Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Binnenland. Kerknieuws EERSTE BLAD. FEÜILLETOil „NOO&D-BRABAND" NUMMER 38 ZATERDAG 10 MEI 1924 UITGAVE: WAALWLJK8CHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELBN. Telefoon No. 88. Telegr.-AdresECHO. I)IT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. De 1 Mei-dag. Uit de verschillende binnen- en buitenlandsche berichten hebben onze lezers reeds kunnen lezen dat de 1 Mei-dag overal zeer rustig ten einde geloopen is. Het enthousiasme dat den rooden feestdag vroeger kenmerkte is bedenkelijk aan het afnemen, 't is of 't mooie voor hen er al af is Was het in ons land een „rooie" beweging in dit opzicht in het buiten land, meer speciaal in de hoofdsteden, was. het van 't zelfde laken een pak we hebben de verschillende berichten uit het buitenland komende en mel dende het zeer tamme karakter gelezen en gedachtdat deze Marxistische feest dag danig uit zijn tijd begint te geraken. De grootste flater hebben met dezen dag de Engelsche socialisten geslagen waar ze in het onmetelijke Hyde Park te Londen een openluchtmeting organi seerden waar het bedroevende aantal van 3000 personen bijeenkwam om naar de gebruikelijke redevoeringen te luisteren en 't mooiste van alles was dat daar het heftigste werd uit gevaren tegen den Engelschen minister- president Ramsay Mac Donald, hun partijgenoot omdat hijniet „rood" genoeg was In Duitschland heelt de 1 Mei-dag in enkele groote steden nog tot relletjes geleid, doch de Schupo's waren daar op hun hoede en wisten steeds door hun flink optreden grooter omvang te voorkomen. Tot slot te Parijs, waar het Meifeest anders zeer intensief wordt gevierd, was daar thans maar zeer weinig van merkbaar en schijnt ook daar de 1 Mei-dag op haar einde te geraken Wordt er anders op dien dag in Parijs geen slag werk verricht thans haalden de werklieden aan de syndicaten wel hun slakingskaart maar ze gingen even zoo vroolijk met de stakingkaart weer aanden arbeid. 38) Hiermede hebben we in korte trekken de beteekenis van het roode Meifeest geschetst waaruit den aandach- tigen lezer duidelijk blijkt dat deze roode feestdag betrekkelijk niets meer om 'tlijf heeft. 't Mooie is er af, schreven we reeds in onze aanhef, 't ls niet zooals bij de godsdienstige menschen waar b v. het kerkfeest jaar in jaar uit reeds 19 eeuwen lang gevierd, toch steeds met hetzelfde vreugdegezang wordt ingezet. Het Roode Mei-feest is leeg, omdat men eigenlijk niet weet waarom en waarvoor men dien dag de vreugde moet uitvieren. TrjwrpT^WAA LW U K. frruy) DOOR ERVARING STERK. Tot leden van het Dag. Bestuur voor den a. s. Katholiekendag in Hel mond zijn gekozen de heeren P. de Louw (Asten); Dr. Nuijens, Max van Poll, J. Strijbosch, A. W. van Thiel en Jos Cuipers, allen te Helmond en de nieuw benoemde presidente van den Vrouwenbond aldaar. Er zullen vijf afdeelingen zijn, t w. werkgevers en andere beroepenmid denstand, boerenstand, werkliedenver- eenigingen en vrouwenbond. (Wórdt vervolgd JAARGANG Waalwijksche en Laisstraatsche Courant Dit blad verschijnt WOENSDAG BN ZATERDAG. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rflk f 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz. franco te zenden aan den Uitgever. Prijs der Advertentlën 20 cent per regel; minimum 1.50 Reclames 40 cent per regel. Bi) contract flink rabat. Advertentlën mc - Woensdag en Vrijdag des morgens om ui erlfl-k 9 uur In one bezit zijn. vuti „De Scho het Zuiden". 