetel en als ik eens voor een enkeiemaal het wilde worden, dan geloof ik dat deze gelegenheid al zeer slecht gekozen zou zijn, want die Ame rikaan ziet me er juist naar uit, om mjj bij de eerste woorden een vuistslag te geven dat ik tegen den grond rolde. Och kom, waar denk ik aan? Omdat die man er nu uitziet als iemand, die uit Amerika komt, omdat bij met zijn kinbaard en zijn haviksneus wel eenige gelijkenis beeft met mijnheer Bernard De Prabert, mijn hoogvereerden papa, moet lip daarom juist... "Dwaasheid, mijn jongen, dwaasheidAlle maatregelen zijn immers zoo zorgvuldig mogelijk genomen om den held van Miramont te beletten den voet op Fransch grondgebied te zetten. Met ware woede hebben oom Daniël en mama voor al mama, die anders zoo onverschillig.en zoo op haar gemak gesteld is, nu,een heel ander mensch schijnt geworden zich tegen de reis van dien armen Robert Duhesme verzet. Wanneer hij de cholera in Frankrijk zou brengen, een cholera die de familie De Pra bert tot haar eerste slachtoffers zou maken dan kon men hem niet met meer kracht heb ben tegengewerkt. Mama beeft wonderen verricht, zij lieeft de ambtenaren van de pre fectuur omgekocht, zij heeft den prefect, den minister, al de kamerleden gesoebat en liet zoover weten te brengen, dat men den bur ger van het vrije Amerika verzocht lieeft zoo goed te willen zijn den Atlantischen Oceaan tusschen hem en Frankrijk te laten of an ders terug naar het bagno. De eer, de veilig heid, de goede naam van de familie de Pra bert en al die fraaiigheden meer waren met liet pleizierreisje van mijn oom den dwang arbeider gemoeid. Ik heb dat alles dom en kinderachtig gevonden, maar het is toch ge beurd en mijn merkwaardige bloedverwant zal in Amerika wel zoo practisch zijn gewor den, de welgemeende raadgevingen, die liij per telegraaf ontvangen heeft, niet in den wind te slaan Wacht eens, de oude Dormel les is boschwachter, mogelijk wil mijn reis genoot hem een agentuur opdragen voor een firma in Amerikaansche geweren, Met deze oplossing stelde hij zich tevreden en verder deed hij zijn best om zijn gedachte aan dien reiziger uit 't lioofd te zetten door het zingen van eenige refreins uit een café- concert. Vandaar vertrok geen rechtstreeksche trein naar Pa rijs voor den volgenden morgen. f Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1924 | | pagina 1