't Is goed, zeidet gij, wij zullen uw kind behouden, het zaPde plaats innemen van hem, die gestorven is, maar dan willen wij dat het ook geheel ons kind zal zijn, dat hij niets van het verleden zal weten en dat nie mand hem ooit van ons zal kunnen afnemen. Dat wil ik ook, met geheel mijn hart. Dat wij u nooit zullen terugzien. - Ik ga sterven. Zweer het. Ik zweer het u voor God, die mij bin nen eenige uren zal richten. En thans vaar wel. Uw bleederen zijn bevroren aan uw lichaam er ligt een bloedplas van u op den grond, rust eerst wat uit en verwarm u, ik zal een verschen takkebosch op het vuur werpen en uw wond verbinden. Waartoe? Ik vraag u slechts één gunst. Welke. Uaat mij een laatsten kus geven aan mijn kind. Goed. Voorzichtig drukte ik mijn lippen op het gelaat van mijn kind, daarna ging ik heen, zonder om te zien. Ik had van de wereld af scheid genomen. Waarschijnlijk zult ge wel vernomen heb ben dat ik doordrong in het ontoegankelijk ste gedeelte van het woud. In een diepe ra vijn, die blijkbaar tot schuilplaats voor de wolven diende, legde ik mij neer, ik voelde dat ik mijn bewustzijn verloor en dacht niet anders, dan dat de dood naderde. Welnu, het noodlot heeft gewild dat men mij vond, dat men mijn levengeesten op wekte. Odat verschrikkelijk ontwaken die vreeselijke nacht. NEDERLAND EN RUSLAND. Het verloop der onderhandelingen. Een uiteenzetting van den Minister van Buitenlandsche Zaken. In de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer betreffende de begrooting van Buiten landsche zaken deelt minister van Kar- nebeek het volgende mede omtrent de onderhandelingen met Rusland. De onderhandelaars waren voorzien van de noodige ontwerpen voor een handelsverdrag, dat aan de gewone eischen zou beantwoorden, met betrek king tot de behandeling der wederzijd- sche onderdanen, rechtspersonen, goe deren en schepen; den handel en de scheepvaart in het algemeen, ver voer, doorvoer, enz., terwijl daarin ver der o.a. ook de positie eener hier te lande toe te laten Sovjet-handelsdele gatie zou worden geregeld, in overeen stemming met de regelingen dienaan gaande door enkele landen reeds met de Sovjet-regeering getroffen. Daarbij was het de bedoeling, de kwestie der handelsbetrekkingen op den voet der meestbegunstiging te rege len, gelijk in onze andere handelsver dragen het geval is, en op dienzelfden voet een oplossing te vinden voor het probleem der schulden en der recla mes uit anderen hoofde. Met andere woorden; op dezen voet, dat, wanneer ten aanzien van eenig land door Rusland tot erkenning der schulden werd overgegaan, deze erken ning ook ten aanzien van de Nedcr- landsche vorderingen zou gelden. Ten slotte zou ook de groote kwes tie der propaganda onder de oogen worden gezien. Terwijl de regeering zich had voor gesteld, dat op dezen grondslag tot overeenstemming zou kunnen worden gekomen, bleek bij de hervatting dei- onderhandelingen, wat de sluiting van een handelsverdrag betreft, dat de ge delegeerden der sovjet-regeering niet van zoodanige volmachten waren voor zien, dat men bij de besprekingen te Berlijn had kunnen komen lot een vol ledig handelsverdrag, zoodat verschil lende punten open zouden moeten blij ven welke eerst later zouden moeten worden geregeld, derhalve nadat de er kenning der jure zou hebben plaats gehad. Vervolgens bleek, dat de sovjet-re geering de meestbegunstiging op han delsgebied in den gebruikelijken zin door een aantal reserves wilde beper ken. De voornaamste daarvan was, dat die meestbegunstiging niet zou gelden ten aanzien van voordeelen, door haar MAATSCHAPPIJ VAN VfRÏEKERING Of HET LEVEN De oude Dormelles huiverde. Ja, ook voor ons was het een vreese lijke nacht, mompelde hij. Hij ligt in het ver leden, zes-en-twintig jaren zijn sedert ver streken, maar nog staat mij alles levendig voor den geest en wanneer ik er aan denk, stolt mij het bloed in de aderen. Vrouw, schenk me een glas wijn. Juffrouw Dormelles zette een flesch wijn op de tafel en schonk een glas in voor haar man. Na gedronken te hebben ging de bosch wachter voort Wij hadden twee kinderen in kuis, het eene levend, het andere dood en het leven de zou de plaats innemen van het doode, maar wat moesten wij dan met het lijkje doen? Ohet is een vreeselijk werk voor een vader, wanneer hij zelf de planken bijeen moet zoeken, om daaruit een doodkist voor zijn kind te timmeren Wij hadden de deur gesloteu, versperd, wij waren stil, angstig, gejaagd alsof wij mis dadigers waren. Het was ons, alsof de ha merslagen, waarmee ik de spijkers in het hout dreef, op ons hart neerkwamen en wij leden ontzettend. Het zwakke, ruwe kistje, door onbekwame handen afgewerkt, kwam met veel moeite gereednu moest het arme kind, dat wij wilden doen verdwijnen daarin worden neer gelegd. Nu werd de moeder door een nieuwen aanval van wanhoop aangegrepen, zij wilde niet van haar kind scheiden en ik had den moed niet haar tot dit smartelijk offer te dwingen. Het was alsof wij een heiligschen nis bedreven door het kind te ontrukken aan de gebeden der kerk, aan het gezang der priesters, door het zijn plaats in de gewijde aarde van het kerkhof te onthouden en het onder den grond te verbergen als een dier. Gij hebt geleden dien nacht, mijnheer, wij ook, dat verzeker ik u. Ja, mompelde Robert. Eindelijk, na heel veel tranen en zuch ten kwamen wij toch tot een besluit, de arme kleine werd in zijn doodskist neergelegd, het deksel er op gespijkerd en, om alle zwakheid verder onmogelijk te maken, nam ik het kistje op en snelde er mee weg. Uit het schuurtje naast mijn huis nam ik een spade mee en liep toen dwars door het bosch naar een buitengewoon eenzame plek toegekend of later toe te kennen aan landen, die Rusland vroeger zouden hebben erkend, zoodal de mogelijkheid bestond, dat Nederland niet zou deelen in alle voorrechten, die door de sovjet- regeering aan sommige landen zouden zijn of worden toegekend, zelfs indien die voordeelen zouden vallen onder hetgeen gewoonlijk onder de meestbe- gunstigingsclausules in handelsverdra gen wordt gerekend te zijn begrepen. Verder bleek, dat de kwestie der oude Russische schulden en verdere reclames tegen Rusland betreft, dat de meestbegunstigingsclausule, welke de sovjet-rcgeering bereid was ten deze aan Nederland toe te kennen, behalve door de hierboven genoemde reserves beperkt zou zijn door dit voorbehoud, dat zij alleen zou gelden voorzoover door Nederland, in geval door de sov jet-regeering bij een regeling van deze materie met andere landen voordeelen mochten worden bedongen, gelijk waardige voordeelen zouden worden aangeboden. Ten slotte kon de gemachtigde der sovjet-regecring geen volkomen zeker heid geven, dat deze laatste reserve in geen geval mede .betrek king had op de meestbegunstigingsclausule ten aan zien van het geheele handelsverkeer, ofschoon hij het vertrouwen uitsprak, dat dit punt bevredigend zou worden geregeld. De minister meent met de aanduiding van deze hoofdpunten te kunnen vol staan. Toen bleek, dat de sovjet-regeering niet bereid was, in dit standpunt wijzi ging te brengen, zijn de Nederlandsche gedelegeerden, in overeenstemming met hun instructie, teruggekeerd. De regeering, die zich op hét standpunt had gesteld, dat met een meestbegun stiging ware genoegen te nemen, is van oordeel, dat dezerzijds niet verder kan worden gegaan. Een meestbegunstiging toch, welke geclausuleerd zou zijn op een wijze als door de sovjel-regeering werd gesteld, zou in de practijk geen waarborg voor meestbegunstiging kun nen bieden. Het is duidelijk, dat een verdrag als door de sovjet-regeering beoogd, voor Nederland met het oog waar de grond nlt zand bestond en niet zoo rotsachtig was als de andere deelen van liet woud. Onder een machtigen eik, die zijn kruin boven alle andere hoornen verhief, bleef ik staan en begon te graven. Het zand was echter door de vorst zoo hard geworden, dat het bijna op steen geleek en slechts met de uiterste inspnaning kon ik er mijn spade in werken; toen de bovenste aardkorst een maal verwijderd was, ging het iets beter, maar neittemin werkte ik twee uren zonder rust voort en de kuil was nog niet veel die per dan mijn spade lang was. Het vroor geweldig, maar hoewel ik boven dien nog mijn jas had uitgetrokken en bij wijze van doodskleed over het kistje gelegd had, gutste het zweet mij langs het gelaat. Ik ben dapper, mijnheer, ik heb de oorlo gen in Italië en de Krim meegemaakt en de militaire medaille op het slagveld verdiend; later als boschwachter, heb ik meermalen bij nachtelijke expedities, tegenover wilddieven en tot aan de tanden gewapende smokkelaars gestaan en dan heb ik steeds blijken gegeven van vastberadenheid en moed; welnu, daar, alleen in het bosch, nabij het doodkistje van den armen kleine, voor wien ik een graf dolf, was ik bang'. Ik werkte met woede voort en trachtte die vrees te verdrijven en ten slotte kwam mij de kuil diep genoeg voor, dat de wilde dieren het lijkje niet zouden bespeuren en opgraven. Toen ik zoover was liet ik de kleine kist langzaam en zacht in de aarde nederdalen. Ik knielde op den rand van het graf, maakte het kruisteeken en zeide alle gebeden op, die ik mij herinnerde. Vervolgens vulde ik den kuil weder en verborg de losgewoelde aarde onder takken en bladeren. Niemand heeft ooit iets van het Hjkjo ontdekt, de aarde heeft het aan haar toevertrouwde geheim goed bewaard. Toen ik afgemat, uitgeput thuiskwam, vond ik mijn vrouw bij het vuur zitten met ons nieuwe kind slapend op haar schoot. Zij wierp mü een angstig vragenden blik toe. Het is geschied, antwoordde ik somber. OGod. Wij weenden beiden, eindelijk stond zij op hield mij het kind voor en sprak: Charles, kus uw zoon, kus onzen klei nen Fllip. op de te beh- jen belangen, geen waarde zou heboen, en ons land in een in het algemeen niet te aanvaarden en ten aanzien van handel en scheep vaart, schulden en vorderingen, onze kere en abnormale positie zou plaat sen. NEDERLAND EN BELGIE. In een heden gehouden vergade ring van de commissie van Buitenland sche zaken sprak de socialist Huys- mans over de Nederlandsch-Belgische betrekkingen. Hij drukte daarbij den wensch uit de Sclieldekwestie zoo gauw mogelijk geregeld te zien. Om dat te bereiken, zeide hij, zal het parle ment eerst het economisch accoord moeten goedkeuren, dat te Parijs door staatsminister Segers met Nederland sche gedelegeerden werd besproken. Men zal desnoods de regeling van de Wielingen-kwestie en andere politieke problemen kunnen uitstellen. Oud-minister Jaspar antwoordde, dat hij, zooals bekend, destijds te Lu- zern en te Genua deze zaken met minis ter van Karnebeek heeft besproken.^. Zijns inziens domineert de Wielin gen-kwestie alle andere belangen. Waar de Belgische souvereiniteit met de aanhangige kwestie is gemoeid, komt het erop aan niet te vlug te werk te gaan. Hij deelde verder mede, dat een accoord over de Wielingen niet tot de onmogelijkheden behoort. In dezelfde vergadering vroegen de heeren Helleputte en Troclet, dat men zich intens met het AntwerpenRijn kanaal zou bezig houden. ik drukte den kleinen knaap in vervoering aan mijn hart, kuste hem op de donzige wan gén en kwam eensklaps tot kalmte; mijn kind was mij teruggegeven. Eenige dagen later verliet mijn vrouw Au- vergue en nam onzen zoon mee. Wij kennen weinig menschen in die streek, de boschwach- terswoning lag geheel afgezonderd, twee mijlen van het naaste dorp verwijderd, maar toch wilde ik niet, dat iemand het kind zou zien. Een kind van twee jaar begint reeds uitdrukking in zijn gelaat te krijgen. Het eerste kind was zwak en ziekelijk, het twee- deforsch en gezond. Mijn vrouw vertrok dus bij avond en ik vertelde aan ieder dien ik ontmoette, dat mijn kleine Filip weer wat hersteld was van zijn ziekte en dat ik, om hem eens flink te laten opknappen, mijn vrouw met hem naar Pieardië had gezonden, waar ik geboren ben, waar du lucht zoo gezond is en waar men betere koemelk kan drinken dan te Auver- gue, waar het melkvee telkens voor zware wagens wordt gespannen en in de bossehen moet werken, als men ossen te kort komt. Niemand had eenig wantrouwen, en dat kou ook niet, want met de maatregelen die ik genomen heb, daag ik iedereen uit mij te bewijzen, dat Filip Dormelles niet werke lijk de wettige zoon is van Charles Antoine Dormelles en Marie Jeanne Morin gelijk het staat ingeschreven op de registers van den burgerlijken stand te Miramont. En terwijl de oude boschwaehter Robert Duhesme strak aankeek, voegde hij er bij Gij zoudt dat zelf niet kunnen. Ik! riep Robert Duhesme uit, ik? Groote God Op neerslaehtigen toon ging hij na een korte pauze voort: 't Is waar, de misdaad uit mijn verle den geeft u het recht mij van alles te verden ken, maar gij moest toch gevoelen, gij moest toch begrijpen wat er in mijn hart omgaat, dat. daar niets woont dan oneindige dank baarheid jegens u en grenzelooze liefde voor hem. En ik zou naar mijn zoon gaan en tot hem zeggen Duister, gij zi)t niet de zoou van den braven, eerlijken man, die u beeft opgeve.-d. gij zijt de zoon vanO! dwaashe'U Hü maakte een afwerende beweging met de hand. Neen, geloof mij, ik ben niet zoo slecht als men mij voor het hof van assises te Riom beschreven heeft. Daar noemde men mij een dief en moordenaar. Een dief, ik i Wanneer gij den loop van dat proces kent Ik ken die, viel de boschwachter hem in de rede, ik heb de verslagen nauwkeurig ge volgd, want ik wilde weten wat voor man gij waart. Dan zult ge ook wel overtuigd zjjn, hernam Robert Duhesme, evenals de twaalf gezworenen dat waren, dat ik een dief ben. Ik had mij daarop) misschien kunnen verde digen, want ik heb niet gestolen, maar dan had ik dingen moeten zeggen, die niet over hijn lippen konden komen en het zou mij waarschijnlijk nog niets gebaat hebben, wan neer ik geheel mijn bloedend hart had uitge stort men zou ongeloovig geglimlacht heb ben en de procureur-generaal had ongetwij feld uitgeroepen„Huichelarij Trouwens ik heb er geen oogenblik aan gedacht, mij tegen de aanklacht te verzetten, ik bekende alles wat men mfl ten laste ge legd had en hoopte slechts op een uitspraak van mijn rechters: den dood. Maar ook ten tweede male wees de dood, mij af, men sprak een straf over mij uit, die duizend maal erger was: levenslangen dwangarbeid. Bijna altijd is een veroordeelde, die van het bagno te Cayenne ontvlucht en zich in de binnenlanden waagt, een verloren man en er moeten wel wonderen gebeuren wanneer hij ontsnapt aan de gevaren, die hem van alle kanten omringende zon, de moerassen, de honger, de dorst, de slangen, de verscheu rende dieren en de wilde volksstammen. Daar ik niets liever wilde dan het leven, dat mij een zware last geworden was, van mij af te schudden en zoo spoedig mogelijk mijn ge- schandvlekten naam uit het geheugen der menschen te wisschen, vluchtte ik met twee kameraden van het bagno de binnenlanden in. Beider, kwamen om, ik alleen ontsnapte.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1924 | | pagina 1